×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Oslo

De beeldige hoofdstad van Noorwegen

Reisverslag: Royan van Velse
Foto's: Royan van Velse

Een grote bronzen tijger sluipt door de Noorse hoofdstad, waar in het Vigelandspark een stapel van honderd in elkaar verstrengelde stenen mensenfiguren omhoog lijkt te klimmen. Musea tonen de geschiedenis van de Noormannen en de poolexpedities. Zelfs een complete 12e eeuwse kerk werd naar het Norsk Folkemuseum gesleept. Vanaf Slot Akershus zie je in de haven een glazen stapel ijsschotsen drijven. Oslo is een stad van beelden.

In de Noorse hoofdstad Oslo staan talloze beelden. De opeenvolging van sculpturen begint reeds bij de uitgang van het centraal station. Een grote bronzen tijger, die zojuist de trappen lijkt te zijn afgedaald, sluipt tussen de mensen door de stad in.

Op het eerste oog is een tijger hier niet helemaal op zijn plek. Toch hoort hij thuis in deze Scandinavische stad. In 1870 beschreef de dichter Bjørnstjerne Bjørnson in het gedicht Sidste Sang het gevecht tussen een paard en een tijger. Daarbij stond de tijger voor verderfelijkheid en gevaar, de kenmerken van de stad. Het paard vertegenwoordigde daarentegen het veilige en zuivere platteland.

Het poëtische beeld dat hij schetste hebben de Noren nooit meer losgelaten en leverde Oslo de bijnaam Tigerstaden (tijgerstad) op. Ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van Oslo in 2000 maakte Elena Engelsen een 4,5 meter hoog beeld van een tijger, dat nu in brons gegoten bij de entree van de stad staat. Het beeld is een gewilde speelkameraad geworden voor vele kinderen.

Historisk museum

Zowel plunderaars en moordenaars als ontdekkingsreizigers

Er komen ook figuurlijke beelden tot leven, wanneer je je verdiept in dit stukje van Europa. De Vikingen lijken hier nog steeds te heersen en hun heldenmoed wordt nog altijd geëerd. Hun drakars (oorlogs­schepen) liggen klaar, alsof ze de zeeën en oceanen weer willen trotseren, ook al zijn er sinds het einde van hun beschaving 900 jaar voorbij gegaan.

De zeevarende Vikingen waren zowel plunderaars en moordenaars als ontdekkingsreizigers. Degenen die achterbleven op het vasteland waren op hun beurt boeren en handelaren. Wat over is van deze cultuur zie je voor een deel terug in het Historisch Museum van Oslo. Zowel het leven als de dood van de Vikingen wordt hier getoond in een zeer toegankelijke expositie. Wapens, buitgemaakte voorwerpen en verschillende soorten ornamenten in vitrines vertellen een gewelddadig verhaal over heel vroeger.

Het pronkstuk van de collectie is ‘s werelds enige bewaard gebleven Vikinghelm. Hij ziet er roestig uit maar ook dreigend, met een soort ijzeren masker dat de ogen of de blik moet afschermen. Je kunt slechts gissen naar wat de drager hiervan allemaal heeft meegemaakt.

Het museum heeft overigens veel meer te bieden dan enkel de zalen die zijn gewijd aan de vroegere bewoners van Scandinavië. In andere delen komen de (letterlijk) donkere middeleeuwen aan bod, het oude Egypte, de Amerikas, de geschiedenis van de Noorse munt, Arctica en Antarctica. De Noren hebben ook in hun recente verleden nog de nodige expedities geleid naar de ijzige en onherbergzame poolvlaktes en daar zijn ze met recht trots op.

Bygdøy

Dit deel van Oslo wordt ook wel museumeiland genoemd

Om de reis door de roerige Vikingtijd voort te zetten, scheep ik in de haven in aan boord van een pont om over te steken naar het schiereiland Bygdøy dat ten westen van de binnenstad ligt. Dit deel van de stad wordt ook wel het museumeiland genoemd. Al wandelend heb je hier de keuze uit een keur aan cultuur en geschiedenis.

De Vikingen worden bijzonder goed vertegenwoordigd in het Vikingskipshuset, het Vikingschepenmuseum. Hier liggen maar liefst drie schepen waar de Noormannen mee hebben gevaren.

Nadat ze jarenlang de elementen hadden bedwongen, zijn de boten uit de vaart genomen om samen met overleden hoogwaardige Vikingen te worden begraven. Dat is de redding geweest voor deze schepen.

