×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Porto II

Zes bruggen overspannen de Douro nabij de monding

Reisverslag: Angélique Woudenberg
Foto's: Angélique Woudenberg

Waar de Douro uitmondt in de Atlantische Oceaan overspannen zes bruggen de rivier, tussen de stad die de portwijn haar naam gaf en de stad waar de grote porthuizen hun kelders hebben. Rond het historische centrum van Porto is veel te zien: van oude kerken en stations met azulejos via een nostalgisch winkeltje en een bakker van pasteitjes tot Rem Koolhaas’ moderne archicectuur van het Casa da Música en het museum voor moderne kunst Fundaçao de Serralves.

Porto, na Lissabon de tweede stad van het land, ligt aan de Costa Verde in het noorden van Portugal. Met overwegend zeewind is het hier koeler en vochtiger dan in het droge zuiden, vandaar die Groene Kust.

Het is twee uur en een kwartier vliegen naar Aeroporto Francisco Sá Carneiro dat 12 km ten noordwesten van Porto ligt maar je arriveert er al een uur eerder, omdat je in Portugal meteen je horloge een uurtje terug moet zetten.

De paarse metrolijn M brengt je in een half uur van het vliegveld naar Estádio de Dragão aan de oostkant van het centrum. Dit Stadion van de Draak is de thuisbasis van voetbalclub FC Porto. De metro rijdt zowel boven- als ondergronds. Het valt meteen op dat de metro en de straten van Porto schoon zijn. Met de nodige universiteiten en hogescholen is Porto bovendien een levendige studentenstad.

Santa Catarina

Een kapel met 16.000 blauwwitte tegeltjes

Na het inchecken in het hotel kleden we ons om en lopen terug naar het metrostation om het centrum te verkennen. We stappen na een halte alweer uit bij station Bolhão.

Eenmaal boven zien we direct een gebouw dat is gedecoreerd met bijna 16.000 blauwwitte tegeltjes, de zogeheten azulejos. Het is de Kapel van de Zielen, de Capela das Almas de Santa Catarina. De kapel zelf dateert uit de 18e eeuw maar de tegeltjes zijn in het begin van de twintigste eeuw gemaakt door kunstenaar Eduardo Leite. Ze laten onder andere de heilige Catarina zien.

Direct tegenover de kapel is het begin van de autovrije winkelstraat Rua de Santa Catarina. Het is een hellende straat die zowel naar beneden als naar boven loopt. Porto is namelijk gebouwd op heuvels, onder andere de Pena Ventosaheuvel, boven de monding van de Douro.

We slenteren door de drukke winkelstraat en lopen in eerste instantie het winkelcentrum Via Caterina voorbij. We hadden namelijk een groot gebouw in gedachten. Het winkelcentrum oogt aan de buitenkant echter klein. Eenmaal binnen worden we verrast door de hoeveelheid winkels.

We nemen de roltrap naar de bovenste verdieping waar een foodcourt is gevestigd. Diverse eetgelegenheden zijn gehuisvest in replica’s van de gekleurde huizen in Porto. Er zijn diverse rode telefooncellen die lijken op de oude telephone boxes in Londen. Deze telefooncellen zijn nog volop aanwezig in het centrum van Porto en doen ook nog gewoon dienst.

We slenteren door het winkelcentrum en lopen vervolgens weer naar buiten. Daar ruiken we een zoete lucht. Het is de Fábrica da Nata. We kunnen in de etalage bewonderen hoe hier de Pastéis de Nata worden gemaakt. Nata is Portugees voor room. De pasteitjes zijn taartjes van knapperig bladerdeeg gevuld met vanilleroom, afgetopt met suiker en kaneel.

Tijdens een bezoek aan Lissabon smulden we al van deze Portugese lekkernij die daar Pastéis de Bélem wordt genoemd, naar de wijk Bélem waar het originele (en nog steeds geheime) recept werd ontwikkeld in het Jerónimusklooster.

We lopen langs diverse levende standbeelden. Op een gegeven moment zien we een lange rij wachtende mensen voor een terras. Het is Café Majestic. Dit belle époque café was in het begin van de twintigste eeuw een ontmoetingsplaats van onder andere politici. We hebben geen zin om te wachten op een plekje en ploffen neer op een ander terras.

We bezoeken nog een paar souvenirwinkels. Het valt op dat er veel ansichtkaarten en tassen te koop zijn die gemaakt zijn van kurk. Portugal is niet alleen de grootste kurkproducent ter wereld, de kurkeik heeft hier ook een beschermde status.

