×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Helsinki, Estland en St. Petersburg

In Rusland valt pas op hoe Europees Estland is

Reisverslag: Christiaan Hoogerwerf
Foto's: Christiaan Hoogerwerf

Van de Baltische staten is Estland het meest Europees. Binnen de muren van Tallinn heerst de sfeer van een oude Hanze-stad. De stad is sinds Estlands onafhankelijkheid grondig opgeknapt. Rust en natuur vind je op het platteland en op de eilanden. St. Petersburg en Helsinki, twee interessante steden, liggen om de hoek.

Hoewel er ook rechtstreekse vluchten naar Tallinn gaan nemen we op Schiphol het vliegtuig naar Helsinki. Dit komt ons beter uit, zo kunnen we deze stad ook bekijken. Helsinki heeft weinig hoogbouw, is erg netjes en chique. Er zijn veel dure winkels met mooi ‘design’.

We treffen het erg met het weer. Het is eind april al 25 graden en ‘tout’ Helsinki zit op het terras. Na wat zoeken vinden we een prachtig café in jaren ’20-stijl op de Esplanada, de boulevard die naar de rustieke haven leidt.

Natuurlijk weten we dat alcoholische drankjes duur zijn in Finland, maar na de vliegreis hebben we wel een biertje verdiend. We toasten op het begin van de vakantie en moeten bijna 12 euro afrekenen. Niemand kijkt raar op als we de twee biertjes met een creditcard betalen.

Voor een nachtje logeren we in de jeugdherberg Helsinki Eurohostel in het mooie havengebied vlak bij het centrum. De gigantische veerboten naar Stockholm meren vlak voor de jeugdherberg af. Ze steken ruim boven de bebouwing uit. Vlak aan het water is een oude overdekte markt, waar groente en fruit verkocht worden maar ook typische Finse producten, zoals vis en cake.

‘s Avonds zoeken we een pizzeriaatje in één van de winkelstraten. Uit de radio klinkt ‘De Kast’. Gewoon een Nederlandse radiozender, een kleine afknapper na ruim twee uur vliegen in de tegenovergestelde richting van Torremolinos.

De volgende dag is het in Nederland Koninginnedag, hier is het de dag vóór 1 mei. Samen met het mooie weer heeft dat op de inwoners van Helsinki dezelfde uitwerking als Koninginnedag op Amsterdammers: drukte op straat en erg gezellig.

Toch (of juist daardoor) hebben we het in de loop van de middag wel gezien. Van musea en andere bezienswaardigheden bekijken komt het nu toch niet.

We gaan op zoek naar de boot naar Tallinn, aan de overkant van de havenbaai. In het zomerseizoen varen er vele boten per dag tussen Helsinki en Tallinn, zowel conventionele boten als supersnelle draagvleugelboten. Wij nemen de snelle boot, die de afstand van 60 kilometer in een uurtje aflegt. Nadat we de eilandjes in de haven van Helsinki zijn gepasseerd hoeft alleen nog maar te worden afgeremd voor een ijsschots.

Tallinn

Binnen de muren heerst de sfeer van een oude Hanze-stad

Aan het eind van de middag arriveren we in de haven van Tallinn. De sovjet-grote-petten cultuur is volledig verdwenen. Een vriendelijke douaniere zet de stempels en glimlacht ons vriendelijk welkom. De eerste stappen in Estland sinds ik hier vier jaar terug voor het eerst was: te voet van de haven naar de vrijwel volledig ommuurde binnenstad. Die binnenstad kun je al ruim van te voren zien liggen op een lichte verhoging. Het is juist daardoor toch iets verder lopen dan gedacht. Taxi’s zijn niet erg duur, maar ze zijn in het deel van de haven waar wij aankomen niet te vinden. Bij het ‘oude’ havengebouw, waar de langzame boten aankomen, staan meer taxi’s en daar vertrekt ook een toeristenbus die een rondje maakt langs alle grote hotels. Niet aan te raden, tenzij je van erg gemakkelijk houdt.

