×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fly-drive Cyprus

Rondreis over het eiland van de goden

Reisverslag: Joke Westerhof
Foto's: Piet de Geus

Rondreis met huurauto vanaf Larnaca door het binnenland naar de gedeelde hoofdstad Nicosia, langs het Kykkosklooster in het Troödosgebergte, door Cedar Valley en Paphos Forest naar Paphos, met de ondergrondse koningsgraven. Langs de kust via Petra tou Romiou waar Aphrodite aan land kwam en de antieke stad Kourion terug naar Larnaca.

Het is februari en de winter begint langzaam weg te ebben. Voor het vliegveld van Lanarca staat de huurauto al klaar. Larnaca is geen erg grote stad en het hotel is niet moeilijk te vinden. Het verkeer rijdt hier links en het stuur zit ook nog aan de verkeerde kant, dat is even wennen.

De kamer ziet er prima uit, door het grote raam hebben we uitzicht op de zee en de kleine haven. Na het ontbijt rijden we terug richting vliegveld. Daar vlakbij is een groot zoutmeer. Er wordt alleen van augustus tot oktober zout gewonnen, maar nu overwintert hier een groot aantal flamingo’s, die in het ondiepe zoutmeer rustig hun kostje bij elkaar scharrelen.

Aan de overkant van het meer zien we verscholen tussen cipressen en palmen een oude moskee, de Hala Sultan Tekke. We rijden om het meer heen en nemen er een kijkje. De moskee en de bomen weerspiegelen prachtig in het water van het meer.

Als we dichterbij komen zien we dat het wel een erg oud geval is. Het zou de derde heilige plaats zijn van de islam. De tante van Mohammed is hier begraven. Volgens de overlevering is ze hier in de buurt van een ezel gevallen en heeft daarbij haar nek gebroken.

Als je je schoenen uit doet mag je binnen kijken, we zien dat het er allemaal oud en verwaarloosd uitziet. Er liggen geen mooie tapijten en alles is nogal verveloos. Buiten ziet het er niet beter uit maar met de bijgebouwtjes en leuke doorkijkjes is het toch wel aardig. Je hebt een mooi uitzicht over het meer en in de verte zien we nog de flamingo’s.

Kiti

Vrouwen zijn niet welkom in het Stavrovouni-klooster

We rijden verder in de richting van het plaatsje Kiti. Daar zou een mooi oud kerkje zijn. Het is heerlijk weer om een eindje te rijden, in de bermen bloeien de eerste voorjaarsbloemen.

In onze gids hebben we gelezen dat boven op een berg een bijzonder klooster staat waar vrouwen niet worden toegelaten, uitgezonderd op zondag. Het is vandaag zondag, dus gaan we daar eerst maar heen.

Over een ongelofelijke slingerweg rijden we naar boven en als we daar aankomen blijkt er een flinke parkeerplaats te zijn en er staat ook al een aantal auto’s. Het Stavrovouni-klooster gaat over een half uur open, volgens een bord voor de ingang. Er staat ook op dat het voor vrouwen niet toegankelijk is, maar over de zondag staat er niks. Ik wil meteen weer weg, maar Piet wil nog even wachten en kijken wat er gebeurt.

Aan het begin van de parkeerplaats staat een kleine orthodoxe kerk. Gaan we die toch eerst bekijken. Maar ook hier staat een bord dat vrouwen niet gewenst zijn. Bij het kerkje is niemand en ik besluit om er ondanks het verbod toch in te gaan. Er is weinig te zien, dus ik sta gauw weer buiten.

Er komen nog een paar toeristen aanlopen, de man spreekt goed Engels en vertelt dat ze uit Tsjechië komen. Als ik hem opmerkzaam maak op het bord waarop staat dat vrouwen er niet in mogen zegt hij: ‘Crazy people!’ Hij heeft groot gelijk, wat een onzin! We blijven nog een poosje wachten, maar als na een uur de poort nog niet open gaat rijden we de slingerweg maar weer af.

Dan gaan we nu maar op weg naar dat oude kerkje in Kiti en als ik daar ook niet in mag geef ik de moed op. Na een korte rit zijn we bij de Panagia Angeloktiskerk. De deur staat open en je kan er zo in. Het hele interieur hangt vol iconen en voor de rest is alles beschilderd met heilige afbeeldingen.

Op een stoel zit een oud vrouwtje, geheel in het zwart gekleed en ze heeft me daar toch een baard, de haren zijn zeker een centimeter lang. Ze pakt een stenen potje met wat houtsnippers en legt er een blokje houtskool op. Ze steekt het aan en als het begint te gloeien springen er kleine vonkjes af. Dan legt ze er korreltjes wierook op en daar komt me toch een rookpluim vanaf! Met het rookpotje gaat ze langs alle afbeeldingen en ze geeft overal een kus op. Sommige iconen hangen achter een gordijn. Ook deze worden bewierookt en gekust.

