×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Northern Territory, Australië

Per camper langs kloven, rivieren, bergen en watervallen

Reisverslag: Geja Rijsman
Foto's: Geja Rijsman

Het Northern Territory is 32 keer zo groot als Nederland, heeft slechts 200.000 inwoners maar tientallen beschermde gebieden, waaronder een groot deel van de onvruchtbare Outback met hoogtepunten als Alice Springs, Ayers Rock (Uluru), Katherine River Gorge, Kings Canyon, de Olgas (Kata Tjuta) en de MacDonald Range. De ruige natuur is prima per camper te verkennen.

We halen de volgende dag onze camper op en vertrekken naar Ayers Rock. Onderweg bezoeken we Rainbow Valley. Na de afslag naar Rainbow Valley verandert het asfalt in een grintweg vol kuilen. Op het laatste stuk zakken we zelfs diep in het zand.

Rainbow Valley blijkt te bestaan uit mooie rotspartijen die verschillen in kleur, afhankelijk van het ijzergehalte. Ervoor ligt een droog meer. Het geheel levert in ieder geval mooie foto’s. Onderweg naar Ayers Rock zien we regelmatig kangaroes: dood langs de kant van de weg.

Na de afslag naar Ayers Rock zien we voor het eerst levend wild langs de kant van de weg: een pikzwarte, in het zonlicht glanzende roofvogel. Waarschijnlijk is het een zwarte valk, wat een joekel. Dan krijgen we eindelijk Mt Conner en vervolgens Uluru en Kata Tjuta in zicht. Het is al donker als we aankomen op de camping van Yulura.

Ayers Rock en de Olga's

Je kunt minstens 150 kilometer ver kijken

‘s Morgens staan we vroeg op om de zonsopkomst op Uluru/Ayers Rock te bewonderen. Zoals verwacht kleurt de rots prachtig rood in het eerste zonlicht.

Vervolgens beklimmen we Ayers Rock. Het is bewolkt en we zien een kleine regenboog. Als we op de top zijn, is de bewolking bijna verdwenen en het uitzicht op de Olga’s (een groep koepelvormige rotsen), Mt Conner en andere bergen in de omgeving is prachtig. Je kunt minstens 150 kilometer ver kijken.

Na de beklimming rijden we naar de Olga’s, waar we een wandeling in een kloof tussen twee enorme Olga’s maken. De ene kant ligt in de zon en is oranje van kleur, de andere in de schaduw is meer bruin-rood. Diep in de kloof staan bankjes waar we een tijdje luisteren en kijken naar de leuke kleine vogeltjes die hier rondvliegen.

‘s Middags maken we een wandeling door de Valley of the Winds. Het is er mooi maar te druk bezocht. Het eerste stuk is de vallei in, daarna kun je om drie van de Olga’s lopen.

Kings Canyon

De dingo's janken en blaffen om ons heen

Het is de volgende ochtend nog vroeg als we op weg gaan naar Kings Canyon. Na een laatste blik op Uluru rijden we een regenbui tegemoet.

We tanken bij Curtin Springs en krijgen een jerrycan met benzine mee voor een aboriginal familie die 30 km verderop gestrand is.

Onderweg stoppen we als we twee grote roofvogels op iets (een koe?) zien zitten. Helaas vliegen zij snel weg. Dan zien we de aboriginals. Ze zijn blij met de benzine. De man vertelt dat ze gisteravond al gestrand zijn.

Tijdens de lunch zien we voor het eerst levende kangoeroes. Vijf stuks, maar ze staan wel achter een hek.

In Kathleen Springs stoppen we om een rondwandeling te maken. Aan het eind van de route is een poel waar een verhaal bij hoort in de trant van dat van Loch Ness, maar deze keer is het monster een slang.

Als we aan het eind van de middag aankomen in Kings Canyon maken we eerst in Kings Creek een wandeling over de rand van de Kings Canyon. Dat levert een prachtig zicht op de canyon en de omgeving.

