×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Kungsleden, het Koningspad

Backpacken door Zweden en Noorwegen

Reisverslag: Karen Helsen
Foto's: Karen Helsen

Vanuit Stockholm met de nachttrein tot ver boven de poolcirkel voor een trektocht langs de Kungsleden in het nationale park Abisko. Met de rugzak langs meren en gletsjers, over stenenvelden en dwars door talloze riviertjes. Via de fjorden en eilanden van de Noorse kust zuidwaarts en via Lysekil, Ales Stenar, Lund, Karlskrona en Gotland terug naar Stockholm.

Stockholm

Smalle steegjes en leuke antiekwinkeltjes in de oude stad

Het is 21 graden en de zon schijnt op vliegveld Stockholm. De bus voert ons in ruim een uur door een weids, maar niet spectaculair landschap naar het Centraal Station van Stockholm.

Via de Kungsgatan wandelen we met onze zware rugzakken naar de Östermalms Citycamping, 1,5 km van het centrum gelegen in een sportstadion. We zetten de tent op en gaan naar de stad om iets te eten en een avondwandeling te maken op het beboste eiland Skeppsholmen.

De volgende middag bezoeken we Gamla Stan, de oude stad van Stockholm, waar ook het koninklijk paleis is. Het is heel mooi en het is net wissel van de wacht. Smalle steegjes en leuke antiekwinkeltjes.

We wandelen verder langs Riddarholmen en Södermalm naar Langholmen, een eiland in het zuidelijk deel van de stad. Overal langs de kade liggen woonboten. Ook is er een mooi strandje, maar helaas hebben we onze zwembroek niet mee. We passeren nog een openluchtconcertje en gaan over de grote brug terug richting Stockholm.

We gaan op goed geluk richting de kade waar de boot naar Drottningholm vertrekt en springen nog juist op tijd op die van elf uur. Het is leuk op de boot in ‘t zonnetje en we hebben een mooi uitzicht.

Het paleis van Drottningholm, de zomerresidentie van de Zweedse koninklijke familie, heeft mooie tuinen waar soldaten marcheren. Nu hebben we ons zwembroek eens bij, nu verdwijnt de zon achter de wolken en wordt het frisser ook.

We wandelen langs het Chinees paviljoen en staan verwonderd hoe in het andere gebouw de complete dinertafel voor de koninklijke familie uit de grond verschijnt. We wandelen verder langs een toren en picknicken langs het water.

We nemen de boot terug en gaan het Modern Museum bekijken. Picasso, Dali, Matisse, Klee, Mondriaan. En dat allemaal voor niks.

De volgende ochtend pakken we onze spullen in en sjouwen naar het station. Daar krijgen we met moeite onze bagage juist in één lockertje.

Op het eiland Djurgården geeft een Duitse vrouw ons haar ticket van het Vasamuseet. Dat is handig meegenomen. Om beurten gaan we een kijkje nemen naar het schip Vasa dat 300 jaar op de zeebodem heeft gelegen.

Openlucht museum Skansen is heel mooi, met veel groene daken. En elanden, beren, lynxen, zeehonden, wolven, otters, vossen, veelvraten. We passeren ook een Sami-dorp met allemaal typische huisjes.

Kungsleden trekking

Muggen, regen, natte voeten, sneeuw en een reusachtige canyon

In de nachttrein naar het noorden zitten we naast een Zweeds gezinnetje. Net als die een slaapwagon hebben gevonden en wij denken te kunnen slapen, komen er twee Hollanders naast ons zitten. Daar gaat onze platte rust. We proberen op andere manieren te slapen. Zelfs onder de zetel.

De volgende morgen bereiken we de poolcirkel waar we net geen foto van kunnen trekken. Ondertussen hebben we al drie elanden gezien. Het laatste stukje van de treinrit staat op onze stafkaart en we kunnen dus netjes volgen waar we zijn. De trein heeft een dik uur vertraging als we in Abisko Turiststation arriveren, een bergstation in het nationale park Abisko waar we de komende dagen gaan trekken.

We kopen muggenspul en smeerkaas, posten onze kaartjes en vragen of je in het nationaal park zelf mag kamperen. Het antwoord is negatief dus besluiten we vandaag te wandelen tot de kampplaats in het park. We volgen de Kungsleden, het Koningspad, een populaire wandelroute niet ver van de Noorse grens.

Muggen, regen, natte voeten, nog veel wandelaars, de eerste sneeuw en een reusachtige canyon van de Abiskojåkka. Als we de kampplaats bereiken, regent het nog steeds.

