×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Motorreis door Zuid-Afrika

Van Kaapstad naar het Krugerpark en terug

Reisverslag: Peter van Boheemen
Foto's: Peter van Boheemen

Per motor van Kaapstad via Oudtshoorn, Graaff-Reinet, Drakensbergen en Blyde River Canyon naar het Krugerpark, waar de leeuwen zich niks aantrekken van de verkeersdrukte die ontstaat nadat ze zijn ontdekt. De route terug volgt meer de Indische Oceaan: kanoën tussen nijlpaarden op het St. Luciameer, via Port Elizabeth naar de prachtige kustwegen van de Tuinroute en langs L’Agulhas en de pinguïns van Boulders Beach naar Kaap de Goede Hoop.

Mijn 6-weekse motorreis door het zuidoosten van Zuid-Afrika begint in Somerset West, een dorp net onder Kaapstad. Hier huur ik een Yamaha XT 660 Ténéré. Links rijden is alweer lang geleden maar het went snel.

Ik kan het niet laten op weg naar Robertson een stukje om te rijden via het plaatsje Gouda, omdat ik daar in Nederland vlakbij woon. Het laatste stuk richting Gouda is lang, saai en recht. Het stadje ligt er desolaat bij maar ik heb mijn foto met ‘Welcome to Gouda’. De verdere route naar Robertson is gelukkig leuker, met meer bochten, rotswanden en wijngaarden.

De camping in Robertson ligt wat afgelegen maar wel mooi langs de Breerivier. Ik heb de tent nog niet staan of ik word door de buren uitgenodigd voor het avondeten. Ik krijg een stoofpot met draadjesvlees en ik kom ook spruitjes tegen. Na een gezellige avond mijn tentje in voor een heerlijke nachtrust.

‘s Ochtends zijn mijn buren, enthousiaste vissers, alweer druk bezig met hun hobby en hebben de eerste vis al op het droge. Ik stel voor het beest voor het ontbijt te prepareren. Maar nee, het dier gaat netjes terug in het water.

Oudtshoorn en omgeving

Off the road naar het eindpunt van Die Hel

De bagage gaat weer op de motor en ik neem route 62 verder oostwaarts naar Oudtshoorn. Het begint al heel fraai in de Kogmanskloof, waar de weg dwars door de rotsen is gehakt. Het is verder een heerlijk rustige weg met strak asfalt door een glooiend groen landschap.

Nabij Oudtshoorn passeer ik de nodige struisvogelfarms. De dieren kijken onbenullig over de afrastering als ik een foto van ze maak.

In Oudtshoorn heeft de GPS de camping snel gevonden. Ik wil hier een paar dagen blijven, want er is veel moois te zien in de omgeving.

Ik rijd eerst noord­waarts naar de Schoemans­poort, een pas door Swartberg. Fijn sturen door het berglandschap. Later wordt de weg onverhard en de uit­zich­ten steeds mooier.

De gravelweg wringt zich prachtig tussen de rotswanden door naar het dorpje Prince Albert waar ik ga tanken. Daarna een stuk terug voor de afslag naar de Gamkaskloof, die ook Die Hel wordt genoemd. De weg is goed te berijden al is het best wel steil en zijn er veel haarspeld­bochten.

De omgeving is rotsachtig met wat grove struiken en veel kleurige bloemen. Het off the road rijden went weer snel. Ik moet een paar keer door het water van een kleine bergstroom en het wordt wel wat warm. De koude cola op het eindpunt van Die Hel doet me dan ook goed. En dan het hele stuk weer terug.

Een kleine 30 kilometer van Oudtshoorn liggen de Cangogrotten, een enorme toeristentrekker. Niet minder dan 250.000 mensen per jaar bezoeken deze druipsteengrotten, waar je alleen onder begeleiding van een gids in mag. Ondanks de massale toeristenstroom zijn de grotten twee eeuwen na ontdekking nog altijd heel indrukwekkend.

Er zijn zes grote zalen in de grotten. De gids weet het steeds spannend te houden door pas op het laatste moment het licht te ontsteken, waarna de oh’s en ah’s door de ruimtes echoën. Na een uur zien we het daglicht weer.

