Per trein en veerboot een ruim rondje om de Baltische Zee. Eerst over het spoor via Nürnberg, Leipzig en Berlijn naar Warschau. Dan per trein via Vilnius naar St. Petersburg om de Hermitage te bekijken. Vervolgens per boot van Tallinn naar Helsinki en vanaf Turku naar Stockholm. Tot slot met de trein via Kopenhagen terug naar Nederland.
De eerste stop na Hengelo is net over de grens in Bad Bentheim, waar van locomotief wordt gewisseld. Na een kort oponthoud vertrekken we en passeren Rheine, Osnabrück en Minden, waar je hoog op een heuvel het monument ter nagedachtenis aan Kaiser Wilhelm I kunt zien.
In Hannover stappen we over op de trein naar Nürnberg. We rijden door een mooi heuvelachtig landschap met veel koolzaadvelden.
De eerste indruk van Nürnberg is goed, het is een gezellige stad. We wandelen naar de Nürnberger Burg, die bestaat uit de Kaiserburg en de Burggrafenburg, die boven de stad uittorenen.
Na een rondje om het kasteel lopen we verder door de stad en drinken een lekkere Weizenbier op een van de vele terrassen.
We eten in een Frankisch eethuis, Hütt’n genaamd, waar we een Frankischer Platte nemen, die bestaat uit veel vlees, zuurkool en ondefinieerbare Kloße, een soort deegballen. Het smaakt, op de Kloße na, fantastisch en dat voor minder dan tien euro.
Het documentatiecentrum van de voormalige Reichsparteitag ligt in een buitenwijk van Nürnberg. Hier wordt een indrukwekkend beeld geschetst van het partijcentrum van de nationaal-socialistische partij van Adolf Hitler en de verwerpelijke ideeën die hier toentertijd werden uitgedragen. Na de oorlog vonden hier de Neurenberger processen plaats.
Van het Reichsparteitagsgelände pakken we de tram naar het centrum en wandelen daar door de Konigstrasse en de Handwerkerhof, om vervolgens twee tegenover elkaar liggende keren te bekijken; de St. Marthakerk en de St. Clarakerk.
Al slenterend door de mooie binnenstad van Nürnberg bekijken we verder de St. Jacobskerk, de Onze Lieve Vrouwe kerk en de St. Sebalduskerk.
We brengen ook een bezoek aan het stadsmuseum, het Fembohuis, waar een beeld wordt geschetst van historisch Nürnberg. We bezoeken ook nog het Albrecht Durer-huis, waar deze kunstenaar in de zestiende eeuw woonde.
Na het opsnuiven van al die geschiedenis en cultuur ben ik echt toe aan een biertje en probeer een authentiek Schlenkerla Rauchbier van een brouwerij uit Bamberg.
Het bier heeft een gerookte spek-smaak en dat komt doordat de rook van beukenhout tijdens het brouwproces wordt vermengd met mout, als ik het allemaal goed begrepen heb tenminste.
Langs plaatsen als Bamberg, Lichtenfels en Jena rijdt de trein naar Leipzig. Het is een mooie rustige trip door het Frankische Wald, een heuvelachtig gebied met snelstromende beekjes. Vanaf de heuvels zweven paragliders door het luchtruim.
De plaatsjes die we passeren hebben soms prachtige namen, zoals Probstzella, Unterloquitz en Hockeroda.
In het centrum van Leipzig drinken we eerst maar eens een biertje in de Nicolaistrasse. Als we verder wandelen komen we bij de Thomas Kirche, die wat mij betreft niet zo heel bijzonder is. Voor de kerk staat een beeld van Johan Sebastian Bach, dat vanuit elke mogelijke invalshoek wordt gefotografeerd door een groep Japanners. In de kerk is het graf van Bach.
Het plein met daaraan het oude raadhuis en het historisch stadsmuseum is wel de moeite waard.
We bezoeken het Zeitgeschichtliches Forum, waar een doorlopende expositie een beeld schetst van het Duitsland vanaf de splitsing na de tweede wereldoorlog tot aan de hereniging en het heden. Het is absoluut de moeite waard.
