×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Noord-Thailand

Gouden Boeddha's en stoere wachters

Reisverslag: Angélique Woudenberg
Foto's: Angélique Woudenberg

In o.a. Ayutthaya, Phitsanulok en Bangkok zitten en liggen enorme Boeddhabeelden. Vaak zijn ze van goud. Vervaarlijk uitziende wachters houden demonen buiten de gebouwen waar relikwieën van Boeddha liggen. Maar Thailand heeft meer te bieden. Gelukkig, want ooit slaat de tempelmoeheid toe. Er zijn mooie landschappen, (drijvende) markten, de River Kwai en interessante bergvolken. Je kunt rondreizen per boot, ossenkar, fietstaxi en olifant.

Het is nog vóór 7 uur ‘s ochtends als we na 11 uur vliegen in Bangkok aankomen en het eerste wat ons opvalt is de hitte en het drukke verkeer van auto’s, taxi’s, bromfietsen en Tuk Tuks. De meeste Thai hebben een neus- en mondkapje om en dat vinden we niet zo vreemd met deze luchtverontreiniging.

We rijden naar onze eerste verblijfplaats, de oude hoofdstad van Siam, Ayutthaya. Na de lunch bezoeken we een aantal tempels die in Thailand ‘Wat’ worden genoemd. We bezoeken de Wat Mahatat en de Wat Chai Watthanaram.

We zien als eerste heel veel ruïnes van tempels waarvan de meesten aan het vervallen zijn of zijn verwoest door de Birmezen die bijna alle Boeddhabeelden hebben onthoofd.

We leren een aantal gebaren van de diverse Boeddhabeelden; een liggend Boeddhabeeld symboliseert de weg naar ‘Nirvana’ oftewel de verlichting en als een Boeddha in de lotushouding zit, dan wijst de rechterhand naar de aarde en de linkerhand rust in de schoot.

Deze houding zullen we tijdens deze reis vaker zien.

Kanchanaburi (River Kwai)

Voor elke biels van de spoorlijn viel een dode

Na het ontbijt verlaten we de oude hoofdstad richting Kanchanaburi waar we als eerste een stop maken bij het oorlogskerkhof. Hier liggen honderden krijgsgevangenen, waaronder Nederlanders, begraven die onder dwang van de Japanners aan de Birma-spoorlijn gewerkt hebben.

 

Nadat het Japanse leger in de tweede wereldoorlog Thailand en Birma (het huidige Myanmar) had bezet, ondervond het problemen met de bevoorrading van de troepen in Birma. De Japanse regering besloot daarom dat er een spoorlijn tussen Thailand en Birma moest worden aangelegd. Daarvoor werden geallieerde krijgsgevangenen ingezet die de ca. 415 km lange spoorlijn moesten aanleggen.

Echter de brug die wij zien is niet de oorspronkelijke brug en is niet zo indrukwekkend als in de film ‘Bridge over the river Kwai’. Men zegt dat er voor elke biels een dode viel.

Om een indruk te krijgen onder welke omstandigheden de krijgsgevangenen leefden en werkten, bezoeken we het JEATH-museum in Kanchanaburi. We zien foto’s, krantenartikelen en schilderijen van de krijgsgevangenen die uit Japan, Engeland, Australië en Thailand en Holland kwamen. De naam JEATH is dus samengesteld uit de eerste letters van de landen waar de krijgsgevangenen vandaan kwamen.

We lunchen op de River Kwai op een vlot dat wordt voortgetrokken door een motorbootje. We varen onder de beroemde brug over de River Kwai, langs drijvende hotels, drijvede restaurants en discoboten waar karaoke-shows worden gehouden.

Het zijn overdekte vlotten met megaboxen waaruit keihard muziek schalt en die men kan huren om al feestend de River Kwai af te varen. Een vreemd idee als je net de geschiedenis over de brug hebt gehoord en het oorlogsmuseum hebt bezocht.

We rijden daarna naar station Wang-Po waar we op de trein stappen voor een 3e klas treinritje over de originele Birmaspoorlijn. Het is een hele ervaring om een tochtje in deze trein te maken.

Damnoen Saduak - Bangkok

Met een longtailbootje naar de drijvende markt

We gaan vandaag eerst met een longtailbootje naar de drijvende markt in Damnoen Saduak. We varen als een speer door de klongs waardoor we helaas niet echt van de omgeving kunnen genieten.

De drijvende markt is helaas een grote toeristische trekpleister waar meer souveniers dan handelswaren worden verkocht.

Voordat we in Bangkok arriveren, nemen we een kijkje op een kokosplantage en in het huis van een Thaise familie. Voor het huis van de familie zien we verschillende geestenhuisjes op een rij.

