×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Denemarken en Zuid-Zweden

Kerken en kastelen in het land van de Vikingen

Reisverslag: Guy Claes
Foto's: Guy Claes

Denemarken telt veel fraaie kastelen, zoals Frederiksborg in Hillerød, Rosenborg in Kopenhagen, Kronborg in Helsingør en slot Voergård. Verspreid door het land staan talloze kerken, waarin modellen van schepen hangen, als dank voor een behouden vaart. Tijdens de rondreis door Denemarken wordt ook Göteborg en Jönköping in Götaland, Zuid-Zweden bezocht.

Silkeborg

De Tollund Man lag tweeduizend jaar in het veen

Vanuit Duitsland arriveren we in de late namiddag met auto en caravan op de DCU-Camping in het Deense Viborg. Van hieruit bezoeken we Silkeborg.

Het Silkeborg Museum is ondergebracht in het oudste gebouw van het stadje en vertelt wat over de regionale geschiedenis en heeft een collectie Deens glaswerk. Op zich is dit eerder matig interessant, maar het hoogtepunt is de tentoonstelling die in een apart gebouw in de tuin is opgebouwd rond vondsten uit de ijzertijd.

In een deels verduisterd zaaltje bevindt zich de Tollund Man, een veenlijk dat in 1950 door turfstekers werd gevonden in het moeras bij Tollund, in de omgeving van Silkeborg. Doordat het lijk meer dan tweeduizend jaar in het veen lag (van ongeveer 350 voor Christus), is het goed geconserveerd.

De strop om de nek van de Tollund Man doet vermoeden dat de man door ophanging om het leven is gebracht. Vooral het hoofd met de leren muts is in uitzonderlijk goede staat en het gezicht straalt een serene rust uit, alsof de man zijn dood aanvaardde.

In het museum bevindt zich nog een tweede veenlijk, het Meisje van Elling. Dit veenlijk is echter in veel minder goede staat dan de Tollund Man.

Viborg en de kalkmijnen van Daugbjerg

De grootste granieten domkerk van Europa

In Viborg bezoeken we eerst de domkerk. De dom uit de 12de eeuw werd door verscheidene branden geteisterd. In 1862 besloot men de kerk af te breken en nauwkeurig na te bouwen. Alleen de crypte is nog authentiek.

Deze kerk zou de grootste granieten domkerk van Europa zijn. Begin 20e eeuw werd het interieur versierd met kalkschilderingen van de Deense kunstenaar Joakim Skovgaard, die de bijbelse geschiedenis illustreren.

In het Skovgaardmuseum, in het voormalige raadhuis vlakbij de domkerk, kan men niet alleen werken van Joakim Skovgaard bezichtigen, maar ook van zijn broer Niels en hun vader Peter Christian. Tevens zijn er werken van Deense vrienden van de familie Skovgaard te bekijken.

Iets ten westen van Viborg bezichtigen we de kalkmijnen van Daugbjerg. Hier werd al in de 10e eeuw kalksteen gewonnen. Volgens de folder bieden de grotten onderdak aan ongeveer 7000 vleermuizen van vijf verschillende soorten. In augustus en september worden avondwandelingen naar de vleermuizen georganiseerd. Wij zien begin juli slechts vier vleermuizen.

Uit de diepe groeven van de kalkmijnen kwam ondermeer bouwmateriaal voor de domkerk van het Deense Ribe. De mijnen zijn niet meer in gebruik, maar je krijgt wel een idee hoe vroeger onder erbarmelijke omstandigheden in de kilometerslange gangen moest worden gewerkt. Het gangenstelsel is meer dan 30 kilometer, maar slechts een tweetal kilometer is voor het publiek toegankelijk.

Wie wil, kan gewapend met een brandende kaars in een klein deel van de kalkmijn ervaren hoe weinig je eigenlijk ziet met alleen wat kaarslicht. Bovendien moet je enkele keren gehurkt door een nauwe, lage gang.

Grenen en Skagen

Waar Kattegat en Skagerak op elkaar botsen

Grenen, het uiteinde van de landtong Skagens Odde aan de noordoostkust van Jutland, is het meest noordelijke stukje Denemarken. Vanaf de parking wandelen we via een pad en over het strand naar het punt waar de zeestraten Kattegat en Skagerak samenkomen. Het is door de stroming levensgevaarlijk om hier te zwemmen, maar pootjebaden in het ondiepe water kan wel.