Na het bezoek aan het Zeitgeschichtliches Forum wandelen we langs de Nicolaikirche, waar de opstand van 1989 is begonnen.
We hebben voor Leipzig wat minder tijd uitgetrokken, maar we hebben nog wel een aantal uren voor we doorreizen naar Berlijn.
We bekijken eerst de Nicolaikirche, die is van binnen prachtig, van buiten wat minder. Vervolgens gaan we naar het museum van de Rundecke, wat het oude Stasikantoor is en waar een indrukwekkend beeld wordt geschetst van de werkwijze van deze geheime dienst van de DDR. Je wordt kamer voor kamer door de historie van deze dienst gevoerd en je wordt geconfronteerd met veel wetenswaardigheden over de soms weerzinwekkende manier van optreden van de dienst, vermommingmateriaal, spionageattributen, zoals koffers met daarin verborgen camera’s, nepneuzen en snorren.
Na een vlotte reis met de ICE komen we aan in Berlijn. We pakken nog even de metro naar de Kurfürstendam met de Gedächtniskirche, welke mooi verlicht is.
Na het ontbijt nemen we de metro naar de Potsdamer Platz. Die is inmiddels mooi opgeknapt, net na de hereniging in 1989 was het hier een grote bouwput. We vervolgen onze weg door de Strasse des 17 Juni, die via de Brandenburger Tor uitloopt in Unter den Linden.
De 18e eeuwse Brandenburger Tor is de enige stadspoort die Berlijn nog bezit. De poort staat er een beetje verloren bij in een moderne omgeving.
We wandelen we verder naar de Reichstag, het Duitse parlementsgebouw dat in 1894 werd voltooid. De Reichstag is misschien wel het meest bekend om het feit dat er in 1933 brand werd gesticht.
Tijdens de oorlog is zwaar om de Reichstag gevochten, tot de Russen er in 1945 de vlag konden hijsen. Tot 1990 is de Reichstag niet gebruikt als parlementsgebouw.
Na de hereniging gingen er steeds meer stemmen op om de functie van de Reichstag weer in ere te herstellen en zo geschiedde.
Als we het pand van alle kanten hebben bekeken lopen we door naar het Centraal Station van Berlijn, een mooi modern bouwwerk, waarvan met name de hoofdingang de aandacht trekt met de enorme glazen voorgevel.
We kijken even van welk perron we morgen naar Warschau vertrekken en gaan dan door naar de Kurfürstendam. We bezoeken een kerk die tegenover de Gedächtniskirche is gebouwd, een modern gebouw met allerlei blauwe lichteffecten.
Via de Gedächtniskirche, die tijdens de tweede wereldoorlog zwaar beschadigd is, gaan we naar het Europa-Center. Daar nemen we de lift naar de twintigste etage, vanwaar we in het panorama-café een prachtig uitzicht hebben over Berlijn.
Na de lunch nemen we de metro naar de Alexanderplatz, het centrum van de voormalige DDR, waar allerlei overheidsgebouwen gevestigd waren. Het is een druk verkeersknooppunt, waar de grootste bezienswaardigheid de televisietoren is, welke vlak naast het plein ligt.
We wandelen verder naar de Dom van Berlijn, een mooi gebouw waar vele Hohenzollern liggen begraven.
Van daar door naar het roodstenen Berliner Rathaus en nog een wandelingen over Unter den Linden, met aan weerszijden vele oude gebouwen.
We gaan de Friedrichswerdersche Kirche binnen, een nieuw gotisch kerkgebouw, gebouwd in de eerste helft van de negentiende eeuw. De kerk is in de oorlog zwaar beschadigd en in de jaren tachtig van de vorige eeuw gerestaureerd. De kerk heeft prachtig glas-in-lood en een even zo mooie beeldengalerij.
Op een terras aan Unter den Linden drinken we een biertje en als we weer wat zijn uitgerust vervolgen we onze weg naar het monument voor de vermoorde joden in Europa, het Holocaustmonument.
Het monument ligt naast de Brandenburger toren is in 2003 tot 2005 gebouwd. Het bestaat uit 2711 betonnen blokken, zogenaamde stèles, in een soort van rastervorm.
