×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsvakantie naar Ierland

Per fiets, veerboot en trein naar Ierland

Reisverslag: Tiny Hannink
Foto's: Tiny Hannink

De ferry naar Newcastle en dan op de fiets dwars door Engeland naar de Ierse Zee. Op Isle of Man fietsen over het racecircuit en langs burchten en vestingen. Na de oversteek naar Ierland fietsen van Dublin naar Kilkenny, met een kasteel en veel mooie kerken. Na een rondje door de indrukwekkende natuur van de Wicklow Mountains terug naar Dublin en per ferry, trein en ferry terug naar IJmuiden.

Half juli vertrekken we om 7.40 uur met mooi weer op onze racefietsen uit Enschede richting Ierland. Speciaal voor deze fietsvakantie hebben we een fietsaanhanger gekocht voor de bagage. Na die twee weekenden te hebben uitgeprobeerd moet het lukken.

We nemen zo weinig mogelijk mee, maar met een tent, slaapzakken, matjes, kookgerei, toiletspul en kleren is het toch een hele berg.

Een heerlijke tocht, tot bij Twello de stang van de aanhanger afbreekt. Geen nood, nieuwe schroeven kopen en weer bevestigen. Na 130 km komt er een camping op onze weg. We besluiten meteen hier te eten en te overnachten.

De volgende dag op weg naar IJmuiden worden we overvallen door een verschrikkelijke onweer- en regenbui. We zijn doornat en besluiten in Amsterdam de snelboot naar IJmuiden te nemen. Daar schepen we in op de ferry naar Newcastle.

Dwars door Engeland

Van Newcastle naar Heysham aan de Ierse Zee

Na een goede nacht komen we om 9.45 uur door de douane en gaan via een mooi fietspad naar de stad. Onderweg verlengen we de trekstang enigszins, hij liep soms tegen de achterband. In Newcastle gaat de aanhanger opnieuw stuk. Nu wordt deze gerepareerd met een gladde schroef, die echter net te kort is. Met behulp van steen en een bahco, wordt de trekstang versmald en komt de schroef over. Nu zal deze het de rest van de reis uithouden.

De fiets van Dick heeft ook een kleine reparatie nodig en nadat we eten hebben ingeslagen en met veel moeite een kaart van het gebied hebben bemachtigd, gaan we op weg naar de westkust. Dat is niet eenvoudig en we lopen al snel de ene kilometer na de ander, omdat de weg steil omhoog gaat.

Als we helemaal óp zijn, zien we een klein bordje met verwijzing naar een jeugdherberg en camping. Dat geeft ons nieuwe moed en als we hier een half uur later aankomen hebben we de tent snel staan. We gaan eten en vallen daarna in een diepe slaap.

Na flink te zijn uitgerust gaan we weer op weg, een prachtig landschap, maar veel omhoog zodat we niet veel kilometers maken.

Op tijd staan we nu op een camping in Middleton in Teesdale. We gaan eten met een lekker pilsje erbij en Dick een sigaretje natuurlijk. Het niet mogen roken in café ‘s hebben ze in Engeland en Ierland handig opgelost. Bij heel veel café ‘s is een ‘beergarden’, een ruimte buiten, soms helemaal overdekt en elektrisch verwarmd, waar je wel mag roken. Last heeft er dan niemand van.

De volgende dag bereiken we Kendal. We beklimmen nog een paar venijnige hellingen, maar uiteindelijk fietsen we met een vaart van max. 57 km/uur naar het stadje toe, heerlijk. Hier blijven we een dag uitrusten en bezoeken het prachtige Windermere.

Ook al hebben wij er weinig last van, tussendoor valt toch heel wat regen. Als ik in de nacht het toilet bezoek, glijd ik uit op het spiegelgladde gras. Ik zit over de hele lengte van mijn rug onder de modder!

Het droogt wel weer en we gaan verder naar Heysham, om hier de ferry naar het eiland Man te nemen. In Heysham staan we op de meest trieste camping van de vakantie, die ook nog vlakbij een kerncentrale staat. Het is een ongelofelijk grote camping met vooral stacaravans. Een kleine wei in het midden is vrijgehouden voor trekkers. Er staan slechts enkele tenten, want het regent veel.

Bij aankomst komt meteen een bewaker naar ons toe om te kijken of we de tent wel op de juiste plaats zetten. Op de ons toegewezen plaats kunnen wel 5 van onze tentjes, dus moeilijk is dat niet. Voor gebruik van toilet en douche hebben we 1 toegangs-token, dus óf samen gaan, óf na elkaar. Bovendien moeten we hiervoor een flinke borg betalen.

Het strand aan de Ierse Zee is een verlaten, vies uitziende vlakte, waar we met moeite doorheen baggeren. De pub is beter, daar zitten we lang.

De volgende morgen is het droog en er staat een flinke wind, we kunnen onze tent droog inpakken. Hierna begint het weer onmiddellijk te regenen, tot we op de boot naar het eiland Man zitten. Isle of Man ligt in de Ierse Zee halverwege Engeland en Ierland.

