Reis langs een serie Parijse hoogtepunten: Tuilerieën, Dôme des Invalides, La Défense, Montmartre, Sacré Cœur, Place du Tertre, Place des Abbesses, Montparnasse, Notre Dame, Eiffeltoren, Quartier Latin. En het trio triomfbogen die als Matrjoschka’s in elkaar passen: Arc de Triomphe du Carrousel, Arc de Triomphe, La Grande Arche.
Ons hotel ligt midden in een volksbuurt in het 18e arrondissement, vlakbij de Sacré-Coeur. Er zijn veel Afrikaanse (kleding)winkels, diverse bazaars, islamitische slagerijen, groentewinkels en cosmeticazaken. Echt een immigrantenwijk. Veel mensen zijn afkomstig uit de ‘Maghreblanden’ in Noord-Afrika en uit Afrika ten zuiden van de Sahara.
We hebben tijdens onze voorbereidingen op internet gelezen dat toeristen niet wordt aangeraden om met metrolijn 4 te reizen. Echter, de metro in de buurt van hotel is lijn 4. We hebben ook gelezen dat we de metrohalte Barbès Rochechouart beter kunnen mijden, maar helaas kunnen we daar niet omheen als we met de metro willen reizen.
We lopen de Boulevard Barbès uit en lopen door de lange Boulevard de Rochehouart en Boulevard de Clichy met wederom veel Afrikaanse winkels. De souvenirs zijn hier goedkoop en we slaan aan het eind van de week hier onze slag.
Op naar de Moulin Rouge. In één van de zijstraten van de lange boulevard zien we de Sacré-Coeur in de verte. We lopen er bijna voorbij door de hoge gebouwen, maar als we een grote groep toeristen uit de metrohalte Anvers zien komen die de zijstraat inlopen, gaan we kijken waar ze naar toegaan. En dan zien we de Sacré-Coeur.
Het zijstraatje is niet zo steil, maar als we de trappen zien die we nog moeten klimmen om naar boven te komen, besluiten we om de Sacré-Coeur morgen te bezichtigen als we zijn uitgerust.
We lopen weer naar beneden en gaan op zoek naar de Moulin Rouge. Het is een eind lopen. De boulevard gaat over van souvenirwinkels en eetzaakjes naar seksshops, nachtclubs en louche tenten. En dan zien we eindelijk de wieken van de Moulin draaien, iets dat ze alleen ‘s avonds doen.
Tegenover de Moulin Rouge en metrohalte Blanche zien we een toeristentreintje dat een ritje maakt naar de butte (heuvel) Montmartre en bij de Sacré-Coeur, de Place du Tertre en Place des Abbesses stopt.
De winkels zijn inmiddels gesloten, behalve de nachtclubs, cafés en brasseries. Het wordt steeds stiller op straat en de zwervers zoeken een plekje om te slapen.
Onze hotelkamer grenst aan de brede boulevard met vier rijbanen en onze nachtrust wordt wreed verstoord door schreeuwende Afrikanen, scheurende auto’s en gillende sirenes van politie- en ambulancewagens.
We hebben niet geslapen en verlangen naar een stevig ontbijt. Naast het hotel staat een café (dat bij het hotel hoort) waar we kunnen ontbijten.
Het café ziet er goed uit, maar dat kunnen we niet zeggen over het stokbrood waar je tanden bijna van afbreken en het vruchtensap aangelengd met heel veel water. Geen vleeswaren, kaas of kuipjes jam, maar één glazen pot jam waar iedereen met zijn bestek uit lepelt.
‘s Ochtends maken we een georganiseerde stadstour onder leiding van een Nederlands sprekende gids.
De gids vertelt over de riolering van Parijs. Twee keer per dag worden de rioolputten opengegooid en gezuiverd met water uit de rivier de Seine. We zien de rest van de week elke ochtend en avond water langs de wegen stromen. Straatwerkers vegen het vuil dan op. Het lijkt ons niet erg handig in de winter als het vriest.
Parijs heeft het grootste ondergrondse rioleringssysteem ter wereld (meer dan 2200 km lang) en als we geïnteresseerd zijn hoe het er onder de grond uit ziet, kunnen we een rondleiding door het riool krijgen. Er is zelfs een rioolmuseum.