We lopen over het ongelijke plaveisel van de oude binnenstad en kijken goed om ons heen. Ons doel is jeugdherberg ‘The Barn’. Het gebouw staat volledig in de steigers en nergens is een bordje te zien. Na flink wat navragen vinden we de nieuwe locatie: boven een winkel en onder een striptease-tent zit tijdelijk de jeugdherberg. The Barn is niet goedkoop voor een jeugdherberg, maar voor ongeveer ƒ 70,- per nacht hebben we wel een eigen tweepersoonskamer. Als je vanuit Nederland een hotel boekt kom je gegarandeerd in één van de grote hotels terecht, die erg duur zijn en vooral gevuld worden door zakenmensen en (andere) Finnen.

Tijdens mijn studie kwam ik min of meer toevallig een professor van de Technische Universiteit van Tallinn tegen die wel een stageplek voor mij wist. Zodoende heb ik in 1994 een stage gedaan in Estland. Het land was toen drie jaar onafhankelijk en erg veel was nog niet geregeld. Na drie maanden stage was ik verknocht aan het land en de stad Tallinn maar moest vanwege studieverplichtingen terug naar Nederland.

Inmiddels is er veel veranderd in Tallinn. Zo zijn de prijzen ruim verdubbeld. De meer dan een miljoen Finnen die jaarlijks Tallinn bezoeken om goedkoop boodschappen te doen en uit te gaan hebben de prijzen natuurlijk opgedreven.

Verder is Tallinn nog mooier geworden. Wat vervallen achteraf-straatjes waren, is inmiddels opgeknapt tot idyllische steegjes. In de hele binnenstad, die door de vrijwel volledig intacte stadsmuur is afgescheiden van de rest van de stad, heerst de sfeer van een oude Hanze-stad. Mooie straatjes waarvan het grove plaveisel wat bol staat en oude huizen in verschillende kleuren. Zo hier en daar een beetje Duits aandoend vakwerk, maar ook de Scandinavische invloed is duidelijk te merken.

De fraaie straatjes Pikk Jalk en Lühike Jalk (Lange – en Korte Poot) komen samen bij twee mooie stadstorens, waarvan de één een aardig café-restaurant is (met een prachtig uitzicht) en de ander een museum. De laatste heet ‘Kiek-in-de-kök’, een verbastering van het uitzicht van de torenwachter: kijk-in-de-keuken.

Vanavond is het ook in Tallinn feest: 1 mei. Op het schitterende, voor auto’s afgesloten Raekojaplats (Stadhuisplein) zijn vooral Russische jongeren zich aan het bezatten, waardoor de stemming al snel zakt.

De verschillen tussen de één miljoen Esten en het half miljoen Russen in Estland zijn wel heel duidelijk. Zo zijn de Esten veel Europeser gekleed dan de Russen die veel ‘Slavischer’ zijn. Tijdens de 50 jarige bezetting door de Sovjet Unie vond een ‘uitwisseling van volkeren’ plaats. Ongeveer een half miljoen Esten is gedwongen verhuisd, een half miljoen Russen kwam daarvoor in de plaats. Dat heeft onder de Esten natuurlijk littekens achtergelaten. De twee groepen leven gescheiden. De Russen, die altijd hebben geweigerd Ests te leren, zijn nu in een achterstandspositie daar het Ests na de onafhankelijkheid de eerste taal is geworden.

Het Raekojaplats is het toeristische centrum van de stad. Hier bevindt zich ook de oudste nog werkzame apotheek van de wereld (Raeapteek) met een oud gietijzeren uithangbord. Het plein wordt omringd door gekleurde geveltjes. Van hier naar de stadspoort Viru is het drukste, meest toeristische gedeelte; handig als je geld moet wisselen of wat souvenirs wilt kopen.

Voorbij Viru kom je op een lelijk groot plein met het grote hotel Viru, het postkantoor en een aantal grote winkels en warenhuizen. Ga je echter bij de stadspoort Viru scherp naar rechts, dan kom je bij een aantal theatergebouwen. Je kijkt dan tegen de achterkant van het operagebouw, waarvan het de moeite waard is even (aan de voorkant) te kijken wat er speelt en of er nog plek is. Met wat geluk kun je voor een paar euro een beroemde opera of een mooi klassiek concert bijwonen.