Terug in Oudtshoorn loop ik naar de Cango Wildlife Ranch, een kleine maar goed verzorgde dierentuin. Ik ben net op tijd voor de rondleiding langs de roofvogels, luipaarden en tijgers. Spectaculair is het krokodillen voeren, waarbij de dieren hoog uit het water torenen om de versnaperingen van de oppasser op te snoepen.

‘s Avonds bezoek ik de plaatselijke pub. Ik blijf er als laatste klant hangen. Eigenaar Joppie heeft dan ook wel wat te vertellen: nadat zijn 17-jarige dochter aan kanker overleed liep hij in 2011 en 2012, een ziekenhuisbed voor zich uit duwend, in een jaar tijd 5200 kilometer door Zuid-Afrika om zo geld en aandacht te vragen voor deze ziekte. De vele krantenknipsels op het prikbord getuigen van deze stoere daad.

Oost-Kaap en Drakensbergen

Bloeiende cactussen in de Vallei van Verlatenheid

Ik verlaat Oudtshoorn richting Graaff-Reinet, dat in de halfwoestijn van de Karoo ligt. Als ik de rechte strepen op de kaart zie verwacht ik een saaie route maar dat valt best mee. Wel weinig bochten maar het uitgestrekte landschap en de stralend blauwe lucht maken veel goed.

Na 300 kilometer eet ik wat in Aberdeen. Ik verlaat de provincie West-Kaap en kom in de provincie Oost-Kaap. In Graaff-Reinet is de stoffige camping snel gevonden.

Graaff-Reinet werd in 1786 gesticht als vierde blanke nederzetting in Zuid-Afrika en telt naast een grote Nederduits Gereformeerde Kerk uit de 19e eeuw veel woningen, straten en gebouwen uit de Victoriaanse tijd.

Graaff-Reinet wordt bijna helemaal omringd door het Candeboo National Park, met daarin de Vallei van Verlatenheid. Na het betalen van entree bij de ingang rij ik naar de rand van de canyon voor een wandeling van 45 minuten langs grillige rotsformaties en duizelingwekkende dieptes. Maar ik zie ook lieflijke bloementjes en bloeiende cactussen.

Een dag Graaff-Reinet is voldoende. Ik reis verder oostwaarts naar Maclear. De wegen zijn weer uitgestrekt en verlaten. Verkeersborden waarschuwen voor de ‘potholes’. Het zijn (soms grote) gaten in het asfalt. Erg verraderlijk. Daarnaast zijn er ook schapen, geiten en ander vee dat gewoon oversteekt zonder uit te kijken. Ook rij ik kilometers lang over gravelwegen waar je alleen maar af en toe een boerderij tegenkomt.

In Maclear is geen camping, dus overnacht ik in een bed & breakfast. Geen punt, het miezert toch. De volgende ochtend klaart het op en zet ik mijn toch door het glooiende landschap voort. Richting Drakensbergen, in KwaZoeloe-Natal, wordt het weer donker. Eerst valt wat lichte regen, daarna echte regen, waardoor ik voor het eerst mijn regenpak aan moet trekken.

Van mijn plan om in de Drakensbergen te kamperen zie ik af. In neem een hotel in Mooi River. Ook de volgende ochtend is het bewolkt en wat miezerig. Maar het knapt zo op dat ik in Bergville besluit richting camping te rijden. Na de registratie voor het Royal Natal National Park bouw ik het tentje op op een grote frisgroene camping.

Er zijn hier veel wandelroutes. Hoewel het licht miezert begin ik aan een korte wandeling naar de Tiger Falls. De waterval is niet echt indrukwekkend en ik loop nog een stukje door. De miezer wordt dichte mist en het gaat echt regenen. Als ik ook nog een donderklap hoor weet ik genoeg: rechtsomkeert. Maar ik ben al veel te laat. Hagelstenen en grote natte kledders regen doorweken mij ondanks mijn regenjack.

Aan het einde van het wandelpad word ik aangesproken door een vriendelijk gezin dat mij uitnodigt om vanavond mee te eten. Erg gezellig en ook interessant om te horen hoe het dagelijks leven is in Zuid-Afrika, met al z’n problemen en geschillen tussen arm en rijk en blank en zwart.

De volgende dag wandel ik weer naar de Tiger Falls, maar nu in de zon. Zonder mist en regen ziet de natuur er toch een stuk fraaier uit! Nu zijn er heldere vergezichten over Drakensbergen en de regen heeft er wel voor gezorgd dat alles er frisgroen uitziet en de bloemen in bloei staan.

