×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Podlasië en Mazurië

Een fietstocht door noordoost Polen

Reisverslag: Albert Taco Molenaar
Foto's: Albert Taco Molenaar

Fietsen door de veenmoerassen van het Biebrza-gebied in Podlasië en het bosrijke heuvelland van Mazurië in het uiterste noordoosten van Polen. Naast de nieuwbouw staan nog de oude houten huisjes. Op de terugweg een bezoek aan Gdańsk, dat slechts een deel van haar oude glorie heeft behouden.

De Duits-Poolse grens is nog een echte grens, waar je lang moet wachten en waar een kilometerslange file van vrachtwagens staat. Daaronder opvallend veel trailers vol tweedehands auto’s. Direct achter de grenspost staan tientallen wisselkantoortjes, die allemaal ongeveer dezelfde wisselkoersen hanteren.

Verder rijdend vallen de rust en de ruimte op; uitgestrekte bossen en weids glooiend land met af en toe een huis of een dorpje. Omdat de maximale snelheid negentig is, lijkt alles wat rustiger te gaan. Hoewel… af en toe worden we ingehaald door roekeloos rijdende jongens in dure tweedehands auto’s met een Duits, Frans of Nederlands export-kenteken, onder andere afkomstig van de automarkt in Utrecht en van diefstal. Zij moeten ze waarschijnlijk zo snel mogelijk naar een van de Baltische Staten rijden.

Op de hoofdroute naar Warschau staat een groot aantal hoertjes langs de kant van de weg, bij parkeerplaatsen maar ook gewoon in het bos. Dit weerhoudt ons ervan om bij zo’n parkeerplaats te stoppen en in een barretje wat te drinken.

Wat verder opvalt, vooral bij het doorkruisen van steden, is de nog duidelijk aanwezige Oost-Europese aanblik: de huizen zijn vaak vrij grauw, vooral de naoorlogse flatblokken, en de steden rommelig door de mengeling van oude huizenblokken en naoorlogse nieuwbouw.

De autowegen in Polen zijn prima, maar er zijn weinig snelwegen. Veel hoofdroutes bestaan uit twee brede rijbanen, waarop in beide richtingen tegelijk kan worden ingehaald. De ingehaalde auto’s, vaak vrachtwagens of kleine Fiatjes, rijden uiterst rechts. Het zijn eigenlijk levensgevaarlijke wegen, maar we halen ook maar op z’n Pools in, anders blijven we te lang achter langzaam verkeer hangen.

Treblinka

Het is bedrukt en regenachtig

Via Warschau (zie: Stedentrip Warschau) rijden we naar de Biebrza. Het duurt nog een aardige tijd voor we alle voorsteden van de hoofdstad hebben gehad, maar dan komen we ook weer op het echte platteland, met een lange, rechte weg door veel bosgebied, af en toe een provinciestadje en niet al te veel verkeer.

De brug over de Bug is tevens een spoorbrug. We moeten eerst door een betonnen sluis, die net breed genoeg is voor onze Ford Mondeo. Vervolgens voor een spoorboom wachten tot de houten brug vrij is en we de rivier over kunnen steken.

We komen langs Treblinka, dat berucht is vanwege het vernietigingskamp dat hier lag. Het dorp Treblinka stelt niets voor. Er is een station met een vrij groot emplacement. Werden hier de mensen aangevoerd? Een paar kilometer verderop is in het bos een gedenkplaats. Van het kamp zelf is niets meer over.

Het is bedrukt en regenachtig. Een lange wandelroute leidt vanaf de parkeerplaats naar een veld met 17.000 stenen. Deze symboliseren het maximale aantal mensen dat hier op één dag werd vernietigd. In totaal werden hier 800.000 mensen de dood ingejaagd.

Noordoost Polen

Om dit moerasgebied is veel gevochten

De oude stad Tykocin ligt al in het Biebrza-gebied, aan de rivier de Narew. Deze Mazovische grensplaats behoorde in de vorige eeuw tot Rusland en kende een rijke joodse gemeenschap. Toch moet je niet al te veel grootsheid verwachten, het lijkt met z’n rechthoekige stratenpatroon en losstaande huizen meer op een soort kolonie dan op een stad. Aan de oude grote synagoge en de van binnen rijk versierde kerk kan je zien dat het eens een welvarende plaats moet zijn geweest. Nu maakt het een verlaten indruk.

