De oude bedding van de Turia-rivier is nu een stadspark, met daarin de futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias. Sinds een halve eeuw loopt hij langs de rand van de stad, maar het indammen van de Turia begon al in de tijd van de Moren. Dankzij hun irrigatiewerken kon Valencia uitgroeien tot de sinaasappelstad. Het watertribunaal dat de verdeling regelt komt nog wekelijks bijeen. Heden en verleden zijn ook zichtbaar in de feesten. De Feria de Julio eindigt in een bloemengevecht.
Hartje zomer vliegen we in 2 uur en 10 minuten naar de luchthaven van Valencia aan de Costa del Azahar aan de Middellandse zee. We reizen rechtstreeks vanaf de luchthaven met de groene metrolijn naar de halte Maritim-Serrereia. Vanaf hier reizen we met de bus verder naar de bushalte pal voor een dependance van het warenhuis El Corte Ingles en het moderne winkelcentrum Aqua Multiespacio.
Na het inchecken in het hotel gaan we de omgeving verkennen. We verblijven in een levendige omgeving op een paar meter afstand van de Stad van de Kunst en Wetenschappen (Ciudad de las Artes y las Ciencias). We drinken en eten wat in het Aqua Multiespacio en daarna maken we in de tuin van het hotel een planning voor de komende dagen.
De volgende ochtend nemen we, na een uitgebreid ontbijtbuffet, de bus naar de oude stad, Ciudad Vella. We stappen uit bij de halte Xativa, vlak voor de arena waar nog steeds stierengevechten worden gehouden en het station Estació del Nord. Dit treinstation heeft een centrale hal die versierd is met mozaïeken en muurschilderingen.
In mozaïekenzaal in de centrale hal is een tijdelijke tentoonstelling ‘Indumentaria Valenciana’, met veel handgemaakte, traditionele kledingstukken voor mannen, vrouwen en kinderen die pronken op poppen zonder hoofd. Deze kleding wordt nog gedragen tijdens evenementen zoals Las Fallas en Batalla de Flores.
Bij elk kledingstuk is er een beschrijving in het Valenciaans. Deze streektaal lijkt op het Catalaans. Het valt ons op dat de straatnamen soms in het Spaans (bijvoorbeeld Calle de Menorca) en soms in het Valenciaans staan aangegeven (bijvoorbeeld Carrer de Menorca).
We steken het drukke en hectische stationsplein over en gaan wat drinken op een schaduwrijk terras aan de overkant. Na wat energie verzameld te hebben slenteren we in de zengende hitte naar het stadhuisplein, de Plaza del Ayuntamiento. Hier doen we eerst onze ansichtkaarten op de bus bij het postkantoor, Correos y Telégrafos, een heerlijk koel gebouw met een mooie, glazen koepel.
De Plaza del Ayuntamiento is versierd met bloemenstalletjes, rode bloemen en palmbomen. Tegenover de fontein eten we een stokbrood en patatas bravas, aardappelen in tomatensaus.
We wandelen verder via een straat met allerlei souvenirwinkeltjes en eetzaakjes. In bijna elke eetzaak zien we vitrines met daarin een grote pan met paella en kleine tapas; sneetjes stokbrood belegd met diverse vleeswaren. Bij het aanzien van de hapjes krijg je spontaan trek.
Het is duidelijk siësta. We zien in de zengende hitte op straat alleen toeristen slenteren. Op de Plaza de la Reina staat de Torre del Miguelete. Deze toren doet dienst als klokkentoren van de kathedraal. Hij werd op de dag van Sint Michiel in het jaar 1418 ingewijd en wordt daarom de Migueletetoren genoemd.
We brengen een bezoek aan de kathedraal van Valencia op de Plaza de la Reina, de Catedral de Santa Maria, vaak kortweg La Seu (de kathedraal) genoemd. In 1262 werd hij oorspronkelijk als moskee gebouwd. Later is de kathedraal gewijd aan de Heilige Maagd Maria, vandaar de naam Santa Maria.
De kathedraal heeft drie toegangspoorten en elke poort heeft een andere bouwstijl: gotisch, barok en romaans. De hoofdingang van de kathedraal is naast de Migueletetoren en wordt de Puerta de los Hierros genoemd. Deze ‘ijzeren poort’ heeft een barokke bouwstijl.
