×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsvakantie Transpirinaika

Dwars door de Pyreneeën van kust naar kust

Reisverslag: Pieter Parmentier
Foto's: Pieter Parmentier

Dwars door de Franse en Spaanse Pyreneeën van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan: 900 km, 14.500 hoogtemeters en 30 cols. In de bakkende zon en door onweer en hagel over vaak erbarmelijke wegen langs kloven, machtige massieven, bruisende rivieren en ruisende stroompjes, bossen, bergweiden en mooie stadjes. Zelfs in juli kom je soms de hele dag niemand tegen.

Terwijl ik behoedzaam over een hobbelige weg door de wolken omhoog rijd, schrikt een roedel reeën op en deint geluidloos naar de bosrand. Het zijn er wel dertig.

We zijn bezig per ATB in twaalf dagen de Pyreneeën van oost naar west te bedwingen en we verbazen ons regelmatig over het spectaculaire landschap en alles wat bloeit en groeit.

‘We’ zijn vijf vrienden (waarvan vier 55 plussers en zelfs twee 60 plussers) en een vriendin. Samen maakten we al vaker fietstochten door onherbergzame gebieden, variërend van de Vogezen tot de Andes en de Himalaya.

Omdat we maar twee weken hebben om van Middellandse Zee naar Atlantische Oceaan te fietsen, korten we de route in tot een kleine 600 km, althans over de gewone weg. Maar we zijn in het geheel niet van plan de gewone weg te nemen. Een reisorganisatie heeft het onderdak bij ons plan uitgezocht en geboekt, zodat we ons daar onderweg niet druk over hoeven te maken.

We hebben een beetje een valse start want in de regen in de file is het vakantiegevoel ver te zoeken. De ontvangst in het hotel brengt geen verbetering. Het receptiemens vertelt dat het diner uiterlijk om 19.30 uur te verkrijgen is. Aangezien twee reisgenoten die met de trein komen dan nog niet binnen kunnen zijn moet ik zwaar onderhandelen voor een uur respijt. Verderop, in Spanje, heb je zulk gedoe niet omdat daar niet vóór 21.00 uur gegeten wordt.

Moeizame start

Klimmen tussen de onweersbuien en de hagelstenen door

De volgende ochtend blijkt bij het uitladen dat mijn achterwiel niet wil draaien. Gelukkig heb ik net nu voor het eerst een reservefiets bij me. Snel achterwielen wisselen en rijden maar. Een beetje lastig is wel dat slechts 2 van de 27 versnellingen redelijk werken.

Bovenop de eerste col alweer een verrassing: twee van de vier makkers zijn zoek. Ze waren als eersten vertrokken, na tweehonderd meter verkeerd afgeslagen en naar eigen zeggen een echte col opgefietst voordat ze hun vergissing ontdekten. Ze worden opgehaald met onze bus.

Tussen de buien door fietsen we verder. Op prachtig klimwerk volgt een afdaling over een vrij extreem stuiterpad dat aan Peru doet denken. Na aankomst in ons hotel in Ribes de Freser barst alweer een bui los.

De volgende ochtend starten we met mooi weer. Het rijdt veel gemakkelijker nu m’n eigen tandwielen op het reservewiel gemonteerd zijn. Al snel na de start slaan we af voor een vers betonweggetje met stijgingspercentages van rond de 20%.

Serieus afzien wordt het als we natregenen, opdrogen en weer natregenen; ditmaal in een onweersbui met knikkergrote hagelkorrels. De bus doet goede diensten voor de helft van de groep. De warme douche in een prettig hotel geeft het gevoel dat afzien het genieten sterk bevordert.

Voor de deur van het hotel wordt de weg van nieuw asfalt voorzien. De nachtrust wordt nadelig beïnvloed doordat dezelfde weg de doorgaande route blijkt te zijn naar Andorra. We worden regelmatig wakker doordat grote vrachtwagens langs onze kamer denderen.

Pas om 14 uur vinden we voedsel, na een ritje van 25 km in vijf uur. Maar als ik om 18 uur het volgende hotel bereik, heb ik er wel een prachtige rit opzitten. Eerst met z’n tweeën en later alleen blijkt weer dat samen fietsen heerlijk is maar alleen op z’n tijd ook aangenaam.

Ons dagprogramma ziet er meestal als volgt uit: 7.30 uur gaat de wekker, om 8.00 uur ontbijt en 9.00 uur vertrek. Om 17.00 uur een biertje, douchen, kleding wassen, sleutelen, dorp bekijken, enzovoorts. Om 21.00 uur fietsersmenu, daarna route uitstippelen voor de volgende dag en 22.30 uur slapen.

