×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Sint Maarten, ‘The Friendly Island’

Onder luid gejuich worden we richting zee geblazen

Reisverslag: Angélique Woudenberg
Foto's: Angélique Woudenberg

Philipsburg, hoofdstad van het Nederlandse Sint Maarten, heeft twee gezichten: Front Street met belastingvrije winkels, casino’s en eetgelegenheden voor toeristen en Back Street met goedkope winkels, barretjes en fruitkraampjes voor de locals. Marigot, hoofdstad van het Franse Saint Martin, bruist minder en is meer een rustig dorp. Overal op het eiland vind je schitterende baaien en witte stranden.

St. Maarten is een klein multicultureel eiland met ongeveer 100.000 inwoners en zo’n 100 nationaliteiten die vreedzaam naast elkaar leven op een oppervlak van 96 km². In een winkel waar we tijdens ons verblijf slippers kopen, worden we geholpen door een Marokkaan die zich hier naar tevredenheid heeft gevestigd en op een casino in Simpson Bay wappert de Turkse vlag…

Na acht uur vliegen maken we een spectaculaire landing op Prinses Juliana Airport. We vliegen langs de Terres Basses, het laagland van St. Maarten, over Mullet Bay, het strand dat jaren geleden door de orkaan Louis werd verwoest en over Maho Beach, waar spotters klaarstaan om landende vliegtuigen te fotograferen.

Buiten in de hitte worden we opgewacht door schreeuwende taxichauffeurs die zoveel mogelijk passagiers willen meenemen in hun busje.

Binnen vijf minuten zijn we in ons hotel. Als we onze warme winterkleding verwisseld hebben voor iets luchtigers, lopen we naar de spottersplek op Maho Beach om ons toestel te zien vertrekken naar Curaçao.

Maho Beach bevindt zich aan het begin van de landings- en startbaan en borden waarschuwen ons dat we kunnen worden weggeblazen door aankomende en vertrekkende vliegtuigen. Op het strand staan spotters op een rij voor een fotoshot.

De vliegtuigen komen recht op je afvliegen. De lichten van de koplampen komen steeds dichterbij en met een rotgang vliegen ze over je heen.

De borden hebben gelijk. Als een groot KLM-toestel zijn staart naar ons toedraait en de piloot de motoren op volle toeren laat draaien, verandert het strand onder hels kabaal in een zandstorm.

Bij de Sunset Beach Bar op Maho Beach zijn geluidsboxen geplaatst waar je piloten met de verkeerstoren hoort communiceren. Op een surfplank staan de aankomsttijden van de vluchten aangegeven. Maho Beach staat bekend als de beste spottersplek ter wereld en als je geen spotter bent, dan word je het hier wel.

Philipsburg

St. Maarten is vooral populair bij cruisepassagiers

De volgende ochtend gaan we naar Philipsburg, de hoofdstad van het Nederlandse deel van het eiland. Ik vraag aan een local ‘Where is the busstop?’ De man lacht: ‘A busstop? There is no busstop!’ Hij geeft mij een tip: zodra je een minibusje met het bordje ‘Philipsburg’ ziet rijden, steek je gewoon je hand op en hij stopt voor je.

Binnen een minuut komt een oud minibusje langsrijden. Doordat we in een file terechtkomen, doen we er drie kwartier over om de stad te bereiken, maar dat geeft niet, want we genieten van het ritje. We rijden langs de lagune Simpson Bay met een mooie jachthaven, ontelbare casino’s (zijn er echt maar 13 op het hele eiland?) en restaurants en langs heuvels en dalen.

St. Maarten is groen en heuvelachtig. In de dalen zien we veel dichtbebouwde dorpjes. Huizen staan kriskras door elkaar en hier en daar zijn ook een paar villa’s tegen de heuvels aan gebouwd. Bij Great Salt Pond, het meer waar vroeger zout werd gewonnen, slaat de bus rechtsaf en zijn we bijna in het centrum. Als we kraampjes zien, roepen we dat hij moet stoppen. We zijn in de Gevangenisstraat.

De kraampjes op de Philipsburg Market Place verkopen bijna allemaal dezelfde prullaria. Leuk om even te snuffelen. St. Maarten is vooral populair bij cruisepassagiers, Canadese en Amerikaanse toeristen.

Daarna lopen we via een steegje naar Front Street. Philipsburg heeft twee hoofdstraten, Front Street en Back Street, de ‘voorstraat’ en de ‘achterstraat’ .

