×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsvakantie Chili

Tussen besneeuwde Andestoppen en de Stille Oceaan

Reisverslag: Pieter Parmentier
Foto's: Pieter Parmentier

Per fiets en bus in vier weken door Midden-Chili: tussen de besneeuwde Anderstoppen en de Stille Oceaan langs vulkanen, lavavelden, wijngaarden en diepblauwe meren van Santiago de Chile via Santa Cruz, Curico, Chillán, Buchupureo, Los Angeles, Rio Bio Bio, Cunco en Puerto Fuy naar Valdivia. Een drankje is soms moeilijk te krijgen en het onderdak is vaak gammel maar de mensen zijn uiterst vriendelijk.

In tegenstelling tot fietsen, zal vliegen nooit onze hobby worden. Over de verzorging onderweg hebben we geen klachten, maar 11 uur met 400 man in zo’n doos naar Sao Paulo en aansluitend door naar Santiago de Chile; zo zullen sardines zich ook voelen.

Chili is een onmogelijk land: even breed als Nederland, met hetzelfde aantal inwoners, maar dan 4275 km lang. Te lang om in 4 weken helemaal door te fietsen. We fietsen vanuit Santiago naar het zuiden en zien wel hoe ver we komen. We willen in ieder geval naar het merengebieden dat circa 800 km zuidelijker ligt, enkele nationale parken bezoeken, de Stille Oceaan zien, cultuur opsnuiven en we zijn benieuwd wat er nog meer op ons pad komt.

Santiago de Chile

Een bezoek aan de grote voedselmarkten is een belevenis

Vroeg ontbijten, want we gaan de fietsen ophalen bij de verhuur en een fietstoer door de stad maken. Vooral het bezoek aan de grote voedselmarkten van Santiago is een belevenis. Onze gids weet veel te vertellen over de stad en het voedsel. Geen wonder, want ze heeft gastronomie gestudeerd.

Het is ongelofelijk hoeveel soorten vis en groenten ze hier hebben. Van aardbeien tot voor ons onbekende soorten vruchten en groenten, een overvloed uit alle seizoenen. Toch handig als je in je langgerekte land alle seizoenen tegelijk hebt.

Half drie ‘s nachts beleven we onze eerste aardbeving in Chili. Omdat er niets stuk gaat en we geen hulpdiensten horen uitrukken, gaan we maar weer slapen.

Santa Cruz

Met de zon in de rug naar het zuiden

We willen graag snel de stad uit en dat kan het beste met de bus. Die brengt ons en de fietsen naar San Fernando, circa 150 km ten zuiden van Santiago. De fietsen mogen gelukkig mee zonder verpakking of demontage.

De bus-assistent controleert onze kaartjes, zodat hij ons kan waarschuwen waar we eruit moeten en hij komt bovendien een kussentje brengen. De stoelen zijn veel comfortabeler dan in het vliegtuig.

De bus volgt Ruta 5, de hoofdweg van Chili die onderdeel is van de Panamerican Highway en het hele land doorkruist: van Arica aan de grens met Peru in het noorden tot op het eiland Chiloé ten zuiden van Puerto Montt.

Links zien we de besneeuwde toppen van de Andes langs schuiven en rechts het kustgebergte. Dat kustgebergte is wat hoger dan verwacht. Eens zien of we er vanmiddag overheen moeten als we richting wijngaarden fietsen.

Uit de bus, fietsen klaarmaken, koffie met gebak (dat wordt onze gebruikelijke lunch) en fietsen naar… de vuilnisbelt van San Fernando. Foutje door gebrekkige kennis van de Spaanse taal. Bij de volgende poging lukt het beter om via een toeristische omweg naar Santa Cruz te rijden, zo’n 50 à 60 km waarvan de helft onverhard. Dat is nogal stoffig.

Dineke ontdekt dat je hier de zon in de rug hebt als je naar het zuiden fietst. Handig om te onthouden, want richting- en plaats­naam­bordjes ontbreken en in de kleinere plaatsen hebben ze blijkbaar ook al geen behoefte aan straat­naam­bordjes.

Het vinden van de hoofd­richting wordt flink vereenvoudigd doordat de besneeuwde Andestoppen altijd spectaculair in beeld zijn.