Een hagedis laat ons heel dichtbij komen. Hij wordt alleen bang als er een schaduw op ‘m valt, dan zet ie ‘t op een lopen om iets verder weer stil te gaan zitten.

We overnachten in Kings Canyon Resort. De dingo’s janken en blaffen om ons heen. ‘s Nachts word ik wakker van vogels of vleermuizen die krijsend over ons dak scheren.

Palm Valley

1200 palmen krijgen water via ondergrondse bronnen

De volgende ochtend rijden we naar Palm Valley. Het nut van de 4WD bewijst zichzelf tijdens het geploeter over de rivierbedding. Maar wat een schitterende omgeving!

We rijden naar het uiteinde van de Valley en lopen daar de Mpulungkinya route. Daar staan 1200 palmen die water krijgen via ondergrondse bronnen. Tijdens het wandelen zien we wat kleine vogeltjes en één roofvogel die de klif boven ons afspeurt. Een korte klim brengt ons boven op de klif. Hier steken we dwars over om aan het eind weer af te dalen richting parkeerplaats.

De terugweg naar de camping lijkt nog steiler en hobbeliger dan de heenweg. Hoogtepunt vind ik het moment waarop ik een kangaroe of walibi spot. Hij zit niet echt dichtbij maar blijft wel zitten.

West McDonnall Ranges

Al van grote afstand kun je de bergen zien

Onze strakke planning brengt ons vanmorgen naar de West McDonnall Ranges. Het eerste stuk van de Namatjira Drive golft door kaal landschap. We nemen de 4WD route naar Gosse Bluff, waar een meteoorinslag te zien is. Al van grote afstand kun je de bergen zien die de plek van de inslag markeren.

Vanaf de Tyler Pass heb je een mooi uitzicht hebt op de Gosse Bluff. Onderweg naar het Mt Sonder-uitkijkpunt zien we onze eerste dingo. Zoals verwacht lijken ze erg op honden, maar de glanzende goudkleurige vacht geeft het beest toch wel een bijzondere uitstraling. Vanaf het uitkijkpunt kun je de de Finke river en de McDonnall Ranges mooi zien liggen.

De volgende stop is Glen Helen Gorge. We lopen naar de kloof die rondom een meertje ligt en lunchen met zeer luxe broodjes in het restaurant.

Aan het einde van de middag zoeken we een kampeerplek bij de Ormiston Gorge en lopen we naar de zandbank om het mooi uitzicht in de kloof te bekijken.

De volgende morgen rijden we naar Alice Springs. Onze eerste stop is de Serpentine Gorge, een smalle kloof, waar we naar toe lopen over een vlak pad. Onderweg houden de vogeltjes ons zoet. Ze cirkelen aan alle kanten om ons heen.

We stoppen ook even bij Ellery Creek Big Hole en Simpsons Gap. Ellery Creek Big Hole is een mooie kloof met een prachtige lichtinval. Bij Simpsons Gap valt vooral het bordje ‘Verboden te zwemmen’ midden in de zandvlakte op.

Vlak voor Alice Springs zitten vijf grote roofvogels in een boom langs de kant van de weg. Michael keert een eindje verder en benadert ze vervolgens heel rustig. Hierdoor voelen ze zich niet opgejaagd en blijven ze rustig zitten, zodat we alle tijd krijgen om ze te fotograferen. Na een stop voor boodschappen en lunch in Alice Spring gaan we snel weer op weg. Het is al donker als we op de camping in Tennant Creek aankomen. Daar vertrekken we de volgende ochtend weer vroeg. Over twee dagen hopen we in Bungle Bungles te zijn.

Onderweg is het landschap kaal en vlak. Veel roofvogels: valkjes en sperwers.

Na een paar uur wordt het wat rotsiger en heuvelachtiger. Even na Dumara slaan we af en nemen de Buchanan Highway. We zien een kangoeroe, die ons aanstaart als we draaien, maar dan snel achter ons de weg oversteekt. In het zonlicht kleurt hij prachtig rood.

