×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Zuid-Thailand

Jungle, karstgebergte, baaien en eilanden

Reisverslag: Hans van der Ham
Foto's: Hans van der Ham

Van Bangkok naar Khao Sok, waar jungle en meer per kano, bamboevlot en olifant worden verkend. De baai Phang Nga wordt gekenmerkt door mangrovebossen, karstrotsen en tientallen eilanden. Krabi is een uitvalsbasis voor island hopping. De Phi Phi-eilanden bieden rust en mooie baaien. Phuket is de strandlocatie van Zuidoost-Azië.

Bangkok

China Town is een bombardement op al je zintuigen

Na zo’n 11 uur vliegen komen we aan in Bangkok. Ons hotel ligt in een volksbuurt in een uithoek van de stad. Dat heeft ook voordelen: het bruist er van het leven.

We maken we kennis met de rest van de groep: 12 personen, inclusief Belgische gids. Omdat we vorig jaar al naar het koninklijk paleis en de Wat Phra Kaeo zijn geweest gaan we niet met de groep mee maar bezoeken op eigen gelegenheid de Wat Pho-tempel.

De Wat Pho (Tempel van de liggende Boeddha) is en van de grootste en oudste tempels van Thailand. Naast de 46 meter lange liggende boeddha zijn er op het enorme terrein nog meer dan duizend andere afbeeldingen van boeddha te vinden.

De Wat Pho is ook de bakermat van de Thaise massage. Er is een school voor Thaise massage gevestigd.

We dineren aan de Chayo Praya, de grote rivier die door Bangkok loopt. Na het diner maken we een boottochtje over de rivier, waaraan alle paleizen en tempels verlicht zijn.

De volgende morgen maken we een wandeltocht van twee uur door China Town, die we hebben geboekt bij hetzelfde bureau waarmee we vorige keer een fietstocht door China Town maakten.

We hebben geluk. Er zijn geen andere deelnemers aan de wandeling, waardoor het een privé-wandeling wordt met een goed Engels sprekende Thaise gids.

China Town is een bombardement op al je zintuigen. Te voet kun je nog meer details in je opnemen dan op de fiets en het is ook makkelijker om foto’s te maken.

We bezoeken onder andere de Wat Mangkon Kamalawat, een grote en drukke Chinese boeddhistische tempel waar massaal gebeden wordt en wierookstokjes worden gebrand.

Ook worden hier ten gerieve van de overledenen allerlei papieren namaakartikelen verbrand in een enorme oven. Daar zijn zelfs papieren Mercedessen bij.

Terug in het hotel zitten we even bij het zwembad. Eind van de middag worden we opgehaald om tegenover het hoofdstation wat te gaan eten. Daarna vertrekken we met de nachttrein naar het zuiden.

De rit van zo’n 13 uur is totaal geen succes. Er waait een steenkoude wind en de airco maakte veel lawaai. Dus rillen en weinig slapen.

Khao Sok National Park

Per kano, olifant en bamboevlot door de jungle

Om half zeven in de ochtend komen we aan in Surat Thani. Na een ontbijt tegenover het station is het nog twee uur rijden in minibusjes voordat we in het junglehotel in Khao Sok zijn, aan de oever van de Khlong Saeng-rivier.

Wij verblijven de komende vier dagen in het Khao Sok Riverside Cottage in Khao Sok National Park. Het is een verzameling houten bungalowtjes verspreid in het bos. Een aantal ligt aan een verhoogd pad, de rest is met elkaar verbonden door een overdekte houten vlonderbrug die tussen de bomen door slingert.

De natuur is hier prachtig. We horen veel geluiden van vogels en vooral van cicades, een soort krekel die veel lawaai maakt. Ook horen we apen, dat zijn hier vooral gibbons. Zien doen we de gibbons niet maar we horen ze wel over ons dak lopen.

Ook de neushoornvogel komt hier voor, evenals allerlei soorten slangen (waaronder de cobra), de Maleisische beer, tijgers en olifanten. De kans om die laatste drie te zien is minimaal.

Khao Sok nationaal park is maar liefst 739 km2 groot en bevat behalve bos ook het Chiao Lan-stuwmeer met veel zijtakken. Het meer van 162 km2 ontstond nadat in 1982 de Ratchaprapha-dam in de Khlong Saeng-rivier werd gebouwd.

We gaan met longtailboten het stuwmeer op en varen naar een schiereiland. Daar worden we aan de oever afgezet voor een wandeling van een half uur naar de andere kant van het schiereiland. Daar gaan we een stukje varen op bamboevlotten. Heerlijk ontspannend en erg mooi.

We lopen dezelfde route terug en bezoeken ook nog een grot met stalactieten en stalagmieten. Terug van de wandeling lunchen we bij een soort drijvend hotel. Of liever: drijvende hutjes. Vervolgens weer met de longtailboten naar vertrekpunt, waar de busjes staan.