In de kathedraal zien we kunstwerken van de Spaanse schilder Francisco Goya.
Links van de hoofdingang van de kathedraal is een klein steegje. We lopen rechtdoor en komen uit op de Plaza de la Virgen. Op dit plein staat de tweede toegangspoort van de kathedraal, de Puerta de los Apóstoles (apostelenpoort). Deze poort uit de 14e eeuw heeft een gotische bouwstijl en wordt zo genoemd, omdat beelden van de twaalf apostelen de ingang flankeren.
We ploffen neer op één van de vele terrasjes van het plein met op de achtergrond de basiliek van de patroonheilige van Valencia. Op het plein waait een briesje en het is hier heerlijk toeven. We zien groepen cruisepassagiers achter hun gids aan sjokken, toeristen die zich laten fotograferen voor de Turiafontein en fietsende toeristen.
Valencia is, als het niet zo heet is, zeer geschikt om fietsend te verkennen. We zien veel fietspaden in de oude stad en veel plaatsen waar we fietsen kunnen huren voor een uur, per dagdeel of per dag.
De basiliek op de Plaza de la Virgen, met de naam Basilica de la Virgen de los Desemparados, is door een boog met de kathedraal verbonden.
De basiliek is gewijd aan de beschermheilige van de stad Valencia, de Virgen de los Desamparado (de heilige maagd van de hulpbehoevenden). Het interieur van de basiliek is prachtig. De koepel heeft een mooie fresco die de Hemelvaart van Maria uitbeeldt. We zien in de loop van de week dat Maria op, boven en in veel gebouwen in Valencia wordt vereerd.
Op de Plaza de la Virgen poseren we nog even voor de fontein Fuente Del Agua de la Acequia. Onder de watergod Neptunes staan acht vrouwenbeelden die de acht irrigatiekanalen van Valencia uitbeelden. Op de sokkels staan de namen van de irrigatiekanalen (Acequia) zoals de Mestalla.
Valencia is gesticht door de Romeinen en is diverse keren veroverd, o.a. door de Moren.
De Moren hebben een irrigatiesysteem voor Valencia gerealiseerd. Zij damden de sterke stroming van de rivier de Turia in en legden o.a. waterkanalen aan. Hierdoor veranderde de achtertuin van Valencia in ‘La huerta de Valencia’ (de geïrrigeerde vlakte van Valencia) en werd het gebied geschikt om gewassen te verbouwen, zoals rijst, amandelen, druiven en olijven.
De irrigatiekanalen vallen tot op heden onder het watertribunaal, Tribunal de las Aguas de Valencia. Elke donderdag om 12.00 uur komt dit watertribunaal bijeen voor de Apostelenpoort op de Plaza de la Virgen. Tijdens deze uitvoering vertegenwoordigen acht mannen (acteurs) elk een irrigatiekanaal. Voor dit watertribunaal worden conflicten tussen boeren uit huerta uitgevochten.
Na het geslenter is het tijd voor een maaltijd. Op een terrasje voor de Catalinatoren eten we paella. De paella komt oorspronkelijk uit Valencia en het wordt hier Paella Valenciana genoemd. De lokale paella wordt geserveerd in een grote zwarte pan die is gevuld met rijst, sperziebonen, kip, konijn en twee citroenen.
Daarbij drinken we zumo de naranja (vers geperst sinaasappelsap), die we geserveerd krijgen met een suikerzakje. Ja, voor de Valencianen mag het drankje nog zoeter gemaakt worden.
Tegenover het terras staat de Horchateria Santa Catalina. Hier zien we groepen toeristen onder leiding van een gids het lokale drankje horchata drinken. Dit is een melkachtig drankje van water, suiker en aardamandelen.
Op de Plaza de Santa Catalina zien we de Torre de Santa Catalina. Dit is de klokkentoren van de Santa Catalinakerk. Na het verorberen van de paella bezoeken we deze kerk. De gotische kerk werd in de veertiende eeuw gebouwd en heeft een prachtig interieur. De barokke toren werd er in de 18e eeuw bij gebouwd.