We vinden, dankzij de Lonely Planet, in Santa Cruz al snel een heel prettige hostal met douche. Het dorp ligt midden in de Colchagua Vallei, een van de Chileense wijngebieden.

Curico

De routeplanner doet alsof er niets aan de hand is

Als je avontuur wilt, dan moet je niet verrast zijn als het je ook overkomt. Onze eerste hele fietsdag begint om half negen. Voor het eerst is het bewolkt en fris genoeg om een jas aan te trekken. Het plan is om een prettige route te rijden richting Curico, een stad circa 65 km zuidoostwaarts.

We hebben onze fietscomputers en de Garmin routeplanner gemonteerd en de detailkaarten houden we ook bij de hand, dus wat kan ons overkomen? Nou ja, bijvoorbeeld dat de onverharde weg in een rivier eindigt en de routeplanner doet alsof er niets aan de hand is.

Natuurlijk willen we daar het fijne van weten, dus ik het water in. Met enige moeite haal ik de overkant maar duidelijk is dat dat met de fietsen en alle bagage niet gaat lukken.

Dan maar verder over de asfaltwegen. Dat is minder leuk, behalve dan het stuk over het kustgebergte; een mooie bergweg zoals je die in de Pyreneeën ook wel vindt.

In Curico lopen de straten (meest eenrichtingsverkeer) in vierkanten rond de Plaza de Armas. Oude gebouwen zie je hier niet veel, waarschijnlijk doordat de aardkorst niet zo rustig is als bij ons.

Voor de Chileense kust schuift de oceanische Nazca-aardplaat 6 cm per jaar onder de Zuid-Amerikaanse aardplaat en duwt zo de Andes omhoog. Af en toe ontlaadt de hierbij opgebouwde spanning zich middels een aardbeving of vulkaanuitbarsting. De laatste grote aardbeving was in 2010 en die gaf met een kracht van 8,8 op de schaal van Richter nogal veel troep in deze omgeving.

Chillán

Twee uur vergeefs zoeken naar een drankje

De trein van Curico naar Chillán (beide plaatsen liggen aan Ruta 5) heeft comfortabele zitplaatsen, een werkend toilet, een restauratierijtuig en een zeer charmante conductrice uit Guatemala. We raken niet uitgekeken op het landschap met de Andes op de achtergrond.

Chillán is op het eerste gezicht een ander soort stad. Net als in Santiago is de achtergrond met de witte vulkanen schitterend, maar de stad zelf is veel opener en groener.

We installeren ons in hotel Libertador en gaan dan per fiets naar de Plaza de Armas, dat is in iedere stad het startpunt. Ons doel is een plek waar ze tegen betaling drankjes willen schenken aan twee uitgedroogde reizigers. Pas na twee uur zoeken vinden we een soort McDonalds waar ze bereid zijn een behoorlijke maaltijd te serveren, maar alcoholische dranken, ho maar.

Rare jongens die Chilenen. In de steden zijn terrasjes en restaurants echt heel schaars. We zijn matige mensen maar een biertje op z’n tijd moet toch kunnen. Wat ze hier wel heel veel doen op straat, is ijs eten.

Buchupureo

Langs de Stille Oceaan

We stappen op de bus naar de kust. Onze tactiek is om zo eerst het terrein te verkennen en vervolgens per fiets terug te rijden. De bus vertrekt zoals gewoonlijk op tijd en is behoorlijk vol. M’n hoofd past nog net tussen de borsten van een medepassagier.

De bus komt het kustgebergte goed over en functioneert onderweg ook als schoolbus die kindertjes thuis afzet. We krijgen de Stille Oceaan in zicht en rijden soms door groene weiden dicht langs het water. Bij het eindpunt zijn wij als enige passagiers overgebleven.

We staan op een zandweg en de zee is niet in zicht, laat staan een boulevard met prettige terrassen. Buchupureo, aangekondigd als een echt toeristenoord, blijkt slechts een losse verzameling huisjes, zonder de voorzieningen die je op zo’n plek verwacht.