Maar als ze daarna vertelt dat er in Parijs meer ratten in de riolen leven (meer dan 2 miljoen), dan mensen boven de grond, hebben we geen interesse meer. De ratten worden niet uitgeroeid omdat ze een onderdeel zijn van het ecologisch systeem. Ze vreten per dag tonnen vuil op.
De gids vertelt ook iets over de arrondissementen. Parijs is ingedeeld in 20 arrondissementen (wijken) en iedere wijk heeft zijn eigen burgemeester en een eigen stadhuis. Sinds 1977 heeft Parijs een hoofdburgemeester en deze heeft veel macht. Op de straatnaambordjes kun je zien in welk arrondissement je bent.
We rijden langs de linkeroever en de rechteroever van de Seine. Men zegt hier: ‘Ik leef op de linkeroever, want daar denk ik. Ik leef ook op de rechteroever, want daar geef ik mijn geld uit’
Op de linkeroever in het zuiden staan universiteiten zoals de Sorbonne en hier heerst dus het intellect. Op de rechteroever in het noorden drijft men handel en staan peperdure winkels zoals Christian Dior, Nina Ricci en Chanel. We zien ook de winkel van de ontwerper Valentino.
De gids vertelt ook iets over het sociale leven in Parijs. In het centrum zijn voornamelijk dure 1- en 2-kamerappartementen. Wegens ruimtegebrek ontvangt men bezoek niet thuis maar spreekt men af in één van de 13.000 cafés die Parijs telt.
Er leven vooral alleenstaanden tussen de 25 en 40 jaar in de stad. Gezinnen met kinderen maken hier slechts 18 % uit van de bevolking.
Huur- en koophuizen binnen de ring zijn absurd duur. Per vierkante meter betaal je gemiddeld € 500. Het gemiddelde inkomen is € 1100 bruto per maand. Vandaar dat gezinnen naar de goedkopere buitenwijken van de stad trekken.
We stappen uit bij Carrousel du Louvre, een ondergronds winkelcentrum waar ook de eerste stadsmuur is behouden. In het complex zien we ook de omgekeerde glazen piramide die licht brengt in het centrum.
Boven het winkelcentrum lopen we over een zanderig plein naar de Arc de Triomphe du Carrousel. De eerste triomfboog is gebouwd ter ere van Napoleons overwinningen. Deze triomfboog past in de grote Arc de Triomphe aan de Champs Elysees en deze past vervolgens weer in La Grande Arche in de kantorenwijk La Défense die we later gaan bezoeken.
Achter de Arc de Triomphe du Carroussel ligt het park de Tuilerieën. Een park met mooi aangelegde tuinen waar we even rondwandelen.
Schuin achter het park staat een kermis aan de Rue de Rivoli en aan het eind van deze straat staat het vergulde standbeeld van Jeanne d’Arc. Elk jaar komen rechts-extremisten hier bijeen.
In het midden van het park zien we in de verte de obelisk op het Place de la Concorde en de grote Arc de Triomphe aan de Champs Elysees.
Het Louvre, de Arc de Triomphe du Carroussel, de Tuilerieën, Place de la Concorde, de Arc de Triomphe en La Grande Arche liggen op één rechte lijn.
We maken vervolgens een fotostop bij de Dôme des Invalides. Deze was bedoeld om leden van de koninklijke familie te begraven, maar werd gebruikt als onderkomen voor invalide militairen. Het is nu een mausoleum. Napoleon is gestorven in 1821 op het eiland St. Hélena en had in zijn testament geschreven ‘Ik wil bij mijn geliefde volk aan de Seine begraven worden’. In 1840 werden zijn overblijfselen overgebracht in zeven kisten. Zijn hart en ingewanden zitten in een zilveren vaas. De gids vertelt dat het de gewoonte was om koningen in drie gedeeltes te begraven. Eén voor het hart, één voor de ingewanden en één voor het lichaam.
We rijden vervolgens langs de eretribune waar president Jacques Chirac morgen de militaire parade op de nationale feestdag zal bijwonen.
Door naar de kantorenwijk La Défense, waar we La Grande Arche kunnen bewonderen.
