×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Gastvrij Ghana

Fietstocht door zuidelijk Ghana

Reisverslag: Ron van Mildert
Foto's: Ron van Mildert

Fietsen door Ghana, waar de temperatuur stijgt tot 40 graden, is af en toe afzien maar de gastvrijheid van de bevolking maakt veel goed. In miljoenenstad Accra heeft iedereen wel een handeltje. Langs de kust liggen bountystranden en vissersstadjes als Winneba. In Cape Coast herrinnert een fort aan de tijd van de slavenhandel en in Kakum National Park ligt het laatste stukje regenwoud van Ghana.

Na een vlucht van dik zeven en een half uur, wordt de landing ingezet boven Accra. Van boven kun je zien hoe uitgestrekt Accra is. Het is een stad van ongeveer 3 miljoen inwoners, die voornamelijk bestaat uit laagbouw. Zoals veel grote Afrikaanse steden wordt de hoofdstad van Ghana verlicht door helder blauwwit TL-licht.

De overgang is groot: vanmorgen keken mijn reisgenoot Sietse Slagter en ik tegen een pak sneeuw van wel 10 centimeter aan. Op de dag dat we, na een jaar van voorbereiding, eindelijk van Amsterdam naar Accra zouden vliegen was alles bedekt onder een wit tapijt.

Al na enkele uren vliegen zagen we de besneeuwde toppen van de Pyreneeën onder ons doorglijden, een prachtig gezicht. Helemaal indrukwekkend werd het toen we over de Algerijnse Sahara vlogen. Het weer was helder en we zagen duidelijk die enorme zandbak onder ons. Van dit zanderige uitzicht konden we ongeveer twee uur genieten. Dat zegt iets over de grootte van de Sahara.

Accra

In het centrum krioelt het verkeer

Als op het vliegveld van Accra de deuren van het toestel opengaan dringt de klamme tropische avondlucht naar binnen, de buitentemperatuur is 29 graden. Het verschil met vanmorgen is ongeveer 30 graden.

Als we met z’n allen voor de loketten van ‘Custums’ staan, blijkt dat er geen douanebeambten zijn om de formaliteiten af te handelen. Na zo’n kwartier komen ze aanlopen en na nog een uur staan we buiten, waar we worden opgewacht door een vriendin die in Accra werkt.

We worden getrakteerd op een biertje op een terrasje onder de palmbomen naast het vliegveld. Het valt mij op dat we de enige blanken zijn, ondanks het feit dat we ons in de omgeving van het vliegveld bevinden.

Vervolgens laden we onze fietsen achter op een pick-up en worden we naar ons onderkomen voor de eerste twee nachten gebracht. De weg van het vliegveld richting Accra centrum en vandaar naar een van de buitenwijken is een goed onderhouden hoofdweg.

In het centrum van Accra krioelt het van verkeer in alle soorten en maten, met een overeenkomst: het zijn bijna allemaal taxi’s, met de voor Ghana bekende oranje spatborden voor en achter. Later blijkt dat bijna alle Ghanese mannen taxichauffeur zijn.

Ghana is een arm land, waar een werkende man een gemiddeld inkomen heeft van ongeveer een dollar per dag. De prijs van een liter benzine is 0,70 dollar, dus is het volkomen begrijpelijk dat bijna niemand een auto kan betalen en iedereen gebruik maakt van de vele taxi’s.

Langs de kant van de weg lopen voornamelijk meisjes met een grote schaal op hun hoofd, met daarin zakjes gekoeld water. Deze kun je kopen voor omgerekend 0,5 eurocent per halve liter. Neem wel de zakjes met de blauwe opdruk, want deze zijn gecontroleerd door de Ghanese Keuringsdienst van Waren en dus veilig te drinken.

Er ook zakjes water zonder opdruk. Voor de plaatselijke bevolking is het geen probleem om deze te drinken, maar voor onze tere maagjes is dat een groot risico.