Deze plek is ook te bereiken met de tractorbus Sandormen, die om de tien minuten van en naar de parking vertrekt maar een wandeling tegen de wind in verdient toch wel de voorkeur.

Afhankelijk van de sterkte en de richting van de stromingen in beide zeestraten kan het noordelijkste punt van Denemarken door zandaangroei en afkalving verschuiven en iets meer naar het noorden of oosten liggen.

In het nabijgelegen stadje Skagen kun je wat flaneren door de winkelstraatjes en de haven.

Voergård

Een mooi renaissancekasteel uit 1580

In Voergård staat een mooi renaissancekasteel uit ca. 1580. De laatste eigenaar voorzag het kasteel van meubilair, schilderijen, (Chinees) porselein en zilverwerk. Tot de collectie schilderijen behoren werken van Rubens, El Greco en Goya.

Het interieur is zeker de moeite waard en midden juli zijn er middeleeuwse dagen met o.a. een middeleeuwse markt en toernooien.

Hiermee sluiten we ons bezoek aan Jutland af en verhuizen we naar het eiland Sjælland, meerbepaald naar de camping van Hillerød ten noorden van Kopenhagen.

Hillerød

Koninklijke lustslot Frederiksborg ligt op drie eilandjes

Een bezoek aan het koninklijke lustslot Frederiksborg in Hillerød staat bovenaan onze verlanglijst. Vanaf het centrum van Hillerød krijgen we al een voorproefje. Op de voorgrond staat een standbeeld van Frederik VII en op de achtergrond zien we het kasteel, dat gelegen is op drie eilandjes in de Slotssø.

Slot Frederiksborg is gebouwd in Vlaamse-Hollandse renaissancestijl en je kan er zowel te voet als met een bootje naar toe.

Het toegangsstraatje loopt vanaf een stadspoort uit het begin van de 17de eeuw enigszins gebogen – dit om aanvallers beter onder schot te kunnen houden vanaf het kasteel – naar een tweede toegangspoort.

Via deze poort en een brugje kom je op het grote binnenhof met een grote, prachtige Neptunusfontein. Het origineel werd door de Nederlander Adriaen de Vries gemaakt, maar werd in 1659 door Zweedse troepen gestolen en kwam gehavend in Stockholm terecht. De huidige fontein is een kopie en dateert van 1888.

Achter de fontein ligt het terras met zicht op de galerij (1621) en de koningsvleugel waar de wandeling doorheen het kasteel en het Nationaal Historisch Museum begint.

We beginnen op de bovenste verdieping waar veel portretten en schilderijen hangen van personen die iets voor Denemarken hebben betekend, onder meer de Deense vorst Christian IV, de sprookjesschrijver Hans Christian Andersen, de musicus Victor Borge, de schrijfster Karen Blixen… veel te veel om alles uitvoerig te bekijken.

Een verdieping lager zijn meubels, schilderijen en objecten te zien uit de periode tussen 1700 en 1850.

Nog een verdieping lager bevindt zich de indrukwekkende Gottorp Wereldbol (1654-1664), die door Hertog Frederik III van Sleeswijk-Holstein-Gottorp gemaakt werd met de hulp van de Duitse wiskundige Adam Olearius.

Het speciale plafond met houtsnijwerk, de zwartmarmeren haard en de muzikantengalerij in de Grote Hal zijn eveneens de moeite waard.

Deze Grote Hal werd na een brand gerestaureerd en gereconstrueerd volgens de schetsen die toevallig pas voor de brand werden gemaakt.

Op de eerste verdieping bevindt zich onder andere ook de slotkapel. Een overijverige zaalwachter stuurt ons echter – omwille van het late uur misschien – via een andere zaal en voor we er erg in hebben staan we buiten zonder de slotkapel gezien te hebben.

Na het kasteelbezoek wandelen we nog door de kasteeltuinen op de noordelijke oever van het meer. Van hieruit heb je mooi zicht op het kasteel met zijn torens uit 1604 en 1616.

Kopenhagen

Nyhavn is een pittoreske havenbuurt met kleurrijke gebouwen

Hoewel we Kopenhagen al eerder bezochten, kunnen we de hoofdstad van Denemarken niet zomaar links laten liggen. We baseren ons op de stadswandeling in de ANWB-gids Actief & Anders, maar concentreren ons vooral op nog niet bezochte bezienswaardigheden.

Vertrek- en aankomstplaats is de Rundetårn of Ronde Toren die vlak tegen een kerk is gebouwd. Je kan in deze toren naar boven wandelen via een tredenloze wenteltrap waarover vroeger paarden en rijtuigen naar boven reden.