Gisteravond zagen we souvenirs en ansichtkaarten met een zwarte kat en de tekst ‘Le Chat Noir’. We zagen ook een brasserie met dezelfde naam aan de Boulevard de Clichy. In ons reisboek vinden we bijna niets over deze zwarte kat, alleen dat hij in de 19e eeuw furore maakte in de cabarets van Montmartre. Helaas spreken de Fransen bijna geen Engels en onze kennis van de Franse taal is te veel achteruitgegaan om een echte conversatie te voeren.
‘s Middags nemen we het toeristentreintje tegenover de Moulin Rouge naar de schilderswijk Montmartre. We worden met luide carnavalsmuziek naar de butte (heuvel) van Montmartre gebracht.
Eerst stappen we uit bij Place du Tertre waar we struikelen over de toeristen en zogenaamde schilders. We zien maar een handjevol schilders die echt mooie portrettekeningen maken. We lazen voordat we naar Parijs gingen dat de tekeningen in Azië worden geproduceerd en dat de ‘schilder’ de tekening alleen hoeft in te kleuren. Of dat waar is weten we niet, maar dat er veel ‘nepschilders’ tussen zitten, wordt al snel duidelijk.
Tijd om ergens op een terrasje neer te ploffen om mensen te kijken. De prijzen zijn schrikbarend hoog in de omgeving van toeristische attracties.
Ik zie een aantal mensen voorbijlopen met een soort flensje en daar heb ik wel trek in. De flensjes worden hier crêpes genoemd en schijnen dè snack te zijn die men op straat eet. We kunnen kiezen uit diverse soorten. Eerst maar beginnen met een crêpe naturel met suiker. De crêpe wordt op een soort plaat gebakken en daarna vier keer opgevouwen tot een soort frietzak.
Vervolgens lopen we naar beneden en genieten van een mooi uitzicht over Parijs. De Tour Montparnasse en de Eiffeltoren steken er heel duidelijk uit.
We hoeven dankzij het treintje nog maar een paar trappen te klimmen om het ‘Het Heilige Hart’, de Sacré-Coeur te bezoeken. We zien mooie glas-in-lood ramen en roosvensters en in de koepel een prachtige wandschildering van Christus. De koepel is na de Eiffeltoren het hoogste punt van Parijs.
Buiten maken we een foto van een glas-in-lood raam net achter de ingang en van de standbeelden van Lodewijk IX de Heilige en Jeanne d’Arc voor de hoofdingang.
We nemen het treintje terug. We rijden via steile weggetjes naar beneden via Place des Abbesses naar het eindpunt Place Blanche tegenover de Moulin Rouge.
‘s Avonds gaan we naar de Tour Montparnasse, de hoogste wolkenkrabber van Europa, maar we gaan niet naar boven. Veel te hoog (210 meter). Bovendien kost het geld om met de lift naar boven te gaan om van het uitzicht te genieten.
Het geld hebben we bespaard om te kunnen genieten op een terrasje met peperdure prijzen. Er zijn vanavond diverse feesten in de stad. Een traditie op de avond voor Quatorze Juillet.
We hebben in het gratis krantje Metro (dat we ook in Nederland hebben) gelezen dat vanavond een openbaar bal wordt georganiseerd op de Place de la Bastille waar je tango, salsa en merengue kunt dansen en dat er op het plein voor het stadhuis Hôtel De Ville bandjes optreden.
Het is superdruk op straat. De gids vertelde vanmorgen dat het uitgaansleven de hele week doorgaat en niet alleen in het weekend. Dat komt omdat er veel jonge mensen wonen in Parijs. Maar vanavond is het extra druk omdat de Fransen morgen een vrije dag hebben. In alle Franse gemeenten wordt de avond voor 14 juli een openbaar bal georganiseerd.
‘s Avonds breekt de hel los. Morgenavond mag men officieel vuurwerk afsteken, maar nu al worden rotjes afgestoken in de omgeving van het hotel.
We slaan het ontbijt over en gaan direct door naar het metrostation Château Rouge. Het reizen met de metro is makkelijk en snel in Parijs. We hoeven alleen onze bestemming op de plattegrond te zoeken, lijnen volgen en het eindstation zoeken zodat je in de goede metro stapt.