In een zijstraatje van de Plaza de Santa Catalina ligt het ronde plein Plaza Redonda. Rondom de niet werkende fontein staan vervallen huizen en stalletjes met souvenirs. Voorbij de Plaza Redonda ligt weer een pleintje, de Plaza Lope de Vega. Op dit plein zien we het smalste huis van Valencia. Het is maar 105 cm breed. Of dit huis nog bewoond is, kunnen we niet zien. Grappig is dat in de muren onderaan het huis een frisdrankautomaat gebouwd is.
Rondom de pleintjes zien we diverse muurschilderingen van keramiek. We slenteren weer terug naar de bushalte en nemen vervolgens de metro naar het hotel.
De volgende ochtend nemen we de bus naar Palau de la Musica. De fonteinen achter dit muziekgebouw dansen op bepaalde dagen en tijden op muziek. Helaas, vandaag dansen ze niet. We wandelen vanaf Palau de la Musica door het stadspark Turia naar de Stad van de Kunst en Wetenschappen.
De Turia-rivier stroomde tot eind jaren vijftig van de twintigste eeuw dwars door Valencia. Vanwege de vele overstromingen in de stad, is de rivierbedding toen naar buiten de stad verlegd. De drooggevallen oude rivierbedding vormt nu een circa tien kilometer lang stadspark waar recreatie centraal staat. Vlak voor de plek waar de Turia vroeger in de Middellandse Zee uitmondde, staat nu het futuristische complex Stad van de Kunst en Wetenschappen.
We wandelen langs fietsers, hardlopers, joggers, wandelaars en skaters. Het park is fraai aangelegd, met veel mooie bomen en bloemen. Vanaf een terrasje vlak voor Palau de les Arts zien we een toeristisch treintje rijden, de Tren Turia Valencia. We besluiten een kaartje te kopen voor een rondrit door een gedeelte van het stadspark.
Het treintje rijdt onder andere langs de Stad van de Kunst en Wetenschappen, het speelterrein Gulliver en de Puente de la Exposición. Op deze ‘bloemenbrug’ zien we mooie bloemen en daarachter staat de kermis als onderdeel van de Ferio de Julio.
In Gullivers park zien we de reus Gulliver, uit het sprookje Gulliver’s Travels van Jonathan Swift, vastgebonden op de grond liggen. Kinderen kunnen Gulliver beklimmen en er van afglijden. Het eindpunt van het treintje is het Museo de las Ciencias.
De Ciudad de las Artes y las Ciencias (CAC) bestaat uit vijf grote gebouwen, vier daarvan zijn ontworpen door de architect Santiago Calatrava. Het eerste gebouw in het stadspark dat we zien is Palau de les Arts, het Paleis van de Kunst. Dit lijkt op het Opera House in Sydney. Het gebouw wordt gebruikt voor opera-, theater- en dansvoorstellingen.
Het tweede gebouw is L’Hemisfèric. Deze IMAX-bioscoop heeft de vorm van een oog. In het oog worden films vertoond op een scherm van maar liefst 900 vierkante meter. Het derde gebouw is het Museo de las Ciencias, is een wetenschapsmuseum dat lijkt op het skelet van een walvis. Hier nuttigen we onze lunch.
Daarna lopen we naar de 320 meter lange wandelpromenade en botanische tuin L’Umbracle. Deze promenade met palmbomen ligt bovenop een ondergrondse parkeergarage en wordt ‘s avonds omgetoverd tot een openluchtdiscotheek.
Het vijfde gebouw van de CAC is Oceanografic, een groot aquariumcomplex met 500 soorten dieren en een onderwaterrestaurant. Na onze indrukken van de Stad van de Kunst en de Wetenschappen, lopen we naar het winkelcentrum El Centro Comercial El Saler aan de overzijde van de promenade.
Na het bezoek aan het winkelcentrum El Centro Comercial El Saler lopen we via het voetgangersgedeelte van de brug Assut de l’Or richting het winkelcentrum Aqua Multiespacio. Het vergt enige moed om op deze brug te lopen. Aan beide kanten raast het verkeer voorbij. Ook deze brug is ontworpen door Santiago Calatrava.
De volgende ochtend reizen we naar Plaza de Toros waar we het Museo Taurino bezoeken. De arena staat naast het Estación del Norte en werd in de jaren vijftig van de 19e eeuw gebouwd. Het Romeinse amfitheater van Nîmes vormde de inspiratiebron.