Al snel zien we weer kangoeroes, eentje die de weg oversteekt en dan onder het hek door er vandoor gaat, daarna twee samen. De grootste blijft een tijdje zitten, maar als we dichterbij komen, vlucht hij. Aan de andere kant van het hek blijven ze ons aan zitten kijken tot we weggaan.

De volgende ochtend rijden we over een hoogvlakte waar vrijwel alleen hoog gras groeit. Er is nauwelijks verkeer. We fotograferen sperwers die vlak boven de weg cirkelen en witte papegaaitjes die opvliegen als ik naar ze toe loop.

Een eindje voor Old Halls Creek wordt het landschap heuvelachtig. We steken heel wat riviertjes over. Vlak voor Halls Creek nemen we de afslag naar China Wall, een ‘muur’ van witte steen, die net als de echte Chinese muur over een bergkam loopt.

Het is ‘s avonds al laat al we eindelijk in Bungle Bungles arriveren. De stofwegen hebben intussen de hele camper zowel van binnen als van buiten voorzien van een dikke laag stof.

Bungle Bungles

Hoge rotswanden torenen boven ons uit

Onderweg naar de kloof Echidna Chasm hebben we mooi uitzicht op de gekleurde rotsen van Bungle Bungles. We zien een grote vogel die lijkt op een trapvogel (Kori Bustard). Later ontdekken we dat het Australian Bustards zijn.

De Echidna Chasm is een lange kloof die steeds smaller wordt. Hoge wanden torenen boven ons uit, alleen bovenin schijnt de zon. Op één plek zien we hoe de zon reflecteert op de rotsen en daarmee een rode gloed beneden in de kloof veroorzaakt.

Als we dieper in de kloof komen, moeten we af en toe over enorme rotsen klauteren. Na ruim een kilometer loopt de kloof dood op een supersteile wand.

De volgende wandeling gaat naar Mini Palms Gorge. Eerst over een zandpad en langs twee ‘diktemeters’. Als je niet door deze nauwe doorgang kunt, moet je afvallen.

Vervolgens een zwaar stuk door de rivierbedding en tot slot wat klauterwerk over twee natuurlijke trappen in de kloof. Volgens de beschrijving moet je aan het einde van de route uitzicht hebben op een plein van mini-palmen, maar die zijn niet goed te zien en de mystieke donkere kloof is ook niet echt mystiek, maar het is hier wel mooi. En heerlijk rustig.

De volgende ochtend gaan we op weg naar de Cathedral Gorge. Eerst lopen we een deel van de Dome walk, waarna we een bezoekje aan de Cathedral (een overhangende rots waardoor een soort kathedraal ontstaat) brengen. Vervolgens doen we een deel van de Picannilli Creek wandeling.

Het is zwaar lopen door de rivierbedding en het is heel erg warm vandaag. Maar het is hier wel ontzettend mooi. We hadden verwacht dat de Domes meer los van elkaar zouden staan, maar die zitten toch meer geschakeld aan elkaar.

Van Bungle Bungles naar Katherine

Borden waarschuwen de zwemmers voor krokodillen

We verlaten Bungle Bungles en gaan op weg naar El Questro. Na 80 km zijn we bij de Great Northern Highway. Michael rijdt door tot Turkey Creek, waar we tanken. Rond de parkeerplaats cirkelen diverse roofvogels die vlak over de auto’s scheren.

De omgeving is mooi, we rijden over heuvels en bergen. Het is nog wel vrij droog en de begroeiing is nog nauwelijks verandert. Als we een flink eind gevorderd zijn op de Gibb River Road horen we een rare knal achterin de auto.

We weten niet wat het is, maar geloven het wel. Bij Emma Gorge zie ik dat we een platte achterband hebben. Samen puzzelen we uit hoe we de band moeten verwisselen en dat lukt.