We moeten op Barbès Rochechouart overstappen op de blauwe lijn 2 richting Porte Dauphine en gaan dan eerst naar de halte Charles de Gaulle Etoile voor het bijwonen van de militaire parade op de Champs Elysees.
In de metro worden we getrakteerd op live muziek door een zigeunerband. Niemand geeft geld. Na elke halte stappen ze uit en gaan de volgende coupé in. Misschien hebben ze daar meer succes.
Bij de Arc de Triomphe is het druk en er zijn veel gewapende militairen, politie en militaire wagens op straat.
De Arc de Triomph is afgezet met dranghekken. De parade is vanmorgen om 9 uur begonnen en duurt tot 12 uur. Er is veel politie aanwezig. Twee jaar geleden was er een extremist die een aanslag op Jacques Chirac wilde plegen op 14 juli, vandaar dat de veiligheid is aangescherpt.
We staan aan de verkeerde kant van de Arc de Triomph en lopen de menigte achterna om een plekje aan de Champs Elysees te vinden. We zien een formatie helikopters over de Arc de Triomph vliegen. Een oorverdovend lawaai, maar wel een mooi gezicht. De helikopters komen uit de richting van La Grande Arche die we met het blote oog goed kunnen zien.
Het is druk langs de kant van de Champs Elysees. We vergelijken het met het defilé op vijf mei in Wageningen. Militaire colonnes rijden voorbij en mensen zwaaien met Franse vlaggetjes.
Op Quatorze Juillet viert men jaarlijks het ontstaan van de Republiek. Op deze datum wordt de bestorming van La Bastille herdacht. De inwoners van Parijs leefden in armoede en de toch al niet geliefde koning Lodewijk de XVI in weelderige luxe. Zij zagen de Bastille als een symbool van onderdrukking, omdat er anti-monarchisten gevangen zaten.
De inwoners bestormden de gevangenis en lieten de zeven gevangenen vrij. Kort daarna werd de Bastille afgebroken. Men zegt door het boze volk, maar we hebben ook gelezen dat het door een slopersbedrijf is gebeurd.
Tweehonderd jaar na de Bestorming van de Bastille werd in 1989 op het plein Place de la Bastille de Opéra de la Bastille gebouwd. Op de plek waar de gevangenis stond, staat nu een 50 meter hoge zuil, de Colonne de Juillet.
Door de menigte zien we niets van de parade. Tegen 12 uur vliegen een paar straaljagers met hoge snelheid over de Arc de Triomphe en spuiten Le Tricoleur, de kleuren, blauw, wit en rood van de Franse vlag. En dat is het einde van de parade.
Al duwend komen we bij de Arc de Triomphe. Het verkeer mag weer rijden en we wagen ons leven om de weg over te steken. Later zien we een trap onder de weg door die je naar de overkant brengt.
We bekijken de namen van de militairen. De onderstreepte zijn gestorven op het slagveld. Onder de grote triomfboog ligt het graf van de Onbekende Soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. We bekijken de overwinningen van Napoleons leger. Napoleon heeft de triomfboog nooit gezien, hij stierf in 1821 en de Arc de Triomph was pas in 1836 klaar.
Rondom de Place de L’Etoile waarop de Arc de Triomph staat zien we duidelijk de verschillende rechte avenues. Heel overzichtelijk. Die Baron Haussmann heeft het in het midden van de 19e eeuw goed gedaan. Hij ontwierp een nieuw Parijs en een ster van avenues rond de Place de L’ Etoile waarop de Arc de Triomph staat. Op ons plattegrondje kunnen we de ‘ster’ duidelijk herkennen.
We nemen metrolijn 6 richting Nation en stappen uit bij de halte Bir-Hakeim voor een bezoek aan de Eiffeltoren. In het metrostation staat een rasta fanatiek te trommelen. In de metro is ook live muziek. Dit keer een jongen die saxofoon speelt.
We moeten een stukje lopen voordat we onder de 320 meter hoge Eiffeltoren staan. Er staat voor de lift naar boven een rij van meer dan 50 meter. Als men niet op het idee was gekomen om antennes op de Eiffeltoren te plaatsen, dan was de ijzeren constructie allang weggehaald. De Eiffeltoren wordt om de zeven jaar geverfd en daar is men dan een jaar mee bezig.