De longtailboten gaan loeihard, net als alles hier wat een motor heeft. Je moet je een speedboot voorstellen van 10 meter lang, waarin je met z’n tweeën naast elkaar zit. Ze hebben een stevige motor en veroorzaken een zeer forse boeggolf, die vervolgens door de straffe wind weer de boot in wordt geblazen. Dus worden we allemaal kletsnat. Het is een komisch gezicht hoe iedereen probeert droog te blijven door weg te duiken achter de zwemvesten.

De volgende dag beginnen we met een uiterst relaxte tocht van zo’n anderhalf uur met kano’s door de jungle. In iedere kano zitten twee personen en een lokale peddelaar. Het is echt genieten van de prachtige natuur, vaak met het karstgebergte op de achtergrond.

Soms is er een kleine stroomversnelling of liggen er rotsen in het water. Dan weer zijn er overhangende takken of staan er wat mangrovebomen langs de kant. In een van de bomen waar we net onderdoor zijn gevaren zien we een slang. We horen alleen de geluiden van de vogels.

Na de lunch van gefrituurde vis krijgen we naast het restaurant een demonstratie van de verwerking van latex. In dit deel van Thailand zijn veel rubberbomen, zoals we ook zien tijdens een rit op een olifant die behalve door de jungle ook langs een rubberplantage voert.

Na afloop van de tocht volgt nog het voeren en wassen van de olifanten.

Phang Nga

Mangrovebossen, karstrotsen en tientallen eilanden

Vanuit Khao Sok gaan we eerst naar Phang Nga, een baai aan de Andamanse Zee tussen Phuket en het vasteland. Phang Nga is beroemd is vanwege zijn spectaculaire natuur met mangrovebossen en stijl omhoog rijzende karstrotsen.

In de baai liggen 42 eilanden. We varen langs het eilandje dat bekend is geworden door de James Bondfilm The man with the Golden Gun.

Vervolgens zetten we koers naar het islamitische dorpje Panyi, dat op houten palen in het water staat. Er wonen zo’n 120 gezinnen. We gebruikten hier de lunch. Dit was ooit een echt vissersdorpje, vooral bekend door de garnalenpasta (trassi).

Ze hebben nu echter hun ziel verkocht aan het toerisme. De commercie is hier redelijk heftig. Er lopen jongeren rond met een gibbon, met de bedoeling dat die tegen betaling gefotografeerd kan worden. De ouders van die aapjes worden echter afgeschoten om de jongeren te bemachtigen. Dus is het devies: niet op in gaan!

We varen dit keer in een grotere longtailboot. Er staat een straffe wind, dus inderdaad… heel veel water in de boot en dit keer zijn we allemaal nog natter. Ook zakken er meerdere mensen door hun bankje.

Krabi

Longtailbootjes varen naar de omliggende eilanden

Na dit avontuur gaan we met busjes op weg naar Krabi. Na vier dagen ‘ontberingen’ eindelijk weer een hotel. Krabi Maritime Parks & Spa is een fraai groot hotel, met een mooi zwembad en dito tuin. Nou tuin, het is meer een park.

Het hotel ligt hoog op een heuvel met fraai uitzicht, met als nadeel dat het respectievelijk 45 en 20 minuten met een hotelbusje is naar het strand en het stadje.

In de ochtend gaan wij met het hotelbusje naar het strand in Ao Nan. De opbouw van dit busje is open en van hout. Het lijkt op een veewagentje uit de jaren 30. Wel erg leuk.

Ao Nan beach valt ons behoorlijk tegen. Geen strandstoel te vinden en het strand is vooral kaal. Wel liggen veel longtailbootjes klaar voor vertrek naar de omliggende eilanden. Dit stadje en strand is vooral een populaire bestemming onder backpackers en wordt gebruikt als uitvalbasis voor island hopping.

Phi Phi Don

Zeezigeuners leven op het strand en de zee

Vanuit de haven van Krabi vaart een veerboot ons in 1.45 uur naar Phi Phi-eiland. Het eiland bestaat uit twee delen, die met een zeer smalle landstrook aan elkaar zitten. Phi Phi Don is bewoond en daar is dan ook ons hotel. Phi Phi Lei is onbewoond.

De veerboot komt aan bij de smalle strook tussen de eilanden. Dit is tevens het centrum. Nu ja, het zijn een paar straatjes met vooral souvenirwinkeltjes en restaurantjes. Wel erg gezellig en informeel.

Op Koh Phi Phi zijn geen wegen en er is geen verkeer mogelijk. Ons hotel ligt op de noordpunt, helemaal aan de andere kant van het eiland. Het is alleen over zee bereikbaar, zoals alle hotels hier.

We lopen eerst met onze koffers naar de andere kant van de landstrook. Hier liggen weer longtailbootjes voor ons klaar op het strand. De koffers worden van het strand in de bootjes geladen en vervolgens kunnen wij via het water ook instappen.