Twee km hoogteverschil per dag

Idyllische dalen en stuiterwegen van de ergste soort

Het is een prachtige zonnige dag waarop we idyllische dalen afwisselen met stuiterwegen van de ergste soort. Op de col wacht ons een vriendelijke oude baas die mega boterhammen serveert, ingewreven met tomaat.

Als ze in Spanje een soort strijkbeweging maken bij het bespreken van de lunch dan bedoelen ze dat er speciaal voor jou een boterham wordt ingewreven met een halve tomaat en vervolgens afgedekt met beleg naar keuze. Van dat inwrijven proef je verder niets en je moet wel heel goed zoeken wil je een tomatenpitje ontdekken, maar goed, ze kijken er zo verheugd bij dat je moeilijk kunt weigeren.

De afstand tussen de hotels is hemelsbreed niet groot, soms slechts 13 km, maar op de fiets maken we vanaf de Spaanse zuidkant van de Pyreneeën steeds rondjes naar het noorden en het is hier niet plat.

De hotels staan meestal op een hoogte van zo’n 800 meter en gisteren fietsten we tussen de 1900 en 2200 meter. De denivellatie is dan al gauw 2000 meter per dag, wat vrij veel is voor een rondje van circa 80 km.

De klimmen in de Pyreneeën zijn vaak lang (één keer zelfs 50 kilometer) en de afdalingen dus ook. Als je dan, zoals vandaag, op een stuiterweg rijdt dan moet je in de afdaling af en toe stoppen om handen en voeten even rust te gunnen. Het is een wonder dat we zo weinig materiaalpech hebben en zelf ook heel blijven.

We zien de hele dag geen mens

Naar de Colletó de la Portella op 2280 meter

Vandaag in vijf uur naar de hoogste col van de reis geklommen, de Colletó de la Portella op 2280 meter. Wat een schitterende bergen. Tachtig kilometer per dag lijkt niet veel maar door al dat gestuiter gaat het niet snel. Hoewel er regelmatig richtingbordjes staan voor wandelaars en voor fietsers ontbreken ze ook vaak, dus moeten we veel kaartlezen. Mijn vuistregel is dat bij twijfel de zwaarste variant (omhoog dus) wel de goede zal zijn.

Onze kaartlezers hebben ieder het Transpirinaika-handboek met kaartjes, veel handige tips en aanwijzingen maar helaas wel in het Spaans. Ze staan regelmatig met hun neus in het boek en behoeden ons daardoor meestal voor foutrijden.

Maar als ik zeg: ‘kijk wat een mooie bloemen en wat een mooie berg’ dan kunnen ze zich nauwelijks losrukken van hun boek. Gelukkig zijn er na de reis nog de foto’s om te zien wat je onderweg gemist hebt.

We hebben vandaag onderweg helemaal niemand gezien, echt helemaal niemand.

Fietsen door een grindbak

Het landschap wordt steeds ruiger en leger

Het gaat steeds gemakkelijker maar vandaag was ook wel een beetje een bejaardenrit. Toegegeven, op het laatst miste ik per abuis een colletje maar verder viel het erg mee.

Op sommige stukken was het onhandig om een fiets bij je te hebben en andere deden denken aan zo’n grote grindbak die ze in Zwitserland langs de snelweg hebben om vrachtwagens met kapotte remmen in af te stoppen.

Vandaag voor het eerst andere fietsers ontmoet. Het landschap wordt steeds ruiger en leger maar desondanks twee terrasjes onderweg. Je moet wel zoeken want ze zitten goed verstopt. Je zou denken dat overal in Spanje terrasjes te vinden zijn maar dat is hier in ieder geval niet zo. Het is gewoon te heet in de zomer en langs de weggetjes die wij nemen, is sowieso weinig klandizie.

Het bagagevervoer loopt gesmeerd. Per dag zijn er één of twee chauffeurs die de tassen en fietsen naar het volgende hotel brengen. En als ze tijd en zin hebben dan wordt er vervolgens nog een stukje gefietst. Ik heb deze dienst tot nu toe kunnen ontlopen en niet omdat je dan ook de (loodzware) tassen naar de kamers hoort te brengen. Ik heb gewoon teveel zin in fietsen.

In de tweede week zal ik echter noodgedwongen ruimschoots aan mijn chauffeursplichten voldoen. Dat die tassen naar je kamer gebracht worden en je tijdens de etappe per sms de routebeschrijving naar het volgende hotel ontvangt, daar kan ik wel aan wennen.

Ons hotel van vandaag ligt aan een pleintje in het centrum van Pont de Suert (850m). De balkonnetjes zijn voorzien van tientallen potten met geraniums en de sfeer is gemoedelijk. De serveerster kijkt lang niet vrolijk en als ik vraag of ze happy is dan zegt ze ‘not at this moment’.

Tegen 22.30 uur beginnen de Spanjaarden die op het pleintje eten en drinken goed op stoom te komen en ze gaan ermee door tot ruim na twaalf uur.