Niet voor één gat te vangen, fietsen we verder naar het zwarte zandstrand en aanschouwen duizenden km zee onder een blauwe hemel. We ploeteren verder door het zand, steken een loopbrug over en zien op een helling een restaurantachtig gebouw liggen. Maar eens vragen of ze onderdak weten.

Achter de eetgelegenheid blijken ruime cabañas te staan waar we direct in kunnen. Dit is een paradijs: het uitzicht op de oceaan is schitterend, het is een prima restaurant en we hebben acht slaapplaatsen. Dat laatste is wat overdreven maar wij klagen niet en nemen ons voor om het niet bij één overnachting te laten. We kunnen morgen een mooie fietstocht langs de kust maken en erna op het terras een biertje drinken. Dat is toch een belangrijk voordeel van reizen zonder plan. Als het ergens mooi is, dan blijf je gewoon wat langer.

Er staat een volle maan boven de Stille Oceaan. We luisteren vanuit ons warme bedje naar het regelmatig aanzwellende geluid van de golven en naar een hond die in de verte tegen z’n eigen echo blaft.

Om acht uur eerst maar eens naar de bakker, dat heb ik deze vakantie nog niet gedaan. Als je weet waar en waarnaar je moet kijken, is het vinden van winkels echt niet zo moeilijk. Supermercado’s of buurtsupers zijn er in ieder dorp en na een korte rit in de zon langs de Pacific vind ik er een die zelf brood bakt.

Met het ontbijt achter de kiezen springen we op de fiets voor een verkenningstochtje naar het zuiden, waar bij de plaats Cobquecura diverse bezienswaardigheden zijn. Dankzij de koele, zeg maar koude, oceaan en de bewolking is het hier ‘s morgens vrij fris maar ‘s middags in het zonnetje is het aangenaam.

We rijden in Cobquecura naar de Iglesia de Piedra (Kerk van Steen), een grot uitgehold door de golven. Als ik die nader onderzoek word ik bijna weggespoeld door een extra grote golf. Wellicht dankzij het Mariabeeld blijft me erger bespaard.

Los Angeles

Verder naar het zuiden over Ruta 5

Vandaag is het Allerzielen. Vandaar dat we al dagen mensen met bossen bloemen zien. De wekker gaat al om 7.15 uur, want we moeten de bergen over. We hebben één broodje p.p. in ons houten huisje en twee kopjes thee, daar moeten we het maar mee doen voorlopig.

Direct de deur uit gaat het meteen stijl omhoog en wordt het uitzicht fraai. Het is een pittige tocht, want het kustgebergte is weliswaar niet hoger dan 900 meter maar wel vrij breed. Het is een mooie rustige weg door de bossen. Afzien en genieten gaan weer samen.

Om een uur of twaalf kijken we voor alle zekerheid in Quirihue of er ook bussen naar Chillán gaan, want na zoveel geklim is nog eens 70 km een beetje veel van het goede. We hebben geluk, over een half uur gaat er een bus waar onze fietsen ook in mee kunnen.

Er rijden onwaarschijnlijk veel bussen in Chili maar veel daarvan zijn te klein om fietsen mee te nemen. Dat OV blijft ons verbazen: het is goedkoop, flexibel en het personeel is zeer behulpzaam. De regionale bussen stoppen op het platteland overal waar mensen willen in- of uitstappen en overal worden nieuwe bushaltes gebouwd.

In Chillán aangekomen doorkruisen we de stad om bij een ander busstation te informeren naar vervoer richting Los Angeles. Na drie kwartier zitten we comfortabel in de volgende luxe touringcar, die ons over Ruta 5 verder naar het zuiden brengt.

Morgen willen we Laguna de Laja bezoeken, een van de nationale parken. Maar eerst moeten we nog onderdak vinden in Los Angeles. We fietsen de stad in en rijden vrijwel rechtstreeks naar het eenvoudige en vriendelijke Hotel del Centro.

Rio Bio Bio

Het Rio Bio Bio-panorama is fabelachtig

Op naar het busstation, waar wij in ons beste Spaans vragen hoe laat de bus naar de Laguna de Laja in de Andes gaat. Die gaat niet. We worden steeds flexibeler en kiezen Santa Barbara, de honinghoofdstad van het land, als nieuw doel.