Langs de kust

Lage struiken en af en toe een palmboom

We hadden twee dagen ingepland om een beetje te acclimatiseren en aan de omstandigheden te wennen. Op de derde dag vertrekken we vol goede moed van Accra richting Cape Coast, een afstand van ongeveer 200 kilometer.

Maar eerst even geld pinnen. Dat kan in Ghana alleen in de grote steden en met je Visa card. Het lukt ons altijd bij Barclay’s Bank.

De 200 kilometer naar Cape Coast willen we in drie of vier dagen afleggen. Mijn fiets weegt ongeveer 18 kilo en daarbij komt de bepakking van 25 kilogram en mijn eigen gewicht van ruim 90 kilo, dat maakt het alles bij elkaar toch wel erg zwaar trappen.

Op zich is het wel te doen, echter de temperatuur stijgt naar zo’n 40 graden, met een forse tegenwind en geen schaduw te bekennen. De weg van Accra naar Cape Coast is een vrij rechte weg die op zo’n vijf kilometer evenwijdig aan de kust loopt.

Langs de weg zie je vooral lage begroeiing in de vorm van struiken en af en toe een palmboom en de hitte die vanaf het asfalt opstijgt om je gezicht flink te bestralen. Het duurt dan ook niet lang of ik heb totaal geen kracht meer in mijn benen en raak door de hitte bevangen.

Ik heb de omstandigheden volledig onderschat en zit nu met een probleem. Mijn reisgenoot is in de gelukkige omstandigheid, dat hij over een zeer goede conditie beschikt en niet zoveel problemen ondervindt als ik.

We besluiten dan ook om op mijn kompas ongeveer vijf kilometer recht naar het zuiden te fietsen en aan de kust verfrissing zoeken in de vorm van een duik in zee en een hotelletje of zo, want bij navraag blijkt dat er langs de hoofdweg voorlopig niets van dien aard te vinden is.

De tocht gaat over een zandweggetje dat almaar muller wordt en na een paar kilometer niet meer te fietsen is. Ik ben helemaal kapot.

Gelukkig word ik geholpen door een moslimfamilie, die ervoor zorgt dat ik voldoende te drinken krijg en op hun erf mag bijkomen. De kinderen van de familie vinden het maar wat mooi, twee van die obruni’s (blanken) bij hun thuis. Ook de fietsen worden bewonderd.

Eenmaal op krachten gekomen vervolgen wij onze weg richting de kust. Daar aangekomen, laat in de middag, rijden we het terrein van een resort op met schitterend aangelegde tuinen en een palmenstrand. Hier besluiten we om ook de volgende dag van deze plek te genieten en bij te komen.

Naar Winneba

De geur van uitwerpselen en urine wordt sterker

Na een paar heerlijke dagen in het paradijs maken we ons weer klaar voor vertrek. Na de kaart bestudeerd te hebben besluiten we om langs de branding naar het volgende vissersdorp te fietsen.

De rit langs de branding is prachtig, met links de Golf van Guinee en rechts zover je kijken kunt palmen en nog eens palmen, een echt bountystrand. Er is echter een ding dat minder fijn is en dat is de geur van uitwerpselen en urine.

Dat daargelaten fietst het licht, de ondergrond is hard en we schieten lekker op, totdat we voor een lagune staan. Deze is te diep om doorheen te waden, zodat we besluiten om er omheen te lopen met de fiets in de hand.

Al duwend door het muller wordende zand, wordt de geur van uitwerpselen en urine sterker. Een blik naar beneden is genoeg om te zien dat we midden in een openbaar toilet staan.

Na enig onderzoek, enkele dagen later, blijkt dat het gebruikelijk is voor de Ghanese bevolking, en dan met name de mannelijke bevolking, om hun behoeften op het strand te doen. Dit zullen we op een later tijdstip ook zelf zien.

Terug naar de branding. Daar biedt een Ghanese vrouw ons aan om een vissersboot te regelen. We spreken vooraf een bedrag af, zodat daar later geen misverstand over kan ontstaan.