We wandelen via de Pont d’Iena en Palais de Chaillot (gebouwd voor een wereldtentoonstelling) door een park naar de metrohalte Passy. Bij de halte La Motte Picquet stappen we over op de donkergele lijn richting Gare d’Austerlitz.
We stappen uit bij Odéon. Hier stappen we over op lijn 4 richting Porte de Clignancourt en stappen twee haltes verder uit bij Cité.
Vanaf Cité is het nog een stukje lopen naar de Notre Dame. De kerk waar Napoleon zichzelf tot keizer van Frankrijk kroonde.
Maar eerst gaan we naar Quatier Latin om op een terrasje te zitten. We lopen door kleine, gezellige straatjes met veel buitenlandse restaurantjes. Aan de Boulevard Saint Michel is het zoeken naar een plekje op een terras, maar we vinden er een.
We lopen via de boekenstalletjes langs de Seine naar de Notre Dame. De gids vertelde ons gisterochtend dat als je hier een paar kisten wilt huren om je waar te verkopen, je een afgestudeerd bibliothecaris moet zijn of een andere relevante studie gevolgd moet hebben, anders sta je zeven jaar op de wachtlijst.
We zien veel oude, stoffige boeken en mooie oude landkaarten. Helaas gaat het (nep)strand aan de Seine, ‘Paris Plage’ pas 20 juli open.
We bezoeken de boekwinkel Shakespeare & Co. aan de Rue de la Bûcherie nummer 37, schuin tegenover de Notre Dame.
We hebben gelezen dat je in deze oude boekhandel kunt slapen. De bedden zouden verstopt zijn tussen de boekenkasten. We gaan op onderzoek uit en ja hoor, op de tweede verdieping zien we een aantal bedden tussen de boekenkasten. Ik moet moeite doen om niet te niezen. Zo stoffig is het hier. De stokoude eigenaar is helaas niet aanwezig, wel veel studenten.
Voor de Notre Dame staat een lange rij mensen. Boven op de kerk zien we de galerie waarop de Chimères staan. We vinden het net kleine duiveltjes met engelenvleugels.
Door de lange rij voor de Notre Dame zien we Point Zéro over het hoofd. Dit is het punt van waar alle afstanden in Frankrijk worden gemeten.
In de Notre Dame wonen we een gedeelte van de Gregoriaanse mis bij. Ook deze kerk is versierd met mooie glas-in-loodramen en roosvensters. We lopen een rondje om de Notre Dame en gaan in het park Jean XXIII direct achter de Notre Dame zitten. Bijna alle bankjes zijn bezet door verliefde stelletjes en oudere echtparen.
We lopen vervolgens via de boekenstalletjes langs de Seine richting Hôtel de Ville (stadhuis). Op het plein voor het stadhuis werden vroeger mensen opgehangen of op een andere wijze vermoord.
Vlakbij het stadhuis staat het Centre Pompidou. In principe kun je vanaf de metrohalte Cité makkelijk verschillende attracties bezichtigen. De Notre Dame, Quatier Latin, Saint Chapelle, Conciergerie, Hôtel de Ville en het Centre Pompidou zijn op loopafstand.
We vergeten echter om de Saint Chapelle en de Conciergerie te bezichtigen. Het laatste was de gevangenis waar Marie Antoinette, de vrouw van Lodewijk de XVI, in 1793 werd onthoofd met de guillotine.
Voordat we naar Nederland rijden, gaan we naar het grote warenhuis Galerie Lafayette aan de Boulevard Haussmann. We willen de mooie balkons en koepel zien.
We winkelen niet, maar lopen door naar het andere warenhuis aan de Boulevard Haussmann, Printemps, voor een mooi uitzicht over de stad. Op de 9e verdieping op het terras van het restaurant kunnen we genieten van het uitzicht om afscheid te nemen van Parijs.
De vier dagen Parijs zitten er op. We hebben veel gelopen en veel gezien. De volgende keer dat we naar Parijs gaan, gaan we in ieder geval de oude joodse wijk Le Marais, het Musée Carnavalet en het Louvre bezoeken.