Je kunt tussen de blokken door lopen, een soort modern doolhof, maar dan zonder doodlopende weggetjes. De hoogte van de stèles varieert van gelijkvloers tot meer dan vier meter.
We bezoeken het documentatiecentrum, waar een indrukwekkend beeld wordt geschetst van de jodenvervolging. In diverse zalen, zoals de Zaal der Dimensies, de Zaal der Families en de Zaal der Namen, worden familiegeschiedenissen getoond, alsmede bijvoorbeeld levensbeschrijvingen van Joodse families.
We gaan naar Rathaus Schoneberg, voor de hereniging het politieke centrum van West-Berlijn. Wellicht het meest beroemd is het Rathaus door de toespraak die president John F. Kennedy hier in 1963 hield met de beroemde woorden ‘Ich bin ein Berliner’.
We nemen de trein voor een zes uur durende reis over ongeveer 560 kilometer naar Warschau. Na de grensplaats Frankfurt aan de Oder passeren we enorme berkenbossen en plaatsen als Rzepin, Boczów, Torzym, Toporow, Kupinino, Poràzyn en Otusz. Het landschap is afwisselend vlak en heuvelachtig.
Via Zbaszynek en Kutna arriveren we op Poznan Glowny, Poznan Centraal. In de dorpjes langs het spoor worden heel veel mooie nieuwe huizen gebouwd. Polen lijkt wat van de achterstand op woninggebied in te lopen. Begin van de avond zijn we in Warschau.
Na een goed ontbijt wandelen we naar de het oude centrum van Warschau. Het weer is prima en dat vinden ook de zwervers van de stad, die zich op allerlei plekken verzamelen en hun biertje drinken.
We wandelen langs het centraal station en het eerste gebouw wat opvalt is het groteske Paleis van Cultuur en Wetenschap, een ‘cadeau’ van Stalin, kort voor zijn dood.
Het is een wolkenkrabber van ruim tweehonderd meter hoog die met zijn bombastische voorkomen de omgeving domineert. Tegenwoordig is het voornamelijk in gebruik als kantoor- en tentoonstellingsruimte.
We lopen door een prachtig park en passeren het mooie operagebouw, om vervolgens het oude centrum binnen te wandelen. Het eerste wat op het mooie, ruime kasteelplein opvalt is de kolom van koning Zygmunt, die de residentie van Krakow naar Warschau verplaatste.
Naast de pilaar van de koning, uitgebeeld met een groot kruis in zijn rechterhand, valt het Zamek Krolewski op, het koninklijk paleis. Het roodstenen gebouw neemt een groot gedeelte van een van de zijden van het plein in beslag. Kleurige panden sieren de overkant van het plein.
Via smalle straatjes met kinderkopjes bereiken we het centrale plein van de oude stad, Rynek Stare Miasto. Het prachtige plein is volledig ingesloten door hoge, kleurrijke oude panden. Alleen smalle straatjes geven toegang tot het plein.
Muziekflarden waaieren over het plein, waar terrasjes de gelegenheid bieden onder het genot van een kopje koffie de bedrijvigheid in je op te nemen.
Vanaf het plein wandelen we door een poortje en een mooi straatje met oude panden naar de oude vestingmuur net achter het plein. We lopen over de muur en keren vervolgens terug naar het plein.
We genieten van de ontspannen en gezellige sfeer. Het is 1 mei en dat wordt groots gevierd. De Polen zijn vandaag vrij en dat is te merken, want het wordt steeds drukker.
Na enkele kerken, waarbij we regelmatig uitkijken over de rivier de Wisla, bezoeken we het monument van de Warschauer opstand. Het monument herdenkt de tienduizenden Poolse, meest Joodse, inwoners, militair en niet militair, die zich verzetten tegen de Duitse bezetter.
We pakken een taxi naar het Joodse getto, waar de Umschlagplatz te vinden is. Via de Umschlagplatz zijn in 1942 ruim 300.000 Joden uit het getto overgebracht naar de Duitse vernietigingskampen, onder andere Treblinka.
De treinreis naar Vilnius, de hoofdstad van Litouwen, duurt bijna tien uur. We zien veel reeën en herten pal naast de rails.
