×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Slowakije

Beboste hellingen en hooggelegen kastelen

Reisverslag: Anke Hermans
Foto's: Anke Hermans

Slowakije’s bergachtige nationale parken zijn mooie wandelgebieden. Overal in het land liggen kastelen. In de dorpjes lopen oude vrouwen nog in klederdracht maar Bratislava heeft iets van Praag, dat op de weg terug wordt bezocht.

We zitten in de auto en zijn net de Tsjechische grens gepasseerd. Frank voelt zich nog zo goed dat hij graag wil doorrijden naar Praag. Dat blijkt niet zo’n goed idee. Er komt een storm opzetten en we staan midden in Praag vast, zonder te weten waar we ons precies bevinden.

Alle hotels zitten vol. We rijden door naar Benesov, een stadje zo’n 45 km buiten Praag waar we een heerlijk en goedkoop hotel vinden. Als we iets gaan eten valt ons op dat van de menukaarten niets te begrijpen is, de woorden lijken absoluut niet op het Nederlands. Ik bestel twee bijgerechten, broccoli en rijst, ik heb geen idee of er vegetarische hoofdgerechten zijn.

Een dag later rijden we door naar Slowakije. Het laatste deel van de ‘grote’ weg tot de grensovergang is afgesloten dus volgen we een omleiding.

Na twee bordjes is onze omleiding verdwenen, maar met een goed humeur volgen we ons Boek van de Weg en komen we door allerlei kleine dorpjes waar de oudere vrouwen nog in klederdracht lopen, zien uitgestrekte gele velden en heuvels en ooievaars.

Dan komen we bij de grens. We stoppen en laten de douanier netjes onze paspoorten zien. We kunnen doorrijden. Plots horen we geroep achter ons, we moeten stoppen. We hebben een stopbordje gemist dat een meter achter het eerste loket stond en moeten nogmaals onze paspoorten laten zien.

Onze eerste bestemming is Trencin, een stadje aan de rivier de Vah in het westen van Slowakije. Een vriendin van Frank woont hier en we hebben met haar afgesproken

Frank rijdt rechtstreeks naar haar flat (ze woont alleen, maar vroeger woonden hier hele gezinnen) en samen met een vriendin komt ze ons vrolijk begroeten.

Vanavond speelt Slowakije’s nationale ijshockeyteam de finale van het wereldkampioenschap tegen het voormalig bevriende Rusland. In Slowakije is ijshockey volkssport nummer één, net zoals bij ons voetbal. De sfeer in het centrum is dan ook vol verwachting. Alle terrasjes hebben televisieschermen en de straten lopen steeds voller.

Op de televisie zien we dat in Bratislava tienduizenden mensen de wedstrijd op een groot scherm in de stad volgen. En dan, de overwinning. Die moet natuurlijk gevierd worden. De rest van de avond rijden alle auto’s toeterend rond en is Queen’s hit ‘We Are The Champions’ in de hele stad te horen. Het feest gaat door tot in de vroege uurtjes.

Kastelen

Op een grote rots die lijkt te zijn neergegooid in de vlakte

De komende dagen vullen we vooral met het bezichtigen van kastelen in de omgeving. Twee kastelen, beide net als het kasteel van Trencin in de vallei van de Vah, hebben een luguber verleden.

Het kasteel van Cachtice ligt op een grote rots tegen de berghelling aan en een korte steile klim over een smal pad brengt ons boven naar de ruïnes van het kasteel.

We hebben uitzicht over de omliggende heuvels, velden en dorpjes. Aan de andere kant zien we bergen, die hoger liggen dan het kasteel.

Van het kasteel is weinig meer over, het is verlaten na een brand enkele eeuwen geleden en daarna deels ingestort.

In de toren van dit kasteel heeft Elizabeth Bathorie opgesloten gezeten tot aan haar dood. Elizabeth Bathorie, een Hongaarse gravin, was een gruwelijke vrouw die geloofde dat als ze in het bloed van jonge knappe vrouwen baadde ze nooit haar schoonheid zou verliezen. De toren staat nog deels overeind.

De terugweg gaat sneller dan de heenweg, we komen erachter dat er een veel kortere weg is en begrijpen nu waarom we op de heenweg niemand hebben gezien. Iets dat we helemaal niet erg vinden.