We drinken een warm soepje onder het afdak en gaan dan een plaatsje voor de tent zoeken. We stellen zo vlug als we kunnen de tent op in de regen en gaan vroeg slapen om fit te zijn voor de tocht, aangezien we in de trein niet zoveel hebben geslapen. Het blijft pijpenstelen regenen.

Als ik om drie uur wakker word en de rivier veel harder hoor dan normaal, kijk ik toch maar eens naar buiten. Gelukkig is het altijd licht in het noorden, anders zag ik niets. Maar wat ik zie, betekent niet veel goeds.

De rivier ligt nu ineens naast onze tent. We wachten nog even af hoe het evolueert. Als een uurtje later het water nog gestegen is en slechts 30 cm van ons vloeit, besluiten we het rampenplan af te kondigen.

De hut ligt echter onder kniehoog water en de paden zijn ook niet echt meer te zien, dus weg kunnen we niet. We pakken alvast onze rugzakken in en wachten af. De enige tent die er nog staat slaapt rustig door, zij staan wel iets hoger. Een uurtje later is het water gezakt tot het niveau van drie uur. Nu kunnen we nog wat rusten zodat we als het water laag genoeg staat kunnen vertrekken.

Rond half negen zijn we weg. In de regen. De tent is in elk geval waterdicht. Onze schoenen daarentegen niet: 100 meter verder moeten we een stevige rivier over en het knuppelpad ligt 30 cm onder water. We zoeken een wandelstok want de stroming is vrij hevig en het pad glad.

We passeren ook de eerste Sami-hutjes. Tegen de middag zijn we aan de brug van Abiskojaurestugorna. Het is zelfs droog maar nog wel frisjes.

Hierna moeten we stijgen en lopen daarna evenwijdig met de bergflank. De weg is moeilijk en je moet je constant concentreren. Ik verstuik mijn enkel. Gelukkig is er overal in de bergen wel een ijskoud riviertje aanwezig. Ik pikkel verder maar zal nog heel de reis er last van hebben bij rare bewegingen. Rond zes uur zetten we ons tussen de bergen bij een meertje.

Waar gisterenavond nog de hemel helemaal bewolkt was, staan we nu op met een helderblauwe lucht. We ontbijten in het zonnetje en zijn weeral op stap.

Het duurt nog even voordat we aan het grote meer zijn, dat we voor de rest van de dag zullen volgen. We kunnen wel de boot nemen, maar zijn hard en gaan te voet. Er zijn veel voetsporen en uitwerpselen van rendieren, maar we zien er geen. Sami rijden op hun vierwielers over de bergen.

In Alesjaurestugorna wegen we onze rugzakken: 20 en 24 kilo. Ik kan amper geloven dat ik ze al zover heb gedragen. We wandelen verder en lunchen in de late namiddag bij het Lappendorp Alisjávri. De weg daar naartoe is heel modderig.

Omdat we van het Kungsleden zijn afgeslagen, vrezen we dat we geen knuppelpaden meer tegenkomen. Iets verder zien en voelen we de eerste sneeuw.

We wandelen verder en besluiten te kamperen bij het tweede meer, Vuolip Cazajávri. Het is te koud om te zwemmen maar we wassen ons eens deftig. Ik vind een rendiergeweitje.

We vertrekken nadat we een kwartier naar een rotsblok hebben gekeken waarvan Wouter dacht dat het een rendier was. Eerst moeten we een canyon oversteken via een nieuwe brug. De tocht volgt verder over een heus stenenveld.

Eerst is er een goed pad naast een riviertje maar later verdwijnt het pad en wordt het een modderbad. We zinken bijna weg en ‘t is vrij zwaar om zo te wandelen met de rugzakken op onze rug. Onderweg passeren we een jongen alleen met zijn hond, die zijn eigen rugzakje draagt.

Rond half drie bereiken we eindelijk Vistas. We lunchen en gaan vrij vlug door want het is nog een stukje. We moeten nog vele waters oversteken. Chapeau voor de vrouwen van zestig die we kruisen.

We zijn blij als we in de verte een wilde rivier horen. Dat betekent dat de brug niet ver weg kan zijn. Maar omdat ik niet graag naast zo’n wilde rivier slaap, wandelen we verder en vinden een geschikt plekje, met stromend water. We maken een kampvuurtje waar we onze sokken en proper gewassen ondergoed te drogen hangen.

De omgeving verandert telkens weer. In de verte zien we mooie gletsjers. We picknicken op het topje van een heuvel naast een rivier. De eerste van een heleboel die we weer moeten doorwaden.