Omdat de accommodatie in Emma Gorge veel duurder is dan verwacht en we morgen toch niet echt tijd hebben voor een bezichtiging, besluiten we door te rijden naar Kununurra, waar we zonder problemen arriveren.

De volgende dag laten we de lekke band repareren en verlaten kort na ons vertrek West-Australië, We zijn terug in in Northern Territory en de klok moet dus weer anderhalf uur vooruit.

In het Keep River Park rijden we naar de Jurburnn camping, waar we een wandeling maken naar het uitzichtpunt over de Mini Bungle Bungles en de rest van het park (een vlakte omringd door heuvels).

De wandelroute loopt vervolgens langs de Mini Bungles. Daarna worden we omgeven door hoge rietkragen en tot slot moeten we nog 2 km door hoog gras naar de parkeerplaats. We zien onderweg alleen kwartelduifjes die moeizaam opvliegen als we dichterbij komen, maar vervolgens behendig langs de rotsen omhoog vliegen.

We rijden door naar Timber Creek, waar we overnachten op camping in het Gregory National Park.

Steeds vaker komen we deze dagen ‘roadtrains’ tegen. Het inhalen van zo’n road train moet je goed plannen. Je bent enkele kilometers bezig met inhalen, dus dat kun je alleen doen als je ver voor je uit kunt kijken. ‘s Nachts zijn de road trains prachtig verlicht en doen ze denken aan de kerstreclame van coca cola.

We staan de volgende ochtend op als de zon net op is. Als Michael naar het informatiebord loopt, ziet hij een kleine kangoeroe weghoppen. Hierna zullen we nog vaak kangoeroe’s gaan zien.

We stoppen onderweg op diverse plekken, maar maken geen grote wandeling. Wel klauteren we bij de Old Victoria River Crossing ieven over de rotsen in het water. Vervolgens nemen we een weggetje richting de Victoria River. Het pad wordt steeds slechter en zanderiger en blijkt dood te lopen. Aan de overkant hopt een kangoeroe op de oever omhoog. We hebben geluk dat we niet vast komen te zitten als we keren en weer naar de weg terugkeren. We vervolgen onze weg naar Katherine.

We gaan zwemmen in het park ten zuiden van Katherine, in de rivier bij de stroomversnelling. Het water is koud, maar dat is in de hitte wel lekker.

Vervolgens lopen we naar de verderop gelegen warme bronnen. Niet zo warm als verwacht maar wel lekker. En druk. Veel gasten van de camping die hier net boven ligt.

Katherine Gorge National Park

Op het grasveld van de camping zitten twintig kangoeroes

Na de lunch rijden we naar Katherine Gorge National Park. Op de camping zoeken we een plekje. Als we het zonnescherm net hebben staan (eindelijk ontdekt hoe het werkt), zien we vlakbij een mierennest. Dat wordt dus een plekje opschuiven.

Er zit een gekleurd papegaaitje op de kraan. Michael staat er dichtbij met chips in z’n hand en een andere vogel pakt brutaal een stukje.

We gaan wandelen in de hoop kangoeroes te zien. Aan het eind van onze campers scharrelt een grote kangoeroe rond. We lopen nog een eindje en zien vier kangoeroes, die snel wegrennen, maar het volgende groepje blijft langer zitten. Dan vertelt een man dat er nog veel meer op het grasveld verderop zitten. Inderdaad, het zijn er wel twintig.

Als we teruglopen, zien we in de bomen grote hoeveelheden vliegende honden (een fruitetende vleermuizensoort).

De volgende ochtend maken we een boottocht. We varen door een deel van de kloof om dan bij de stroomversnelling over de rotsen te klimmen en verderop in een andere boot te stappen.

Onderweg wordt vier keer een zoetwaterkrokodil gespot, waarvan wij er maar twee zien. Tot onze teleurstelling zien we nauwelijks watervogels: alleen twee soorten reigers en een aalscholver, een kraai en de brutale vogeltjes van de camping. We wisselen twee keer van boot en gaan dus tot de derde stroomversnelling.