Er ligt een bos dunne kaarsen en ze probeert mij duidelijk te maken dat ik er wel een mag aansteken. Ik steek er een aan en zet hem in een bakje met zand. Er komen twee meisjes van een jaar of tien de kerk in, blijkbaar is de oude vrouw hun oma. Even later zien we dat oma, gesteund door haar kleindochters, de kerk verlaat. Een mooi gezicht hoe de meisjes de oude vrouw behulpzaam zijn.

Op het pleintje voor de kerk staat een kleine bestelwagen. De achterklep staat open, hij zit vol met gebak. ‘Daar lust ik ook wel wat van’, zeg ik tegen de verkoper van al dat lekkers. De man gebaart dat ik maar wat uit moet zoeken. Ik wijs wat aan en de verkoper doet er een papiertje om. Als Piet wil betalen zegt een man die ook wat gekocht heeft, dat dat niet hoeft. De man staat erop dat hij betaalt.

De dag is al haast om als we weer bij het hotel aankomen. We kijken nog wat rond in Lanarca. Er is een prachtige boulevard en het haventje is vlak voor het hotel. Er liggen wat kleine vissersbootjes en een aantal jachten. Ik denk dat het hier zomers wel erg druk is, maar het is nu nog erg rustig.

We gaan in het hotel een hapje eten en daarna de stad in. De prachtige Lazarus-kerk staat in het volle licht. We kunnen er niet in, maar door de vensters kun je zien dat het er van binnen mooi uit ziet. Morgen gaan we naar Nicosia, maar we komen hier uiteindelijk weer terug en dan gaan we de kerk van binnen bekijken.

Nicosia

Olievaten en prikkeldraad aan het eind van een steegje

We zitten al vroeg aan het ontbijt, want we willen op tijd vertrekken. Het is niet ver rijden naar Nicosia, ongeveer zestig kilometer, maar onderweg is er heel wat te zien.

Het is heerlijk weer. Na een tijdje zien we op een bord dat er in de buurt een opgraving is. Maar we zien alleen een opgraving van een paar vierkante meter en er staat nog een hek omheen ook. Dichtbij staat weer zo’n piepklein kerkje. Ze zien er bijna allemaal hetzelfde uit, met een ronde koepel. Je kunt er zo inlopen als de deur niet op slot zit, maar ook aan de binnenkant zien ze er eender uit.

We rijden verder door een aardig landschap. Het is heuvelachtig en in de berm staan hier en daar erg oude olijfbomen, met dikke kronkelige stammen. Vanaf de weg zien we opnieuw een kerkje, het stikt hier van die heilige huisjes, maar deze ziet er anders uit. Het is ook van binnen prachtig, met alweer veel iconen en schilderingen.

We kijken nog even wat rond in het leuke dorpje. Een oude man loopt op ons af en vraagt in het Engels hoe het met ons gaat. Hij nodigt ons uit om in z’n huis koffie te drinken. Uit een la haalt hij een plastic zak met een stapel foto’s. Hij staat op elke foto, samen met mensen uit de meest uiteenlopende landen: Rusland, VS, Canada, Nederland, Engeland en nog veel meer. Het lijkt erop dat het z’n hobby is toeristen binnen te halen en met hen op de foto te gaan. Er komen twee oude vrouwen binnen en hij vertelt dat dat zijn zusters zijn. Zij zijn ook op alle foto’s te zien. Ons fototoestel ligt in de auto en Piet zegt dat hij het wel even gaat halen.

Thomas, zo heet hij, vindt het prachtig en inmiddels hebben de zusters voor koffie en thee gezorgd. Als we aanstalten maken om te vertrekken geeft een van de zusters mij een grote plastic tas. Als ik zie wat er in zit, zeg ik dat we dat niet aan kunnen nemen. Ik zie namelijk een fles wijn en sinaasappels en appels. Maar de man zegt dat we het wel moeten accepteren, want we zijn nu voor altijd vrienden.

Als ik later in de zak kijk wat er allemaal inzit, begrijpen we niet goed waarom de man dit doet. Er zitten niet alleen wijn en fruit in maar ook nog twee zakjes chips, snoepjes en kauwgom. Als hij dat voor iedereen doet?

Tegen de middag zijn we in Nicosia en zoeken in deze grote en ontzettend drukke stad naar ons hotel. Dat ligt in een buitenwijk, een behoorlijk eind van de stad af. We nemen een taxi en laten ons in de buurt van de oude ommuurde stad afzetten.

We wandelen door een smalle straat en dan zien we het paleis van aartsbisschop Makarios, de eerste president van Cyprus nadat de Britse kroonkolonie in 1960 onafhankelijk werd. In de tuin staat een kolossaal bronzen standbeeld van Makarios. Het paleis ziet er mooi uit met z’n gebogen ramen en deuren. Op een bord staat dat een gedeelte van het gebouw als school wordt gebruikt.