De Front Street

Belastingvrije winkels, casino's en eetgelegenheden

Rechts van ons staat het meest gefotografeerde historische gebouw van het eiland, het Courthouse. Dit gebouw fungeerde vroeger als stadhuis, politiebureau en postkantoor en nu is het weer een gerechtsgebouw. Helaas zijn de deuren gesloten. Eén detail is ons een raadsel. Waarom staat er een houten ananas op het dak?

Tegenover het Courthouse ligt een boulevard met bankjes en palmbomen die naar de Great Bay leidt. We gaan even op een bankje zitten en mensen kijken. De toeristen haal je er zo uit, maar de locals verschillen onderling van elkaar. St. Maarten is een multi-culti eiland met maar liefst, zo hebben we gelezen, honderd nationaliteiten.

Veel mensen van de omringende eilanden zoals Anguilla, Antigua, St. Barths, Saba, St. Eustatius ( ‘Statia’), Tortola en de Dominicaanse Republiek, werken hier in de toeristenindustrie.

De oorspronkelijke bevolking spreekt wel Nederlands, maar op straat horen we alleen Engels. En het Engels van de locals is anders. Het is niet altijd goed te verstaan, maar wel grappig om te horen.

We slenteren tot halverwege Front Street. De rest doen we morgen. De straat heeft mooie klinkers en palmbomen en het is er schoon. Er zijn vooral souvenirwinkels, veelal gerund door Hindoestanen, belastingvrije winkels, juweliers, casino’s en eetgelegenheden.

In Front Street staan diverse kerken, waaronder de mooie Rooms-Katholieke kerk St. Martin of Tours. Mijn oma en opa kwamen jarenlang elke week trouw naar dit authentieke kerkje en mijn oma heeft hier jarenlang in het kerkkoor gezongen. In mijn beleving lijkt de kerk veel kleiner dan twintig jaar geleden toen ik hier voor het laatst was.

Nadat we een kaars hebben gebrand lopen we naar het strand van Great Bay achter de kerk. Naast de kerk staan mooie beelden ter ere van de heilige maagd Maria, die herinneren aan de verschijning van Maria aan twee kinderen, Melanie en Maximin, in de Franse Alpen in 1846.

Zo druk als het is in Front Street, zo rustig is het op het strand erachter. De zee is helderblauw en heel rustig. Zon, zee, mooi wit strand, bruisende palmbomen, echt een plaatje van een Caribisch eiland.

Jaren geleden lagen we hier op het strand dat toen doorliep tot aan de gebouwen. Orkaan Louis heeft een groot deel van het strand van Great Bay weggespoeld. Daarvoor in de plaats heeft men een lange boulevard gebouwd.

Het orkaanseizoen op St. Maarten loopt van juli tot november. De locals hebben er een leuk versje van gemaakt: ‘June too soon, July standby, August you must, September remember, October it’s all over.’

We slenteren over de boardwalk en lopen dan terug via de RK kerk naar Front Street. Een leuk zijstraatje is Old Street met allerlei winkeltjes en gebouwen in pastelkleuren en een gele oldtimer midden op straat. Ook kun je hier Cubaanse sigaren kopen.

Verderop in Front Street is de Guavaberry likeurstokerij en -winkel. De voorzijde van het winkeltje ziet eruit als een snoepwinkel met rode houten luikjes. Het is er vol met cruisepassagiers. We mogen de rode ‘volkslikeur’ proeven. Hij heeft een bitterzoete smaak. Guavaberry likeur is de traditionele volksdrank van het eiland en is gemaakt van rum en in het wild groeiende bessen. De stokerij aan de achterzijde is niet toegankelijk voor publiek.

De Back Street

Goedkope winkels, barretjes en fruitkraampjes voor de locals

Na al dat geslenter vinden we het welletjes voor vandaag. Via een zijstraatje belanden we in Back Street. Wat een contrast. Zo schoon en netjes als Front Street is, zo rommelig en vies is het hier. Echt een ‘achterstraat’, armoedig en slecht geasfalteerd. Er zijn gaten in het wegdek en het trottoir is zo smal, deels doordat de auto’s er schuin op geparkeerd staan, dat we maar op de weg gaan lopen.

Nu we hier toch zijn, lopen we de straat helemaal uit en wat zien we? Een bushalte! Overigens de enige die we op St. Maarten zullen zien.