We zijn in het uiterste noordoosten van Polen aangekomen, vlakbij de grens met Wit-Rusland (Belarus) en Litouwen. Hier gaan we acht dagen fietsen, eerst door het Biebrza Nationaal Park en dan noordwaarts tot aan de Litouwse grens. Het zuidelijke deel van de streek heet Podlasië en ligt in Mazovië, het noordelijke deel hoort bij Mazurië.

Dwars door dit gebied loopt de Biebrza, die nu de grens tussen Mazovië en Mazurië vormt maar eeuwenlang een landsgrens was. Hoe klein het riviertje ook lijkt, het is wel de kern van een gigantisch moerasgebied.

Er is veel gestreden in en om dit gebied, dat een corridor vormde tussen Rusland en Duitsland: de zuidkant van het Biebrza-moeras vormde in de 19e eeuw de grens tussen Polen en Rusland, de noordkant die tussen Polen en Pruisen. Partizanen konden zich uitstekend verstoppen in het ondoordringbare moerasgebied. En nog steeds is het moeilijk te doorkruisen; de enige weg loopt langs Osowiec, midden in het moeras.

Biebrza Nationaal Park

Het grootste veenmoeras van West- en Midden-Europa

De Biebrza ontspringt in Witrusland en vloeit vlak ten zuiden van het Biebrza Nationaal Park in de Narew. Dit gebied is het is het grootste, minst aangetaste en daardoor meest waardevolle veenmoeras van West- en Midden-Europa.

Alleen al in het Biebrzadal komen 176 vogelsoorten voor. Er wordt dan ook veel biologisch onderzoek gedaan in deze omgeving. Voor ons als niet-natuurkenner is elk vogeltje echter bijna hetzelfde en is een zeldzame moerasplant nauwelijks te onderscheiden van gewoon riet.

Wij moeten afgaan op onze algemene indruk van het landschap en dan valt, nog meer dan in de rest van Polen, vooral de enorme uitgestrektheid op. Je kunt kilometers fietsen zonder het idee te hebben dat je veel opschiet, omdat je alleen maar vlak moerasland om je heen hebt.

We parkeren de auto bij boswachter Jerzy Rolnik, die midden in het Nationaal Park aan de rand van een bos woont. Zijn eenzaam gelegen huis is alleen te bereiken via een mulle zandweg langs een weidegebied. Het gebied bestaat namelijk niet uitsluitend uit moeras, er vindt ook extensieve landbouw plaats. Door het hoge waterpeil zijn overstromingen in het voorjaar heel normaal. De boswachter vertelt dat hij vanwege het hoge water in maart meestal niet naar het nabijgelegen Goniadz kan en noodgedwongen thuis moet blijven

Dezelfde mulle zandweg moeten we met de fiets aan de hand weer aflopen, want fietsen is hier onmogelijk. Ondertussen regent het flink. Vanuit Wólka Piaseczna fietsen we over een goede asfaltweg naar Osowiec, waar forten liggen uit de tijd dat hier de Russische grens lag. Uit die tijd stammen ook de kanalen, die niet alleen dienst deden als transportroute maar in tijden van oorlog ook werden gebruikt om het gebied onder water te zetten.

Via een bos bereiken we Mscichy, ons eerste overnachtingsadres. Msichy is een van een hele reeks dorpjes op de rug die westelijk langs het Nationaal Park loopt. Vanaf deze rug heb je hier en daar een mooi uitzicht op het park in al zijn uitgestrektheid, bijvoorbeeld achter de kerk van Burzyn.

Wat opvalt in de dorpen op de rug is dat de schuren allemaal op één lijn achter de huizen liggen, evenwijdig aan de straat. Tussen deze rij schuren en het woonhuis ligt een overdwars nog een schuur, waardoor een soort hof ontstaat. Vaak is op de schuren een ooievaarsnest te vinden.

Dorpjes en collectieve boerderijen

Een afwisselend gebied met landbouw, bos en heide

De volgende dag fietsen we door een afwisselend gebied met landbouw, bos en heide. De dorpjes zijn erg klein, zoals Biebrza dat wordt gedomineerd door een aantal typisch Oost-Europese systeembouwflats. Aan de dorpsstraat liggen nog oude houten huizen. Als we de flats en het straatje met oude huizen voorbij zijn verwachten we in het centrum uit te komen, maar we fietsen het dorp alweer uit. Die flats suggereren dat het om een flinke plaats gaat, maar ze dienen alleen als huisvesting voor de werknemers van een voormalige collectieve boerderij, die we later passeren.