Ook zien we veel souvenirs waarop de Haan van Barcelos is afgebeeld. Er doen verschillende verhalen de ronde over deze legendarische haan. Een ervan luidt dat een bedevaartganger naar Santiago werd opgepakt voor het stelen van zilver.

Tegenover de rechter, die net een geroosterde haan wilde verorberen, betoogde hij dat op het moment dat hij opgehangen zou worden die haan van het bord op zou staan en zou gaan kraaien ten teken van zijn onschuld. Wat vervolgens ook gebeurde.

We zijn moe door de vroege ochtendvlucht en lopen daarom weer terug naar het metrostation Bolhão. In een zijstraat van de Rua de Catarina, de Rua Formosa, zien we A Pérola do Bolhão. Dit nostalgische kruidenierswinkeltje uit 1917 lijkt met zijn jugendstilgevel op een kermisattractie.

We lopen even naar binnen maar durven in het volgepropte zaakje niets aan te raken, uit angst dat de hele handel omvalt. Het verbaast ons dat deze winkel van sinkel nog bestaat. Het ruikt muffig maar toch is het druk en de eigenaar doet goede zaken.

Praça de Liberdade

Een standbeeld van koning Pedro IV te paard

De volgende ochtend gaan we eerst naar Mercado de Bolhão, een toeristische markt waar van alles te koop is. We ruiken de geur van kabeljauw, die hier in de gedroogde vorm bacalao wordt genoemd. We zijn, ondanks de lovende recensies over de markt, niet onder de indruk. We hebben tijdens vorige stedenreizen mooiere markten gezien.

We lopen vervolgens naar Praça de Liberdade, het plein van de vrijheid, om kaartjes te kopen voor de Hop-on-Hop-off bus en een boottocht over de rivier de Douro. Op het plein zien we een standbeeld van koning Pedro IV van Portugal op een paard. Na de onafhankelijkheid van Brazilië deed hij daar dienst als keizer Pedro I. We zien ook het stadhuis, de Cãmara Municipal.

In de bus die de blauwe route rijdt nemen we plaats op het zonnige open bovendek. Er is geen live gids aanwezig maar we luisteren naar informatie die in het Nederlands op een bandje is ingesproken.

We rijden langs diverse kerken die gedecoreerd zijn met azulejos. We horen dat de naam azulejo afstamt van het Arabische woord voor keramische tegels: al zaulaydj. De moren brachten de tegels naar Portugal en Spanje, waar ze het Romeinse mozaïek verdrongen.

Het zijn in feite witte tegels die zijn beschilderd met blauwe verf. Later werden de makers van azulejos geïnspireerd door het blauwwitte porselein uit China. Ook was er een wisselwerking met de oudhollandse tegels, met als verschil dat de Hollandse tegels per stuk een afbeelding bevatten terwijl azulejos tezamen een tableau vormen.

We zien tijdens de tour door het centrum van Porto onder andere het hoogste punt van de stad, de 76 meter hoge barokke kerktoren Torre dos Clérigos. Voor boekhandel Livraria Lello staat een lange rij. Je moet entree betalen om naar binnen te mogen. We horen dat de schrijfster van de Harry Potter-boeken, J.K. Rowlin, een tijdje in Porto heeft gewoond. Porto is als het ware de geboorteplaats van de boekenserie van Harry Potter, die Harry Porto had kunnen heten.

Rowling raakte geïnspireerd door de bijzondere rode wenteltrap in deze boekwinkel. De trap in de Zweinsteinschool in de Harry Potterfilms zou erop zijn gebaseerd. Daarnaast was Rowling geïnspireerd door de uniformen van de vierdejaarsstudenten van de universiteit in Porto.

Deze studenten dragen zwarte mantels die lijken op de capes van de tovenaarsleerlingen uit de Harry Potterfilms. De zwarte cape doet ons ook denken aan een raaf en aan de cape van de don in het logo van Sandeman, een van de bekende merken portwijn.

Boottocht over de Douro

Gekleurde huisjes met balkonnetjes vol wasgoed

We stappen uit bij de halte Ribeira voor de boottocht over de rivier de Douro. Ribeira is Portugees voor rivieroever. De volkswijk met dezelfde naam aan de oever van de Douro is de bekendste en oudste wijk van Porto. De wijk bestaat uit smalle, kronkelige straatjes en steegjes. Het hele historische centrum van Porto staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

We lopen via een steile helling omlaag naar de kade waar vele terrasjes zijn gevestigd. We zien boven de terrassen aaneengeschakelde, gekleurde huisjes met kleine, zonnige balkonnetjes waaraan wasgoed hangt. Daarnaast zien we nog een symbool van de stad, de brug Ponte Dom Luis I.