Back Street is voornamelijk op locals gericht. Goedkope winkels met haarprodukten, slippers, schoenen en kleding, barretjes, supermarkt en hier en daar een kraampje waar je fruit kunt kopen. We lopen langs een minibusje waarvan de schuifdeur is geopend. In het busje liggen aardappels, bananen en andere fruitsoorten op een grote hoop.

Als we terug zijn in het hotel, lopen we nog even naar Maho Bay om een Air France toestel te zien vertrekken. Het is nog groter dan het KLM toestel en als de piloot de motoren voluit laat draaien, worden we samen met alle spotters onder luid gejuich richting zee geblazen.

‘s Avonds bezoeken we het casino in Maho en zien een optreden van dansers op straat.

Marigot

Kleurrijke Caribische markten en een baai met vissersbootjes

St. Maarten bestaat uit een Frans gedeelte (St. Martin) in het noorden en een Nederlands gedeelte in het zuiden. Hier grenst Nederland dus aan Frankrijk. Volgens een volksverhaal ging dat op deze manier:

Een Fransman en een Nederlander besloten om het eiland St. Maarten te verdelen. Ze stonden met hun ruggen tegen elkaar en liepen elk een kant op tot ze elkaar weer tegen zouden komen. Echter, de tas van de Nederlander was gevuld met flessen drank en door de koperen ploert dronk hij tijdens zijn wandeling zo veel, dat het lopen steeds moeilijker ging en hij zwalkend over het eiland liep. De Fransman liep gewoon door en legde dus een veel grotere afstand af. En zo kregen de Fransen het grootste deel van het eiland in handen.

Na het ontbijt pakken we het busje richting Philipsburg. We zeggen tegen de chauffeur dat we naar Marigot willen en hij zet ons af bij een splitsing. We kunnen direct overstappen op een busje dat naar de Franse kant rijdt.

Zodra we de Nederlands-Franse grens naderen, verandert de hobbelweg in een goed geasfalteerde weg. Bij de grens zien we het grensmonument (obelisk) met de jaartallen 1648 en 1948.

De chauffeur zet ons af aan het begin van Rue de la République in Marigot, de hoofdstad van het Franse deel.

We lopen naar de markt die aan de Baie de Marigot grenst. Op straat horen we Frans (‘Patois’), de prijzen in de winkels zijn in euro’s, er zijn Franse restaurants, gezellige terrasjes, de Franse vlag wappert, de bewegwijzering is in het Frans en de kentekenplaten zijn anders. Welkom in Frankrijk.

De kleurrijke Caribische markt op de Place du Marché bestaat uit open gebouwtjes met een openluchttheater in het midden. Eerst lopen we langs de kraampjes, die dezelfde prullaria als aan de andere kant verkopen.

De andere markt waar je vis, groente, fruit en kruiden kunt kopen, is alleen op woensdag- en zaterdagochtend geopend. Op één van de kraampjes liggen kruiden in open zakken. De geur ervan veroorzaakt net geen niesbui.

Op een ander kraampje liggen dichte plastic zakken met Jamaican pepper, curry en anijs. Nooit geweten dat anijs er zo uitziet. Ook verkopen ze zwarte vanillestokjes. Zodra ik er eentje pak, schreeuwt de marktkoopvrouw ‘Non, Non.’ Ze drukt mij een zakje vanillestokjes in mijn handen. ‘5 euro.’

Verderop is de vismarkt waar ze allerlei soorten verse vis, zoals tonijn en kingfish, verkopen en voor je snijden. De vissersbootjes van de verkopers liggen er vredig bij in de Baie de Marigot.

Marigot mag dan wel de hoofdstad zijn van het Franse St. Martin, maar echt bruisend is het niet, vergeleken met Philipsburg. Meer een rustig dorp.

Op de heuvel bij de haven van Marigot zien we Fort Louis. De ruines van het fort uit de 18e eeuw kunnen we ook bekijken. Het schijnt dat je het eiland Anguilla in de verte kunt zien.

Plotseling horen we getrommel op de markt. Het is een soort fanfarecorps met een duivel die om geld vraagt. Heel grappig. Een voorproefje van de grote carnavalsparade morgen?

We gaan bij de haven op een terrasje zitten en mensen kijken. De shoppingmall ‘French West Indies’ verderop in de haven biedt verkoeling. Een mooi gebouw, maar de winkels zijn niet veel bijzonders.