Volgens de beschrijving moest er hier toch een winkel zijn? We zagen niets dat er op lijkt en fietsen de hoofdstraat nog maar eens op en neer, nagestaard door de plaatselijke jeugd.

En jawel hoor, we vinden een piepklein postkantoortje dat ook levensmiddelen verkoopt. Een mooi voorbeeld van de kleinschaligheid van de voorzieningen op het platteland.

We overnachten in Dolistowo Stare, een dorp dat als een lint langs de Biebrza ligt. Een brug over de rivier leidt naar een weg die door het moeras loopt. Vanaf een kleine kanocamping maken we een kanotocht over de Biebrza naar Goniadz. Al peddelend krijgen we een goede indruk van wat een meanderende rivier is, want als we denken al in Goniadz te zijn komt er nog een enorme lus.

De laatste nacht van ons arrangement in het Biebrza-gebied slapen we bij Jerzy Rolnik in de boswachterswoning, een moderne bungalow. Het oude huis staat er nog wel, maar is nu als schuur in gebruik. We doen een poging om wild te zien, want als je in het Biebrza Nationaal Park bent geweest moet je toch wel een eland hebben gezien. Dus lopen we door het almaar dichter en stiller wordende bos. We proberen zo stil mogelijk te doen, maar op een open plek is geen eland te bekennen, wel veel muggen. Later zien we toch nog een wild zwijn en een grote roofvogel. Ook horen we in de verte kraanvogels. We zijn onder de indruk van de stilte en besluiten de avond met een ouderwets kampvuur met wodka.

Heuvelgebied Mazurië

Rond de oude grens tussen Pruisen en Polen

Bij Kosily passeren we de grens met het Mazurische heuvelgebied, een duidelijke landschappelijke grens die tot 1945 ook een landsgrens vormde. In het uiterste noordoosten van Mazurië rijden we steeds ongeveer rond de oude grens tussen Pruisen en Polen.

Eerst gaan we naar Makosieje (Pisanica), in vroeger Oostpruisisch gebied. Het landschap is hier heel anders dan in het Biebrza-gebied; door opstuwing tijdens de ijstijd is het glooiend, met af en toe gekke kale hobbels, die het een wat Scandinavisch karakter geven.

We fietsen langs mooie bomenlanen, een erfenis uit de Duitse tijd. Soms zijn de bomenrijen dubbeldik. De huizenbouw is hier ook anders dan in Podlasië: meer stenen huizen, vaak met kleine venstertjes naast en boven de bovenramen.

Bakalarzewo lag ook vroeger net aan de Poolse kant van de grens, de grote witte kerk is al van verre zichtbaar. In de kerk zijn schilderijen te zien die de oecumene moeten uitbeelden, waaronder een van een protestantse dominee.

Deze streek is niet erg rijk aan toeristische trekpleisters. Dagjesmensen tref je meestal aan bij de meertjes, die overvloedig aanwezig zijn. Tussen Bakalarzewo en Wizajny komen we bij Stansczyki op een plek waar de combinatie van een meertje, twee oude spoorwegviaducten en een padvinderskamp voor enige toeristische activiteit zorgt. Maar het blijft allemaal erg rustig; er picknicken enkele tientallen mensen rond eetstalletjes en een paar fietsers rusten even uit.

We volgen het oude spoorwegtraject een tijd, over rechte gravelwegen met flauwe hellingen. Soms passeren we een oud stationsgebouw. Daarna fietsen we een hele tijd over een typisch Pools honingraat-pad, zoals ze in de communistische tijd werden aangelegd.

Deze hoort bij PGR Wobaly, een nog geheel in originele staat verkerende staatsboerderij op een heuvel, compleet met huisvesting in de vorm van grijze eengezinswoningen en dito flats.

De boerderij verkeert in een niet al te beste staat, evenals de weg waarvan de stenen zijn weggezakt en tot op het betonstaal versleten. We zijn blij als we weer op een gewone asfaltweg terechtkomen.