De volgende dag nemen we bus 21 naar Rocca al Mare, het openlucht-museum even buiten Tallinn. Dat blijkt nog maar net open (1 mei tot 31 oktober), zodat het nog heerlijk rustig is.

Het openlucht-museum is een aardig park met her en der typisch Estse bouwstijlen, voornamelijk boerderijen en een molen van Hiiuma, het op één na grootste eiland van Estland dat vol schijnt te staan met molens.

Vanaf Rocca al Mare heb je een mooi uitzicht op de stad. Verwacht in het openlucht-museum zelf geen spektakel, maar het is een leuke plek. Natuurlijk is het ook aardig om buiten het toeristische gedeelte van de binnenstad te komen, de bus rijdt door een ‘villawijk’ van Tallinn.

Het busstation voor de stadsbussen (trolley’s en gewone bussen) ligt vlak naast het spoorwegstation, vanwaar je één van de allermooiste uitzichten op de oude binnenstad hebt: op het gedeelte Toompea (domberg).

We willen alvast een treinkaartje kopen voor het laatste gedeelte van onze reis, de nachttrein van Tallinn naar St. Petersburg, over een dag of 6. Aan het loket van de Estse spoorwegen werken nog hoofdzakelijk Russisch-sprekende dames. Op onze vraag naar ‘pillettid’ (tickets) is het antwoord eenvoudig ‘njet’. Dat verstaan we wel, maar we begrijpen het niet. Wellicht dat het wat later wel kan, dus beklimmen we de Toompea.

Op de domberg staan een Lutherse Dom en een Russisch-orthodoxe kerk. Hier bevindt zich ook het parlementsgebouw. Het is erg rustig op de Toompea en vanaf diverse plekken is er een weids uitzicht over de uitgestrekte stad.

We dalen weer af naar het station om aan de andere kant van het station de dagelijkse markt te vinden die je weer helemaal terugbrengt in de post-sovjet tijd: legale en illegale handel in leren jassen, CD’s en parfum, maar ook gewoon kaas, vlees, etc.

Na het bezichtigen van deze markt proberen we nogmaals de treinkaartjes te kopen. Nu lukt het ineens wel en voor een paar tientjes hebben we twee kaartjes en zelfs een couchette.

Saaremaa

Het eiland staat bekend om de rust en de prachtige natuur

We nemen de tram naar het streekbusstation (aan de andere kant van de stad als het stadsbusstation) en vandaar de lijnbus naar Kuressaare, een rit van ongeveer 220 km. Er gaat zes maal per dag een bus naar deze hoofdstad van het eiland Saaremaa, dat voor de westkust van Estland ligt.

Saaremaa is bijna zo groot als Overijssel en staat bekend om de rust en de prachtige natuur. Het is ook voor de Esten een bekende vakantiebestemming. Na ongeveer vijf uur (de bus moet een stukje met de veerboot, waardoor je even kunt uitwaaien) komen we aan in Kuressaare. Met 12.000 inwoners is het er niet echt druk. Op het hele eiland wonen ongeveer 20.000 mensen, dus buiten het stadje is het helemaal rustig.

Het roodhouten hotel Lossi, gelegen aan de oprit van het dertiende eeuwse slot, is helaas gesloten dus nemen we hotel Vanalinna Võõrastemaja, het duurste hotel van het dorp. Voor ongeveer 35 euro per nacht krijgen we een keurige maar erg kleine tweepersoons zolderkamer, wel inclusief een formidabel ontbijt.

‘s Avonds lopen we nog even een rondje om het schitterende slot van een oude bisschop (wat ook een aardig en uitgebreid museum is) en leggen we een biljartje in de plaatselijke kroeg.

Bij een ander hotel kunnen we voor ongeveer tien euro per dag fietsen huren. Het zijn uitstekende mountainbikes, die we de volgende ochtend kunnen ophalen.