Ik besluit de wandel­route naar ‘Policeman’s Helmet’ te volgen, een grote vrijstaande rots die de vorm heeft van de helm van een Engelse bobby. Op de terugweg nog een paar spatten regen maar het regenjack hoeft maar 5 minuten aan. Terug op de camping hoor ik dat het daar gestortregend heeft.

Net als ik wat eten wil klaarmaken komt er een jongen naar mij toe die vraagt of ik met zijn familie wil mee-eten. Ik word hier wel verwend! Het is een enorm gezin. Pa en ma hebben maar liefst 10 kinderen in leeftijd variërend van 15 tot 31. De vader wijt het aan de vele verhuizingen van het gezin: iedere keer wanneer ze verhuisden kwamen er weer een paar kinderen bij.

Ondanks alle gastvrijheid op deze camping ga ik weer verder. Tent op de motor en rijden. Het is weer zo mooi dat ik al snel stil sta voor een foto van het knalblauwe bergmeer Sterkfonteindam.

Ik rij aardig wat kilometers noordwaarts door de provincie KwaZoeloe-Natal, vaak over onverharde verlaten wegen met alleen af en toe een boerderij. Langs de weg staan soms reusachtige agaven met metershoge bloemen.

Mpumalanga

Panoramaroute door de Blyde River Canyon

In het plaatsje Volksrust, net over de grens van Mpumalanga, vind ik een kamer voor een nacht. De route gaat de volgende dag verder over de kaarsrechte N11 van Amersfoort naar Ermelo. Daarna wordt het wat spannender, over lange bochten door de bergen. Even mezelf door het warme en drukke Nelspruit worstelen en dan opnieuw bochtjes draaien door de bergen.

In Hazyview is een camping waar ik een paar nachten mag blijven. Daarna is alles gereserveerd. Nu ben ik de enige kampeerder. Maar niet eenzaam, want in het bijbehorende barretje komen ‘s avonds wat lokalen drinken.

Er is veel te zien in de buurt. Alles bereikbaar via veel bochtige bergpassen. En dat is leuk op de motor. Ik ben niet de eerste die dat ontdekt, want in Sabie zijn er heel wat motorrijders voor een kop koffie tijdens hun zondagsritje.

Dan volgt de eerste toeristentrekker langs de Blyde River Canyon Panoramaroute die ik volg: Gods Window, een uitzichtpunt over de Blyde River Canyon. De Pinnacle, een 30 meter hoge kwartsietzuil waar bovenop struiken en bomen groeien, steekt boven alles in het dal uit. Het dal zelf ziet groen van de grote boomvarens.

Ik stuur de Yamaha verder noordwaarts over de R532. De weg gaat door dennenplantages tot ik uitkom bij de Blyde River Canyon. Deze bestaat uit rode rotsen waar wat plukjes groen op groeien. Een riviertje perst zich zich hier doorheen. Op het mooiste en hoogste punt is een stijlvolle brug gemaakt.

Vanaf die brug kun je de diepte in turen en het riviertje onder je door zien razen. Een machtig natuurspektakel.

Helm weer op en motorjack weer aan, want moeder natuur heeft hier nog meer moois te bieden. Dat zijn de Drie Rondavels, leistenen heuvels die zijn geërodeerd in de vorm van de ronde huisjes op het platteland hier die rondavels worden genoemd. Wanneer je entree betaalt kun je een weggetje op waar vanaf je het mooiste uitzicht hebt op deze drie ronde rotswanden.

Na al dit toeristentrekkersgeweld nog een fijne motortoertocht met als hoogtepunt de Long Tom Pass die vol zit met scherpe bochten.

Krugerpark

Verkeersdrukte rond de leeuwenfamilies

De dag begint al om 5 uur. Ik heb een safari naar het Krugerpark geboekt en de jeep komt me al vroeg afhalen. Bij de ingang van het Krugerpark staat al een file. De georganiseerde jeeps krijgen voorrang en mogen naar voren rijden.

Bij de receptie trekken de rangers een sprintje om als eerste toegangskaartjes te kopen. Onze ranger wint, zodat we als eerste het Krugerpark inrijden. Al snel zien we zebra’s, giraffen en hertachtigen, zoals een nyala. Ook spot ik de eerste olifant en een blauwe gnoe.