We genieten op het terras van een mooi uitzicht op Via Nova de Gaia aan de overkant van de monding van de Douro.

Deze plaats staat bekend om zijn porthuizen, die we later in de week zullen bezoeken. Een kwartier voor de afvaart sluiten wij ons aan bij de lange rij voor een boottocht van vijftig minuten over de rivier.

We varen onder zes bruggen door. Als eerste de Ponte D. Luis I, die we vanaf het terras al zagen liggen. Deze brug is 172 meter hoog en is ontworpen door Théophile Seyrig, een medewerker van Gustave Eiffel. De brug is vernoemd naar de voormalige koning Lodewijk I (Luis I) van Portugal (1861 – 1889). Hij opende de brug in 1886.

De ijzeren brug heeft twee niveaus. Op het bovenste dek rijdt de metro en kunnen voetgangers lopen. Later in de week zullen we met de metro op de bovenste verdieping rijden als we het warenhuis El Corte Ingles bezoeken. Het onderste dek is bedoeld voor het overige verkeer. Later in de week zullen we hier overheen lopen als we Vila Nova de Gaia gaan bezoeken.

De volgende boogbrug is de Ponte D. Maria Pia. Deze is door Gustav Eiffel, de ontwerper van de Eiffeltoren in Parijs, zelf ontworpen. Deze brug is vernoemd naar de vrouw van Lodewijk I. Deze brug is 61 meter hoog en alleen bedoeld voor gemotoriseerd verkeer.

We varen vervolgens onder de Ponte do Infante, Ponte de São João en de Ponte do Freixo door. Dan keert de boot om en varen we nog een keer onder dezelfde bruggen door richting de laatste brug, de Ponte da Arrábida.

Na de boottocht ploffen we neer op een terras op de Praça Ribeira, waar we worden vermaakt door straatmuzikanten en dansers.

Vila Nova de Gaia

Aan deze kant van de riviermonding liggen de portkelders

We lopen over het onderste dek van de Ponte D. Luis I naar Vila Nova de Gaia aan de zuidoever van de Douro. Een paar waaghalzen springen in de rivier om te zwemmen en om indruk te maken op voorbijgangers. Ondanks de drukte en de hectiek op de brug, kunnen we een beetje van het uitzicht op Ribeira, de Douro en Vila Nova de Gaia genieten.

Aan deze kant van de riviermonding liggen de kelders van de porthuizen. Direct langs de kade in Vila Nova de Gaia zien we al vlaggetjes met daarop de namen van diverse portmerken.

De Douro is de voortzetting van de ‘gouden rivier’ die aan de Spaanse kant van de grens Duero wordt genoemd. De vallei rond de bovenloop van het Portugese deel van de Douro is de portstreek. Hier liggen de quintas met de op terrassen gelegen wijngaarden die de druiven voor de port leveren.

Portwijn is een Britse uitvinding. Al in de 13e eeuw importeerden de Engelsen wijn uit Portugal. Deze import nam een vlucht toen de import van wijn uit Frankrijk wegviel tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1703) en de Britten en Portugezen het Methuenverdrag sloten, waardoor de Britten geen belasting betaalden voor Portugese wijn.

Tijdens de lange zeereis vanuit Portugal bedierf een aanzienlijk deel van de lading. Engelse kooplieden lengden de Dourowijn daarom aan met brandewijn, die als een conserveermiddel fungeert. Nog steeds is een groot deel van de handel van versterkte portwijnen in handen van een aantal oude Britse families, zoals blijkt uit de namen van bekende merken als Dow, Osborne, Sandeman en Warre.

Nadat de druiven eind september zijn geoogst gingen de vaten wijn vroeger aan boord van speciale houten platbodems, de barcos rabelos, die de Douro afzakten naar Vila Nova de Gaia. Daar dobbert nog steeds een aantal barcos rabelos op de rivier, als bezienswaardigheid en om reclame voor een porthuis te maken. De namen staan niet alleen op de zeilen maar ook op de grote houten vaten aan boord.

Met ons Hop-on-Hop-off ticket kunnen we onder andere het multimediacentrum van het porthuis Porto Cruz bezoeken. We krijgen twee glaasjes port voorgeschoteld om te proeven. De medewerkster achter de bar ratelt in rap tempo de uit het hoofd geleerde tekst over de soorten port af. We bezoeken hierna ook even het porthuis van Sandeman.