Deze huisjes moeten de geesten gunstig stemmen en de kwade geesten weghouden. Elke dag worden er offergaven, verse bloemen en wierook bij het geestenhuisje gelegd. De geestenhuisjes zien we bijna overal ook voor hotels.

‘s Middags kunnen we op eigen gelegenheid Bangkok ontdekken. We gaan als eerste naar Chinatown. Onze eerste indruk van de Chinese wijk; rommelige straten, gekken op de weg, chaotisch verkeer, smog en lawaai.

Het is een heel avontuur om hier de straat over te steken. Oversteken op een zebrapad? Dat betekent hier gevaar voor je leven.

We hebben gelukkig een visitekaartje van het hotel meegenomen, zodat we er zeker van zijn dat de taxi ons naar het juiste hotel brengt. Veel taxichauffeurs kunnen namelijk geen Engels lezen en op het visitekaartje staan de naam en adres van het hotel in het Thais.

De rit van Chinatown naar het hotel is ook indrukwekkend. We zien elke meter supergrote foto’s van koningin Sirikit en versieringen in de kleuren rood-wit-blauw, de nationale kleuren van Thailand. De chauffeur begroet elke foto met een buiging.

De koningin is op 12 augustus jarig en ter ere van haar verjaardag zijn alle gebouwen en straten versierd.

‘s Avonds maken we een diner-cruise over de Chao Praya Rivier waar we al etend kunnen genieten van de verlichte tempels zoals de Wat Arun en kunnen karaoken.

Bangkok

Het vieze rivierwater wordt gebruikt als afwaswater en douche

Na het ontbijtbuffet gaan we eerst naar de Wat Traimit waar we de Gouden Boeddha kunnen bewonderen. De Gouden Boeddha werd per ongeluk ontdekt toen ze het beeld wilden verplaatsen. Het beeld viel van de hijskraan waardoor er scheuren in het gips kwamen en het goud werd ontdekt. De gipslaag was aangebracht opdat de Birmezen het niet zouden stelen.

Het is een prachtig beeld, maar we moeten wel geduld hebben om een foto te kunnen maken.

Vervolgens gaan we naar het Koninklijk Paleis. Voor de ingang staan grote wachters en voordat je naar binnen mag, word je ‘gekeurd’ of je gepaste kleding en schoenen aan hebt. Dit betekent dichte schoenen (geen slippers), lange broek (de enkels moeten bedekt zijn) en bedekte schouders. We vinden het een beetje overdreven, omdat we daarna diverse Thai met teenslippers zien lopen.

Het eerste dat ons opvalt is al het bladgoud en versieringen op de diverse gebouwen. We leren dat het bladgoud door de monniken wordt aangebracht.

Rondom het Koninklijk Paleis zien we een chedi. Dat is een gebouw dat een relikwie van de Boeddha bevat, zoals een borstbeen. Op de chedi zijn diverse Ramakien-figuren geplaatst als bescherming van de chedi. Een Rama symboliseert namelijk het goede en is vaak afgebeeld met een donkergroen gezicht. Hij beschermt de chedi als het ware en houdt demonen tegen.

In het ommuurde complex van het Koninklijk Paleis bevindt zich ook de heiligste tempel van Thailand, de Wat Phra Kaeo. De buitenkant van de tempel is versierd met 112 gouden Garuda’s die slangen vasthouden. Een garuda is half vogel en half mens.

Voordat we de tempel kunnen betreden moeten we weer onze schoenen uit doen. In de tempel zien we een klein smaragden Boeddhabeeld.

We mogen onze voeten niet in de richting van Boeddha wijzen en daarom moeten we op onze knieën het beeld bewonderen. De smaragden Boeddha noemt men de Phra Kaeo. Dat verklaart de naam Wat Phra Kaeo.

We brengen vanochtend een bezoek aan de 46 meter lange liggende Boeddha in de Wat Pho. Naast de enorme Boeddha staan 108 bakjes waarin je geld kunt gooien. We zien een vrouw in elk bakje een muntje gooien, omdat het geluk schijnt te brengen. Helaas hebben we niet zoveel muntjes op zak.

We lopen nog een rondje door de tuin en vertrekken dan naar de Chao Praya rivier waar we een klong tour maken over deze belangrijkste rivier van Thailand.

De Chao Praya rivier heeft diverse stromen die klongs worden genoemd. We varen door het vieze water van de klongs met een longtailboot en onderweg zien we veel huizen op palen waar arme en rijke families naast elkaar wonen.

We kunnen ons niet voorstellen dat het vieze water wordt gebruikt als afwaswater en als douche.

De klong tour eindigt bij de Wat Arun die versierd is met duizenden porcelein scherven. We beginnen zo langzamerhand een beetje ‘tempelmoe’ te worden.