Traag gaat de tocht verder. We zien in de verte een vos weglopen, of toch zijn staart in de vlakte. We wandelen ver genoeg zodat we dichtbij Nikkaluokta zijn om morgen op tijd de bus te nemen.

We vinden een plekje in een moerasbos, alleen stikt het er van de muggen. Al wandelend verorberen we ons soepje en noodgedwongen eten we in de tent.

Als we verder gaan, regent het. We eindigen dus in mineur. Ruim op tijd zijn we echter in Nikkaluokta fjällstation. We inspecteren het souvenirwinkeltje, noteren onze naam in het grote boek en nemen de bus naar het station van Kiruna.

Langs de Noorse kust boven de poolcirkel

Vissersdorpjes met houten huizen en kerken

De trein heeft een uur vertraging, dat was te denken, want het is dezelfde als die waar we mee gekomen zijn. Eindelijk kan ik droge sokken en sandalen aandoen. We proberen in het wc-hokje onze modderige broeken te wassen, maar ‘t lukt niet goed.

De treinreis is heel mooi. De Ofotbanen tussen Kiruna in Zweden en Narvik in Noorwegen geldt dan ook als een toeristische attractie. We kunnen de rit volgen op de stafkaart.

In Narvik is niet veel te zien buiten de wegwijzer naar een paar uithoeken van de wereld, dus wandelen we maar naar de haven waar we in ‘t zonnetje onze lunch verorberen. De komende dagen gaan we langs de Noorse kust terug naar het zuiden.

We proberen terug aan het station te raken en nemen de bus naar Svolvaer. We moeten overstappen in Sortland en onderweg gaat de bus ook een keer op de boot, waarbij we moeten uitstappen en naar boven kunnen. Het is een hele mooie rit, zo tussen de bergen.

We rijden verder tot Kabelvag, een kleiner dorpje en dus meer kans om een geschikte slaapplaats te vinden. En ja hoor, tussen de huizen vertrekt een paadje naar een mooi gebied waar we onze tent kunnen zetten, vlakbij één van de grootste houten kerken van Noorwegen.

Van Kabelvag willen we naar Reine. We moeten echter overstappen in Leknes en daar zo lang (bijna 2 uur ) wachten dat we in Reine de ferry naar Bunestad en het verlaten strand missen.

We bekijken Reine en gaan verder naar Å omdat een slaapplaats vinden hier niet simpel is. In Å vinden we een plek met zicht op zee. Achteraf blijkt dat het tot de camping behoort, maar weten wij veel.

We laten onze tent staan en bezoeken het Fiskevaer museum. We krijgen een rondleiding in een rorbue, een typisch visserhuisje van vroeger, en daarna mogen we op ons eentje rondzien. In de levertraanfabriek proeven we tot onze spijt kabeljauwlevertraan. De smaak is onmogelijk weg te spoelen.

Daarna nemen we de bus naar het eiland Moskenes waar we morgen de ferry zullen nemen. Op de camping, 500 meter van de ferry, genieten we voor de eerste keer van een warme douche, we willen proper zijn voor de 20 uur durende treinrit van morgen.

Van Moskenes naar Lysekil

Door de Noorse fjorden, langs bergen en meren

We staan heel vroeg op om de ferry te halen. Het is een carferry. We zoeken een plaatsje, slapen wat en arriveren ongeveer drie uurtjes later in Bodø.

Hier zou de grootste populatie van zeearenden ter wereld leven. We zien er geen eentje. De trein gaat pas rond de middag, dus we hebben tijd om de kathedraal te bezoeken en langs de haven te passeren.

Dan hebben we een lange treinreis voor de boeg. Overstappen in Trondheim om half elf ‘s avonds en in Oslo om half acht ‘s morgens. Het is een heel mooie rit door de Noorse fjorden, langs bergen en meren. Bovendien passeren we de poolcirkel en deze keer lukt de foto wel.

De nachttrein is minder leuk maar we hebben twee stoeltjes naast elkaar en raken heelhuids in Oslo. We gaan verder richting Trolhattan, terug in Zweden, waar we de bus nemen naar Udevalla.

Op naar Lysekil met de volgende bus. We arriveren in de namiddag. We gaan op weg naar de camping waar we willen zwemmen. Van zwemmen komt niet veel. De zee zit vol met blauwe en roze kwallen. De blauwe doen blijkbaar niets want ze smijten ermee, toch durven we niet verder dan onze knietjes.

Dan maar douchen. Lekker opgefrist wandelen we naar het stadje. We passeren langs de kerk die al dicht is en lopen langs de uitzichttoren.