50 km fietsen moet kunnen, zeker als blijkt dat er een fietspad langs de weg is. Het lijkt op een vluchtstrook en is dat ook maar er staat wel degelijk een fietsbord bij. Het wordt een mooie tocht richting de besneeuwde toppen (in het bijzonder de vulkaan Collaqui) en richting Rio Bio Bio.

Ons plan is dat we daarna wel verder zien. We hebben logeerspullen bij ons, de rest staat in hotel Centro, dus we kunnen blijven logeren in Santa Barbara of doorfietsen. Alleen is niet bekend of verderop in de bergen slaapplaatsen zijn. Het voordeel van laagseizoen is dat het rustig is en ieder hotel plaats heeft, als het tenminste open is.

We worden niet teleurgesteld, het Rio Bio Bio-panorama is fabelachtig. We verkennen de omgeving en bedenken dat de bus van hier terug naar Los Angeles de beste optie is, onder andere omdat we heel graag door willen stoten naar het beroemde merengebied van Chili.

Cunco

Conguillío National Park

Vanuit Los Angeles gaan we per bus verder zuidwaarts over Ruta 5 naar Temuco. Daar nemen we een bus oostwaarts naar Cunco. Hij vertrekt op tijd maar stopt een paar honderd meter verderop in een remise om drie kwartier lang niet meer in beweging te komen. Geen van de inzittenden vraagt wat er aan de hand is.

De chauffeur ligt op z’n stuur een dutje te doen. We denken dat dit vanwege het rijtijdenboekje is. Alleen wat apart om dat met een volle bus in de volle zon te doen.

We worden uiteindelijk keurig afgeleverd in de buurt van Cunco en van daar gaan we via een landelijk stuiter­weggetje naar een berghut waarvan je meestal alleen kunt dromen. Het huisje is prachtig, het uitzicht schitterend, de maaltijden heerlijk en de wandel- en fiets­mogelijkheden uit­ge­breid. Bij onze gastvrouw en -heer Adela en Helmut houden we het wel een paar dagen uit.

Onze goedlachse en kettingrokende gastheer is graag bereid ons door het Conguillío National Park te gidsen. Het wordt een lange en indrukwekkende dagtocht over lavavelden, langs verdronken bossen, araucaria-bossen met 1500 tot 2000 jaar oude bomen, glasheldere meren, watervallen en uitzicht op de 3125 m hoge vulkaan Llaima.

De Llaima (‘aderen’ in het Mapuche, vanwege de rode lavastromen) is een nogal actieve vulkaan, maar nu even niet. Hij is voor het laatst uitgebarsten in 2008 en sinds 1640 waren er 35 grote erupties. Vandaar dat hier borden staan met de vluchtroutes erop. Maar als er eenmaal een modder- en gasstroom naar beneden komt heb je daar niet veel aan, want dat gaat met 300 km per uur.

Het merengebied

Er is hier weinig te doen en dat bevalt ons prima

Vandaag fietsen we via een mooie route het merengebied binnen. 50 km is niet zo ver, maar 20 km door een grindbak met ongelijkvormige knikkers & stuiters is pittig. Ook omdat er geregeld klimmen en afdalingen van 20% voorkomen. Dan is de beloning van een stuk asfalt en de stad Villarica aan het gelijknamige meer extra verdiend.

Van de araucaria-bomen, waaraan deze provincie de naam te danken heeft, zegt men dat ze in dikte één millimeter per jaar groeien. Dus als je niet uitkijkt vertrap je boompjes van 20 jaar oud. Ze zijn van dezelfde familie als de geschubde apenbomen die we in Nederland hebben. De mannelijke en vrouwelijke exemplaren staan natuurlijk zo dicht mogelijk bij elkaar.

Een rit over de bergkam rond Lago Calafquén leidt ons naar het tweede meer. Hotel Becker in Licán Ray voldoet aan al onze wensen: direct aan het strand, uitzicht over het meer, een restaurant waar ze zalm serveren, vriendelijk en behulpzaam personeel (dat is hier normaal), vrolijk kwakende ibissen (die zien en horen we veel de laatste dagen), hooguit twee toeristen en autoverkeer ontbreekt. Dineke en ik op het balkon, we slaan ons er wel doorheen.