Het duurt even maar dan komt er zo’n typische vissersboot aanvaren, helemaal beschilderd in mooie kleuren. In de boot zitten vier mannen, die direct de fietsen oppakken en op hun nek door de lagune dragen. Ze staan erop dat wij in de boot plaatsnemen. Hieruit blijkt maar weer eens dat de Ghanese bevolking erg behulpzaam is en bijzonder vriendelijk.

Aan de overkant van de lagune nemen we afscheid van onze redders, de plaatselijke vissers. Van hieruit rijden we, na aanwijzingen van een van de vissers te hebben gekregen, in noordelijke richting door het vissersdorpje dat ten westen van Kokrobite is gelegen.

In het dorpje worden we overvallen door de armoede: open riool, geen elektriciteit en zeer schamele woningen met golfplaten daken. Maar de mensen stralen een en al vriendelijkheid uit. Later blijkt dat in dit gebied cholera heerst.

Langs de weg in de richting van de hoofdweg Accra-Cape Coast zien we veel half afgebouwde woningen van grijze betonblokken. In Ghana is het gebruikelijk dat de bevolking telkens als er geld is verder bouwt aan het huis. Aan sommige huizen wordt al dertig jaar gebouwd en in sommige gevallen is de bouwer al overleden voordat de woning klaar is.

In zo’n woning, lekker in de schaduw, nemen we even een pauze om een maaltijd te bereiden op mijn benzinebrander.

Voldaan vervolgen we in de hitte onze weg naar Winneba. Weer speelt de hitte mij parten en zie ik soms zwarte vlekken voor mijn ogen. Gelukkig staan er wel veel stalletjes langs de weg, waar je gekoelde flesjes coca cola kunt kopen.

In de buurt van de grotere steden, zoals Winneba, staan er verschillende stalletjes langs de weg met kokosnoten die speciaal voor je worden klaargemaakt: de bovenkant wordt er vanaf geslagen met een kapmes, zodat je hem kunt leegdrinken en geloof mij dat dat lekker is onder de hete Afrikaanse zon. Als je de kokosnoot hebt leeggedronken maakt de verkoper met z’n kapmes van de schil een soort lepeltje en splijt hij de kokosnoot in tweeën, zodat je met het lepeltje het kokosvlees kunt opeten.

Ook staan er kraampjes waar verse ananas voor je wordt gesneden, dat je ter plekke kunt opeten en het kost allemaal bijna niets.

Naar Cape Coast

Oude auto's krijgen hier een tweede leven

Vanuit Winneba, waar we enkele dagen hebben doorgebracht, trekken we verder richting Cape Coast. Op ongeveer vijftig kilometer voor Cape Coast is de weg ‘Under construction’, waardoor we over een voor Afrika bekende rode laterietweg verder moeten fietsen.

Enorme stofwolken belemmeren ons zicht, telkens als er een auto of een vrachtwagen passeert. Het leuke is dat je zo af en toe busjes ziet rijden met Nederlands reclame-opschrift, zoals Installatiebedrijf Evers met een Nederlands telefoonnummer.

Er schijnt een levendige handel te zijn in auto’s die vanuit Nederland worden geëxporteerd naar onder andere Ghana en daar een tweede leven krijgen.

Helaas kamp ik telkens met materiaalproblemen in de vorm van lekke banden. Hierdoor zijn we al snel door onze reservebanden heen en moeten we overgaan op binnenbanden van Chinese makelij.

Wat erg opvalt, als je op deze manier door Ghana reist, is dat je praktisch geen toeristen ziet. Als je ze al ziet, dan zitten ze in een dure jeep en trekken afgesloten van de plaatselijke bevolking door het land of ze zitten in de resorts aan de kust.

Dertig kilometer voor Cape Coast is het weer zover: lekke band, maar we hebben geen reserve meer. Binnen no time wordt ons een lift aangeboden in een pick-up.

We stappen achter op de laadbak en rijden met zeer hoge snelheid richting Cape Coast. Het valt niet mee om onszelf en de fietsen vast te houden. Door het raampje zie ik dat we op momenten 120 kilometer per uur rijden, slingerend tussen de gaten in de weg.