Na Balystok wordt het landschap glooiender en we zien steeds meer ooievaars op hun nesten zitten. Alle fruitbomen dragen bloesem en dat levert een mooi plaatje op, net als het merengebied rond Augustow.
Via Suwalki komen we in Sestokai, waar we moeten overstappen op een Litouwse trein. Al vrij snel rijden we over het platteland, wat er op het eerste gezicht wel wat armoediger uitziet dan in Polen. De huisjes zijn hier over het algemeen klein en van hout en het lijkt erop dat iedereen een eigen moestuintje heeft. Het is wel bosrijker.
Na een uur of acht slaat de vermoeidheid toe, om 17.00 uur rijden we gelukkig Vilnius binnen.
Vilnius telt veel mooie kerken. Omdat je een kerk vrij snel kunt bekijken pikken we er altijd wel een aantal mee tijdens een stadswandeling. De eerste is de Heilige Geestkerk, een Russisch-orthodoxe kloosterkerk, van binnen hoofdzakelijk groen en roze gekleurd. De vlakbij gelegen St. Theresakerk is van binnen vooral roze en blauw geschilderd.
Als we bij de 16e eeuwse Aušrospoort komen staan er veel mensen op straat te zingen. Boven de poort is een kleine kapel met een Mariabeeld, een bedevaartsplaats voor veel katholieke Oost-Europeanen. Het is razend druk en het lukt bijna niet om via de trap bij het Mariabeeld te komen.
Via de roze-witte Casimirkerk, de oudste kerk in de barokstijl, slenteren we naar het Oude Raadshuis. Als we nog een paar kerken hebben bekeken drinken we maar eens een kop koffie in de met kinderkopjes belegde Pilies gatvé. Het is de oude Burchtstraat, die uit de middeleeuwen stamt en tegenwoordig een drukke winkelstraat is, waar ook vele restaurantjes zijn gevestigd.
Het is verschrikkelijk druk en prachtig weer en er wordt volop geflaneerd. Ik heb het idee dat het een feestdag is, want er wordt volop muziek gemaakt en overal staan kraampjes, waar werkelijk van alles wordt verkocht.
Als we een paar kopjes koffie hebben gedronken en ons een beetje hebben zitten vergapen aan het straatbeeld van de Pilies gatvé gaan we verder naar de Burchtberg. Boven op de 50 meter hoge ‘berg’ staat de roodstenen burchttoren, waarop de vlag van Litouwen stevig wappert.
Vanaf de burcht heb je een prachtig uitzicht over de stad, maar ook op de Kruisberg, waarop zich drie grote witte kruizen bevinden.
Volgens de overlevering zijn op die plek drie monniken vermoord en begraven. Tijdens de Russische overheersing werden de kruizen door de Russen verwijderd, maar na de onafhankelijkheid werd het monument in ere hersteld.
Voor de lunch bezoeken we nog de kathedraal van Vilnius en de witte klokkentoren op het grote Domplein, waar het een drukte van belang is. Dit is een van de belangrijkste verzamelplekken voor de jeugd van Vilnius, die hier aan het rolschaatsen, skateboarden en rondhangen is.
We bezoeken de Annakerk met de daaraan liggende Bernarduskerk en de klokkentoren. Het zijn gotische bouwwerken van roodkleurige steen.
We bezoeken ook de synagoge en houden het dan voor gezien.
We slenteren nog een beetje rond en sluiten de dag af met enkele biertjes die we, zo vinden we zelf, wel hebben verdiend.
Voordat we de trein naar St. Petersburg nemen wandelen we de volgende morgen nog wat door Vilnius. Eerst langs het KGB-museum, dat gesloten blijkt. Dan langs de rivier de Neris en nog even kijken bij de Frank Zappa Memorial, een monument gemaakt door een groep kunstenaars uit Vilnius.
Nog even een bezichtiging van het presidentieel paleis en op naar authentiek Litouws restaurant Forto Dvaras, waar we wat gerechten proberen die mij nu nog steeds niets zeggen. Lekker is het wel, vet ook.