Met een rugzakje eten en drinken (de kans dat je buiten Kuressaare nog een winkel tegenkomt is klein) fietsen we een eindje langs de kust, nog verder naar het westen. Zodra we de bebouwde kom uit zijn is het meteen uitgestorven. We nemen een zijpaadje en komen op het strand. Het ziet er vrij gecultiveerd uit, met zo hier en daar een picknick-tafeltje, maar in geen velden of wegen is een mens te bekennen.

Na een uurtje gaan we weer terug naar de weg, die hier iets van de zee afbuigt. De kustbegroeiing maakt plaats voor moeras-achtige gebieden, afgewisseld met wat grasland en bos. Met het gevoel dat we hier toch echt de eerste Nederlanders moeten zijn verkennen we de eindeloze gebieden.

We fietsen naar het dorpje Kihelkonna, waar zelfs een soort snackbar/cafeetje is. Met uitzicht op een in deze omgeving totaal misplaatste Sovjet-woonkazerne nuttigen we voor veertig cent een kopje koffie. Het kan dus nog wel, maar je moet wat verder van Tallinn zijn.

Vanaf het dorpje nemen we een zandweggetje terug naar de kust, waar de aftanse restanten van een haventje aangeven dat hier vroeger toch wel wat aktiviteit moet zijn geweest. Een klein bootje staat op het punt om te vertrekken en de schipper gebaart ons dat we mee kunnen naar één van de kleine eilandjes voor de kust. Het is al middag en het tijdstip van de terugvaart is ons niet duidelijk. We doen het dus maar niet.

Onder vogelaars schijnt dit gebied bekend te staan als zeer bijzonder door de grote diversiteit. Het hele gebied, tot en met het eilandje Vilsandi enkele kilometers verderop, is dan ook een nationaal park.

We zetten de fietstocht voort in de volstrekte verlatenheid. Twintig kilometer fietsen zonder ook maar een verkeersbord tegen te komen geeft een heel bijzonder gevoel. Hier moet je geen lekke band krijgen. We speuren op alle open plekken tussen de bomen die we vanaf de weg kunnen zien naar elanden maar helaas, we zien er geen een.

Plotseling duikt toch weer een dorpje op en er is zelfs een winkeltje. We maken van de gelegenheid gebruik en kopen luxigheden als chocoladecake, koekjes en frisdrank. In Tallinn is echt alles te koop, sommige winkels zijn zelfs 24 uur per dag open, maar hier is het allemaal toch wat eenvoudiger.

De laatste etappe valt wat tegen; het is verder dan gedacht en we fietsen nu over een grotere weg. Een eenvoudige kaart van Saaremaa leek voldoende, er zijn namelijk niet veel wegen, maar op het kaartje zijn alle wegen gelijk.

Uitgeteld komen we vroeg in de avond weer in Kuressaare aan. Na de opmerking ‘ik ga nooit meer op een fiets zitten waarvan de banden breder zijn dan het zadel’ nuttigen we een maaltijd in restaurant De Molen. Moe nemen we nog een laatste biertje en gaan redelijk vroeg naar bed.

De volgende ochtend nemen we de bus terug naar Tallinn, waar we in de middag aankomen. We brengen onze tassen weer naar The Barn en struinen wat door de stad. Het mooie weer is afgelopen en eigenlijk is het ook meteen koud.

Als herinnering kopen we bij de stadspoort Viru een wollen muts en handschoenen met Ests motief van oude dametjes die doen voorkomen alsof ze het zelf hebben gebreid. Misschien is dat ook wel zo. Dit is het meest toeristische gedeelte van de stad, dus gaan we gauw weer de kleinere straatjes in.

We zoeken het gezellige Ierse café (die zitten ook overal) ‘Hellhund’ op. De naam betekent ‘De edele Wolf’ en het is er goed toeven. Het lokale biertje Saku smaakt goed en we blijven er een poosje hangen.