‘s Avonds verlaten we Bangkok en nemen we de nachttrein naar Chiang Mai. We hebben een luxe treinstel met airconditioning. De zitbanken worden ‘s avonds omgetoverd tot ligbanken met gordijntjes voor ieder bed. Na 13 uur rijden arriveren we in Chiang Mai.

Chiang Mai

Langs ambachtelijke werkplaatsen en fabriekjes

‘s Middags bezoeken we een aantal bedrijven in (de omgeving van) Chiang Mai. Allereerst bezoeken we een bedrijf in Bo Sang waar ze geheel met de hand sierparaplu’s maken.

We zien hoe zo’n parasol wordt gemaakt. De paraplu’s hebben een houten handvat, baleinen van bamboe en een scherm van geprepareerd rijstpapier, zijde of katoen waarop een patroon wordt gezet.

Ik heb ook een persoonlijk patroon op mijn tas laten zetten. Dit wordt gedaan met een klein puntzakje verf met onderin een klein gaatje, waarmee ze in korte tijd mooie schilderingen kunnen maken. We kopen in de winkel achter de werkplaats een handbeschilderde paraplu.

Vervolgens bezoeken we een handwerkatelier waar lakwerk wordt gemaakt. De bamboe wordt versierd met zwarte of gouden bloemen of vlammen. Traditionele voorwerpen van lakwerk zijn doosjes voor sieraden.

Daarna gaan we naar een zijdefabriekje. We krijgen eerst de zijderupsen te zien die zich in een week volproppen met eten totdat ze een cocon worden. De cocons worden gekookt en hiervan spint men de zijde.

Als laatste bezoeken we de grootste juwelier van Thailand. We krijgen eerst een film te zien over edelstenen en krijgen daarna een persoonlijke verkoopster die ons een rondleiding geeft door de werkplaats. We zien hoe sieraden en beeldjes van natuursteen gemaakt worden.

Vervolgens worden we naar de showroom geloodst. Een grote hal vol met vitrines met sieraden van smaragd tot emerald. We kopen een klein olifantje, een armband en ketting van jade.

‘s Avonds bezoeken we de avondmarkt van Chiang Mai waar we voor het eerst kennismaken met de tjitjaks (een soort kleine groene hagedissen) en de Akha bevolking. De markt bestaat uit diverse stalletjes waar je niet alleen souveniers maar ook vervalsingen van merken kunt kopen.

Omgeving Chiang Mai

Olifantenrit, jungletour, raften en een rit met een ossenkar

We gaan vanmorgen naar een olifantentrainingskamp waar we zien hoe de olifanten worden gewassen en daarna tonen de olifanten diverse kunstjes voor de toeristen. We wisten niet dat olifanten ook konden voetballen, basketballen en mondharmonica spelen.

Dan volgt een rit op een olifant door de jungle. We zitten met z’n tweeën op een houten bankje en de mahout zit tussen de oren van de olifant met slagtanden. Wat is dat beest enorm groot.

Eerst lopen we in een rustig tempo door het water, over heuvels en dalen en dan opeens heeft onze olifant zin om even een ‘sprintje’ te maken. We geven hem maar een paar trossen bananen zodat hij zich weer even koest houdt.

Vervolgens varen we op een gammel houten bamboevlot over het bruine water van de Taeng rivier. Daarbovenop krijgen we nog een oncomfortabel ritje in een ouderwetse ossenkar die wordt voortgetrokken door twee slome ossen.

Onze laatste excursie van vandaag is een bezoek aan een orchideeënkwekerij. Deze bloemen komen het meeste voor in het noorden van Thailand en zijn de beroemdste bloemen van het land. Er is ook nog een afdeling waar we kleine siamese katten en honden kunnen zien. De siamese kat komt oorspronkelijke uit Siam, het huidige Thailand.

Naar de bergstammen

In een pick-up truck scheuren we naar boven

‘s Ochtends bezoeken we eerst de tempel op de berg; de Wat Doi Suthep in Chiang Mai. De tempel ligt op 1100 meter hoogte en we kunnen hem op twee manieren bereiken; met een kabellift of via een trap met 300 treden. We willen sportief doen en besluiten de trap te nemen.

Ik laat mij zegenen door een monnik. Eerst word ik besprenkeld met heilig water en de monnik zegt dan een gebed op. Ik krijg daarna een bandje, zeg maar touwtje, om dat vijf jaar geluk brengt. Ik mag het niet afdoen, het moet uit zichzelf van mijn arm afvallen. Ik vind het achteraf wel een beetje raar, omdat monniken geen vrouwen mogen aanraken.

In Chiang Rai stappen we over op de pick-up truck die ons naar de bergstammen brengt. We kunnen met acht man in een pick-up truck en scheuren naar boven de bergen in. We slingeren heen en weer waardoor we niet echt van het uitzicht kunnen genieten.