We bezoeken nog het barnsteenmuseum. Barnsteen is versteende hars van miljoenen jaren oud. Leuk om te zien hoe diverse insecten zich hebben vastgelopen in de hars en mee zijn versteend. Door de heldere steen heen zien we onder andere vliegjes, mugjes, miertjes en kakkerlakjes. De verkleinwoorden zeggen het al: het zijn wel kleine steentjes, met kleine insectjes.
Op het station van Vilnius staat de trein naar St. Petersburg al klaar. Vanuit Litouwen rijdt de trein een stuk door Letland om vervolgens de grens met Rusland te passeren.
Op het station van St. Petersburg is het ongelooflijk druk. We wisselen wat geld en nemen een taxi naar de Nevski Prospect. De eerste chauffeur heeft er geen zin in, een collega rekent een veel te hoge prijs maar omdat we geen zin hebben om een bus te gaan zoeken accepteren zijn bod.
Na het ontbijt in ons hostel aan de Nevski Prospect wandelen we de hoek om en staan meteen oog in oog met de Hermitage aan het enorme plein. Vanaf de hoek zien we de Admiraliteit en de St. Isaackathedraal. We wandelen verder naar de rivier de Neva en zien in de verte de Petrus- en Paulus-vesting op het Hazeneiland.
We boeken een boottochtje over de Neva. Het is een oud bootje, voorzien van simpele, zeer oude eettafeltjes en losstaande stoelen. We varen de rivier op en dansen over de redelijke golven.
Het is echt genieten van de prachtige panorama’s. We varen achter de Hermitage langs, zien de Admiraliteit en komen vlakbij de Petrus- en Paulus-vesting.
Weer aan wal bezoeken we de St. Isaac-kathedraal, waar we ons vergapen aan de enorme bronzen deuren, welke zijn versierd met mooie beelden. De kathedraal is hoog en voorzien van een enorme koepel en prachtige hangende beelden aan het plafond. Verder zijn er prachtige schilderijen en mooie mozaïeken te zien. De wanden van de kathedraal hebben pasteltinten.
Vanaf de St. Isaac-kathedraal wandelen we de Nevski Prospect af, langs onder meer de Kazan-kathedraal. In een naastgelegen straat ligt de Sobor Spas na Krowi, de kerk van de Opstanding van Christus.
We passeren een militaire parade op het grote plein bij de Hermitage en dat geeft echt het gevoel dat je in Rusland bent.
De Hermitage is een enorm museum. We besluiten alleen de Nederlandse, Vlaamse, Spaanse en Italiaanse meesters te bekijken en de afdeling met de oudheden. Dit kost al een uur of drie.
We kijken onze ogen uit naar vele werken van onder andere Rembrandt en zijn leerlingen, Paulus Potter, Ferdinand Bol, Rubens en Jan Steen. Het zijn geweldige kunstwerken in een mooi gebouw, met een enorm mooi interieur.
Als we zijn uitgekeken besluiten we naar de Petrus- en Paulus-vesting te lopen. Het is een behoorlijke wandeling langs en over de Neva. We bezoeken het bastion, waar vroeger gevangenen vastzaten. Op de omliggende stukjes strand bij de rivier pikken mensen in badkleding nog wat straaltjes zon op.
Van de pittoreske straatjes van de vesting wandelen we terug via het Marsveld, het paradeplein, waar de eeuwigdurende vlam brand. Ook gaan we nog even naar het grootste warenhuis van de stad, Gostinyi Dvor, wat vroeger een handelskantoor was. De galerijen zijn prachtig.
‘s Avonds ga ik nog even alleen op pad en wandel naar de Rossistraat. Opvallend is dat ik, nu ik alleen ben, regelmatig door Russische dames word begroet, in het Engels met een zwaar Russisch accent, af en toe begeleid door een knipoog.
In de Rossistraat zie ik onmiddellijk waarom deze beroemd is. De symmetrie van beide straathelften is uniek, de zachtgele en witte huizen hebben de deuren, ramen en versierselen exact op dezelfde plaats. Het is geen grote straat, maar deze straat van architect Carlo Rossi is zeker een bezoekje waard.
De laatste dag in St. Petersburg bezoeken we de St. Petruskerk, de protestantse kerk van de Duitse gemeenschap in St. Petersburg. De kerk heeft geen geweldig interieur en is voorzien van tribunes voor de bezoekers. Een beetje typisch voor een kerk.