We hebben geen zin om naar de ferryhaven te lopen waar de veerboten naar de eilanden Anguilla en St. Barths vertrekken. We nemen het busje terug naar Philipsburg. Daar is het veel levendiger. Dat komt wellicht door de cruisepassagiers en de vele winkeltjes in Front Street.

We stappen uit bij de Gevangenisstraat en slaan rechtsaf naar het begin van Back Street. Toen we gisteren in het busje zaten, zagen we daar een mooi bewerkte veranda die we willen fotograferen. Het is een bar-café en vlakbij staat een gebouw met mooie luikjes.

De grote carnavalparade

Opzwepende muziek en vrolijk dansende groepen

Nog een voordeel van een eiland dat door twee landen geregeerd wordt: er wordt twee keer carnaval gevierd. In het Franse deel viert men het carnaval in februari en in het Nederlandse deel midden april-begin mei.

Het carnaval in het Nederlandse deel duurt twee weken en het hoogtepunt is de grote carnavalsparade in Philipsburg. Achter de universiteit is een ‘Carnival Village’ gebouwd met een podium waar bijna elke avond optredens zijn.

Na Aruba en Curaçao zijn we benieuwd hoe carnaval hier gevierd wordt. We zijn ruim drie uur voor de optocht in het centrum, zodat we nog even kunnen slenteren over de boardwalk bij Great Bay. Front Street is afgesloten voor verkeer en er zijn lijnen gespannen voor de toeschouwers.

De optocht arriveert zo’n drie uur later dan aangekondigd. De palmbomen op de boulevard tegenover het Courthouse bieden heerlijke verkoeling.

Het is erg druk op het eiland tijdens carnaval. Tegen half drie is Front Street stampvol met locals en toeristen, ook vanuit de omringende eilanden. Het thema is ‘Join the cultural mix’. Er zijn groepen uit Aruba, Curaçao, Antigua en andere Caribische eilanden.

De parade bestaat uit opzwepende live muziek, vrolijk dansende groepen en individuen uitgedost in kleurige kostuums.

Maho Beach

Turquoise water en overvliegende vliegtuigen

De Dag van de Arbeid is hier een nationale feestdag. We maken er een dagje strand van. Het water van de Caribische zee is turquoise en de lucht is heel helder. Mooier kan het niet.

Liggend in onze strandstoelen zien we het ene vliegtuig na het andere over de zwemmers in de Caribische zee vliegen.

Point Blanche en de tweede carnavalparade

De likeurwinkel is een soort Caribische Villa Kakelbont

Vandaag is de tweede en laatste carnavalsoptocht in Philipsburg. Er staat wederom dat de optocht om 12.00 uur in Philipsburg arriveert, maar we weten nu beter. Toch gaan we vroeg op pad, om niet in een file terecht te komen.

We stappen uit in Back Street en lopen richting Front Street. Al wandelend zien we de achterkant van de methodistenkerk. Een gebouw met houten planken, spitsbogen en luikjes. Het is een replica van het oorspronkelijke gebouw uit 1851. Het is een opzichtige kerk die omringd wordt door pastelkleurige gebouwen. Hij past niet in de omgeving.

Tegenover de voorzijde van de kerk in Front Street schalt carnavalsmuziek uit de boxen. Vlakbij de kerk staat een basisschool, de Oranjeschool. Een wit gebouw met pastelroze kleurtjes.

Slenterend over de boardwalk zien we dat er twee cruiseschepen zijn aangemeerd. We willen naar Point Blanche, dat ergens achter de cruiseschepen ligt. Daar willen we een andere likeurwinkel bekijken. Het blijkt een wandeltocht van minstens driekwartier in de brandende zon.

Als we er eindelijk zijn, blijkt de winkel dicht. Maar het pand is mooi. Het lijkt een beetje op Villa Kakelbont van Pippi Langkous, maar dan in oud-Caribische stijl. Het heeft zachte pastelkleurtjes en een mooi bewerkte veranda. We hadden het graag van binnen willen bekijken omdat er meer dan 1500 soorten wijn van over de hele wereld worden verkocht.

We moeten er niet aan denken om dat hele stuk terug te lopen in de brandende zon. We hebben nog geen taxi voorbij de cruiseterminal zien rijden. Wie verwacht er nou dat er toeristen in dit niemandsland op de weg lopen.

We gaan liften. Nooit gedaan, maar binnen een minuut stopt er een echtpaar in een fatsoenlijke auto die ons aan het beginpunt van Back Street, vlakbij het punt waar de parade in Front Street arriveert, afzet. Hij neemt geen geld aan, het was voor hem ‘no problem’ om ons af te zetten.