De maaltijden zijn vooraf speciaal voor fietsende gasten geregeld, dus gevarieerd en steevast stevige kost. We kunnen ons bord niet eens altijd leeg krijgen! De ontbijten zijn meestal royaal en soms erg sober (Frans). De rode wijn wordt hier net zo koud geserveerd als de witte; dat is even wennen.

De meeste gerechten kennen we wel, hoewel we regelmatig niet weten wat we bestellen dus in feite verrassingsmenu’s eten. Soms volgen interessante discussies over de naam van ingrediënten. Zo krijgen we op een dag een soort megabonen die al gauw uitgroeien tot obsessiebonen omdat we de naam niet weten. Niet zo’n wonder, want er blijken ruim 4000 bonensoorten te bestaan. 8000 jaar geleden werden ze al in Peru geteeld en deze heten Limabonen of Gigantes.

De panorama's zijn magistraal

Van ruig en rotsig tot lieflijke beekdalen en bergweiden

Het is 16.30 uur en ik begin aan m’n zesde liter vloeistof. Per dag is acht liter drinken niet ongewoon. Het begint met name in het dal tropisch te worden (boven de 35 graden) en ook bovenop de berg is het steeds minder fris.

Vandaag is een soort rustdag. Zestig kilometer is na een week training niet zo ver meer maar 1500 meter denivellatie is natuurlijk ook weer niet weinig. Bovendien is de weg regelmatig erg slecht. Dat is hij elke dag wel enkele tientallen kilometers, zowel omhoog als omlaag. De afdalingen doen we dan ook niet snel. Ik geniet met volle teugen, niet in de laatste plaats doordat de endorfine weer volop door m’n lijf kabbelt.

Zeven fietsdagen met een gemiddelde van 80 kilometer per dag en 1700 hoogtemeters (totaal 560 kilometer en 12.000 hoogtemeters). Geen wonder dat we steeds meer honger en dorst hebben, zelfs bij het ontbijt.

Vandaag een extra bidonhouder gemonteerd, dus nog een kilo extra mee te slepen, maar ook dat is te weinig. Er is onderweg vrijwel nergens drinkwater te krijgen dus halen we het soms uit de dorpspomp of uit de muur: hier en daar komt het uit de rotsen sijpelen. De kleine beekjes zien er erg aanlokkelijk uit.

We zijn Andorra nu voorbij en vorderen dus aardig richting oceaan. Het aantal mooie weggetjes is eindeloos en de panorama’s zijn magistraal, van heel ruig en rotsig tot lieflijke beekdalen en bergweiden.

We komen vrijwel niemand tegen ondanks de forse (Europese) investeringen in infrastructuur, dorpshuizen en hotels. Er wordt overal aan de weg gewerkt en (ver)bouwen doen ze in ieder dorp.

In feite is dit een soort vlieg-vakantie want vliegen zijn er erg veel. Dat komt waarschijnlijk doordat ook overal vlaaien, keutels en andere soorten stront te vinden zijn. Er komt net een valk langszeilen. We zien regelmatig arenden, heel veel zwaluwen en verder talloze soorten vlinders en bloemen. Behalve sparren, cipressen en populieren staan hier vooral veel walnootbomen.

De hotels zijn meestal leeg, lang niet slecht en vandaag uitgesproken goed maar zonder zwembad. Niet dat we de zwembaden intensief gebruiken want zoals algemeen bekend is, valt fietsen en zwemmen slecht te combineren. Dat is althans wat in het profpeloton wordt beweerd maar waarschijnlijk vinden ze het gewoon geen gezicht om zich te vertonen met die bruine armen en benen en dat witte lijf.

Monasterio Viejo de San Chuan d'a Pena

Tijd om nog wat cultuur te snuiven

Het is een zware dag, vanwege het parcours, de denivellatie (2200 hoogtemeters) en mijn lichamelijke ongemakken. Het begon vanmorgen met buikkrampjes en zal eindigen met een hele nacht op de wc. Ik voelde me vanmorgen topfit en vanmiddag uitgeput. Zowel het landschap als mijn lijfelijke zwakheid doen me sterk denken aan die ene dag in Peru dat ik iets vergelijkbaars meemaakte.

Morgen zit fietsen er dus niet in en dat komt toevallig goed uit vanwege de chauffeursdienst. Bovendien is het aantal hoogtemeters voor deze reis inmiddels gestegen tot 12.500 dus ben ik niets tekort gekomen tot nu toe.

Op mijn tweede chauffeursdag lukt het redelijk om ook de tassen naar boven te dragen. Ik ben dus iets hersteld. Mooie gelegenheid om een oud klooster te bekijken (Monasterio Viejo de San Chuan d’a Pena) en zo nog wat cultuur te snuiven. Daar komt het tijdens dit soort fietsreizen meestal niet van.