De volgende dag vertrekken we naar Edith Falls. Het blijkt een mooie grote poel te zijn met een kleine waterval aan de overkant. Wij hebben geen zin om te gaan zwemmen, dus we lopen alleen een klein stukje langs de poel en gaan dan weer op weg.

Kakadu National Park

Van een enorme hoogte stort een prachtige waterval omlaag

Na aankomst in Kakadu rijden we in één keer naar de camping in Gunlom. We lopen naar de grote poel waarin van een enorme hoogte een prachtige waterval omlaag stort. We zwemmen kort in het ondiepe gedeelte. Toch een beetje bang door al die croc-waarschuwingsborden.

Als we opgedroogd zijn, wandelen we naar het uitzichtpunt. Dat is een flinke klauterpartij. Maar het is de moeite waard, want boven de waterval blijken diverse poelen te zijn met ertussen nog een kleine waterval.

‘s Nachts word ik een paar keer wakker van het geluid van takken die tegen het dak slaan en ik verbeeld me dat er iets naar binnen komt. Dan krijg ik een klap tegen m’n voorhoofd. Ik spring overeind en maak Michael wakker.

Nu ik een beetje wakker ben, besef ik dat het een sprinkhaan is. Het licht is aan maar voordat Michael z’n bril heeft, valt de sprinkhaan ‘m in zijn nek aan. Nu is hij ook klaarwakker en springt door de truck om de sprinkhaan te ontwijken. Na een paar minuten is het Michael gelukt om hem in een handdoek te vangen en buiten te zetten (ik heb me intussen onder de lakens verstopt).

Vroeg in de ochtend wandelen we naar de dichtbij gelegen billabong (kreek) en de East Alligator River. Op de heenweg zien we in de verte een stel kaketoes en horen we veel papagaaitjes.

In de billabong staat wel water, maar helaas ligt de billabong ver van het wandelpad. We zien een kleine zilverreiger en vlakbij zit een wit roofvogeltje in een boom als er een sperwerachtige bij gaat zitten. Het witte vogeltje zit prachtig in het zonlicht en als hij opvliegt, zien we dat hij een vis in zijn klauwen heeft.

Tegen het einde van de ochtend rijden we via de hoofdweg richting Jabiru. Bij het Bukbukluk uitkijkpunt maken we een korte wandeling.

Vervolgens rijden we naar Maguk dat zo’n 10 km van de hoofdweg ligt. We moeten door een waterpoel om daar te komen. Vandaar wandelen we naar de Plunge Pool.

Ik had gerekend op een kort wandelingetje en heb dus mijn slippers aangehouden. Maar het is veel langer en we moeten vaak klauteren over de rotsen. Het is het echter waard. De poel is groot en er komt een mooie waterval in uit.

We laten onszelf te water en genieten van de koelte. Veel vissen. Ik durf niet ver te gaan omdat ik bang ben voor stromingen en zoetwatercrocs. Maar als ik zie dat anderen wel naar de waterval zwemmen, volg ik toch maar. We wandelen weer terug naar de camper en zien onderweg veel sporen van zoetwaterkrokodillen.

Weer onderweg met de camper komen we langs een aantal prachtige termietenheuvels. Langs de weg zit een jabiru (ooievaar met zwarte nek) die bijna tegen onze auto aan vliegt.

Nadat we ons ingeschreven hebben op de camping van Cooinda, rijden we naar Yellow Water en wandelen over de boardwalk, waar we reigers, een ibis, een kikkertje, een ooievaar en twee visarenden op hun nest zien.

Dan wijst een man me op een holte in een boom: daar zit een boomslang. Hij heeft een kleine en dunne kop maar is wel lang, zo’n 70 cm. Hij kruipt uit de holte omhoog langs de boom.

Aan het eind bij een aanlegsteiger zien we een grote ijsvogel, een aalscholver en twee soorten reigers. Daar wachten we op zonsondergang. Die vindt door het wolkendek in twee fasen plaats en is erg mooi.