Ik heb afgesproken met enkele Estse studenten die ik ruim drie jaar niet heb gezien. Het is een leuk weerzien en we leren veel over de Estse bevolking en wat er de afgelopen jaren gebeurd is. Het geeft natuurlijk wel een vertekend beeld want het zijn allemaal mensen met een zeer goede opleiding en inmiddels een goede baan, of ten minste het uitzicht daarop. Als je je in die groep bevindt is het leven in Estland niet moeilijk, zelfs erg plezierig. De pensioenen zijn echter bijna gelijk gebleven en stellen nu dus bijna niets meer voor.

De volgende dag gaan we naar de universiteit, op bezoek bij de professor die mijn stage-plek had geregeld. Ook hij vindt het weerzien heel leuk en het is goed te zien dat ook de universiteit deelt in de toegenomen welvaart, zij het in beperkte mate. Er is weer wat geld voor een hoognodige verbouwing, in de wc hangt weer gewoon wc-papier i.p.v. in repen gescheurde kranten en er staan nieuwe computers van de EU.

St. Petersburg

Veel gebouwen zijn getooid met gouden koepels

‘s Avonds nemen we de trein naar St. Petersburg. Hemelsbreed amper 400 kilometer vanaf Tallinn doet de trein daar toch de hele nacht over. Bij vertrek krijgen we redelijk schone lakens uitgedeeld, de dekens liggen al op de bedden. Hier moet je niet allergisch zijn voor stof. We hebben een vier-persoons slaapcabine, samen met een Engels stelletje dat in Rusland studeert, maar er zit geen deur in het compartiment.

‘Genietend’ van de slaapgeluiden van de hele wagon en na midden in de nacht een uur wakker te zijn geweest voor de Russische douane (mèt grote petten) komen we om 7 uur ‘s morgens gebroken en zonder een roebel op zak in St. Petersburg aan. We kunnen nergens wisselen en kunnen dus niet eens een kaartje voor de metro kopen. Het Engelse stelletje brengt uitkomst en geeft ons wat roebels. We nemen de metro naar hotel Moskwa, droppen onze bagage op onze kamer (één van de 1400) en gaan de stad in. Nu kunnen we wel wisselen (traveller cheques).

We lopen ons de benen uit het lijf om alles te zien. Het is een prachtige stad, maar zo totaal anders dan Tallinn. Natuurlijk, St. Petersburg is tien keer zo groot, maar het is ook zo’n andere cultuur. Ineens wordt duidelijk hoe ontzettend Europees Tallinn is.

Is Estland duidelijk met een wederopbouw bezig, in St. Petersburg is daar nog geen sprake van. Het verval zit overal en alleen de Newski Prospekt (zeg maar de Champs Elysees van St. Petersburg) is goed onderhouden.

Dit is dan ook meteen het andere uiterste: wanstaltige luxe in winkels met de duurste westerse merken. In St. Petersburg is ook moeilijk een normaal café te vinden.

We lopen naar het ‘Peter and Paul Fortress’ en luisteren bij de rivier de Neva naar de voorbijdrijvende ijspegels. Een prachtig getingel. Het is begin mei en al 20 graden maar het water is nog ijskoud. Toch zwemmen er even verderop mensen in het zwaar vervuilde water.

De tweede dag in St Petersburg besteden we geheel aan de Hermitage. Helaas gaat die pas om 10:00 uur open en sluit hij al om 17:00 uur. Veel te kort om alles te bezichtigen, toch proberen we dat. Tegen extra betaling kun je een kaartje kopen om ook foto’s te mogen maken. Dan moet je wel een toestel en een filmpje hebben waarmee dat zonder flits goed kan. Eenvoudiger is het om in de winkel van het museum wat kaarten te kopen.

We struinen na vijven nog wat door Petersburg, er is zo ontzettend veel te zien.

De volgende ochtend maken we nog een laatste rondje door de stad voordat we de metro richting vliegveld nemen. Aan het eind van de metro moeten we nog een stuk met een bus. Erg lastig dat cyrillische schrift, we nemen dan ook de verkeerde bus. Nog net op tijd zijn we op het vliegveldje voor een kort vluchtje naar Helsinki (25 minuten). Daar stappen we over op het vliegtuig naar Schiphol.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win