Het barst van de kerken in St. Petersburg, dus we besluiten er nog maar eentje uit te pikken en dat wordt de St. Katherinakerk, die voorzien is van mooie pastelkleuren, maar dat is het voorlopig dan ook wel even.
We gaan naar het Russisch museum. Tsaar Alexander II is de initiatiefnemer geweest om in het voormalige Michailovski Paleis het Russisch museum onderdak te laten vinden. Het is een prachtig gebouw, zowel van buiten als binnen. Het is absoluut de moeite waard om de werken van Russische meesters eens van dichtbij te bekijken.
Als we weer buiten wandelen zien we dezelfde zigeuners die gisteren Wil wilden beroven. We hadden het net op tijd in de gaten, want Wil werd al aardig ingesloten door een groep zigeunerkinderen, vergezeld door een oudere vrouw.
Nu loopt dezelfde groep achter iemand aan, overduidelijk een toerist, waarbij ook nu weer de kinderen de man van achteren insluiten en bijna tegen hem aan lopen en onderling lopen te duwen en te trekken, alsof ze aan het stoeien zijn. De vrouw brabbelt continu, alsof ze de kinderen instrueert wat te doen. Als de man achterom kijkt zien we dat de rol van de kinderen verandert in die van bedelende kinderen, de vrouw draait zich om en loopt de andere kant op. Geraffineerd.
Tot slot bezoeken we nog het Poesjkinmuseum en de Zomertuin, respectievelijk de laatste woning van Poesjkin en de tuin met prachtige marmeren beelden. Het park op een eilandje was het lievelingspark van Poesjkin, die er dan ook vaak te vinden was.
Voor we in de taxi naar het station stappen bezoeken we nog de prachtige Kazankathedraal, inmiddels weer tot de orthodoxe kerk behorend, nadat het een tijd lang een museum is geweest.
Ik heb een beetje een vervelend voorgevoel. Ons visum loopt vandaag af en als ik het Cyrillische schrift van het routeschema goed interpreteer bereikt de trein de grens met Estland pas na twaalf uur ‘s nachts. Dat wordt bevestigd door de conducteur.
Als de trein bij de overgang Ivanovo stilstaat voor de uitreiscontrole, gaat de coupédeur open en wijst de conducteur ons aan. De douanier bladert in onze paspoorten en schudt meewarig zijn hoofd. Het is 00.58 uur, dus ons visum is bijna een uur verlopen. Een collega met een nog grotere pet zegt met een zwaar Russisch accent: ‘Your adventure in Russia is not over yet.’ We moeten de trein uit.
Volgt een nacht wachten in een grenskantoortje met onvriendelijke Russen, een taxirit in een aftandse Lada naar een afgelegen politiekantoortje waar onze vingerafdrukken worden genomen, taxiritten naar een fotograaf voor pasfoto’s en naar een bank om geld te pinnen en nieuwe visumformulieren te halen.
Als we bij de bank in de rij staan zie ik in een andere rij een vrouwelijke ambtenaar die we al in het grenskantoortje zagen.
Het is niet de enige keer dat we merken dat we in de gaten worden gehouden. Pas aan het eind van de middag krijgen we onze paspoorten terug en worden we met een nieuw visum het douanekantoortje uitgebonjourd.
Van ons dagje Tallinn is niets meer over. Na een taxiritje naar de grens en een busrit naar de Estse hoofdstad is het al avond. We lopen nog even naar het strand, drinken een biertje en dat was het dan wat Tallinn betreft.
Na het ontbijt wandelen we nog even naar het strand om vervolgens met een taxi naar de D-terminal te gaan, voor de overtocht naar Helsinki.
Nadat we in het mooie hotel in het centrum van Helsinki zijn ingecheckt, wandelen we eerst even naar het station om de tijden voor de trein naar Turku in ons op te nemen. Vervolgens lopen we naar het Senaatsplein met de Helsinki-kathedraal, die van buiten erg mooi is maar van binnen erg kaal.