In Wizanjy, mooi gelegen ten westen van het gelijknamige meer, zijn we vlak bij het drielandenpunt waar Polen, Rusland (de enclave waarin Kaliningrad ligt) en Litouwen elkaar raken. In de verte zien we grenspalen staan maar het is niet mogelijk om bij de grens te komen, want alle weggetjes lopen dood bij boerderijen.

Dit is het meest heuvelachtige deel van onze fietstocht, met heuvels tot bijna 300 meter. Vooral op het traject Wizajny-Sejny liggen flinke hellingen.

Onderweg naar Sejny kruisen we de hoofdweg van Suwalki naar Litouwen, wat duidelijk is te zien aan het vele Litouwse vracht- en personenverkeer.

Sejny is een slaperig grensplaatsje, het ligt nu aan de Poolse kant van de grens, vroeger aan de Litouwse kant. Gebouwen als het in Litouwse barokstijl gebouwde Dominicaner klooster en de grote synagoge getuigen van een rijk verleden. Het klooster heeft een mooi interieur. De synagoge, een vierkant neo-gotisch gebouw met een nep-daklijst, dient nu als cultureel centrum. Er vinden ondermeer klezmer-uitvoeringen plaats.

We fietsten verder zuidwaarts. Het landschap wordt alweer vlakker, maar er liggen nog steeds hier en daar meren. Ons volgende kwartier is in Giby, juist ten noorden van Puszcza Augustowska, een groot bos.

Wigry Nationaal Park

Naast de houten huisjes verrijzen nieuwe boerderijen

Vanuit Giby maak ik een fietstocht naar het Wigry-klooster, één van de grootste bezienswaardigheden van de streek. Het klooster ligt in het Wigierski Park Narodowy (Wigry Nationaal Park). Je ziet het al van verre liggen in het weidse en vrij vlakke land, op een verhoging aan de rand van een meer.

Het klooster bestaat uit een barokke kerk met bijgebouwen, die tot een hotel en vakantiewoningen zijn verbouwd. In het voorportaal van de kerk wordt de geschiedenis van het klooster kort weergegeven. Het werd in 1667 gesticht door Wladyslaw Waza en heeft een vrij turbulente geschiedenis van verwoesting en herbouw gekend, tot in de laatste wereldoorlog.

Het klooster is nu van de staat, maar er worden wel kerkdiensten gehouden. Het is zondag en voor in de kerk verschijnt een pastoor om de mis op te dragen. Het is inderdaad een belangrijke toeristisch trekpleister of een bedevaartsoord: als ik wegfiets stromen auto’s toe, zo druk heb ik het nog niet meegemaakt.

De route terug naar Giby, grotendeels door het Wigry Nationaal Park, loopt over mooi asfalt door dorpjes en bossen. In de dorpjes die hier liggen zie ik enkele mooie voorbeelden van Poolse plattelands-architectuur, zowel nieuw als oud. Kenmerkend voor het Poolse platteland zijn de in aanbouw zijnde boerenhuizen, vlakbij de oude houten huisjes die vaak blijven staan.

De houten huisjes zien er tussen al die nieuwbouw gauw wat armoedig uit en het wooncomfort is natuurlijk minder. Toch zijn juist deze huisjes zowel afzonderlijk als in groepsverband karakteristiek voor het traditionele platteland. Hopelijk verdwijnen deze huisjes daarom niet, met hun sierlijke open portieken of de meer moderne – maar niet minder karakteristieke – gesloten portieken.

Puszcza Augustowska

Het is doodstil in het ongerepte bos

We fietsen het Puszcza Augustowska in, één van de grootste aaneengesloten bossen in Polen. Het ongeveer 40 bij 40 kilometer grote bos loopt door tot in Litouwen en Wit-Rusland.

Het is doodstil in het ongerepte bos, korstmossen bedekken soms hele bomen en er staan tientallen meters hoge sparren. We fietsen kilometers lang over eindeloze zandwegen zonder iemand tegen te komen.

Er zijn enkele grote open plekken met dorpjes. Deze liggen aan het riviertje Czarna Hancza en aan het Kanal Augustowski, dat tussen de Biebrza en Rusland is gegraven. Deze watertjes zijn ideaal om te kanovaren. Er lopen kanoroutes van het Wigrymeer naar de Puszcza, hierdoor is er in dit gebied enig toerisme. Veel inwoners van Warschau hebben hier een vakantieadres, maar aan de oevers van de meertjes waar het Kanal Augustowski doorheen loopt is het één en al rust, je ziet alleen wat kanoërs.