Aan boord waren allerlei schatten, waaronder een kar, sleden, houtsculpturen en gebruiksvoorwerpen. Deze waren bestemd voor de overledenen en verkeren nog steeds in bijzonder goede staat. De rijke lading wordt nu uitgestald in vitrines in dit museum en geeft een bijzonder inzicht in het leven en de gebruiken van toen.

De meest indrukwekkende van de drie drakars is het Osebergschip, dat werd gebouwd rond het jaar 820. De bemanning van dit opmerkelijk goed geconserveerde vaartuig bestond uit circa 30 man. Wanneer je voor dit schip staat, voel je meteen de degelijke kracht en het aankomende gevaar.

Dit soort schepen had heel weinig diepgang waardoor ze zowel op oceanen als op rivieren konden manoeuvreren, hetgeen een unicum was in die tijd.

Het tweede schip heet Gokstad, is iets langer en is gebouwd rond het jaar 900. De derde drakar, Tune, stamt uit dezelfde periode en is het schip dat in de slechtste staat verkeert.

Het was het eerste van het drietal dat ontdekt werd, 150 jaar geleden. Het is neergezet zoals het is gevonden: een historisch wrak.

In dit museum kun je met heel je hart en ziel onderduiken in een ongewone geschiedenis, die van de mannen en vrouwen die een deel van Europa en zelfs gebieden ver daarbuiten terroriseerden.

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het de Vikingen waren en niet Christoffel Columbus die als eersten voet aan land zetten in Amerika. Met behulp van hun snelle en sterke boten met fraai houtsnijwerk aan de voor- en achtersteven waren ze zo ver doorgevaren.

Het museum geeft de heroïek van toen weer, staat stil bij de oorsprong van Noorwegen en de ongelooflijke levensloop van die bloeddorstige maar ook zeer ontwikkelde Noormannen. Het was de tijd dat de Scandinavische koninkrijken tot stand kwamen en de eerste steden ontstonden.

Oslo zelf kwam op rond het jaar 1000. Na een verwoesting door een grote brand in de 17e eeuw, werd het iets verderop weer opgebouwd onder leiding van de Deense koning Christiaan IV. Het kreeg aanvankelijk de naam Christiana. Het monument ‘De handschoen van Christiaan IV’ herinnert hier nog aan. De vinger van het beeld lijkt de plek aan te wijzen waar de stad moest worden herbouwd.

Wanneer je toch op het schiereiland Bygdøy bent, loont het de moeite om ook een aantal andere musea te bezoeken. Ze zijn niet persé ingericht voor buitenlandse toeristen. Oslo is immers de hoofdstad van de Noren. Maar ieder museum geeft weer een blik op wat het land heeft gedaan of doorstaan.

Het Frammuseum toont vol trots twee schepen die daadwerkelijk hebben deelgenomen aan de Noorse poolexpedities aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw: de Fram en de Gjøa.

Een inleidende film, vitrines vol met uitrustingstukken en documenten nemen je mee op ontdekkings­reis. Je kunt zelfs aan boord komen van de Fram, het oudste van de twee schepen. Benedendeks kun je de motor bekijken, evenals de kombuis en de verblijfsruimtes van de bemanning. Aan dek, aan het roer, leef je een beetje mee met het grote en koude avontuur van weleer.

Tegenover dit museum, waar je heel wat tijd in kunt doorbrengen, staat het Kon-Tiki museum waar je getuige bent van expedities van Thor Heyerdahl: in 1947 met een vlot van balsahout van Peru naar Polynesië en in 1970 met een boot van papyrusriet van Marokko over de Atlantische Oceaan naar Barbados.

Een derde museum aan de kop van het schiereiland is het Norsk Sjøfarts­museum, het Noorse maritieme museum waarin aandacht wordt geschonken aan de geschiedenis van de Noorse zeevaart, de visserij en ook de walvisvaart.

Noorwegen is één van de landen die zich niet houden aan het moratorium op de walvisvangst en jaagt nog steeds op de met voortbestaan bedreigde dwergvinvissen.

Het Norsk Folkemuseum op Bygdøy is een openluchtmuseum op een terrein van 14 hectare. De tijd na de Vikingen wordt hier belicht met boerderijen, kerken, vissershutten, oude woningen en winkeltjes die vanuit het hele land hiernaartoe zijn verplaatst. Hier wordt getoond hoe Noorwegen zich ontwikkeld heeft en mensen in de klederdracht van toen dragen bij aan de reis door de tijd.

Het meest indrukwekkende gebouw is de houten 12e eeuwse staafkerk van Gol, die hier in 1881 heen werd verplaatst. Hier betreed je iets heel bijzonders en authentieks.