Na slot Christiansborg wijken we even van het beschreven traject af en bezoeken Ny Carlsberg Glyptotek. Samen met het Nationaal Museum behoort dit museum ongetwijfeld tot de belangrijkste musea van Kopenhagen en Denemarken.

In Ny Carlsberg Glyptotek vinden we werken van heel wat bekende Europese meesters, o.a. Cézanne, Degas, Gauguin, Giacometti, Manet, Meunier, Monet, Picasso, Renoir, Rodin en Van Gogh. Leuk is ook de centrale tuin met koepel waar je even kan uitrusten.

We wandelen voorbij de ingang van Tivoli, ongetwijfeld een van ‘s werelds beroemdste  pretparken, naar het beeld van de bekende sprookjesverteller Hans Christian Andersen vlakbij het Raadhuis. Het is hier aanschuiven om een fotootje te maken.

Via het plein voor het raadhuis – waar altijd wat te beleven valt – bereiken we de winkelwandelstraten. Via Kongens Nytorv en het Guinness World Records Museum bereiken we Nyhavn, een pittoreske havenbuurt met vele kleurrijke gebouwen, waar altijd veel volk is.

Hier vertrekken zowel de rondvaartboten naar de Kleine Zeemeermin als de draagvleugelboten naar het Zweedse Malmö. De koopmanshuizen langs Nyhavn zijn veelal omgebouwd tot kantoorruimte maar op het gelijkvloers bevinden zich vooral restaurants.

Via Nyhavn wandelen we naar de Gefionfontein van Bundgård en de daarachter gelegen grijswitte Sankt Albans Kirke.

Volgens een sage beloofde de Zweedse koningin aan de godin Gefion zo veel land als de godin op één nacht kon omploegen. De godin veranderde haar vier zonen in ossen en ploegde een groot stuk land in het Zweedse Götaland om. Dat stuk land gooide ze in de Oostzee en zo zou het Deense Sjaelland ontstaan zijn. Het gat dat ontstaan was, liep vol water en werd het Zweedse Vänernmeer.

We zetten onze wandeling verder langs het water en bereiken het meest gefotografeerde beeld van Kopenhagen: ‘den Lille Havnfrue’ ofwel de Kleine Zeemeermin uit het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen. Het beeldje is van de hand van beeldhouwer Edvard Eriksen en zijn vrouw stond model voor de zeemeermin.

Via Kastellet, een soort modelvesting met bastions en een vestinggracht onder militaire bewaking, wandelen we terug in de richting van de Ronde Toren.

We passeren de Marmorkirken of Marmerkerk – ook wel Frederikskirke genoemd. De bouw begon in 1749 maar door geldnood raakte de kerk pas klaar in 1894 nadat een bankier voor de nodige financiële middelen zorgde.

Via het slot Rosenborg in Deens-Nederlandse renaissancestijl keren we terug naar het beginpunt van de wandeling.

Helsingør

Slot Kronborg is een vesting met kanonnen op de bastions

Na de schitterende, maar vermoeiende wandeling doorheen Kopenhagen besluiten we het een dagje rustiger aan te doen en bezoeken we Helsingør.

De stad huisvest het slot Kronborg. Het is wel even zoeken naar een parkeerplaats in de buurt van het kasteel, waar hele busladingen – vooral Japanse – toeristen worden gedropt. Slot Kronborg is gekend van Shakespeare’s Hamlet, maar in de Deense geschiedenis blijkt de naam Hamlet niet voor te komen. Evenmin is er ooit een koning door zijn broer vermoord.

Kronborg is eigenlijk eerder een vesting. Via twee slotgrachten en een kleine poort kom je op het binnenplein. Het kasteel mag dan een juweeltje zijn van Vlaamse renaissancebouwkunst, het interieur is armoedig aandoend doordat er weinig of geen meubilair aanwezig is. De danszaal (62 op 11 meter groot) is grotendeels gereconstrueerd nadat een brand in 1629 het kasteel – op de slotkapel na – volledig verwoestte.

De schilderijen die hier hangen zijn van weinig bekende meesters. In de aanpalende kamers van de danszaal zien we 7 gobelins. Van de oorspronkelijk 40 gobelins overleefden slechts 14 de brand van 1629. De andere 7 gobelins hangen in het Nationaal Museum in Kopenhagen. Ook de slotkapel kan ons niet echt bekoren omdat er slechts weinig overblijft van het originele meubilair.