De rangers houden elkaar steeds goed op de hoogte van wat er allemaal te zien is, met als resultaat dat er bijna gebrek aan parkeerruimte is als er leeuwen worden gespot. De leeuwenfamilies kijken wat lui om zich heen en zijn niet onder de indruk van de verkeersdrukte.

Ook in het water zitten beesten, zoals waterbuffels, nijlpaarden en krokodillen. Hoogtepunt vind ik de neushoorn die we tegenkomen. Het kolossale dier steekt de weg over en kijkt wat sullig om zich heen en heeft blijkbaar geen weet van z’n charisma.

Maar ook kleine dieren kunnen aandacht trekken, zoals een schildpadje dat de weg oversteekt of de ijsvogel die ik tijdens de lunch spot.

Om vier uur ben ik weer op de camping. Omdat de camping voor morgen is volgeboekt vertrek ik naar Sabie, een dorp even verderop. Er is hier een backpackers­hotel met een klein grasveldje waar ik mijn tent opzet.

Sabie is een gezellig dorpje met wat barretjes en restaurantjes. Er zijn ook wat watervallen in de buurt. Ik kies voor de Horseshoewaterfall die op loopafstand moet zijn. De waterval blijkt echter veel verder dan de GPS aangaf. Hoewel het een mooi stuk natuur is, is de waterval niet spectaculair te noemen.

‘s Avonds zijn er wat jongeren aan het barbecueën. Aardig als Zuid-Afrikaanders zijn komen ze met een heel bord vol vlees en worstjes aanlopen, met het excuus: ‘We waren je bijna helemaal vergeten.’ Daarna ook nog gezellig bier gedronken met de jeugd.

Er is nog genoeg te doen in de buurt. Maar als ik met de motor op pad ga ploft het ding ineens uit en ik krijg het niet meer aan de gang. De verhuurder regelt dat een motorzaak uit Nelspruit mij en de motor komt halen. Ik overnacht in een heel gezellig backpackershotel. Dat is wel weer fijn want verder is er niet veel in Nelspruit. Van een centrum kun je nauwelijks spreken en in de regen doet de stad nog troostelozer aan.

St. Luciameer

Kanoën tussen nijlpaarden en krokodillen

Het Krugerpark was het noordelijkste punt van mijn reis. Ik ga vanaf hier terug naar het zuiden, maar dan via een route dichter langs de kust.

Eind van de middag vind ik in Vryheid een mooie kamer in Rita’s Guesthouse. Wanneer ik in het sfeerloze stadje wat ga eten merk ik al snel dat hier geen levendig oud en nieuw gevierd zal worden. Ook de bar in het guesthouse is gesloten. Geen probleem. Ik kijk wel vuurwerk op tv. Die kun je tenminste nog wat zachter zetten wanneer het geknal je teveel is.

Onder de zonnestralen rij ik verder zuidoostwaarts. De openbare weg R618 loopt gewoon dwars door het wildreservaat Hluhluwe-Imfolozi Park. Ook met de motor mag je erdoor. Er is wel een strenge snelheidsbeperking van 60 kilometer per uur. Ik ben geloof ik de enige die zich daar aan houdt. Desondanks zie ik geen wild.

In St. Lucia zet ik mijn tent op in de schaduw van een boomgaard bij Budget Backpacker. St. Lucia is vooral bekend door het gelijknamige meer. Het maakt deel uit van het iSimangaliso Wetland Park en is het grootste meer van Zuid-Afrika.

Ik boek ‘s ochtends een bootreisje en kan om tien uur al mee. Al snel zien we kanariegele vogels die mooie nesten hebben geweven in het riet. De krokodillen zijn ook snel gevonden en wanneer de boot verder vaart zien we nijlpaardenfamilies.

Hoewel het agressieve dieren kunnen zijn blijft het een heel lief gezicht hoe de nijlpaarden met hun kraalogen boven de waterspiegel uitkijken. Het wordt indrukwekkend wanneer ze hun enorme bek wagenwijd opentrekken. Verder zien we op de blubberige wal kleine rode krabben die met toegeworpen boomblaadjes uit hun holletje worden gelokt.