In de 11e eeuw namen de Vikingen afscheid van hun goden Odin en Thor om zich te bekeren tot het christendom. Deze kerk stamt uit de periode dat de nieuwe godsdienst zich in Scandinavië verspreidde.

Het houtsnijwerk in deze geheel houten kerk is nog goed zichtbaar en wanneer de ogen zijn gewend aan de duisternis, verschijnen er prachtige oude schilderingen op het hout rondom het altaar.

Ook het Holocaustmuseum staat op het schiereiland Bygdøy, in de Villa Grande. Ironisch genoeg was de eerste bewoner van dit statige pand de leider van de Noorse nazipartij. Het museum is algemeen van aard in de zin dat het niet alleen over Noorwegen gaat. De opkomst van het nazisme in Duitsland, de Jodenvervolging en de vernietigingskampen komen aan bod in een expositie waar je stil van wordt.

Ook worden de Noorse Joodse slachtoffers van de rassenwaanzin herdacht. Tijdens de Duitse bezetting leefden er niet heel veel Joden in Noorwegen, iets meer dan 2.000. Bijna 800 van hen werden gedeporteerd en vermoord door de nazis.

Bygdøy is niet alleen een plaats om cultuur te snuiven. Het is ook de plek waar de bewoners van Oslo heen gaan om te genieten van een paar strandjes en van het water van de Oslofjord. Je kunt het eiland al wandelend ontdekken maar je kunt er ook fietsen huren om nog meer te zien binnen de beschikbare tijd.

Slot Akershus

Het oude bastion is nog steeds militair gebied

In de tijd van de Vikingen heeft Noorwegen de nodige oorlogen gekend. Maar ook daarna werd het niet rustig en volgden de kruistochten, de strijd tegen de Schotten, een burgeroorlog, conflicten met de Denen en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog.

Ook tussendoor werd het land regelmatig geteisterd door geweld. Een stenen getuige daarvan is het 13e eeuwse slot Akershus, dat nabij de haven is gebouwd en talloze belegeringen overleefde.

Het oude bastion is (hoewel nog steeds militair gebied) van buiten en van binnen te bezoeken en ook het koninklijk mausoleum is toegankelijk. Hier rusten o.a. koning Haakon VII (1872-1957) en zijn echtgenote Maud, evenals hun zoon koning Olav VII (1903-1991) en zijn vrouw Märtha.

Ooit was Akershus het paleis van de vorst en ondanks de vele aanvallen is het nooit met geweld ingenomen. Het is in de loop der eeuwen verbouwd en verbeterd, uiteindelijk in Renaissancestijl, en sommige van de representatief ingerichte zalen worden nog steeds incidenteel gebruikt door de regering.

Binnen de muren van de vesting bevindt zich het verzetsmuseum. Een maand voordat Nederland ten prooi viel aan de Duitsers, werd Noorwegen al aangevallen. De Duitse dictatuur, de medewerking van Noorse nazis en het actieve verzet worden hier uiteengezet in een briljante tentoonstelling.

Wanneer je weer buiten bent word je geconfronteerd met oude kanonnen die nu gericht zijn op denkbeeldige vijanden. Ze geven de plekken aan van waaruit je een panoramisch uitzicht hebt over de stad die rond de 650.000 inwoners telt.

Karl Johans gate

Rond de hoofstraat liggen veel bezienswaardigheden

Vanaf de terrassen van het fort zie je in de stad, langs het water, een enigszins modern bakstenen gebouw met een wat controversiële architectuur staan. Dit is het in 1950 geopende stadhuis van Oslo. In het land van waaruit vroeger de Vikingen de ene na de andere oorlogs­expeditie organiseerden, wordt nu in dit pand jaarlijks de Nobelprijs voor de vrede uitgereikt.

De prijs levert iedere keer weer evenveel discussie op als het uiterlijk van het gebouw waarin de uitreiking plaatsvindt. De prijs is in het leven geroepen door de Zweed Alfred Nobel die de uitvinder was van dynamiet. In 1901 werd de eerste Nobelprijs voor de vrede uitgereikt. Frédéric Passy en Henri Dunant waren toen de winnaars van deze onderscheiding.

In de buurt van het gemeentehuis staat het Nobel Vredescentrum. De bouwstijl is dan wel klassiek maar het is pas in 2005 geopend. Het herbergt een museum over de Nobelprijs dat ieder jaar rond de 225.000 bezoekers trekt.