We wandelen verder en de straatjes worden steeds smaller. Dan staan we opeens bij de grens. Op het einde van zo’n steegje zien we olievaten en prikkeldraad. De grens loopt namelijk dwars door de stad. Het ziet er in de buurt van de grens wel erg mistroostig uit. Er woont zo te zien niemand, we zien alleen wat bedrijfjes. We lopen door, maar overal stuiten we op de grens.

Je bent hier gauw uitgekeken, er is werkelijk niks te beleven. We zien nog een oude moskee, het ding staat zo ongeveer op instorten en het lijkt wel of de minaret in brand heeft gestaan. Het ziet er allemaal erg somber uit en we besluiten dan ook om de nieuwe stad op te zoeken.

Het is een heel eind lopen en als we er eindelijk aankomen blijkt het niks bijzonders. Straten vol winkels en om de hoek nog meer winkels. Er is zelfs een straatje met alleen souvenirwinkeltjes. We vinden er niet veel aan.

Kykkosklooster

Ontelbare olielampen hangen aan het plafond

Meteen na het ontbijt gaan we op weg, want we hebben een lange dag voor de boeg. De wegen op Cyprus zijn prima en over onze huurauto hebben we ook geen klagen, hij loopt als een trein. Het is heerlijk rustig op de weg en op deze manier kun je fijn van de omgeving genieten.

Opeens zien we langs de weg een paar mensen die olijven oogsten. We weten wel hoe ze dat doen maar hebben het nog nooit gezien, dus stappen we uit en gaan kijken. Ze hebben een groot stuk plastic onder de boom gelegd. Een man zit in de boom en een vrouw staat op de grond. Met een soort hark trekken ze de vruchten van de takken af, die dan op het plastic vallen.

Achter de struiken zit een heel oud vrouwtje op de grond, ook zij is druk bezig met het leegkrabben van de takken. Ze doet haar hoofddoek netjes en dan poseert ze voor de camera. We zien dat ze maar een tand heeft, met veel moeite komen we erachter dat ze 87 jaar is.

We komen nu in de buurt van de bergen. Het gaat eigenlijk best snel, want algauw zien we het bord ‘Troödos’. Je hebt hier prachtige vergezichten. Opeens zitten we midden in de sneeuw; de weg is schoon, maar in de berm en op de hellingen ligt toch wel het een en ander. Het is een mooi gezicht, maar we kunnen niet overal lang stil bij blijven staan, want we zijn onderweg naar het Kykkosklooster.

Het is al middag als we bij het klooster aankomen, een groot gebouw met een parkeerplaats ervoor. We zetten de auto weg en lopen naar de ingang. Het zijn grote houten deuren en opzij zie je prachtige mozaïeken.

Binnen zien we nog veel meer van die prachtige voorstellingen. Het ronde plafond van een lange gang is helemaal beschilderd met bijbelse verhalen.

Via een binnenplaats komen we in de schitterende kerk, stampvol met schilderingen en iconen. Ontelbare olielampen hangen aan het plafond, het is allemaal even mooi.

In de reisgids lezen we een vreemd verhaal. Er zou hier een icoon zijn die geschilderd is door de apostel Lucas. Maar het ding is zo heilig dat niemand hem mag zien, ze hebben er een zilveren plaat overheen gemaakt en die kun je voorin de kerk zien.

We bezoeken ook het museum in hetzelfde complex. Vooral de vloeren zijn erg mooi, van glanzend marmer met mozaïeken. Pas als we na lange tijd buiten komen zien we voor het eerst een paar monniken lopen.

Paphos Forest

Alleen bomen, bomen en nog eens bomen

Het wordt hoog tijd dat we wegkomen van het Kykkosklooster, het is al ver in de middag en we moeten nog naar Paphos. Er ligt een gloednieuwe asfaltweg, dus kunnen we lekker opschieten. Plotseling staat er echter een bord op de weg: ‘Road closed’. Aan de linkerkant is een onverharde weg, die moeten we daar maar op. We rekenen erop dat dit een omleiding is en dat we snel weer op de asfaltweg uitkomen. Maar na enkele kilometers zien we nog steeds geen fatsoenlijke weg.

De weg wordt steeds slechter en zit vol gaten, boomwortels liggen over het pad. Het is nu geen weg meer, maar een weggetje. Daar komt nog bij dat we over hoge bergen moeten. We rijden vlak langs ravijnen.

Ik begin hem onderhand flink te knijpen want het schiet niet op, we kunnen niet sneller dan 20 km. Het is nog maar februari en vroeg donker. Ik ben bang dat als de weg niet snel beter wordt, we voor donker niet uit deze negorij zijn. Er is niks, maar dan ook helemaal niks te zien, alleen bomen, bomen en nog eens bomen.