De volgende morgen laten we onze rugzakken achter bij de camping. We wandelen richting het centrum van Lysekil waar we de ferry nemen naar het vissersplaatsje Fiskebäckskil op het eiland Skaftölandet. Er zijn mooie straatjes, leuke poesjes en een molen. De kerk is bijzonder, op het hout zijn schilderingen aangebracht en er hangen zeilscheepjes aan het plafond.

Het is heel warm op het eiland. We nemen de boot terug om op tijd voor de zeehondjes terug te zijn.

We lunchen voor het Havets Hus, een aquarium, en vluchten snel naar de schaduw. Op het schip waarmee we op zeehondensafari gaan, zijn wij zogezegd de eerste Belgen. De zon verdwijnt achter de wolken, maar de zeehondjes liggen wel te zonnen.

We zijn net terug als het begint te regenen. Als het ophoudt, gaan we naar het natuurreservaat Stångehuvud. Heel mooi, rotsen, zonnedauw en allerlei plantjes.

Op de terugweg zien we een waterslang. Daarna halen we onze rugzak op en wandelen tot we een geschikt plaatsje vinden. Later plukken we nog een hele zak vol met rode besjes.

Naar Ales Stenar en Lund

In de drankwinkel staat alles achter slot en grendel

We haasten ons om de bus te halen. Ik verorber de rode besjes en we gaan weer richting Uddevalla, waar we overstappen op de trein naar Ystad. We moeten overstappen in Gothenburg en nog eens in Malmö, waar we van profiteren om naar het historisch centrum te wandelen.

In Ystad rijdt geen bus meer naar Ales Stenar dus moeten we hier een plekje vinden. We vinden er één bij een meertje. We maken een wandeling naar de top van de heuvel voor de zonsondergang.

We wandelen naar ‘t station waar we onze bagage achterlaten. Dan bezoeken we het stadje. De kerk is gesloten wegens renovatie.

‘s Middags brengen we een bezoek aan de systembolaget, de nationale drankwinkel. Alles staat achter slot en grendel. Je moet een nummer zeggen aan de kassa en dan halen ze het voor je.

We nemen de bus naar het mysterieuze Ales Stenar, een grafveld uit de ijzertijd dat de vorm heeft van een vikingschip. Volgens een andere verklaring is het een astronomische kalender in de vorm van een zonnecirkel.

Na eerst vakkundig een teek uit mijn bil verwijderd te hebben, willen we verder wandelen tot aan het volgende dorpje, Lordrups Strandbad. Maar we vinden zo’n mooi plekje naast de kustlijn dat we de wandeling staken. We nemen een uitgebreid bad in zee en genieten van het wondermooie uitzicht bij een flesje wijn.

De dag begint met een stevige klim omhoog. Steil zonder paadje. We wandelen verder naar de eerste bushalte. Omdat we veel te vroeg zijn, wandelen we helemaal tot in Lordrups Strandbad.

We halen nog juist de trein naar Lund, waar we eerst de botanische tuinen bezoeken, want die sluiten om drie uur. Er zijn ook tropische serres met vleesetende planten, orchideeën en kwarteltjes, zelfs een Madagascar gekko.

We wandelen langs de universiteit en de kerkruïne, maar veel is er niet te zien. Om drie uur zorgen we dat we in de kathedraal zijn, want dan speelt de wel 500 jaar oude klok de hymne In Dulce Jubilo. Veel volk, mooie klok, kort liedje. Daarna een gratis rondleiding in het Engels, waarbij we leren we over de Giant Finn en liefdesbrieven onder de houten stoelen.

Karlskrona

Forteiland Kungsholmen heeft een cirkelvormige haven

We gaan met de trein naar Karlskrona. We stappen een stationnetje vroeger uit in Bergåsa en hopen snel een slaapplaats te vinden. Niet zo gemakkelijk. Het wordt naast het kerkhof langs de autostrade. Gelukkig is het snel donker.

We nemen nog vijf minuutjes de trein naar Karlskrona en wandelen naar Fisktorget waar de boot vertrekt. Lekker in ‘t zonnetje passeren we eilanden waar buskruit werd opgeslagen. De torens hebben een houten dak dat elke keer vernieuwd kan worden na een ontploffing.

In Kungsholmen, op een van de forteilanden voor de kust van Karlskrona, hebben we een privégids, Héléna. We komen binnen langs de leeuwenpoort, genaamd naar de poort in het Griekse Mycene. Aan de binnenkant staan 11 uitgesneden granieten stenen waarop vroeger Kungsholmen heeft gestaan. Het heeft een cirkelvormige haven, uniek in de wereld. We beklimmen de toren waar we een mooi uitzicht hebben.