De chauffeur staat erop om een hotel voor ons te vinden en na twee hotels waar geen plek is vindt hij een hotel in een buitenwijk van Cape Coast. Hij wil er niets voor hebben.

Het is inmiddels donker en door de woeste rit zien we er niet uit, dus een douche is zeer welkom en een goed bed ook.

Cape Coast

Forten uit de tijd van de slavenhandel

De volgende morgen ben ik vroeg wakker en kijk vanaf het balkon de straat in waar het al een drukte van belang is. Tussen het drukke verkeer zie ik plotseling een Ghanees fietsen op een hele mooie fiets, mijn fiets.

De berijder lacht van oor tot oor en ik zie hem de compound van het hotel oprijden, waarop ik naar beneden loop. Daar zie ik de jongen met mijn fiets staan. Hij kijkt mij lachend aan en zegt: I fixed your bike sir and I washed it too.

Gisteravond heb ik mijn fiets en het losse achterwiel achter het hotel neergezet, met de bedoeling er later wel naar te kijken en het te repareren. De jongen wil per se dat ik alleen de reparatiekosten betaal en verder niets. Uiteraard beloon ik hem wel voor de service.

In Cape Coast ligt het oude slavenfort Elmina Castle. Tot nu toe is het ons opgevallen dat we op geen enkele wijze enige vorm van agressie, opdringerigheid of andere onaangenaamheden hebben meegemaakt. Wel zijn de mensen nieuwsgierig, maar dat is niet verwonderlijk.

We hoorden wel dat groepen opdringerige verkopers bij de ingang van Elmina Castle erg vervelend kunnen zijn. Dit blijkt inderdaad te kloppen. Er wordt mij een hele mooie schelp aangeboden, waarop mijn naam zal worden gekerfd. Gewoon duidelijk maken dat je niets wilt en dan zoeken ze wel een ander slachtoffer. Achteraf goed dat ik de schelp niet gekocht heb, want het blijkt verboden om deze uit te voeren en er staan forse straffen op.

Een bezoek aan het Elmina Castle is zeker de moeite waard en zeer indrukwekkend. Zo word je geconfronteerd met een triest verleden waaraan ook Nederland flink heeft meegewerkt, namelijk de slavenhandel.

Langs de kust zijn vele oude forten uit die tijd te bezichtigen. De ene in betere staat dan de andere, maar niet minder indrukwekkend.

Vanaf de muren van Elmina Castle zie ik hardwerkende mannen die een piroque hakken uit de stam van een grote boom, allemaal zwaar handwerk in de felle zon, onder een gespannen dekzeil dat wat schaduw moet brengen.

Vanaf de muren aan de zuidkant van het fort zie ik de oceaan, waar in de slaventijd de schepen klaarlagen om af te varen naar de nieuwe wereld, met in hun ruimen de slaven opeen gepropt, ondervoed en zwak, zodat er van hen geen weerstand of opstand te verwachten viel.

Cape Coast is een levendige stad en eigenlijk een grote markt, met veel gebouwen uit de koloniale tijd. De meeste licht vervallen en slecht onderhouden. In de stad heerst een gemoedelijke sfeer die kenmerkend is voor zuidelijk Ghana.

Door de hoge werkloosheid heeft iedereen wel een handeltje. Alleen jammer dat iedereen in ongeveer hetzelfde handelt, waardoor er weer teveel aanbod is van sommige producten. Je ziet bijvoorbeeld veel kleurige huishoudelijke plastic producten van dubieuze kwaliteit, die in Afrika gedumpt worden.

Veel vrouwen hebben een kapsalon, waar je mooie dreads kunt laten vlechten en dit maken ze kenbaar door kleurige handbeschilderde reclameborden langs de straat te plaatsen.

Als je een product koopt, wordt dat in een zwart plastic tasje meegegeven, waarna het tasje eenmaal buiten gekomen wordt weggegooid. Hierdoor ontstaat een enorm milieuprobleem, want waar je ook komt, overal zie je die zwarte tasjes in struiken hangen en langs de kant van de weg slingeren.