We komen ook helemaal niemand tegen, alleen in het begin hebben we een tegenligger gezien, verder is het doodstil. Als we weer zo’n helling oprijden verdwijnt de zon achter de berg, het is meteen schemerig. En zo modderen we maar door.

Na ongeveer 50 km, waar we drie uur over doen, komen we eindelijk op een asfaltweg. Het is inmiddels helemaal donker. Het is nog zo’n 35 km naar Paphos maar we kunnen nu doorrijden. Achteraf lees ik in de reisgids dat we dwars door de beroemde Cedar Valley en het uitgestrekte Paphos Forest zijn gereden.

Enfin, uiteindelijk komen we aan in donker Paphos en na het nodige zoeken vinden we ook ons hotel, dat een heel stuk buiten het centrum ligt.

Paphos

Koningsgraven en een boom vol zakdoeken

We zitten op tijd aan het ontbijt en tegen negenen stappen we in de auto, op weg naar Limasol en daarna Lanarca. Als we weg willen rijden, blijken we een lekke band te hebben. Nadat dat is opgelost rijden we langs de kust door Paphos.

Langs de weg zien we de catacombe van Solomoni. Er staat een dikke boom die vol hangt met zakdoeken. De legende zegt, dat als je een zakdoek over een pijnlijke plek wrijft en hem daarna in de boom hangt, de zere plek zal genezen.

Letterlijk onder de boom bevindt zich de catacombe. Het is een oud Byzantijns kerkje en het wordt nog steeds als kerk gebruikt, het bezit iconen en een altaar in de ondergrondse ruimten.

Na een paar km komen we bij de Koningsgraven. De vanaf de derde eeuw voor Christus stammende graven danken hun naam aan de afmetingen, er zijn nooit koningen begraven.

Een aantal van de graven is goed bewaard gebleven. De graven zijn uitgehouwen in de rotsen en via trappen kun je in de kelders komen. Bij sommige kan je er van bovenaf zo in kijken.

Na ruim een uur hebben we alles wel gezien en vertrekken uit Paphos richting Limasol, maar eerst kijken we nog even in de haven van Paphos met het middeleeuwse fort.

Petra tou Romiou en Kourion

Aphrodite kwam hier staand op een schelp aan land

We rijden nog steeds langs de prachtige kust en al gauw komen we aan bij Petra tou Romiou, de plaats waar Aphrodite (godin van de liefde) geboren zou zijn. We zetten de auto op een parkeerplaats bij een restaurant en lopen door een tunnel onder de weg naar het strand.

De keien die hier liggen hebben veelal erg mooie kleuren. Vlak langs het strand ligt de rots van Aphrodite. Ze zou hier uit het zeeschuim zijn geboren en staande op een schelp aan land zijn gegaan.

Na verloop van tijd bereiken we de Tempel van Apollo, die zou het mooiste zijn van heel Cyprus. Deze tempel is een belangrijke archeologische vindplaats. In de oudheid hoorde het bij de stad Kourion. Veel zuilen staan weer recht overeind en ze hebben een soort poort gerestaureerd.

Het moet hier wel heel erg mooi geweest zijn in de achtste eeuw voor Christus. We zien nog het prachtig vernieuwde amfitheater en er waren sportcomplexen met koude en warme baden, teveel om op te noemen.

Ons volgende doel is de antieke stad Kourion bij Episkopi, een paar kilometer verder naar het oosten. Tussen het heiligdom van Apollo en Kourion ligt nog een oud stadion. Kourion is een grote opgraving en we willen alles op ons gemak bekijken.

Er zijn veel mooie Romeinse mozaïeken die goed bewaard gebleven zijn. Er zijn ook een aquaduct en half gerestaureerde gebouwen. Erg interessant allemaal.

We rijden verder en over een smalle weg komen we aan bij Lefkara, een klein dorpje in de bergen. Het plaatsje is bekend om z’n geborduurde kant, de straatjes zijn smal en het oude kerkje ziet er uit als alle anderen. Er zijn veel winkeltjes en ondernemende vrouwen proberen je hun winkel in te praten.

Laat in de middag komen we aan in Lanarca, waar we het indrukwekkende aquaduct bekijken. De Lazaruskerk is helaas al gesloten, dus zoeken we maar een restaurant. Nou ja zoeken, het stikt hier van de eethuizen. Morgen gaan we weer naar huis en tot besluit willen we nog een typisch Cypriotische maaltijd proberen. Het heet meze en het bestaat uit allerlei kleine hapjes. De kelner brengt een schaaltje vlees met brood en voor we het opgegeten hebben wordt het volgende gerecht alweer gebracht. Op den duur staat de hele tafel vol en er is van alles bij: vis, vlees, rijst en veel schaaltjes met saus.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win