De volgende ochtend vroeg maken we vanuit Yellow Waters een boottocht. In het begin is het mistig, maar na een uur komt de zon door. Nog op de Yellow Waters Billabong zien we achter het riet een jabiru, ganzen, eenden, kleine zilverreigers en een ibis.

Ertussen ligt een krokodil te wachten tot een vogel dichtbij genoeg komt. Ook vlakbij de boot ligt een flinke croc in het riet.

We varen over de South Alligator River waar we meer crocs zien en reigers, ijsvogels en een witbuik zeearend.

Dan komen we bij ondergelopen land (floodplains). Hier mooie waterlelies, veel crocs en over het water wandelende jacana’s (watervogels met enorme tenen).

Na de boottocht vertrekken we naar een camping die iets zuidelijker ligt. Daar doen we de Mardugal Billabong Walk langs de rivier.

We rijden vervolgens naar de camping Merl vlak bij Ubirr en creëren daar voldoende schaduw om te kunnen lezen. Ik maak foto’s van een buizerd die boven ons in een boom zit.

Na de rustpauze doen we de Manngarre Rainforest Walk met uitzicht op de East Alligator River. Eén keer zien we een grote croc bovenkomen en meedrijven met de stroming. Verder aan de overkant van de rivier twee zeearenden en een andere arend die de zeearenden onder luid protest wegjaagt.

We rijden naar Ubirr, waar we een prachtig uitzicht hebben op ondergelopen land (floodplains) en op de zonsondergang. We blijven zitten tot de zon volledig verdwenen is en het grootste deel van de mensen ook.

We staan de volgende ochtend op als de zon ook net op is. We lopen de Barde-djilidji Walk met af en toe uitzicht op de East Alligator River. De wandeling loopt langs mooie rotsformaties en één keer door een tunnel en langs een grot.

Na de wandeling steken we met de camper de East Alligator River over. Er staat maar weinig water dus we hebben geen last van de stroming.

Hoewel ik twijfel of het mag, stoppen we bij een billabong, waar we genieten van het uitzicht en de vele vogels. Later blijkt, dat we inderdaad niet hadden mogen stoppen.

Als we de East Alligator River opnieuw oversteken, staat er nog minder water dan op de heenweg.

Onderweg naar ons volgende doel, Mirella Park, zien we een grote hagedis die op hoge poten over het asfalt rent. Michael draait om en houdt ‘m goed in de gaten zodat hij weet waar de hagedis in het gras verdwijnt.

Ik stap uit en zie ‘m al snel in het gras. Hij is plat gaan liggen maar z’n lange gelige staart verraadt z’n aanwezigheid. Als ik met steentjes gooi om hem te laten bewegen, zet hij het op een lopen: hoog op de poten rent hij net langs Michael. Die staat achteraf te trillen van de schrik.

Nadat we ons hebben geïnstalleerd op de camping, gaan we wandelen, de Bubba Walk. Als we een eindje gelopen hebben, komen we op een onduidelijke splitsing. We kiezen het linker pad dat bij de billabong blijkt te eindigen.

Met de zon mee hebben we een mooi uitzicht op water en lelies en ik maak foto’s van een overscherende visarend. We lopen terug naar de splitsing en kiezen nu voor het andere pad. Ook nu komen we bij een billabong. De zon kleurt prachtig rood en vlak bij ons zitten heel veel bijeneters.

We slapen de volgende dag lekker uit en rijden dan naar Jim Jim. De eerste 40 kilometer is de weg uitstekend. Daarna is het nog zo’n 8 kilometer zigzaggen over een echte 4WD weg. Diep zand, bomen vlak langs het pad en af en toe door water.

Toch zijn we binnen 2 uur bij het begin van de wandeling naar Jim Jim Falls. Om bij de Falls te komen moet je flink klauteren over hoge rotsen. We houden rechts aan en komen uit op een prachtig wit zandstrand, maar dat ligt in de zon dus we gaan weer over de rotsen naar de schaduwkant.