Opvallend zijn ook de religieuze teksten achter op auto’s, zoals Nothing Just Happens. De Ghanees is erg gelovig en in het zuiden voornamelijk katholiek. In het noorden heeft de islam de overhand.

Kakum National Park

Een klein stukje overgebleven tropisch regenwoud

De weg naar Kakum National Park voert door een heuvellandschap met voornamelijk lage begroeiing. Helaas is er van de vroegere tropische regenwouden weinig meer over, op een enkele woudreus na, die kennelijk de motorzaag heeft overleefd.

Nog geen vijftig jaar geleden was het zuiden van Ghana bedekt met regenwouden. Met de ontbossing is ook het wild zo goed als verdwenen. De armoede van het land geldt niet alleen de bevolking, maar ook qua flora en fauna is Ghana een arm land.

Met armoede bedoel ik niet dat er te weinig voedsel is, maar dat de meeste mensen onder de armoedegrens leven. Gelukkig kan Ghana redelijk zelf voorzien in voedsel voor de bevolking.

Kakum is een klein stukje overgebleven tropisch regenwoud, dat de status heeft van nationaal park en waar je een tocht kunt maken door de kruinen van de tropisch woudreuzen, tot hoogtes van wel 40 meter. Deze tocht heet de Canopy Walk. Valt een beetje tegen, maar is toch wel de moeite waard.

Verder naar het noorden, richting Kumasi komen we langs bananenplantages en bamboebossen. Sommige van deze bamboetakken hebben een doorsnede van wel 15 centimeter.

Langs de kant van de weg liggen veel autowrakken en die blijven daar ook liggen. Sommige liggen er al jaren en zijn verroest en overwoekerd door planten.

Ghana is een fijn land om door te fietsen, maar het is met name rond de steden oppassen geblazen met het verkeer, want er wordt niet echt rekening gehouden met fietsers.

Kumasi is een geweldige stad. Hier bevindt zich de grootste markt van West-Afrika en dat is ook aan alles te merken. Veel nationaliteiten en handelaren uit de omliggende landen. Werkelijk een aanrader. En ook hier weer die gemoedelijkheid, ondanks de drukte.

Lake Bosumtwi

Een kratermeer omringd door nederzettingen

Van Kumasi fietsen we naar Lake Bosumtwi. Lake Bosumtwi is een natuurlijk kratermeer met een doorsnede van ongeveer 16 kilometer. Rond het meer liggen 24 kleine nederzettingen. Je kunt een bootje huren om je rond het meer te laten varen.

Inmiddels gaat het met mijn conditie flink vooruit en ook aan de hitte raak ik redelijk gewend. Wel hadden we beter een dag of vier, vijf kunnen acclimatiseren voor we aan de tocht begonnen en een betere conditie was ook geen luxe geweest.

Na een voorspoedige terugtocht doen we Kokrobite aan. Kokrobite is een kleine enclave aan de kust, waar veel blanke jongeren uit alle windstreken vertoeven, die in Ghana ontwikkelingswerk doen. Onderweg zagen we zo goed als geen blanken, die zitten dus hier.

Accra

De caféhouder wordt begraven in een bierfles

Tijdens onze laatste dagen in Ghana verkennen we Accra. Doordat regelmatig de stroom uitvalt, heeft iedereen op straat en bij de kraampjes petroleumlampjes staan, hetgeen in het donker een prachtig effect geeft.

Aan de weg van Accra naar Tema liggen twee bedrijfjes die doodskisten maken. Deze kisten zijn met de hand gemaakt in een vorm die iets zegt over de overledene, zoals een vliegtuig voor een piloot of stewardess en een bierfles voor een caféhouder.

Nooit voelen we ons angstig tijdens deze reis door zuidelijk Ghana, zelfs niet als in nachtelijk Accra de stroom uitvalt en we als twee blanke toeristen door de donkere, door petroleumlampjes verlichtte straten lopen. Geweldig volk, die Ghanezen

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!