Er zijn ook veel botanisten geïnteresseerd in dit eiland. Omdat de muren niet stevig genoeg waren toen een nieuw soort kanonskogel werd uitgevonden, werden ze verstevigd met grond. Omdat er weinig grond was op het eiland, moest elk schip dat hier aankwam grond meebrengen. Vandaar de vele soorten planten. Ook de botanische tuin is zo ontstaan.

Bij het Marinemuseum liggen museumschepen aan de kade. We bezoeken de kathedraal en de drievuldigheidskerk.

We gaan verder met de trein naar Kalmar, waar we de kerk bezoeken en dan de bus nemen naar de camping. Als we naast de zee een tent zien staan, denken we dat we er zijn, dus zetten we die van ons er maar bij. ‘t Is achteraf helemaal geen camping.

Fietsen op Gotland

Tijdens het eten wandelt er rustig een vos voorbij

We nemen vanochtend eerst een bad in zee. De eerste keer echt zwemmen. We wandelen langs het kasteel naar het centrum van Kalmar waar we nog snel even langs de glasblazerij, de pottenbakkerij en de winkel gaan.

Dan op de trein richting Oskarshamn. In Berga stappen we over op de bus, die gratis is met onze Scanrailpas. We komen juist op tijd aan bij de ferry naar Visby maar helaas is alles volgeboekt. Waarschijnlijk omdat het Medieval Week is. We kunnen wel een standby ticket kopen. Als er mensen niet komen opdagen, mogen wij mee. Gelukkig mogen we direct mee.

We zitten buiten op ‘t dek van de reuzeboot. ‘t Is heel warm. Al gauw zijn we in Visby, op het eiland Gotland. We wandelen naar de Norderstrands camping. Duur, maar de wandeling naar het dorpje waar een middeleeuws marktje is, maakt alles goed.

We huren een tandem en een fietskarretje en gaan ermee richting noorden. We stoppen in Själso om te picknicken en fietsen dan verder naar de grotten van Lummelunda. Helaas steil bergop: met een tandem zonder versnellingen en met 50 kilo bagage is dit onmogelijk. Dan maar duwen. De grotten van Lummelunda stellen niet veel voor.

Van het natuur-geologisch pad verstaan we niets, dus gaan we halfweg maar terug. De volgende halte is Lickershamn. Daar zwemmen we en bezoeken de ‘raukar’ Jungfrun, een kalksteenformatie.

De volgende etappe leidt ons naar onze slaapplaats. We moeten goed uitkijken, want rondom ons is het natuurreservaat en mag je niet kamperen. We vinden een mooi plekje naast een erwtenveld. Tijdens het eten wandelt er rustig een vos voorbij. Hij kijkt eens naar ons, wandelt wat verder en kijkt nog eens naar ons.

Na het eten verkennen we de omgeving en vinden twee grote kaakbeenderen met tanden en een hele ruggengraat. De vraag is alleen van wie.

We springen weeral op de fiets en stoppen bij het eerste kerkje in Hangvar om de afwas te doen en onze watervoorraad bij te vullen. Daarna naar Tingstade. In Tingstade zwemmen we in het meer, wassen ons en lunchen in ‘t zonnetje.

Dan weer op weg. Deze keer langs de grote baan, maar zo vorderen de kilometers wel snel. Eenmaal in Visby terug is het moeilijk om met onze kar te manoeuvreren. We plaatsen onze bagage in de ferryhal, brengen onze fiets terug en gaan richting stadje.

Nog langs de kerkjes en het middeleeuws marktje. Ook zijn we nog even toeschouwer van een middeleeuws paardenspektakel.

We brengen de rest van de tijd door in een keldercafé-restaurant-nachtclub. Omdat het nog vroeg is, vinden we een perfect plaatsje om de massa te observeren. Rond 1 uur vertrekken we richting boot.

Terug naar Stockholm

Ontbijten aan het water in Riddarsholmen

Om half zeven komen we aan in Nynäshamn en nemen de trein naar Stockholm, waar we aan het water in Riddarsholmen ontbijten. Dan op de trein naar Nyköping. Daar laten we onze bagage achter om door het stadje te wandelen. Mooie rivier, een concert in ‘t kasteel maar voor de rest niet veel te zien.

We nemen de bus naar Skavsta airport. Onze zoektocht naar een slaapplaats levert een slang op. Waarschijnlijk een ringslang, niet giftig dus. Iets verder vinden we een mooi slaapplekje. ‘t Is van hier maar tien minuutjes wandelen naar de luchthaven.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win