Ook het kasteel Beckov heeft onderdak geboden aan Elizabeth Bathorie. Vanaf kilometers afstand kunnen we het kasteel al zien liggen, op een grote rots die lijkt te zijn neergegooid in de vlakte en uitrijst boven zijn omgeving. De avond valt als we arriveren en we kunnen de ruïnes ook niet meer echt bezoeken.

We gaan zitten op een heuvel en genieten van een prachtige zonsondergang. We kunnen ons op dit moment moeilijk voorstellen dat deze omgeving zo’n enge geschiedenis kent.

Vandaag bezoeken we het kasteel van Trencin zelf dat, het verbaast ons niets meer, weer een weids uitzicht biedt over de stad en de Vah-vallei. Helaas hebben we geen tijd meer om het kasteel van binnen te bezichtigen.

‘s Middags zien we het kasteel van Bojnice, zo’n 50 kilometer van Trencin. Dit kasteel is nog tot het begin van de 20e eeuw bewoond geweest door graaf Palffy. Hij heeft het kasteel gerenoveerd omdat hij indruk wilde maken op de familie van zijn grote Franse liefde. Het bevindt zich dus in een uitstekende staat. We hebben bij het bezichtigen geluk dat onze gids Duits spreekt.

De gids vertelt over de geschiedenis en de legenden van het kasteel. Graaf Palffy had geen geluk in de liefde en geen nakomelingen. Zijn familie verkocht na zijn dood meer dan 95% van de kunstschatten die aanwezig waren in het kasteel en deed het kasteel daarna over aan de staat.

Enkele jaren geleden kwam er een vloeibare substantie uit de tombe van de graaf gedruppeld. De bevolking zei dat de graaf moest huilen; zijn kasteel was immers met zo weinig respect behandeld na zijn dood. Onderzoek wees uit dat het balsemvloeistof was. Enige tijd later kwam een van de belangrijkste kunstschatten terug naar de kapel van het kasteel: Palffy’s altaar. Een week later hield Palffy op met huilen.

In Trencin houden we één rustdag, waarop we lekker uitslapen en even de stad ingaan. Het is ongelofelijk hoe vol de terrasjes hier altijd zitten. Zelfs op maandagochtend zie je er al mensen. We kunnen het ze niet kwalijk nemen met dit heerlijke weer.

Wat later op de middag gaan we een stuk door de omgeving rijden. We rijden naar Trencianske Teplice, een bekend kuuroord zoals er verschillende in Slowakije liggen. Een leuk oud stadje maar de hoeveelheid hotels valt ons op. Waarschijnlijk komen hier veel toeristen uit Slowakije zelf, maar ook uit omringende landen en Duitsland.

We volgen de weg die ons door Trencianske Teplice leidt. We komen weer in kleine dorpjes. Naast Skoda’s en Lada’s zien we veel kippen en geiten op straat. Bijna alle huizen hebben een eigen groentetuintje en we zien mensen hier en op het land aan het werk. Het lijkt wel of alles op het land hier nog met de hand gebeurt.

Na de weg een tijdje gevolgd te hebben moeten we omdraaien. De weg is al steeds smaller en slechter geworden, maar hier gaat hij over in een zandpad. Op de terugweg naar Trencin maken we een wandeling door het grote groene park van Trencianske Teplice.

Hoge Tatra

In plaats van de hoge top bezoeken we de grotten

De volgende dag vertrekken we uit Trencin. We hebben een pension geboekt in Poprad, een stadje op een centrale plek tussen het nationaal park de Hoge Tatra’s en het nationaal park Slovensky Raj (Slowaaks Paradijs).

Als we met een kabelbaan naar de op-een-na-hoogste top van de Hoge Tatra (een van de hoogste delen van de Karpaten) willen, de Lomnicky Stit (2600 m.), blijkt dat de kabelbaan slechts drie weken per jaar gesloten is en die vallen precies nu wij hier zijn.

In plaats van de top bezoeken we de grotten van Belianske Jaskyna bij het stadje Tatranska Kotlina, en het plaatsje Zdiar.

Dit plaatsje staat bekend om zijn typische houten huisjes, maar er is ook een grote skipiste op de hellingen van de bergen. De bergen zijn besneeuwd en steken af tegen het heldere licht.