De in de buurt liggende Uspenski-kathedraal is zowel van binnen als buiten mooi om te zien. De wandeling voert ons verder naar het presidentieel paleis en het stadhuis.
Op een soort marktplein zijn optredens van diverse groepen te zien en lekkere Lapse visspecialiteiten te proeven. We lopen nog naar de Temppelianskio-kerk, een in de rotsen uitgehouwen kerk. De kerk is gesloten, maar een blik door de glazen deur doet vermoeden dat het er van binnen mooi uitziet.
Helsinki is een leuke, gezellige stad, met name om te winkelen denk ik, maar daar komen we niet echt voor. Veel bezienswaardigheden zijn er niet, duur is het wel.
Na een uitstekend ontbijt wandelen we nog even over de markt van Helsinki en nemen dan de trein naar Turku, waar we morgen de boot naar Stockholm nemen. We rijden door een mooi landschap met veel houten huizen en veel bos.
Het stadje Turku heeft een levendig centrum en is erg gezellig door de vele terrassen. Door Turku loopt een kanaaltje waarin enkele restaurantboten liggen.
We bezoeken de mooie kathedraal en drinken op een terras een halve liter bier voor welgeteld € 2,50 wat een koopje is in Finland. Dus nog maar één en eeuh, nog één. Na de tot nu toe toch wel vermoeiende reis is dit even heerlijk ontspannen.
We moeten al vroeg naar de haven, dus om 06.30 uur staan we klaar voor de taxi die ons bij de terminal afzet. We vertrekken voor de overtocht naar Stockholm die ongeveer elf uur gaat duren, want de boot vaart echt met een slakkengangetje. Eenmaal op weg wordt duidelijk dat we door een betoverend mooi gebied varen.
Tot de tussenstop in Mariaholmn op de Åland-eilanden blijven we steeds tussen eilandjes door manoeuvreren. Het is echt prachtig om te zien en hoewel het tempo laag ligt, vliegt de tijd voorbij.
Rond één uur meren we aan in Mariaholmn, waar passagiers van boord gaan en aan boord komen, net als goederen.
Na de korte stop in Mariaholmn bereiken we open water. Langer dan een uurtje duurt dat niet, want dan komen de eilandjes weer in ons gezichtsveld.
Ook nu is de route weer prachtig, zeker als langzaam het vasteland van Zweden in zicht komt. De mooie Scandinavische huisjes op de beboste eilanden zien er prachtig uit.
De eerste indruk die we van Stockholm krijgen is geweldig, morgen maar weer rustig bekijken.
Vandaag op pad om de stad te bekijken. Allereerst bezoeken we de oude wijk Gamlastan waar we rustig rondwandelen.
We bezoeken de in de buurt liggende Riddarholmskyrken en vanaf het nabij gelegen Evert Taubes Terrass hebben we een mooi uitzicht op het Stadshuset.
Via de Storkyrkan, de bisschopskerk van Stockholm, lopen we naar het koninklijk paleis, waar we de wisseling van de wacht meemaken. Hier in de buurt zijn veel mooie, Italiaans aandoende straatjes, waar het met een lekker temperatuurtje goed toeven is.
We bezoeken nog de Duitse kerk met mooi glas-in-lood en een prachtig altaar. Via de markthal en het historisch museum lopen we langs nog wat typische kerken.
We pakken de trein naar Kopenhagen, onze laatste bestemming. De trein richting Malmö voert ons door een prachtig Zweeds landschap en langs plaatsen als Södertalje, Katrineholm, Norrköping, Linköping en Sävsjö. De typische Zweedse huisjes vallen op in het glooiende landschap en vanaf Linköping rijden we door een prachtig merengebied.
In Malmö stappen we over op de trein naar Kopenhagen Centraal. Omdat ik hier al eerder was beperken we ons tot wat rondwandelen in de stad. Eerst gaan we naar het Rathusplatsen, waar het gezellig druk is en vanwaar je op het pretpark Tivoli kijkt. Vervolgens wandelen we nog even naar Slotsholmen over de winkelstraat Ströget.
Nog een rondje over de H.C. Anderson Boulevard en dan pakken we de trein naar Hamburg en vervolgens naar Hengelo. Het zit er weer op.