We ploffen vervolgens neer op een terras langs de kade in Vila Nova de Gaia waar we een mooi uitzicht hebben op Ribeira en de hoogste toren van Porto, de Torre dos Clérigos. We kunnen hier ook de lokale lekkernij de Francesinha nuttigen. Dit is een rijkelijk gevulde tosti, belegd met kaas en verschillende soorten ham, worst en vlees en overgoten met een pikante saus.

Het recept is naar verluidt gemaakt door Daniel David Silva die in de jaren vijftig van de twintigste eeuw in Frankrijk de tosti croque monsieur had leren kennen. Hij heeft daarop een variant bedacht en die genoemd naar een kleine Française die hij in Frankrijk heeft leren kennen, vandaar de naam Francesinha.

Foz do Douro

Op het strand van Porto beukt de Atlantische Oceaan

Het treinstation São Bento, in het centrum van Porto, is genoemd naar het klooster dat eerst op deze plek stond. Het station is versierd met honderden azulejos waarop koetsen en rijtuigen zijn afgebeeld maar ook historische gebeurtenissen en landelijke feesten.

Vanaf São Bento lopen we naar Praça de Liberdade voor de rode busroute, die ons door het westelijke deel van Porto voert. De bus brengt ons o.a. naar het concertgebouw Casa da Música uit 2005, ontworpen door de architect Rem Koolhaas. Het door kenners geprezen architectonische hoogstandje wordt door de bevolking ook wel de schoenendoos genoemd.

We rijden over een rechte, brede laan met palmbomen en in het midden een fietspad, langs het eveneens in een opvallend pand gevestigde museum voor moderne kunst Fundaçao de Serralves en via het zeeaquarium Sea Life naar het 16e eeuwse Forte de São João Baptista da Foz, dat aan de monding van de Douro ligt.

In de wijk Foz do Douro ligt ook het strand van Porto, langs de kust van de Atlantische Oceaan die vrij ruw kan zijn. Vanuit het centrum kun je hier ook met een oud toeristisch trammetje naartoe rijden.

We stappen weer uit bij de halte Ribeira en ploffen neer op een terrasje langs de kade van de Douro. In de volkswijk Ribeira hangt vooral wasgoed te drogen aan de vele balkonnetjes, maar we zien ook balkonnetjes met een ‘thema’ zoals gekleurde borden en bloemen of katers.

Langs de kade staan diverse kraampjes die goedkope souvenirs aanbieden zoals gastendoekjes en handdoeken waarop de legendarische haan is genaaid, miniflesjes Port, etuis gemaakt van kurk en diverse magneetjes.

Aan het eind van de busroute zijn we weer bij Praça de Liberdade en lopen richting het plein Aliados. Vlak voor de metrohalte Aliados zien we een winkel versierd met slingers en maskers met daarnaast een tekst over São João.

Tijdens de bustour hoorden we het verhaal van de viering van de heilige São João (het Sint-Jansfeest dat de katholieken in de naam van Johannes de Doper vieren) die jaarlijks op 23 en 24 juni plaatsvindt. Het is een groot volksfeest waarbij wordt gegeten, gedronken en gedanst. Men slaat elkaar (als men elkaar leuk vindt) met plastic hamers op het hoofd en ‘s avonds is er bij de Ponte D. Luis I een vuurwerkshow. De dag na de viering van São João vindt er op de Douro een race plaats van de barcos rabelos.

De volgende ochtend nemen we de gele metrolijn naar de halte João de Deus in Vila Nova de Gaia voor een bezoek aan het Spaanse warenhuis El Corte Ingles. De metro rijdt over het hoogste dek van de Ponte D. Luis I. Wij hadden de metrorit over de brug spannender verwacht. Het uitzicht over de Douro, Ribeira en Vila Nova de Gaia is wel mooi.

Direct na de brug is de halte Jardim do Morro die tevens het start- en eindpunt is van de kabelbaan teleférico. We eten en drinken wat op het terras van de bovenste verdieping en nemen dan de metro terug naar Trindade, waar we vervolgens overstappen op de metro richting Bolhão. We lopen richting de autovrije winkelstraat om een bezoekje te brengen aan Fábrica da Nata om van de pastéis de nata te smullen. Het zoete gebakje is nog lekker warm. De room smelt als het ware op de tong.

We slaan de laatste souvenirs in, drinken nog een versgeperste sinaasappelsap bij een pasteleria aan de Rua de Santa Catarina en lopen aan het eind van de middag via de steile weg Rua de 31 de Janeiro naar metrostation São Bento. ‘s Avonds pakken we de koffer in en genieten nog van de zonsondergang.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win