Het is wel leuk om in de schaars verlichte kazematten te wandelen. In deze gewelven onder het slot staat een groot stenen beeld van Holger Danske, de schutspatroon van Denemarken, zittend aan een tafel.  Als Denemarken ooit in gevaar komt, zal de oude Holger opstaan en de tafel splijten wanneer hij zijn eraan vastgegroeide baard losrukt.

Tot slot wandelen we nog naar de kanonnen op de bastions aan de Öresund. De kanonnen zijn gericht naar Zweden, een vroegere vijand van Denemarken. Van hieruit zien we de veerboten over en weer varen naar Zweden, een afstand van ongeveer 4 kilometer.

In Helsingør zelf zien we vooral veel Zweedse toeristen die de veerboot nemen om aan deze kant van de Öresund hun drankvoorraden aan te vullen.

Borås

De zoo heeft een afdeling met Scandinavisch wild

We verlaten Denemarken en trekken voor een weekje naar Zweden – omgeving Göteborg – waar we op de camping van Överlida verblijven. De camping ligt weliswaar in the middle of nowhere, maar de natuur is er prachtig.

Omdat de weerberichten een zonnige dag voorspellen, bezoeken we eerst de zoo van Borås. Borås Djurpark huisvest Afrikaanse dieren zoals olifanten, giraffen, neushoorns, leeuwen, zebra’s en chimpansees maar heeft ook een afdeling Scandinavisch wild met onder andere beren, elanden, lynxen, wisenten en herten.

Bijzonder in deze zoo is wel de savanne, een grote afspanning waar verschillende soorten dieren samenleven zoals in hun natuurlijke biotoop. Uiteraard zijn hun natuurlijke vijanden hier niet aanwezig. De uitgestippelde wandeling neemt 4 uur in beslag, maar dan heb je ook alle dieren gezien.

Göteborg

Götenborgs Maritima Centrum telt 18 historische schepen

Op zondag bezoeken we Göteborg. We gebruiken de stadswandeling uit de ANWB-gids als basis voor ons bezoek aan de tweede grootste stad van Zweden en beginnen onze verkenningstocht op de Gustav Adolfs Torg.

Op dit plein met een standbeeld van Gustav II Adolf liggen meteen al enkele speciale gebouwen. Achter het standbeeld ligt het beursgebouw in Italiaanse renaissancestijl uit 1844 met daarnaast het stadhuis uit 1758 dat in 1824 herbouwd werd.

Via een korte omweg bereiken we het oudste gebouw van Göteborg: Kronhuset uit ca. 1650. Leuk zijn de vlakbij gelegen Kronhusboderna, oude winkeltjes en een koffiehuis uit begin 20e eeuw. De winkeltjes bieden plaats aan ambachtslieden, zoals een kruikenmaker.

We keren terug naar ons beginpunt en passeren daarbij eerst de Christinakerk die na een brand in 1748 werd gereconstrueerd. In deze kerk worden Duitse gebedsdiensten gehouden. Het naast deze kerk gelegen raadhuis heeft sinds zijn bouw al vele grote veranderingen ondergaan.

We wandelen verder langs de fontein met het beeld Johanna, de Zaaiersvrouw naar de domkerk die omstreeks 1815 gebouwd werd op de plaats waar voorheen reeds twee kerken stonden. De kerk is niet enorm groot, maar het verguld altaarstuk is wel speciaal.

We nemen de Paddanboot voor een rondvaart in de haven. Grappig is wel dat op een bepaald moment iedereen op de knieën moet en moet bukken, want de – niet overdekte – boten varen onder twee lage bruggen door om de haven van Göteborg te bereiken.

In de haven zien we de torpedoboot Småland uit 1952 die ligt aangemeerd aan het Götenborgs Maritima Centrum, dat naar verluidt het grootste varende maritiem museum van de wereld zou zijn. De torpedoboot is slechts één van de 18 schepen die het museum rijk is.

Heel apart is zeker ook het rood met witte kantoorgebouw Göteborgs Utkiken dat in 1989 werd gebouwd. Het gebouw wordt door de inwoners van Göteborg het ‘Lipstickgebouw’ genoemd.

Vlak bij het Lipstickgebouw ligt een bark – de Viking – permanent aangemeerd. Het is één van de weinige viermasterbarken ter wereld die bewaard zijn gebleven. Het schip werd in 1906 in Kopenhagen gebouwd en zeilde onder andere naar Australië (tarweroute) en Chili. Nu is het een hotel en conferentiecentrum.