Vredig is Oslo beslist. De stad is niet heel groot en daardoor kun je de meeste bezienswaardigheden te voet bezoeken. De twee kilometer lange Karl Johans gate voert vanaf het beeld van de tijger voor het centraal station tot aan het huidige koninklijk paleis, dat op een heuveltje in het slotpark ligt. Langs deze boulevard vind je veel van wat Oslo te bieden heeft.

Hier bevinden zich de luxe winkels, leuke terrasjes en restaurants. Maar hier zie je ook de Domkerk, het gebouw waar het parlement oftewel Storting zetelt, het nationale theater en de uit het begin van de 19e eeuw stammende universiteit.

Vlak in de buurt ligt ook het oogverblindend witte en moderne Operahuis. Het is geheel bedekt met wit marmer en wit graniet en je mag er ongestraft overheen lopen. Het heeft iets weg van een ijsberg die opdoemt aan de rand van de stad.

Vanaf het Operahuis heb je een adembenemend uitzicht over de Oslofjord. In het zeewater zie je dan een vreemd beeld drijven. Gemaakt van roestvrij staal en glas reflecteert dit kunstwerk van Monica Bonvicini uit 2007 de zonnestralen waardoor het er iedere keer wat anders uitziet.

‘She lies’ heet het kunstwerk en de constructie doet denken aan een schip dat met volle zeilen koers zet naar de kust. In werkelijkheid is het een driedimensionale interpretatie van het schilderij Das Eismeer van de Duitse schilder  Caspar David Friedrich en stelt het kruiende ijsschotsen voor.

Slottet is het koninklijk paleis. Het gebouw en het park eromheen stammen uit 1848. Hier woont koning Harald V. De paleiswachten zien er prachtig uitgedost uit en de ceremoniële wisseling van de wacht is een plezier voor het oog.

De commandant van de koninklijke garde kan de wisseling overigens nooit zelf bijwonen. Deze tot generaal benoemde koningspinguïn met de naam Nils Olav III verblijft namelijk in de dierentuin van het Britse Edinburgh en is van daaruit de mascotte van de garde.

De plechtigheid duurt niet al te lang en als toeschouwer mag je dicht in de buurt van de geüniformeerde mannen en de vrouwen komen, zolang je de overdracht maar niet verstoort. Ook dit is zoals bijna alles in deze bijzonder informele hoofdstad. Het kan in één woord worden samenvat: toegankelijk.

Vigelandspark

Alle 212 beelden in het park zijn van Gustav Vigeland

Oslo begint en eindigt met beelden. Wanneer je vanuit het centrum en het paleis een stuk doorloopt naar het noordwesten, kom je uit bij het Vigelandspark. Dit park is ontworpen door de kunstenaar Gustav Vigeland en ook de 212 beelden in het park zijn van zijn hand. Hij heeft het park zelf nooit in volle glorie kunnen aanschouwen, aangezien hij in 1943 overleed en de meeste beelden pas in 1950 werden geplaatst.

Het beeldenpark is inmiddels tot ver voorbij de Noorse grenzen beroemd. Wanneer je het park betreedt, steek je eerst een brug over die wordt omgeven door bronzen beelden die mannen, vrouwen en kinderen voorstellen.

Het meest bekende hiervan is Sinnataggen, een beeld uit 1940, ook wel het boze jongetje of de driftkop genoemd. Dit beeld wordt het meest aangeraakt door de toeristen waardoor de linkerhand verkleurt. Het brengt geluk om de hand te voelen, zo denken velen. Dit tot grote ergernis van de beheerders van het park.

De grote aandachtstrekker is echter de 14 meter hoge Monoliet. Hier wordt het leven uitgebeeld door middel van meer dan 100 in elkaar verstrengelde stenen gestalten die naar boven lijken te klimmen. Het massieve kunstwerk is gehouwen uit één enkel blok graniet.

Op trappen eromheen wordt door prachtige beelden de levenscyclus uitgebeeld, vanaf geboorte tot ouderdom. Mannen, vrouwen en kinderen van steen, in alle leeftijden, zijn hier samen vereeuwigd en laten zien hoe het leven verloopt.

Beelden en parken zorgen er mede voor dat Oslo een serene indruk achterlaat. Ze voeren je mee door de rijke geschiedenis van het land. Er zijn veel plekjes waar je even neer kunt strijken, op een bankje of op het gras, ook in het centrum van de stad.

Af en toe duikt de gedaante van een trol op. Deze mythische wezens horen eigenlijk thuis in noordelijke sprookjes waar ze groot en lelijk zijn en zelfs mensen opeten. Laat je echter niet afschrikken door deze gemene wezens. Ze verstenen zodra ze in contact komen met daglicht en dragen daarmee bij aan een beeldig Oslo.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win