Na de tocht door het bos komen we weer in het Biebrza-dal uit, dat we kruisen bij de reeds bekende spoorbrug. We maken een omweg via Janow. Het landschap is hier licht glooiend en vrij saai, het fietsen over de grotendeels met kinderhoofdjes geplaveide weg ten noorden van Janow zwaar.

Ook het traject Janow-Dolistowo is landschappelijk niet zo bijzonder, maar we komen wel door mooie dorpjes. In Janow en Korycin staan vrijwel identieke kerken in een neogotische baksteenstijl, met twee flinke hoge torens en een prachtig interieur.

Wolfschanze

De dikke bunkermuren staan nog overeind

Door het noordelijk deel van Mazurië, het hart van het vroegere Oost-Pruisen, rijden we naar Gdañsk (Danzig). Het landschap is op het grootste deel van de tocht heuvelachtig en vergeleken met de heenreis via Poznañ verrassend afwisselend.

Bij Glzycko doorkruisen we het deel van Mazurië waar de mooiste meren liggen: links en rechts van de weg zijn prachtige doorkijkjes naar het Kisajnomeer en het Niegrocinmeer, vol met zeilbootjes tussen vriendelijk heuvelland. Dat de steden Duits zijn geweest is nog te zien aan de vooroorlogse huizen. Ook hier is er echter veel verwoest in de Tweede Wereldoorlog.

Eén relict van de Duitsers is nog vrij goed intact: Wilczy Szaniec of de Wolfschanze. Hier, vlak ten oosten van Ketrzyn, verschanste de Nazi-top zich vanaf juni 1941; ver van Berlijn en dichter bij het front. Tot november 1944, toen kwam het oostfront te dichtbij en nam Hitler zijn intrek in de bunker in Berlijn. De aanslag door Von Stauffenberg op Hitler, werd 20 juli 1944 in de Wolfschanze gepleegd. De Russen hebben na de oorlog gepoogd de bunkers op te blazen maar de muren zijn zo dik dat ze voor het grootste deel nog overeind staan.

Gdañsk

De oude glorie slechts gedeeltelijk behouden

Op de terugweg naar Nederland brengen we een bezoek aan Gdañsk, een stad met een 1000-jarige geschiedenis. Zoals veel steden in Polen is ook Gdañsk tijdens de Tweede Wereldoorlog grondig verwoest. Bij de wederopbouw heeft de stad haar oude glorie slechts gedeeltelijk behouden, waardoor de stad me een beetje tegen valt.

Het centrum wordt gekenmerkt door enkele evenwijdig lopende straten, die op de Motlawa uitkomen. In deze straten staan hoge huizen met puntdaken en aan het eind van elke straat ligt een poort. De huizen langs Dluga, het grote langwerpige marktplein waaraan het stadhuis ligt, hebben uitbundige gevels.

Het oude centrum valt uiteen in twee delen. In de Rechtstadt staan de mooiste huizen, gebouwd in maniëristische en renaissance-stijl. Hier vind je ook de Mariakerk, die de grootste bakstenen kerk ter wereld schijnt te zijn, de Groene Poort die Dluga met de rivier verbindt, het prachtige ranke raadhuis in gotische stijl (met vanaf de hoge toren een mooi uitzicht op de stad) en tenslotte het Arsenaal in Vlaams-maniëristische stijl, waarin nu een moderne supermarkt is gevestigd.

In de Oude Stad, vlak ten noorden van de Rechtstadt, staan een paar prachtige bakstenen kerken: de Nikolaikerk met een mooi gewelf en orgel, de Catharinakerk met eveneens een mooi gotisch gewelf en de Brigittakerk, van waaruit Solidariteit het verzet tegen de communistische partij organiseerde.

De Oude Stad stamt ongeveer uit dezelfde tijd als de Rechtstadt maar is op enkele kerken en huizen na niet in oude staat herbouwd. Daardoor kom je net buiten de Rechtstadt alweer in een wijk terecht die bestaat uit grauwe jaren zestig blokken. Wel is er in het Kanal Raduni nog een oude watermolen te bewonderen, maar deze is jammer genoeg niet meer intact en zonder molenwiel.

Op de heenweg bezocht Albert Taco Molenaar Warschau.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win