‘s Avonds eten we bij een van de vele restaurantjes in het centrum van Poprad. Een wat oudere man vraagt ons of we uit Engeland komen; we hebben een Engelse reisgids. Nee dat niet, maar we schuiven wel gezellig bij hem aan.

De man is een Slowaak en heeft 20 jaar in Canada gewoond. Het is goed aan hem te zien; leren jas, zonnebril, merkkleding. Hij vertelt ons over de omgeving en zijn familie in Canada.

Slowaaks Paradijs

Kloven, plateaus, watervallen, bronnen en riviertjes

Vandaag rijden we naar Slovensky Raj, een nationaal park in het heuvelland (tot zo’n 1200 m. hoogte) dat voor meer dan 95% uit bossen bestaat. Net als in de Hoge Tatra leven hier nog wolven, lynxen en beren. In Slovensky Raj vind je kloven, plateaus, watervallen, bronnen en riviertjes.

Dit gebied leent zich zelfs in de winter uitstekend voor wandeltochten, met de bevroren riviertjes als pad. Wij bezoeken de Dobsinsky ijsgrotten. Het is een korte steile klim naar de grot en we vragen ons af hoe een groep Hongaarse senioren vlak achter ons boven gaat komen.

Helaas spreekt de gids in de grotten alleen Slowaaks. De enige informatie die we begrijpen staat op enkele borden naast het pad en in onze reisgids.

De ijsgrotten zijn ontstaan doordat een van de twee uitgangen is ingestort, waardoor de koude lucht in de grotten blijft hangen en afkoelt. Zo ontstond er in de loop van de tijd en dik pak ijs. De dikste laag ijs is meer dan 26,5 meter dik. En koud is het ook, in de grot moeten we onze trui en winterjas aan want hier vriest het.

We rijden door naar Dedinky, een klein plaatsje in het park aan een groot stuwmeer. We maken een korte wandeling en rijden verder. Na een verkeerde afslag rijden we precies de verkeerde kant op.

Dat levert ons wel een mooie route op. Meer dan 30 kilometer rijden we door de bergen en bossen naar het stadje Spisska Nova Ves, over een smal slingerweggetje zonder vangrails. Een keer komen we een dorpje tegen dat in een dal ligt, omringd door alleen maar beboste bergen. We zitten hier midden in de Spis regio, die bekend is om zijn vakwerkhuisjes.

Wandelen

Op handen en voeten over steile ladders en boomstammen

De volgende dagen maken we twee wandelingen. Een door de Hoge Tatra en een door Slovensky Raj.

We kiezen voor twee van de kortste wandelingen, van zo’n 4 uur per stuk.

Helaas zijn in de Tatra veel hoger liggende paden tot midden juni gesloten wegens het veranderlijke weer en lawinegevaar.

We wandelen van het meer Strbske Pleso naar een volgend bergmeer, Popradske Pleso, dat op 1532 meter hoogte ligt.

Tijdens onze wandeling hebben we uitzichten over het beboste dal, maar ook over de hoge besneeuwde bergen voor ons.

We lopen verschillende keren door de sneeuw, over de rotsen en zien de ‘Magistrala’, het pad dat door de hele bergketen heenloopt, steil een hoge berg op slingeren.

In Slovensky Raj kiezen we voor een wat vaker bezocht pad, toch komen we maar weinig mensen tegen.

Het eerste deel leidt ons door de kloof ‘Sucha Bela’. We volgen de bedding van een klein riviertje, dat soms plots verdwijnt en dan weer terugkomt.

We klimmen op handen en voeten over steile ladders, boomstammen, en houden ons goed vast aan kettingen als we op kleine ijzeren platen staan die tegen rotswanden bevestigd zijn. Op de wandelkaart staat dit deel niet voor niets als één-richting-pad aangegeven.

De weg terug naar ons beginpunt voert ons door de uitgestrekte naaldbossen van het park.

Spisske Hrad

Het grootste kasteel van Slowakije

We zijn de kastelen nog lang niet beu, dus bezoeken we Spisske Hrad (het Spiss-kasteel). Het is het grootste kasteel van Slowakije en ligt op een heuvel die uitzicht biedt over de hele omgeving.

In het kasteel zelf (deels ruïne, deels gerestaureerd) is een kleine expositie over martelwerktuigen en wapens.