Licán Ray is eigenlijk niet meer dan een brede hoofdstraat en een groot aantal min of meer verwaarloosde zomerhuizen. Moeizaam stappende, meest vrouwelijke, bejaarden worden per bus aangevoerd en per rondvaartboot afgevoerd. Verder is hier weinig te doen en dat bevalt ons prima.

We vroegen ons al af hoe dit land zo groen komt. Tot nu toe hadden we alleen maar mooi weer: 20 tot 24 graden en zonnig. Vandaag is dat anders en dat zou nog wel eens prima kunnen uitkomen.

We willen namelijk verder naar het zuiden en richting Punahue en Neltume is het 45 km onverhard. Toen we gisteren die weg bekeken leek het goed te doen maar wel erg stoffig. Hotel Becker aan Lago Calafquén is een prima plek om de bui tegen het stof uit te zitten.

Hoewel ik geen noemenswaardige bezwaren heb tegen schaars geklede dames, zijn de tv-programma’s die ons in de restaurants onmogelijk kunnen ontgaan weinig boeiend. In de soaps en de onbegrijpelijke spelprogramma’s gaat het niet zozeer om het spel als wel om het vrouwelijk schoon. Het contrast is groot met vrijwel alle vrouwen die je hier op straat tegenkomt. Die dragen lange broeken en zelden jurken, laat staan bikini’s.

Puerto Fuy

Overnachten in een spectaculaire houten constructie

Vandaag slaat alles wat ik in jaren heb meegemaakt. Het is zwaar, want 75 km over grotendeels onverharde wegen waarvan de laatste 12 km voortdurend omhoog over een uitloper van de Andes. Maar het is ook met 15 kilo bagage p.p. op de huurfietsen een onvoorstelbaar mooie route.

Na negen uur fietsen over bergketens doemt enkele kilometers voor Puerto Fuy hotel Nothofagus op, een spectaculaire houten constructie die heel toepasselijk ook wel hotel Baobab wordt genoemd.

We hadden ons voorgenomen hier niet te overnachten: veel te duur. Maar we zijn nogal uitgewoond, we hebben onze trouwdag dit jaar nog niet gevierd, als bestuurslid van de Deventer Bomenstichting kan ik hier toch niet zomaar voorbij fietsen, één luxe overnachting per vakantie moet kunnen en bovendien: zoiets gebeurt je toch maar eens in je leven?

Dus genieten we van onze fraaie kamer, het heerlijke voedsel, de perfecte service, het ongelofelijke uitzicht, de heerlijke douche, centrale verwarming, Engels sprekende medewerkers, zwembad, sauna, goed hang- en sluitwerk, vogelgezang als achtergrondgeluid (i.p.v. de bekende lawaaimuziek en de tv naast je tafel) en een activiteitenprogramma. Maar dat laatste laten we aan ons voorbij gaan. We hebben even genoeg activiteiten gehad voor één dag.

Voor de verandering fietsen we over driesterren asfalt. Qua landschap is het weer prachtig: knalblauwe meren, sneeuwwitte vulkanen, vele tinten groene bossen en landerijen, bloeiende azalea’s, rododendrons, boterbloemen, maagdenpalm, sering, brem, hortensia’s, enzovoorts.

Om vier uur komen we aanwaaien bij hostal Hua-Hum, met uitzicht op Lago Panguipulli, dat wordt gerund door een oude dame. Een kamer is geen probleem. Avondeten en een fles wijn ook niet.

Valdivia

Afdallen naar de Stille Oceaan

Groter kan het verschil nauwelijks zijn. Van de knuffels bij het afscheid in de B&B bij het stille meer aan de voet van de Andes naar Valdivia, een grote stad aan de monding van de Rio Calle Calle nabij de Stille Oceaan. Met de bus zijn we er in twee uur tijd.

Wat we niet hadden verwacht, is dat uitgerekend deze week in Valdivia een enorm sporttoernooi plaatsvindt. Alle hotels, hostals en hospedajes zouden vol zitten. Toch vinden we onderdak, in een B&B aan een grote invalsweg.

Chili is beslist geen ontwikkelingsland. Het heeft een hoogwaardige economie. Je kunt hier alles kopen en iedereen heeft een mobieltje. Maar het vastgoed in dit land is knudde. Dat zijn we inmiddels gewend.