De rondvaart loopt verder via de scheepswerven en we passeren ook de viskerk Feskekörka die de vismarkt van Göteborg herbergt. De vangst uit de Noordzee wordt rechtstreeks naar hier gebracht. Met het steil aflopende dak en de grote erkervensters lijkt het gebouw inderdaad op een kerk.

Op de terugtocht naar de aanlegplaats moet iedereen in de boot opnieuw op de knieën om terug onder de twee bruggen te kunnen varen.

Na de boottocht, waarbij we behoorlijk werden natgespat, vervolgen we onze stadswandeling naar het centrum van cultuur en kunst: de Götaplatsen. Reeds van ver zien we het Poseidon-beeld van de Zweedse beeldhouwer Carl Milles (1875-1955) opdoemen.

Een jaar eerder bezochten we in Stockholm de beeldentuin van deze beeldhouwer waar onder andere een kopie van dit beeld staat.

Achter het beeld bevindt zich het Konstmuseet of Kunstmuseum. Hier gaan we op zoek naar werken van ons bekende meesters en vinden er inderdaad werken van Degas, Rembrandt, Rubens, Picasso en Cézanne.

Er zijn werken van enkele Hollandse meesters aanwezig, evenals enkele beelden van Carl Milles.

Uiteraard herbergt het Kunstmuseum ook een rijke collectie Scandinavische kunst. En met een bezoek aan dit museum sluiten we onze kennismaking met Göteborg af.

Jönköping

De stad van de lucifers heeft een tändsticksmuseet

Na een relatief rustige, maar natte dag in Varberg besluiten we ons bezoek aan Zweden af te ronden met een bezoek aan Jönköping. Op weg naar dit aan het Vätternmeer gelegen handels- en industriestadje passeren we de mooie zeshoekige kerk van Tranemo uit 1882.

We rijden over rustige kleinere wegen en zien heel wat van de mooie Zweedse natuur. Bij momenten lijk je heel alleen in Zweden, want je ziet soms kilometerslang geen dorpen, verkeer of mensen.

Jönköping is vooral bekend om zijn lucifers en huisvest onder andere een lucifermuseum (tändsticksmuseet). We vinden een parkeerplaats achter de Kristina Kyrkan, een kerk in renaissancestijl uit 1649.

Dicht bij de Kristina Kyrkan bevinden zich o.a. het gerechtsgebouw uit 1650 en het voormalige 17de-eeuwse raadhuis. Op het plein voor deze gebouwen staat een mooie fontein van beeldhouwer Lundqvist.

We passeren de pier aan het Vätternmeer, maar aangezien de betonnen muur die erop gebouwd is zowel de wind tegenhoudt als het uitzicht belemmert, kan de pier ons niet echt bekoren.

Na enig zoeken vinden we het lucifermuseum. Omstreeks 1840 werd in Jönköping de eerste luciferfabriek geopend door de gebroeders Lundström en het museum is gevestigd in de oudste luciferfabriek.

Aan de balie krijgen we een handleiding waarmee je op eigen houtje het enige lucifermuseum ter wereld kunt verkennen. Het museum vertelt het verhaal van de oprichters, maar besteedt ook aandacht aan de werknemers die slachtoffer werden van fosforvergiftiging.

Werknemers moesten 11 uur per dag en 6 dagen per week in een zeer ongezonde omgeving werken.

In een zaal zien we een machine die in 1870 bedacht werd door Lagerman. Daardoor kon vanaf dan het hele proces machinaal gebeuren. Naast die grote, geïntegreerde machine zie je ook nog de afzonderlijke machines waarmee voordien het hele proces in verschillende fasen werd uitgevoerd.

We kennen allemaal de luciferdoosjes van nu, maar in het begin werden de lucifers manueel ingepakt in papier en voorzien van een stempel. Liefhebbers kunnen ter plaatse met een speciaal balkje met handvat een dergelijk ‘luciferdoosje’ maken.

Op de bovenste verdieping staan uitstalkasten met vele verschillende kleurrijke luciferdoosjes. Het museum is zeker de moeite waard, maar ik had graag ook een demonstratie gezien van het ganse productieproces.

Køge en Stevns Klint

Vakwerkhuizen en een kerkje boven een afgebrokkelde krijtrots

De volgende dag verlaten we Zweden en rijden over de Öresundbrug naar de kleine camping van Görslev in Denemarken.