Om meer van het St. Luciameer te zien boek ik een kanotochtje. Met wat andere toeristen en een gids peddel ik rustig over het water. Niet zo spannend allemaal. Hoewel, we varen wel langs twee krokodillen. Net nadat de gids heeft verteld dat er afgelopen jaar nog een visser is gepakt…

‘Wel een beetje eigen schuld hoor’ voegt hij er nuchter aan toe. ‘Je moet ook niet in het water gaan staan. Wanneer je een vis aan de haak hebt geslagen komt de krokodil nu eenmaal op het geluid van het gespartel af.’ Dus laten wij de kano’s zo geruisloos mogelijk langs de vervaarlijke reptielen glijden.

Van St. Lucia naar East Londen

Grafstenen uit de Boerenoorlog op Mandela's geboortegrond

Van St. Lucia rij ik over mooie afwisselende wegen naar Eshowe; soms asfalt, soms grind, wat heuvels, langs akkers en door bossen. Van Eshowe rij ik door naar de kust waar ik in Zinkwazie Beach een camping vind.

Zinkwazi Beach is leuk piepklein badplaatsje met maar een strandtent en een kleine supermarkt. Ik blijf ook maar een dagje hangen. Er moeten hier restanten zijn van twee Zulu-forten maar die kunnen ik en de GPS niet vinden.

Het enige wat ik zie dat herinnert aan de Zulu-geschiedenis is een begraafplaats tussen de akkers. Op witgekalkte grafstenen staat het opschrift ‘here rests a brave British soldier’. Zij sneuvelden eind 19e eeuw tijdens de Boerenoorlog tussen de Britten en de Zulu’s.

Ik heb geen zin in Durban, dus volg ik de R 614 het binnenland in. Het is een verrassend mooie weg over heuvels en door rietsuikervelden. Dan is Pietermaritzburg wel even wat anders: een drukke stoffige warme stad. In het aardige Msunduzi-museum is naast wat prehistorie ook recentere historie te zien, over Mandela en de apartheid.

Ik ben snel weg uit Pietermaritzburg en stuur weer lekker door het Zuid-Afrikaanse landschap. Voordat het te warm wordt huur ik in Umzumbe een klein houten hokje tussen het groen.

Leuk voor een nacht, want ik ga weer verder door het fraaie boerenland met mooie uitzichten, boerderijen en rondavels. De typerende ronde huisjes lijken hier met de losse hand over het land te zijn uitgestrooid.

Eindpunt vandaag is Mthatha. Hier is een Nelson Mandela-museum en 30 kilometer verderop is Qunu, de geboorte- en begraafplaats van het voormalig staatshoofd. Een kamer is snel gevonden. Het museum geeft meer problemen: dat is gesloten wegens een grote verbouwing.

Dat betekent dat ik niets meer te zoeken heb in Mthatha en de volgende dag doorrij naar Qunu, waar ook een museum is over Nelson Mandela en het ANC. Ik word zeer hartelijk ontvangen en naar een zaal met de nodige foto’s, teksten en propaganda­materiaal begeleid. Het stelt allemaal nog niet zoveel voor maar ook hier wordt driftig gewerkt aan uitbreiding van het museum.

Vanaf het museum zie je in de verte het huis van de familie Mandela. Volgens de reisgids kun je het bezoeken en er foto’s maken. Maar er is veel veranderd nu Mandela hier is begraven. Als ik de motor neerzet op het verlaten parkeerterreintje voor het huis zie ik dat de hekken gesloten zijn. Een hartelijke politieagent komt tevoorschijn en vertelt dat Mandela hier op privégrond begraven ligt en dat de familie ervoor heeft gekozen geen bezoekers toe te laten.

Over de N2 reis ik door naar East Londen, waar alweer een flinke regenbui losbarst. Zodra het droog is loop ik naar de boulevard van East Londen. Door de zware bewolking ziet die er wat troosteloos uit.

Port Elizabeth

Addo Elephant Park en Schotia Game Reserve

Na een nachtje East Londen neem ik een weinig spannende route, waardoor ik op tijd in Port Elizabeth ben. Daar boek ik meteen een safari naar het Addo Elephant National Park en het Schotia Private Game Reserve.

‘s Middags even over de boulevard die er best wel mondain uitziet maar niet echt sfeer kent. Het oude centrum van Port Elizabeth telt nog wat historische gebouwen, al is het niet veel. In Donkin Street staan Victoriaanse rijtjeshuizen die de status van rijksmonument hebben.