Vervolgens is het circa 20 minuten varen. Er is weer veel wind, zoals kennelijk meestal in deze tijd van het jaar. Bij aankomst is er een lange steiger. We lopen in 5 minuten over een zandpad naar de andere kant van het eiland, terwijl de koffers in een jeep of tractor gaan.

Het Phi Phi Erawan Palms Hotel is een verzameling houten bungalows met veranda en een blok met stenen hotelkamers. In deze laatste worden wij ondergebracht. Het restaurant is een soort strandtent, zoals wij die kennen aan onze kust.

Er is ook een (klein) zwembad met houten vlonders. Dit alles direct aan het strand gelegen. Alles ademt vooral een uiterst relaxte sfeer en de omgeving is schitterend. Echt zoals je op een tropisch eiland verwacht.

De buren van dit hotel is een nederzetting van zeezigeuners. Deze mensen zijn van origine vissers (en nog) en kwamen ooit van de Andaman Eilanden. Nu wonen zij in hutten op het strand. Daar liggen ook hun longtailboten.

Ze leven dus letterlijk op het strand en op zee. Zigeunerkinderen zijn in zee bezig pas gevangen inktvis schoon te spoelen.

Naast het vissen hebben ze een nieuwe inkomstenbron ontdekt: het toerisme. Ze hebben nu een klein strandtentje, waar je wat kunt eten en drinken. Verder kun je bij hen ook terecht voor duik- en snorkeltochtjes.

Phi Phi Lei

Maya Beach is alleen toegankelijk vanaf zee

De volgende middag maken we een boottocht rond het onbewoonde Phi Phi Lei. We varen eerst weer met een longtailboot naar de haven. Daar gaan we aan boord van een kleine, oude cruise boot.

De eerste stop is Monkey Beach, waar inderdaad apen op het strand te zien zijn. De volgende stops zijn plekken waar je goed kunt snorkelen en zeekajakken.

We varen ook langs een grot die bekend is vanwege de zwaluwnestjes die er geoogst worden. Dit gebeurt met behulp van gammele bamboe stokken, waar men in klimt om bij de nestjes te komen.

Deze grot is vaak bewaakt en de toegang is verboden, vanwege de kostbaarheid van de vogelnestjes. De Chinezen maken er vogelnestjessoep van.

De laatste stop is Maya Beach, beroemd geworden door de film The Beach met Leonardo di Caprio. We stappen hier in de baai over in longtailboten, die ons naar het strand brengen.

Ook hier is geen steiger, dus we moeten weer in het water springen en naar het strand lopen. Het water is opvallend helder en warm. Maya Beach is inderdaad een schitterend strand, geheel omsloten door hoge rotsen en alleen toegankelijk vanaf zee.

Er is een opvallend relaxte sfeer. Veel jongeren. Beetje hippiesfeer. Het is inmiddels eind van de middag, de zon is achter een rots verdwenen en het hele strand ligt helaas in de schaduw. In de zon zou het nog mooier zijn.

Klokslag 18.00 uur vertrekt iedereen en een ogenblik later is Maya Beach geheel verlaten. We blijven nog even in de monding van de baai liggen totdat de zon onder is. Vervolgens terug naar Phi Phi haven, waar we weer naar de andere kant van het eiland moeten lopen, waar de longtailboot klaar ligt die ons terug naar het hotel brengt.

Het is 21.00 uur en eb. We moeten in het pikkedonker door het lage water naar de boot lopen en aan boord klimmen. Het is een mooie, avontuurlijke dag geweest.

Phuket

De strandlocatie van Zuidoost-Azië

We zien de zon opkomen en vertrekken dan met longtailboten van de steiger bij het hotel naar een veerboot, die al in volle zee klaar ligt. Vervolgens via Phi Phi haven naar de haven van Phuket en met een busje naar ons hotel.

Wora Buri Resort Hotel ligt aan Karon Beach, aan de zuidwestkant van het eiland. Phuket is de strandlocatie van Zuidoost-Azië en dus zeer druk. Maar gelukkig niet overal op het eiland. Karon Beach is aanzienlijk minder druk dan Patong Beach en Phuket Stad.

We hebben een week extra geboekt en zullen hier 10 dagen blijven. We brengen de tijd voornamelijk op het strand en bij het zwembad door. We gaan nog wel naar Karon en Patong.

Het beruchte Patong is een gigantische heksenketel, een soort Benidorm in het groot. Veel zeer drukke straten met uitsluitend allerlei bars en restaurants. Soms ook een straat vol met Go Go bars en heel veel shemale-bars. Maar toch nog lang niet zo ordinair als het nog beruchtere Pattaya.

We kunnen terugzien op een zeer geslaagde vakantie. Noord-Thailand was vorig jaar vooral een mooie cultuurvakantie. Dit keer was het vooral een natuurvakantie, een mooie aanvulling op vorig jaar. Want je kunt als je nog nooit in Thailand  bent geweest het best eerst naar Noord-Thailand gaan, omdat je veel meer te weten komt over het land.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win