Het havenstadje Køge is naar Duits voorbeeld gebouwd. Niet zo verwonderlijk aangezien het stadje goede contacten had met Pommeren in Duitsland. Het stadje bezit heel wat vakwerkhuizen uit de 16e-17e eeuw. Hoewel zij deels verzakt zijn, ogen zij nog mooi. Aangezien Køge niet zo groot is, wandelen we op het gevoel door het gezellige stadje.

Het Køge Museum is ondergebracht in een vakwerkhuis. Wat verderop zien we de opmerkelijke Sanct Nikolaj Kirke of Sint-Nicolaaskerk. De kerk dateert wellicht uit 1324, maar onderging wijzigingen tussen 1375 en 1400.

Opmerkelijk aan de kerk is de grote toren die in de loop van de tijd verschillende bestemmingen had: vestingtoren, vuurtoren en wachttoren. Zowel de preekstoel als het altaarstuk dateren van 1624.

We vervolgen onze uitstap naar Stevns Klint, net als het zuidelijker gelegen Møns Klint een krijtrots met een steile wand. Vanaf de parking bereik je te voet het dorpskerkje van Højerup dat op de rand van de rotsen werd gebouwd.

Een deel van dit vroeg 13e eeuwse kerkje stortte in 1928 in zee toen de krijtrots eronder door erosie afbrokkelde. Gelukkig werd het kerkje wegens zijn gevaarlijke ligging al niet meer gebruikt sinds 1910.

Het kerkje wordt nu gestut en is vrij (en veilig) te bezoeken. Aan de achterkant is nu zelfs een klein platform van waaruit je een mooi uitzicht hebt op het hoogste punt van de krijtrots (41 meter) en de zee. Het kerkje heeft ook nog een verweerd fresco.

We nemen eerst de trap naar het keienstrand, maar het mooiste zicht op het kerkje krijg je door de wandeling van goed 2 kilometer over de krijtrotsen naar de vuurtoren te doen. Vooral bij het terugwandelen – deels door bos en over veldweggetjes en deels over privé-terrein – zijn er enkele mooie uitzichtpunten.

Haderslev

Ook in de Vor Frue Kirke hangt een scheepsmodel

We verhuizen in de richting van de Deens-Duitse grens en verblijven nog enkele dagen op de camping van het Deense Haderslev in Zuid-Jutland. Haderslev ligt aan de Haderslevfjord en werd omstreeks 1150 gesticht.

We leggen de korte afstand van de camping naar het stadscentrum te voet af en passeren daarbij eerst de oude watermolen uit 1827. Deze doet nu dienst als theater. In het centrum en de winkelwandelstraat ligt de domkerk Vor Frue Kirke (Onze Lieve Vrouwekerk) op een klein heuveltje.

De toren van deze kerk brandde af in 1627 en er werd geen nieuwe toren gebouwd.

Door de vele ramen en de witte muren en plafonds is er veel licht in de kerk en dat komt het interieur zeker ten goede. De preekstoel dateert van 1636 en zoals in de meeste Deense kerken hangt ook hier een schip. Ook een dubbel schilderij hangt hier; afhankelijk van hoe je het werk bekijkt – vanaf links of vanaf rechts – krijg je een ander beeld.

Ribe

Op de stormvloedzuil staat het waterpeil tijdens overstromingen

We ronden onze reis naar Denemarken en Zweden af met een bezoek aan het oude stadje Ribe. De oude stadskern met haar winkelstraatjes en kleurrijke voordeuren zorgt ervoor dat er in Ribe altijd een gezellige drukte heerst.

Langs de kade van de Ribe Å wandelen we naar de stormvloedzuil. Hierop staat nauwkeurig aangegeven hoe hoog het water stond bij vroegere overstromingen. De hoogste waterstand dateert van 1634. Aan de kade ligt ook nog de museumboot Johannes Dan.

We bezoeken de domkerk Vor Frue Kirke uit de tweede helft van de 12de eeuw. Van op afstand gezien lijken het drie verschillende gebouwen, doordat delen later zijn toegevoegd.

De domkerk is bekend omwille van de buitendeur met een leeuwenkop die door vier kleine draken wordt omringd. In de volksmond wordt het de kattenkopdeur genoemd, omdat de bewoners het geheel interpreteerden als een kat met vier muizen.

Op de terugreis houden we nog even halt aan de zoo van het Duitse Hannover en keren zo naar huis terug.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win