Zodra we in het dorp van de Akha-bevolking komen, worden we direct omringd door bedelende kinderen en vrouwen met rood- zwarte ‘tanden’ die ons armbandjes en tijgerbalsem proberen te verkopen. Het schijnt dat tijgerbalsem de muggen verjaagt.

Voor geld poseren de vrouwen voor een foto. Zij hebben bijzondere kleding aan en de hoofdtooi is versierd met een zilverkleurige (aluminium) muts. De kleur van de tanden komt door het roken van opiumpijpen.

Vervolgens bezoeken we de Yao-bergstam die oorspronkelijk afkomstig is uit Midden-China en zich kenmerkt door een rode bontmuts en sjaal. In het dorp zijn alleen maar vrouwen en kinderen aanwezig. De vrouwen staan met kraampjes langs de kant van de weg en proberen dezelfde souveniers te verkopen die je in heel Thailand kunt kopen. Er is helaas heel weinig van de oorspronkelijke cultuur te zien.

We scheuren verder de bergen in naar onze verblijfplaats Doi Mae Salong, waar voornamelijk Chinezen leven. Ons guest house ligt op een heuvel omringd door theeplantages.

‘s Avonds breekt een noodweer los; enge bliksem, onweer en stortbuien, maar dat is nog niet het ergste, onze slaapkamer stikt van het ongedierte, spinnen, tjitjaks en vlooien op mijn bed. Gelukkig is het maar voor een nacht.

Gouden Driehoek

Boottocht over de Mekong

‘s Ochtends gaan we eerst naar de Gouden Driehoek. Dit is het drielandenpunt waar Myanmar (Birma), Thailand en Laos samenkomen. Birma was de grootste producent van opium en Thailand was het smokkelland. De drie landen hadden wel verschillende muntsoorten maar voor de illegale handel in opium werd goud als betaalmiddel gebruikt, vandaar de naam Gouden Driehoek.

Vervolgens maken we een boottocht over de Mekong rivier tussen Thailand en Laos. Alle eilandjes in de Mekong rivier behoren tot Laos en bij één van deze eilandjes, Donsao eiland, stappen we uit.

Na betaling van 20 Bath per persoon, krijgen we een stukje papier met een stempeltje erop en mogen dan het eiland betreden. Er valt niet zoveel te zien; een paar souvenierwinkeltjes en een soort postkantoor waar we een paar ansichtkaarten versturen. We varen verder langs een casino van Birma en langs de grens tussen Birma en Thailand die is afgezet met zandzakken.

Onze laatste stop is het meest noordelijkste punt van Thailand, Mae Sai. Een druk, rommelig en chaotisch dorp waar we belaagd worden door bedelende mensen die er niet erg hygiënisch uitzien.

We zien hier ook de landgrens naar Myanmar, maar vanwege de toestroom van illegalen is deze grens tijdelijk gesloten. In dit dorp kunnen we ook het Opiummuseum bezoeken, maar daar hebben wij niet zoveel zin in.

Phitsanulok

Een oud verschrompeld mannetje fietst ons rond

We verlaten Chiang Rai en gaan eerst nog een tijd ‘zwieren en zwaaien’ door de bergen. Onderweg stoppen we bij een rijstfabriek waar we een rondleiding krijgen. Vlak voordat we in Sukhothai aankomen valt de regen met bakken uit de lucht. Daarom gaat het fietstochtje in het park van Sukhothai niet door, maar maken we een ritje in een toeristentram. Dit is trouwens de eerste keer dat we last hebben van de moesson.

‘s Avonds gaan we Phitsanulok verkennen en nemen we een fietstaxi. Een oud verschrompeld mannetje van een jaar of 60 brengt ons naar het winkelcentrum Topland.

We genieten van het fietstochtje, maar hebben tegelijkertijd ook medelijden met de man en geven hem een flinke fooi.

Pattaya

Een verguld Boeddhabeeld met een vlammenkrans rond het hoofd

Vandaag is het onze laatste excursiedag met de groep en bezoeken we eerst de Wat Phra Si Rattana Mahatat in Phitsanulok waar we het beroemde beeld van Sukhothai bewonderen; een verguld bronzen Boeddhabeeld met een vlammenkrans rond het hoofd. Ook hier moeten we weer de schoenen uit en schouders en kniën bedekken.

Om 8 uur precies begint een monnik aan een reeks gebeden. Het klinkt als gemompel door de microfoon. Het is genant. Een handjevol Thai luistert aandachtig naar de monnik en de toeristen schreeuwen er dwars doorheen. De tempelmoeheid begint toe te slaan.

We lopen vervolgens nog een rondje over de toeristische markt buiten de tempel en stappen dan in de bus voor de lange rit naar Pattaya.

De laatste vier dagen van onze vakantie rusten we uit in de ordinaire toeristische badplaats Pattaya.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win