In deze B&B moeten we oppassen bij het openen of sluiten van de ramen. Ze kunnen namelijk best uit de sponning vallen. Aan de elektrische installatie is ook heel wat te verbeteren, evenals aan de bevestiging van de gordijnroeden, wastafel, muurtegels, enzovoorts. De deur is niet goed af te sluiten en de ramen kun je, als ze al open willen, niet vastzetten. Aan het dak zit hier en daar iets los. Geen wonder met die dunne golfplaten. Als het regent, geeft dat een oorverdovend lawaai.

Vrijwel ieder pand waar we overnachten is buitengewoon brandbaar. Ze zijn meestal van spaanplaat gemaakt en hebben isolatiewaarde nul. Overal staan elektrische- en houtkachels opgesteld en ook nog kaarsen ter verhoging van de sfeer.

Het moest verboden worden, al dat verkeer dwars door onze slaapkamer! Dat gevoel hadden we vannacht tenminste. Vandaag maar eens zien of er langs de Stille Oceaan wat rustiger onderdak te vinden is. Het behulpzame VVV-meisje belt even wat rond en vindt een huisje met uitzicht op de Bahía de Corral in de plaats Los Molinos.

De vis is aan de kade in Los Molinos nog niet aan land of de dames storten zich erop met een overgave, zoals je dat alleen bij de pelikanen hier ziet. En wij eten een visje, drinken koele witte wijn op het balkon van een restaurant en luisteren naar het geluid van de branding. Geen doorsnee novemberdag maar beslist iets waar we aan kunnen wennen.

Santiago de Chile

800 km terug met de slaapbus

De slaapbus vanuit Valdivia doet negen uur over de 800 km naar Santiago, grotendeels weer over Ruta 5. Het is een verrassend comfortabele tocht; je kunt bijna plat op de stoelen liggen en we komen dan ook behoorlijk uitgerust aan, om meteen weer op zoek te gaan naar de volgende bus.

Het plan is meteen richting Andes te gaan. Daar moet een mooie kloof zijn waardoor je de bergen in kunt fietsen. Het busstation in Santiago is een enorm complex, waar je kunt ontbijten en waar tientallen busmaatschappijen hun eigen loketje hebben. Dat maakt het niet overzichtelijk. Het duurt dus even voordat we erachter zijn waar de bus naar het oosten gaat.

Na circa 11 uur in diverse bussen zitten we eindelijk weer op de fiets in de bergen. Zo’n 70 km ten oosten van Santiago vinden we tussen San José de Maipo en San Alfonso de mooiste cabaña tot nu toe: Tres Continentes. Een onstuimige rivier bruist onder ons terrasje langs.

De rivier de Maipo (met de kleur van chocolademelk) is, in z’n gelijknamige kloof, een indrukwekkend spektakel. Hij ontspringt niet ver hier vandaan bij de gletsjer op de bijna 6000 meter hoge San José-vulkaan.

Het is 54 km afdalen en dan zijn we bij hotel Vegas in Santiago, waar onze reis door Chili ook begon. Het is circa 36 graden en in de winkelcentra worden de kerstbomen al opgetuigd. Wij maken ons klaar voor ons vertrek uit Chili.

Bij Becicleta Verde zijn ze blij hun fietsen redelijk onbeschadigd terug te krijgen. Ze hebben wel wat geleden op de stuiterwegen en met name in de bussen. De mannen luisteren met verbazing naar onze verhalen, want hun fietsen komen meestal niet ver buiten het centrum van de hoofdstad, laat staan 800 km naar het zuiden.

Chili heeft een zeer positieve indruk op ons gemaakt. Het samen genieten en flexibel reageren op veranderende omstandigheden en samen oplossingen vinden, zijn voor ons de belangrijkste succesfactoren van deze reis. We hadden geen plan toen we aankwamen, anders dan wat rondfietsen ten zuiden van Santiago. Het was een schitterende ontdekkingsreis van het land. En van elkaar, want we kennen elkaar bijna veertig jaar maar we hadden nog nooit op zestigjarige leeftijd samen op goed geluk door Zuid-Amerika gereisd.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win