Voor de arena zijn diverse loketten waar men kaartjes kan kopen voor een stierengevecht in het weekend. Er is plaats voor ruim 15.000 toeschouwers. Nee, we hebben geen interesse!
In het stierenvechtmuseum leren we over de stierengevechten in het algemeen, van voorbereidingsfase tot de slotfase, zien we diverse glitterkostuums van matadors, opgezette stierenkoppen en heel veel foto’s van stierengevechten die in de arena plaatsvonden. In de bioscoopzaal zien we een film over een gevecht tussen een matador en een stier. Gruwelijk!
De meeste stierengevechten vinden plaats tijdens Las Fallas in maart en in de maand juli tijdens de Ferio de Julio. Daarnaast worden er in de arena concerten gegeven en vinden er diverse evenementen plaats.
Na het bezoek aan het stierengevechtmuseum pakken we bus 7 richting één van de grootste overdekte markten van Europa, de Mercado Central. De centrale markt werd gebouwd in 1920 en er passen ruim duizend kramen in. We kunnen hier allerlei lekkernijen kopen, zoals vers fruit, vlees en vis.
Zoals op bijna elke markt in Spanje, kakelt de lokale bevolking ook hier met elkaar en met de marktkooplui over de dagelijkse beslommeringen. We slenteren over de markt, maar kopen niets. Het gebouw op zich vinden we al heel mooi, vooral de ijzeren jaloezieën, de kleurrijke tegels en de koepel.
Na het bezoek aan de Mercado Central drinken we wat op een terrasje. Vervolgens bezoeken we La Lonja tegenover de Mercado Central. La Lonja is uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. Het gebouw lijkt aan de buitenkant op een middeleeuws kasteel, maar het werd in de 15e eeuw als hoofdkwartier van de zijdehandel gebouwd.
De zijdehandel vond plaats in de zaal met de spiraalzuilen, de Sala de Contratación. In een zijvleugel zien we de Consulado del Mar. Hier zetelde het markttribunaal, de eerste rechtbank in Spanje die handelsconflicten berechtte. Handelaren met forse schulden werden in de toren vastgezet.
We rusten even uit op één van de bankjes in de patio van La Lonja. Er groeien veel sinaasappelbomen. Helaas mogen deze niet geplukt worden.
Valencia ligt aan de Costa del Azahar, de Oranjebloesemkust. Valencia wordt ook wel de sinaasappelstad genoemd, omdat Valencia het centrum is van de teelt van de oorspronkelijk uit China afkomstige sinaasappels.
We lopen na het bezoek aan La Lonja naar de Plaza de la Reina om te lunchen. Onderweg naar boven kijken is al de moeite waard. We zien diverse balkonnetjes waarvan de onderkant is versierd met keramiektegels. Valencia heeft een groot deel van haar welvaart te danken aan de keramiekindustrie.
Na de siësta bezoeken we het Museo Nacional de Cerámica. Dit keramiekmuseum is gevestigd in het oude stadspaleis Palacio del Marques de Dos Aguas, de markies van de twee wateren. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd het paleis uitgeroepen tot een historisch monument en gekocht en ingericht als keramiekmuseum.
De entree van het stadspaleis is indrukwekkend. De Rococo-bouwstijl domineert. Boven de ingang zien we een groot beeld van de Heilige Maagd Maria die ook hier wordt vereerd. De voorgevel van de entree is in albast uitgehouwen en vormt een allegorie over het water en de rivier waarin twee watervazen (Dos Aguas) verwijzen naar de naam die de markies voor het bouwwerk had bevolen. De ene kant symboliseert de rivier de Turia en de andere kant de rivier Júcar die uitmondt in de Golf van Valencia.
In het museum zien we niet alleen maar keramiek, maar ook een volledig ingerichte balzaal, woonkamers met Lodewijk XIV-meubilair, kroonluchters en ornamenten, slaapkamers en eetkamers en een Valenciaanse keuken met authentieke voorwerpen. Het museum bestaat uit diverse verdiepingen. We lopen trap op trap af door dit voormalige paleis.