Zodra we in de schaduw zijn, gaan we op een grote rots uitrusten. Een groepje volgt ons voorbeeld en die wijzen ons op iets dat aan een boom opgehangen is vlak boven het water: een rottende varkenspoot, oftewel een croctrap. Vlak ernaast zijn wij net overgestoken.

We zien geen kooi dus waarschijnlijk controleert men hiermee alleen of er nog salti’s (zoutwaterkrokodillen) zijn. We lopen door naar de Falls die neerkomen in een prachtige diepe poel. Tot onze verbazing zwemmen er mensen. Wij hadden begrepen dat dat niet mocht i.v.m. het risico van salti’s.

Terug op de camping maken we nog een wandeling. Ik sta bijna op een slang die voor me over het pad glijdt. Het is een kleine dunne slang van ongeveer 1 meter en donker van kleur. Ik zeg ‘slang, slang, slang’ tegen Michael en stap achteruit. Michael grijpt naar de camera en sprint naar de andere kant van de boom. De slang komt echter niet te voorschijn en is ook niet in de boom geklommen. Michael pakt een stok en schuift daarmee het gebladerte wat opzij. Er blijkt een gaatje in de grond te zitten en we vermoeden dat hij daarin is verdwenen.

Als we ‘s ochtends vroeg vertrekken, zien we een dingo wegschieten op de weg naar de camping.

Vlak voor Nourlangie Rock ziet Michael zwarte kakatoes in de bomen. Die mag ik behoorlijk dicht naderen.

We wandelen vervolgens de Anbangbang Billabong route. Veel reigers, wat ganzen, eenden met jongen en aalscholvers. En prachtige waterlelies.

Als we uitgewandeld zijn, rijden we naar Nourlangie Rock. Daar bewonderen we de rotstekeningen. Mooier dan wat we tot dusver gezien hebben, maar het heeft niet echt onze interesse.

We rijden naar Mamukala Wetlands, waar we vanaf het observatiepunt uitzicht hebben op jacana’s, magpie geese (letterlijk: eksterganzen), wouwen en kleine zilverreigers. En als we willen vertrekken voor een wandeling, zie ik vlakbij het platform een walibi. Ik roep Michael terug maar dan hopt de walibi er al vandoor. Als we doorwandelen naar de bird hide zien we nog diverse malen walibi’s. Af en toe best dicht bij het pad en niet super schuw.

Op de picknickplaats aan de South Alligator River zien we vier kookabura’s en we achtervolgen ze even voor foto’s en video. Wat een fantastische vogeltjes zijn dat. We hadden al een film over ze gezien in het informatiecentrum, nu zien we ze in het echt.

Vrijwel meteen nadat we de volgende ochtend vertrekken, zien we een varaan en Michael draait de camper. De varaan blijft zitten, maar er komt een auto van de andere kant dus Michael wil nogmaals draaien. Nu is de varaan het zat en hij zet het op ‘n lopen. Als ik uitstap zie ik 5 m diep in de bosjes de takken nog bewegen. Hij is zo’n 2 meter van staart tot kop. Dan verlaten we Kakadu National Park.

Adelaide River en Fog Dam

Tijdens een boottocht zien we springende krokodillen

We rijden naar de Adelaide River. Daar maken we een boottocht om springende krokodillen te zien. Ze laten de crocs drie keer uit het water springen door een stuk vlees op te houden. De meeste crocs zijn vrouwtjes van zo’n 3 meter. Er zit echter ook een mannetje van zo’n 6 meter bij.

Ook voeren ze de wouwen. Het zijn er zo’n 40 die om de boot cirkelen en naar beneden duiken als er wat gegooid wordt. Als we terugvaren, laten ze een witbuik zeearend een stuk vlees van de lijn pikken.

Vervolgens rijden we naar Fog Dam, waar we tijdens een wandeling nauwelijks vogels zien door de dichte rietkragen.