De hoofdingang van het Addo Elephant National Park wordt geflankeerd door twee reusachtige olifantenschedels. Wanneer de bus het park inrijdt zien we meteen olifanten. Heel veel olifanten. Doordat het warm is hebben de dikhuiden zich verzameld in een blauw meertje waarin ze lekker badderen. Een prachtig schouwspel!

Bij een ander meertje hetzelfde tafereel. Daar zien we in de verte ook een buffel en jakhalzen. Zebra’s zie je altijd en overal, evenals de gnoes en hertachtigen zoals de tsessebe. Ik vind het landschap hier mooier dan in het Krugerpark. Groener en afwisselender met die blauwe meertjes.

De middag is voor het Schotia Private Game Reserve, het oudste particuliere wildpark van de Oost-Kaap. Veel kleiner dan het Addo Elephant Nationaal Park maar zeker zo aantrekkelijk. Zeker als we twee neushoorns zien, al zijn ze wel hun hoorn kwijt; eraf gezaagd door stropers.

De ranger vertelt dat stropers met helikopters de nationale parken in komen om neushoorns te doden en van hun hoorn te ontdoen. En dat alleen maar omdat er fabels rondgaan dat neushoornpoeder beter zou werken dan viagra. Er zijn zelfs mensen die menen dat je er een ziekte als kanker mee te lijf kunt gaan. Het is allemaal te triest voor woorden.

Laten we maar genieten van alles wat hier is, zoals een paar giraffen die relaxed liggen te herkauwen. De zakkende zon maakt het landschap steeds mooier, met gnoes in het zachte strijklicht. Als kers op de taart zien we net voor zonsondergang nog een leeuwenechtpaar.

Wanneer het echt donker is, is het tijd voor het diner in het bushrestaurant. Ik kijk er van op hoe snel men een groot kampvuur heeft ontstoken. De rangers zijn nu ineens obers en scheppen de borden vol. Een smaakvolle afsluiting van een mooie dag.

Ik blijf nog een dag in Port Elizabeth voor een bezoek aan het Bayworld Museum Complex, een combi van museum, reptielenhuis en zeehondenshow. Eerst bekijk ik de slangen en andere reptielen. De krokodillen worden net gevoerd. Met wild gespetter happen ze het toegeworpen voedsel weg.

In het natuurhistorisch museum zijn veel skeletten te zien. Zelfs van een mens, maar indrukwekkender is het walvissenskelet dat aan het plafond hangt. Buiten vertonen zeehonden kunstjes.

De Tuinroute

Opvangcentra voor geredde olifanten, apen en vogels

Ik volg de kust weer zuidwaarts op m’n motor en zit nu op de Tuinroute, een gebied met een mild zeeklimaat dat langs de kust loopt van Port Elizabeth in Oost-Kaap tot Mossel Bay in West-Kaap.

Ik weet de N2 steeds te ontwijken en rij meestal over de R 102 die er vaak parallel aan loopt. Prachtig is de route over de Grootrivier Pass, met eindeloze uitzichten over de ruige kust en de Indische Oceaan.

In Plettenberg Bay is een leuk hotel met een ontspannen tuin met hangmatten en een grasveldje voor kampeerders. In de omgeving ligt het Elephant Sanctuary, waar je met een olifantenslurf in je hand een stukje kan wandelen. Het lijkt me wat kinderachtig. Toch besluit ik erheen te gaan. En toegegeven: ik vind het leuk!

We worden mee­genomen naar drie olifanten die gered zijn uit Botswana en het Krugerpark. We lopen met de olifanten en kunnen alles van dichtbij bekijken en we mogen overal aanzitten. De binnenkant van de slurf voelt als snot, de wimpers als staaldraadjes en de zool als de ruwe kant van hardboard.

Met een blik in de bek van de olifant zien we de enorme kiezen van dichtbij. Als afsluiter mogen we ze appeltjes voeren waardoor we drie tevreden olifanten achterlaten.

Bij Plettenberg Bay ligt ook Monkeyland, een reservaat waar apen afkomstig uit de hele wereld vrij kunnen leven. Het zijn verweesde of als huisdier verwaarloosde apen die hier weer op een natuurlijke wijze verder kunnen leven.