We vinden een plekje om de parade te bekijken. De optocht bestaat wederom uit schitterende, kleurrijke kostuums, mooie veren en opzwepende muziek.

Eilandtour

Soms doet het erg armoedig aan

Morgen vertrekken we alweer. De weergoden waren het carnaval (en ons) gunstig gezind, want de rest van de week verwacht men tropische buien. Vandaag is het weer onheilspellend. De wegen hebben geen goede afwatering en er zijn bijna geen waterputten. Na een flinke stortbui staan de wegen blank. Hoe zien de wegen eruit tijdens de orkaanmaanden? We blijven vandaag maar bij het zwembad hangen.

De volgende ochtend is het opgeklaard. In plaats van rond te hangen tot we kunnen inchecken, overbruggen we de tijd met een eilandtour.

Onze chauffeur Rudy vraagt hoe onze week is bevallen en waarom we voor St. Maarten hebben gekozen. Het eiland wordt niet overspoeld door Nederlanders en hij vraagt zich af of de meeste mensen het eiland wel op de kaart kunnen vinden.

Rudy rijdt eerst van Maho naar Mullet Bay. We rijden stapvoets, want het water staat, na de stortbui van gisteren, centimeters hoog. Rudy zegt: ‘The rain washes out the road.’ Volgens hem wordt er aan de afwatering gewerkt, maar het kan nog wel jaren duren voor het af is.

We rijden langs een ‘spookcomplex’ waar ooit mooie appartementen waren. De orkaan Louis heeft alles verwoest. Rudy vertelt dat de eigenaar van het complex is vertrokken met al het geld en er sinds 1995 niks meer aan is gebeurd.

Verderop in Mullet Bay worden er appartementen gebouwd voor de verkoop. De chauffeur weet niet wat de verkoopprijs is. Waarom worden er nieuwe appartementen gebouwd, terwijl er een paar meter verderop oude opgeknapt kunnen worden?

We passeren de Franse grens bij Terres Basses en hij vertelt ons iets over deze wijk met mooie villa’s en dure hotels, waar volgens hem beroemdheden logeren.

De wegen zijn iets beter aan de Franse kant, maar het is erg heuvelachtig. Rudy brengt ons naar Fort Louis voor het uitzicht. De heuvel is erg steil en er staat een file. Niet te geloven. We kunnen niet verder rijden en er kan elk ogenblik een regenbui komen.

We stoppen halverwege en maken snel een foto. Het uitzicht is, ondanks dat we niet op de top staan, toch mooi. We zien Marigot Hill, de baai van Marigot en de marktplaats.

We rijden via het stadion en woonwijken naar Rambaud, een plaats waar het vaak regent en die daarom heel groen is. We hebben af en toe het idee dat we in Europa rijden en niet op een tropisch eiland. We zien een uitgestrekte weide met schapen en geiten in een mistige omgeving.

We rijden vervolgens via het Franse vliegveld naar Grand Case. Hier zijn de beste restaurants van het eiland. Tijdens de rit zien we vrouwen met krulspelden in het haar lopen, loslopende honden en kippen. Soms doet het erg armoedig aan.

Via Cul de Sac rijden we naar het punt waar je een veerboot kunt nemen naar het eilandje Pinel. Bij Orient Beach staat de chauffeur iets te lang stil. ‘Er is hier een naaktstrand,’ zegt Rudy. O, vandaar. Helaas zijn er niet veel mensen aanwezig i.v.m. het slechte weer dus er valt weinig te zien. In deze omgeving staan veel villa’s in leuke pastelkleurtjes.

Wij willen naar het grensmonument op de Nederlands-Franse grens. Rudy wil er wel heenrijden, maar die weg is erg druk. ‘Zo komen jullie te laat op het vliegveld.’ Hij heeft een alternatief, een herinneringsmonument ter ere van 350 jaar vriendschap (anno 1998) tussen de Nederlanders en de Fransen.

In 1648 werd een verdrag gesloten tussen de Nederlandse en Franse eilandbewoners. Daarin werd vastgelegd dat het noordelijk deel van het eiland bij Frankrijk hoort en het zuidelijk deel bij Nederland.

Als we wegvliegen, hebben we uitzicht over de Simpson Bay Lagune. St. Maarten is de moeite waard om nog een keer te bezoeken, maar dan in combinatie met Saba en St. Eustatius (‘Statia’).

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win