Weer in de auto besluiten we over de dam te rijden. We zien een grote varaan, die er vandoor gaat als Michael naar ‘m toe gaat. We rijden terug en dan zie ik de varaan weer en stoppen we nogmaals. De varaan zit lekker in de modder te wroeten en tot ons plezier komt ie op een gegeven moment recht op Michael af die ook wat lager op de dijk is gaan staan. Michael gaat toch maar snel terug naar de weg.

De varaan blijft halverwege de heuvel doodstil zitten. Na ongeveer een half uur laten we hem met rust en rijden verder. Plotseling zien we een schildpad oversteken, een long-necked turtle (chelodina longicollis).

Bij de volgende schildpad schiet ik uit de auto en maak wat foto’s. De schildpad besluit terug te keren naar waar hij vandaan kwam en we moeten erg lachen als hij in de haast daarbij tegen een termietenheuvel knalt.

Litchfield National Park

Rechts een forse waterval, links een wat kleinere

We hebben overnacht op een camping in Berry Springs en de volgende ochtend zien we walibi’s op de camping en zelfs een rode kangoeroe en pauwen.

We rijden richting Litchfield. De weg is af en toe behoorlijk hobbelig. We zijn nog niet zo ver als er een reuzenhagedis met een enorme kraag oversteekt. Vervolgens zit een monitor (soort hagedis) midden op het pad in de schaduw. Michael ziet ‘m niet en rijdt dus over ‘m heen. We voelen niets en ik hoop dat we ‘m niet geraakt hebben. We gaan terug en gelukkig zien we niets op de weg liggen. Dan ontdek ik ‘m in de berm. Hij lijkt helemaal heel te zijn.

Vervolgens rijden we door naar Wangi Falls. Rechts een forse waterval, links een wat kleinere. We zwemmen naar de kleinste toe en ontdekken een hoger gelegen poeltje. Even klauteren en we kunnen er in. Michael vindt het echter te diep en donker en durft niet. Ik ga wel maar durf m’n voeten ook niet echt naar beneden te steken.

Onderweg naar Sandy Creek Falls missen we bijna de afslag maar al slippend haalt Michael de bocht toch. De 9 kilometer 4 WD zijn pittig. Eerst een flinke stroom oversteken. Niet diep maar wel breed. Daarna regelmatig het wasbord effect waarbij we van de weg af lijken te drijven.

We wandelen naar de watervallen, een eenvoudige wandeling en gelukkig het grootste deel in de schaduw.

De Sandy Creek watervallen zijn prachtig. Bovenaan een soort waterleiding, daarna uitlopend tot een brede strook water. Het water is ijskoud. Michael glijdt van een rots waardoor hij meteen goed door is en hij zwemt naar een plekje in de zon waar het water warmer is.

Ik heb wat meer moeite om me over te geven aan het koude water, maar als dat gelukt is vind ik het ook heerlijk.

Echt ver zwemmen we niet want het is erg donker water. Na ons komen nog vier mensen en die durven wel en één van hen ontdekt een middelgrote monitor die heerlijk zit te zonnen op één van de rotsen aan het water, z’n staartpuntje hangt in het water.

We gaan vanochtend naar het Northern Territory Wildlife Center, een grote en mooie dierentuin. Een aantal beesten in kooien maar ook veel los rondlopende dieren. Zo loop je door de kooien van de kangoeroes en walabies.

Dan gaan we naar de roofvogelshow. Drie vogels vertonen hun kunsten. De uil vliegt vlak over ons hoofd. De zwarte wouw krijgt gezelschap van een wilde soortgenoot en die gaat er met het meeste voer vandoor. En de zwartborst buizerd vliegt aan het eind van de show weg.

Verder is vooral het nachtdierenhuis erg leuk omdat je moet zoeken naar de beesten en soms zitten ze dan vlak voor je neus.

Dan gaan we op weg naar Darwin, waar we de camper terugbrengen. Morgen vliegen we terug naar Sydney: de reis zit erop.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win