Ook kunnen we de toren in. Het uitzicht is adembenemend. Vanuit de toren zien we pas hoe groot de ommuurde binnenplaats van het kasteel is. Ook zien we het plaatsje Spisske Pohdradie liggen, waar we later nog naartoe gaan.

Spisske Pohdradie, en dan vooral Spisske Kapitula, is een prachtig plekje. Vroeger was Spisske Kapitula het religieuze centrum van de streek. Het bestaat uit een ommuurd straatje met huizen waar tot ver in de 20e eeuw de geestelijkheid woonde en er staat een grote kerk.

Na de communistische machtsovername in Tsjechoslowakije werden de huizen geconfisqueerd door de regering.

De bevolking van het stadje bestaat tegenwoordig voor een kwart uit Roma. De Roma (zigeuners) zijn mensen van vermoedelijk Indiase afkomst, al is dat niet zeker. Ze leven in heel Slowakije, maar vooral in het oosten. In Spisske Pohdradie en verschillende dorpen zien we de kindjes op straat rennen, in gescheurde kleertjes en zelfs zonder broekjes. De vrouwen lopen met wandelwagens rond. Een meisje gaat water halen bij een pomp.

Er bestaan hier veel vooroordelen ten opzichte van de Roma. Als ik dit zie durf ik niet te zeggen in hoeverre de vooroordelen waar zijn, ik kan me onmogelijk voorstellen dat de Roma zelf voor deze armoede kiezen.

Levoca

Vroeger een welvarend stadje aan een handelsroute

Na ons bezoek aan Spisske Pohdradie rijden we via Levoca terug naar Poprad. Levoca staat, net als de ijsgrotten en het Spiskasteel op de Unesco werelderfgoed-lijst.

Het stadje was vroeger zeer welvarend, omdat het op een centraal punt op een handelsroute lag en er nabij goud gedolven werd. Er staan verschillende grote kerken en een oude synagoge, een oud stadhuis en alle huizen zijn rijkelijk versierd met gekleurd pleisterwerk.

Na een week vanuit Poprad allerlei plaatsen te hebben bezocht vertrekken we. Het is moeilijk om afscheid te nemen van deze mooie plek, waar zo ontzettend veel te doen is.

In Bratislava bezoeken we ‘s avonds de mooie verlichte oude stad, de kleine straatjes in de voetgangersgebieden vol met terrasjes, kletsende en lachende mensen. De stad bruist zo laat ‘s avonds nog van het leven. Boven de stad zien we de verlichte burcht.

Praag

Je kunt tegenwoordig slapen in de cel van Vaclav Havel

‘s Ochtends staan we op tijd op om naar Praag te vertrekken. Alles verloopt soepel, ook bij de Tsjechische grens.

Vroeg in de avond gaan we te voet Praag verkennen. We zien het grote plein, de astrologische klok en de Karelsbrug waar verschillende straatmuzikanten hun muziek ten gehore brengen.

En dan breekt onze laatste dag alweer aan. We wandelen door de stad, onder andere langs Unitas, een oud klooster dat ten tijde van de communisten werd verbouwd tot kantoor van de geheime politie. Tegenwoordig is het in gebruik als pension. Het is een rare gedachte dat je kunt slapen in de cel waar Vaclav Havel, de huidige president van Tsjechië, gevangen heeft gezeten.

Daarna bezoeken we een wat flauwe expositie ‘New Exhibition: Magic, Witches and Ghosts’. Allerlei voodoo-poppetjes liggen uitgestald, het lijkt meer op een rariteitenkabinet dan een serieuze expositie over occultisme (welke pretentie het wel lijkt te hebben).

We maken een wandeling met de naam ‘Mysteries and Ghosts’. Onze gids is een jong meisje, waarschijnlijk een studente.

We gaan door het oude deel van de stad en luisteren naar legendes, verhalen met een slecht einde in dit geval. Het is ons in ieder geval duidelijk geworden dat Praag een echte spookstad is.

Onze vakantie eindigt in het paleis van Praag, waar tegenwoordig de regering zetelt.

Het is lekker rustig nu het donker is en we kunnen zonder problemen en mensenmassa’s gratis het door lantaarntjes verlichte Gouden Laantje bekijken. Als we het paleis uitlopen hebben we uitzicht over de Moldau en de verlichte stad.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!