De afgelopen dagen hebben we het oude centrum Ciudad Vella en het futuristische centrum Ciudad de las Artes y las Ciencias bezocht. Vandaag is het tijd om naar het strand te gaan. We nemen bus 20 richting Playa.
Het strand van Valencia, Playa de la Malvarrosa, ligt aan de Middellandse Zee en is circa 3 kilometer lang. Het eerste wat ons opvalt: het is een zeer breed en schoon zandstrand. Er is ruimte zat voor grote families. We horen geen schreeuwerige jongeren en harde muziek.
Langs het strand ligt de boulevard Paseo Maritimo met veel restaurantjes. De boulevard is schoon en de palmbomen staan netjes op een rij. We drinken wat op een van de terrasjes en lopen dan langs de kraampjes die allerlei strandprullaria verkopen. Op het strand hebben diverse kunstenaars zandsculpturen gemaakt.
We komen heerlijk tot rust op het strand. Tegen de middag pakken we de bus richting het Fallasmuseum.
In het Fallasmuseum zien we wat Las Fallas is. Valencia kent verschillende jaarlijks terugkerende volksfeesten. Las Fallas is een van de volksfeesten die de lente inluiden. Vijf dagen voor 19 maart, de dag van patroonheilige San José, viert Valencia Las Fallas, Valenciaans voor fakkels.
In de praktijk is het een vuurfeest. In de week voor 19 maart staan in de straten fallas, grote poppen van papier-maché of hout die politici en andere bekende personen belachelijk maken. Naast de fallas staan ninots, kleinere beelden die door kinderen zijn gemaakt.
De oorsprong gaat terug naar de meubelmakers uit de 18e eeuw. Zij vierden de dag van hun patroonheilige, San José, met het verbranden van hout. Dit was een lofzang op de komende lente. Nu is het een lokaal feest met honderden beelden en staat het symbool voor het afscheid van de winter en het begin van de lente.
In het Fallasmuseum zien we heel veel promotieposters van Las Fallas vanaf het jaar 1935 tot en met heden, schilderijen van de fallera mayors (de koninginnen van Las Fallas) en poppen die ontsnapt zijn aan de brandstapel.
‘s Avonds pakken we de metro naar halte Alameda om de ‘Batalla de Flores’ te aanschouwen; het bloemengevecht ter afsluiting van het julifeest Feria de Julio. Dit feest werd in 1870 door de gemeente door de gemeente ingevoerd om de grote zomeruittocht van de lokale bevolking uit te stellen.
Tijdens het feest zijn er diverse openluchtconcerten, stierengevechten en vuurwerkshows. Het bloemengevecht vormt het hoogtepunt en de afsluiting van het feest.
Vanaf metrohalte Alameda hoeven we alleen de stoet mensen te volgen om naar de Paseo de la Alameda te lopen. Deze promenade is afgezet met grote traliehekken. We zien ook tribunes.
Aarzelend besluiten we in de rij te gaan staan tussen de lokale bevolking om een zitplaats te bemachtigen. We vragen ons af of de zitplaatsen alleen voor genodigden zijn en hoeveel het kost. Geen probleem! We krijgen van een man twee gratis kaartjes en hij wijst aan waar er nog plaats is op de tribune.
Op elke bank staat een krat met daarin oranje en gele bloemen zonder steel. Eerst zien we een optocht met paarden en wagens die heel mooi met bloemen zijn versierd. Daarop zitten de zogeheten falleras in traditionele kleding en gewapend met tennisrackets. Alle versierde wagens draaien een paar keer over de Paseo de la Alameda.
Daarna begint het gevecht en mag het publiek met bloemen naar de falleras gooien, die de bloemen met hun tennisrackets terug slaan. Wanneer de versierde wagens weer naar het eindpunt rijden, ontstaat er een waar bloemengevecht tussen het publiek. Ook wij doen er vrolijk aan mee. Een leuke afsluiter van onze stedentrip in de derde grote stad van Spanje.
De volgende middag vliegen we weer terug naar Amsterdam. Tijdens de vlucht hebben we een mooi uitzicht over de Stad van de Kunst en Wetenschappen en het hotel waar we de afgelopen vijf nachten verbleven.
We vinden Valencia een schone, moderne stad, maar daarnaast ook oud en traditioneel. Valencia is een leuke combinatie van cultuur, feest, winkelen en strand.