De gids vertelt hoe verbazingwekkend gemakkelijk het is om apen uit de hele wereld te importeren. Wanneer een toerist in Brazilië een aap koopt zorgt de verkoper ervoor dat het dier in Zuid-Afrika komt. Hoe ze het doen is een raadsel, wellicht met de nodige steek­penningen, maar ze krijgen het voor elkaar.

Direct naast Monkey­land ligt The Birds of Eden, een vogelpark van dezelfde eigenaren en met dezelfde opzet als Monkeyland. Over een stuk bos van 23.000 m2 is een tot 50 meter hoog net gespannen waardoor de grootste volière ter wereld ontstaat, waar uit foute vogelkooien bevrijde vogels vrij rond kunnen fladderen.

Vaak kun je de veelal kleurige vogels van heel dichtbij spotten. Via in totaal 2 kilometer lange rolstoelvriendelijke houten bruggen kun je door de mega-volière lopen. Er leven maar liefst 3.500 vogels van 280 verschillende soorten. Aan het eind van de wandelbruggen zijn er vijvers, waardoor er ook ruimte is voor watervogels.

L'Agulhas en Kaaps Schiereiland

Pinguïns poseren professioneel voor de foto

Als ik wil vandaag naar L’Agulhas wil moet ik wat kilometers maken. Maar het rijdt snel over de hoofdweg N2 en het is fijn om ‘afslaan na 45 kilometer’ op je navigatie te lezen en wanneer je dat hebt gedaan weer ‘afslaan na 55 kilometer’. Heerlijk die ruimte hier.

Richting Bredasdorp is het wat desolaat maar in L’Agulhas is er weer wat leven. L’Agulhas ligt bij het zuidelijkste punt van Afrika. Er staat een vuurtoren met bijbehorend museum. Via steile trappen kun je naar boven en dan zie je het zuidelijkste punt al in de verte liggen. Over een houten steiger loop je er naartoe.

Het zuidelijkste punt is niet meer dan een rots waar een plaquette op is geplakt. Hier ontmoeten de Indische en de Atlantische oceaan elkaar. Ik loop een stukje door naar een scheepswrak maar daar is niets aan te zien. Het is niet meer dan een stuk roest.

Tijd om verder te rijden. Terug naar Bredasdorp, dan richting Hermanus en daar de geweldige kustweg naar Kaapstad op. Strak asfalt slingert langs rotswanden en de ruige kust. Stralend blauwe lucht en een heerlijke temperatuur. Ook de architect van deze weg is zich bewust geweest van de schoonheid, want er zijn veel parkeerplekjes gemaakt om even te genieten van de adembenemende uitzichten. Ik ben geneigd bij elke parkeerplaats te stoppen.

Vanaf Muizenberg wordt het druk. Tot Boulders Beach rij ik door de drukte van de agglomeratie van Kaapstad. In Boulders Beach zet ik voor de laatste keer deze reis mijn tent op.

Het is een stukje lopen van de camping naar de baai van Boulders Beach, waar de beroemde kolonie Afrikaanse pinguïns leeft.

Vanaf een rots op gepaste afstand bekijk ik de dieren. Ze blijken echter totaal niet mensenschuw. Even later komen ze mijn richting uit gezwommen en op minder dan een meter afstand waggelen ze gezellig voorbij. Vier staan zelfs professioneel op een rij voor me te poseren voor een foto.

Ik heb nog een dag om het Kaaps Schiereiland te bekijken en rij naar het wereldberoemde Kaap Die Goeie Hoop. Een alweer heerlijke kustweg brengt mij naar Cape Point, waar een grote parkeerplaats vol staat met touringcars. Het is een stukje omhoog lopen naar de vuurtoren voor het uitzicht op het meest zuidwestelijke puntje van Afrika.

Van de vele toeristen hier zijn er maar weinigen die het mooie wandelpad naar de kaap belopen. Eerst over houten steigers en dan over rotsige paden. Vanaf de top afdalen via een trap en uiteindelijk ben je bij het geel beletterde bord ‘Kaap Die Goeie Hoop’.

Voor de laatste keer ontbijt voor de tent. Dan inpakken voor het laatste ritje naar Summerset West waar ik de motor moet inleveren. En dat doet toch even pijn na zes weken. Maar ik mag nog niet echt verdrietig zijn, want ik heb nog een week Kaapstad in het vooruitzicht voordat ik afscheid moet nemen van dit fantastische land.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win