De Spanjaarden zijn over het algemeen wel vriendelijk, behalve sommige horecafiguren, en iedereen zegt ‘hola’ waar ik hallo verwacht. De rest van het Spaans is hier niet goed te volgen. Dat kan komen doordat het Catalaans is, mijn Spaans niet zo best, of beide.

De oude mannen van Hecho verzamelen zich tegenover ons terras. Sommigen zitten er al een paar uur. Het is heel rustgevend. Ze babbelen wat en bespreken waarschijnlijk de toestand in de wereld. Zo te zien doen ze dat dagelijks. Sommige van deze mannen zouden in Nederland al lang een verpleeghuisindicatie hebben maar lopen hier nog in het wild rond.

De Pyreneeën blijven verrassen

Diepe kloven, machtige massieven en bruisende rivieren

Nog niet vanaf de fiets maar wel weer kunnen genieten van het spectaculaire landschap.

We zijn de Pyreneeën nu bijna over en deze bergketen blijft ons verrassen: diepe kloven, machtige massieven, huizen op een kluitje op een top, bruisende rivieren en ruisende stroompjes, sparrenbossen, bergweiden en schilderachtige stadjes aan de voet van de bergen.

Er is heel veel nieuw asfalt om dit alles toegankelijker te maken maar wij prefereren de onverharde paden. Tientallen kilometers hebben we geklommen en afgedaald over dat soort ‘wegen’ en er is verrassend weinig kapot gegaan. Met uitzondering van de ‘travellers disease’ bij mij hebben de lijven zich onder dat geweld goed gehouden.

Opnieuw blijkt dat hitte lastiger is om mee om te gaan dan koude. Doordat je zoveel (niet altijd even schoon) vocht drinkt, raakt je maag al gauw in de war en als je niet genoeg zout inneemt dan wordt dat problematisch. Soep met veel zout erin kan goed helpen en verder sommige sportdranken en ORS (oral rehydration solution).

Toch is het fijnste van zo’n fietsexpeditie dat je je weer topfit voelt. Nou ja, nu nog niet helemaal maar zaterdag wel en morgen waarschijnlijk ook weer.

Voordeel van mijn noodgedwongen afgeremde honger naar meer en nog meer cols opfietsen, is dat ik vanmiddag foto’s kon maken in het dorp Isaba. Het is onze één na laatste overnachtingplaats. Ook hier is de omgeving schitterend maar staan de huizen er met de rug naartoe. Ze staan samengeklonterd rond de kerk. De smalle straatjes zorgen voor de broodnodige schaduw.

Je ziet ook hier weinig terrasjes en buiten eten doe je niet. Het is gewoon te warm. Daardoor lijken veel dorpjes verlaten en sommige zijn dat ook. Maar van leegloop lijkt hier geen sprake en om dat zo te houden wordt overal aan wegverbetering gewerkt.

Terug in Frankrijk ontdekken we nog een voordeel van fietsen in Spanje; vier biertjes voor 25 euro is toch minder leuk. Na ruim honderd liter water, thee, vruchtensappen en af en toe een biertje of een glaasje koude wijn, 900 kilometer, 14.500 hoogtemeters, 30 cols en nog veel meer moois, is onze reis tenslotte in St Jean Pied de Port ten einde gekomen. De vliegen zijn er nog steeds maar verder is het leven hier echt anders.

St Jean is een echte toeristenplaats waar duizenden mensen die niets te doen hebben (niet fietsen) een beetje rondslenteren in het stadje. De wegen in Frankrijk zijn wat drukker, er zijn meer losse boerderijen (niet geconcentreerd in dorpjes) en er zijn overal terrasjes.

Het eerste restaurant waar we stoppen voor koffie met gebak heeft enorme ramen die zicht geven op het dal. In Spanje konden we in de eetzaal meestal niet naar buiten kijken. Gelukkig werd dat overdag goed gecompenseerd.

Ik heb weer gefietst na drie dagen in de bus. Gelukkig net op tijd hersteld voor de laatste fietsdag. En wat een prachtige route. Handig ook dat de laatste klim ook een van de zwaarste is. D.w.z. handig als je de voorgaande dagen ook gefietst hebt. Na drie dagen niet eten, althans niet binnenhouden, rijd ik niet ‘als de brandweer’ zoals we dat noemen maar zijn er genoeg reserves om rustig naar boven te peddelen en nog te genieten ook.

Op je gemak koffie drinken, regelmatig een fotosessie, banaantje eten, enz. Het is net vakantie. Vanmiddag nog enkele presentjes voor thuis weten te scoren en lekker gegeten in ons sfeervolle hotelletje. Het was een mooie slotdag van een mooie reis.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!