Isle of Man

Fietsen over het bekende racecircuit

De hoofdstad Douglas fietsen we vlot door. Overal zien we muren en tribunes. We fietsen op het bekende wegcircuit, er is pas nog een motorrace geweest.

De eerste camping die we tegenkomen heeft het bordje ‘vol’, de volgende, 5 km verder, is een verademing. Een kleine, heel rustige camping, waar we van harte welkom zijn. Hij is sober, maar alles wat we nodig hebben is er; toilet en douches, keukenruimte en veel plek, waar we maar willen mogen we staan.

Op zondag verkennen we het eiland. Het is mooi, met toch wel weer steile heuvels, maar zonder karretje gaat dat best. Veel burchten en oude vestingen, zowel vervallen als gerestaureerd.

Mooie kerkjes, maar vooral prachtig landschap. We fietsen over een voormalig treintraject en langs de zee.

Op de terugweg ziet Dick opeens het dorp waar vlakbij de camping is. Over een onmogelijk steil pad, vol stenen, duiken we naar beneden en komen vlakbij de camping uit.

Voordat we de boot naar Ierland nemen, bezoeken we het nationale museum, dat vooral voor de motorsport veel ruimte geeft. Maar ook de Story of Mann, die 10.000 jaar geschiedenis van het eiland vertelt, kunnen we op ons laten inwerken.

Kilkenny

We zien geregeld fuchsia's in het wild

Om 18.30 uur komen we met de ferry aan in Dublin. We halen boodschappen en een kaart en fietsen de stad uit richting een groot merengebied. Daar zullen vast veel campings zijn. Helaas, waar we ook zoeken, geen camping (ook geen bed and breakfast). We vragen; nee geen camping, ieder kampeert hier waar hij wil, geen bezwaar. Hoewel we vaak wild gekampeerd hebben, zijn we er nu niet op voorbereid en hebben liever een camping.

De weg gaat zwaar omhoog en we worstelen ons de berg over. Als we in een dorpje komen is het al bijna donker. Bij de plaatselijke pub vragen we naar een staanplaats of een bed. We worden een straat verder verwezen, daar zou een B&B zijn. Wij de straat in, weer steil omhoog. We vinden het pand, maar wat we ook bellen, er wordt niet open gedaan. Dan besluiten we aan de weg, bij een vervallen huis, toch maar onze tent op te zetten. Het is inmiddels helemaal donker.

Na een aantal auto’s komen er wandelaars langs. Een spreekt ons aan, zegt wel een betere plek te hebben. Of we kunnen bij hem B&B krijgen. Dat laatste accepteren we. Even later zitten we achter de thee in de huiskamer.

Na een flinke nachtrust genieten we van ons ontbijt. We kijken op de kaart. Graag zouden we zuidelijk gaan, daar moet het beter weer zijn. Maar het is nog een heel eind en als we weer zoveel moeten klimmen is dat een onmogelijke zaak.

We besluiten op weg te gaan, wat grotere wegen te nemen en te kijken hoever we komen. Dit betekent dat er veel verkeer langs raast. Wel is er vaak een fietsstrook met stippellijnen afgezet.

Na verloop van tijd bemerken we zadelpijn. Hé, dat hadden we de laatste dagen niet meer. Dat betekent dat we niet meer hoeven te lopen, we zijn zelfs de fiets nog niet af geweest t.b.v. een steile klim. Dat geeft de burger moed.

Na 104 km hebben we Kilkenny bereikt en zien al vlot de camping. Voorlopig hebben we genoeg getrokken en we besluiten hier een tijdje te blijven.

Het is een prima camping, goed voor trekkers toegerust; keuken, wasgelegenheid, keurige douches en toiletten en een prima gelegenheid om je potje te koken en aan tafel te eten. Er is zelfs een elektrische waterkoker om water te koken voor koffie en soep.

Kilkenny is een mooie stad, met veel mooie kerken en een kasteel. Het is ook een gezellige stad, veel mensen lopen op straat en er is vaak levende muziek. Winkels zijn nog al eens tot 21.00 uur open en er is een warenhuis/supermarkt die 7 x 24 uur open is.

Ook de omgeving is mooi, we fietsen er volop rond. Zonder aanhanger kunnen we de bergen goed aan. In overzichtelijke afdalingen kunnen de remmen los en vlieg je in volle vaart naar beneden, vaak met meer dan 50 km/uur.

We nemen nu veelal kleine weggetjes, dan zie je geen fietspad. We ervaren de meeste automobilisten als voorzichtig, ze blijven achter ons tot ze ruim kunnen passeren. Maar blijkbaar gaat het niet altijd goed; we komen veel plekken tegen waar jonge mensen herdacht worden die met motor of brommer zijn omgekomen.

Het klimaat moet hier (maar ook op het eiland Man) mild zijn, want we zien geregeld fuchsia’s in het wild.

We willen naar Cashel, maar dat is te ver voor een dag. We nemen de bus naar Clonmel en fietsen verder. We bewonderen het kasteel Rock of Cashel en fietsen terug naar Kilkenny.

Een dagtocht naar Waterford, een mooie stad, vol geschiedenis en historisch erfgoed, pakken we iets anders aan; we fietsen naar Fethard-on-Sea en gaan pootje baden (voor zwemmen is het te koud). Onderweg bijt een hond Dick in zijn kuit, oppervlakkig maar toch heel vervelend.

We steken met de pont over en fietsen naar Waterford. We zien veel kerken, kloosters en kastelen, vaak vervallen, soms mooi gerestaureerd. Ze zijn veelal hoekig en donker, maar toch indrukwekkend. Vanuit Waterford. nemen we de trein terug.

Na een week roept de kust, we breken op en verlaten Kilkenny. Bij de eerste camping aan de kust vraagt men of we gereserveerd hebben. Nee, doen we nooit, we hebben maar een kleine tent. Dan kunnen we er niet kamperen, het gras is bovendien nat. Dit gaat wel heel erg in tegen de gastvrijheid die we in Ierland gewend zijn, we besluiten meteen verder te gaan.

Twee en half uur later staan we bij een camping aan zee, hier zijn we van harte welkom. De volgende dag meteen even naar zee en zwemmen, nu is er nog zon, maar de berichten zijn slecht. We zonnen even, maar steeds worden we verjaagd door een dikke bui of harde wind.

De volgende dag regent het, maar we besluiten toch te fietsen, naar het nationaal buitenmuseum. De ontwikkeling van Ierland is goed te zien in dit openluchtmuseum en we verwonderen ons over het hunebed, dat overeenkomst vertoont met een Drents exemplaar.

Wicklow Mountains

De natuur is hier indrukwekkend

Tijd om weer op te breken, de eerste keer dat we de tent nat moeten inpakken. We gaan nu naar de Wicklow Mountains, naar Roundwood, het plaatsje waar de hoogstliggende pub van Ierland staat. Het bier smaakt er uitstekend, overigens altijd als we zoveel gefietst hebben. Ook hier is de camping vol, maar voor trekkers maakt deze eigenaar een plaatsje vrij.

We zien de waterval van Powerscourt, de grootste waterval van Groot-Brittannië. Het water komt met donderend geweld naar beneden.

We lopen rond het stuwmeer bij de camping dat o.a. Dublin van water voorziet en fietsen naar Glendalough, waar ook bergen en meren zijn. De natuur is hier indrukwekkend.

En dan is het tijd om ons met de terugweg bezig te houden. We fietsen naar Dublin en nemen daar de middagferry naar Holyhead in Wales. We hadden graag de nachtboot naar Liverpool gehad, maar die neemt geen fiets mee.

We komen om 16.30 uur in Holyhead aan. Het voelt meteen een stuk warmer dan in Ierland en we fietsen in ons hemdje naar Bangor. Het laatste stuk valt ons zwaar, weer veel steil de heuvel op.

Het station, waar we het vervolg van de reis willen afspreken, is verlaten. Wel staat op een platte grond een camping, daar fietsen we heen. Hebben vandaag toch weer 100 km gefietst. De camping is prima. We besluiten, als het kan, de rest van de reis per trein te doen en hier nog een dagje te blijven.

De volgende dag blijkt dat wij en de fiets prima op tijd in Newcastle kunnen zijn, om daar de ferry te nemen. De aanhanger is een ander verhaal. Na 15 minuten telefoneren vertelt de treinbeambte dat de aanhanger ook mee kan. We hebben nog een heerlijk dagje vrij en gaan met de stoomtrein de bergen in om op de fiets weer naar beneden te gaan.

De volgende dag staan we op tijd bij het station. Voor ons en de fietsen is een plaats gereserveerd, maar de aanhanger is te groot. Uiteindelijk mogen we hem op de rolstoelplaats zetten. Maar als er iemand komt die deze plaats nodig heeft moeten we eruit.

In Manchester hebben we een half uur om over te stappen. Kunnen we goed gebruiken in dit grote station. De trein die we nu moeten hebben heeft een grote ruimte voor rolstoelen, hier biedt de conducteur ons meteen deze ruimte aan, ook voor de fietsen. Als er later een rolstoeler instapt, blijkt er nog plaats genoeg. Zo treinen we dwars door Engeland, mooi en gemakkelijk.

Bij de ferry gaan fietsers het laatst de boot op, maar het eerst eraf. De ferry vertrekt met een uur vertraging en blijkt motorstoring te hebben. We zullen pas om 15.00 aankomen i.p.v. de geplande 9.30 uur. De vaart verloopt verder voortreffelijk en we vervelen ons geen moment.

Uiteindelijk kunnen we toch om 13.30 ontschepen en fietsen met stralend weer IJmuiden binnen. In de buurt van Hilversum vinden we een camping. Ook de laatste dag hebben we stralend weer, een prachtige tocht over de Hoge Veluwe brengt ons richting Twente.

Na de 160 km van vandaag zijn we om 20.30 uur thuis. We hebben in 4 weken 1.810 km gefietst en een heerlijke vakantie gehad.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win