×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Vilnius

Op elke straathoek staat wel een of andere kerk

Reisverslag: Guy Claes
Foto's: Guy Claes

In de oude binnenstad van Vilnius staat op iedere straathoek wel een kerk, maar van de 105 synagogen bleef na WO II maar een over. Ook heeft de stad een oude universiteit en nog een stadspoort en wat andere herinneringen aan de oude ommuring. Op een heuvel ligt het kasteel waarvan een toren over de stad uitkijkt. In de wijk Užupis is de verbeelding aan de macht. Boven alles uit steekt de 150 m hoge toren van het nieuwe zakencentrum.

Tijdens een rondrit in een busje met gids leren we de Litouwse hoofdstad Vilnius al een beetje kennen. De gids maakt ons attent op herkenningspunten als de Europatoren en de Gediminastoren, zodat we ons tijdens latere stadswandelingen goed kunnen oriënteren.

Groot pluspunt van Vilnius is namelijk dat je deze stad met nog geen 550.000 inwoners gemakkelijk te voet kunt doorkruisen.

St. Petrus- en Pauluskerk

Meer dan 2.000 beelden versieren het interieur

Na een eerste rit door Vilnius stopt het busje aan de St. Petrus- en Pauluskerk, die ietwat buiten het centrum ligt. In de 15e eeuw stond op deze plaats een bescheiden kerk, die volgens de overlevering gebouwd werd op de plaats van een heidense tempel.

In 1668 liet Mykolas Kazimieras Pacas, de kanselier van Litouwen, hier een nieuwe kerk bouwen. De buitenkant van de kerk doet nogal gewoontjes aan en daardoor is het contrast met het interieur wel heel groot.

Dat interieur bestaat uit de hoofdbeuk (aan elke kant geflankeerd door drie kapellen) en het dwarsschip. Meer dan 2.000 beelden van de Italiaanse beeldhouwers Giovanni Pietro Perti en Giovanni Maria Galli versieren de kerk.

Speciaal is ook de kolossale kroonluchter in de vorm van een schip. Het kunstwerk van brons en glazen kralen uit 1905 refereert aan de vissersgemeenschappen die hier en rond de rivier Neris leefden.

Het grote schilderij boven het nooit voltooide hoofdaltaar in het priesterkoor is van de schilder Franciszek Smuglewicz en stelt de Scheiding van de apostelen Petrus en Paulus voor. Aan de rechterkant staat het altaar van de H. Franciscus.

Behalve beelden van heiligen en engelen vind je in het plafond van het priesterkoor ook afbeeldingen van planten (waaronder enkele lokale soorten) en andere decoratieve elementen. In andere delen van de kerk kun je zelfs mythologische wezens en oorlogsscènes vinden.

Užupis

Op 1 april verklaarde het district zich onafhankelijk

We vervolgen de stadsrondrit en stoppen aan een uitzichtpunt in het stadsdeel Užupis, ten zuidoosten van het stadscentrum. Van hieruit hebben we een panoramisch zicht op Vilnius.

Aan een hek hangen enkele huwelijksslotjes, een Litouws gebruik. Het verhaal gaat dat de bruidegom zijn bruid over de zeven bruggen van Vilnius moet dragen en er dan telkens een slotje achterlaten dat de eeuwige huwelijksband symboliseert.

Tegenwoordig wordt in het beste geval één brug overgestoken, maar het gebruik van de slotjes is gebleven; we zien er aan elke brug wel een aantal hangen.

De stadsrondrit leidt ons verder door het district Užupis, het onconventionele stadskwartier. Užupis verklaarde zich in 1998 onafhankelijk. De 19e-eeuwse woningen en pleintjes zijn geliefd bij kunstenaars en alternatievelingen. Hier bevinden zich ook verscheidene kunstgaleries.

Op het hoofdplein van Užupis staat op een zuil een standbeeld van een trompetspelende engel. De zuil was oorspronkelijk voorzien van een groot ei. Op 1 april 2002 (de onafhankelijkheids­dag van dit kierewiete district) was het ei uitgebroed tot deze Užupis-engel.

Dit werk van de Litouwse beeldhouwer R. Vilciauskas symboliseert de heropleving van het voorheen verwaarloosde district. Aan de voet van de zuil staat een pomp die volgens onze gids tijdens de festiviteiten in deze ‘republiek’ van de kunstenaars bier oppompt.

Aušrospoort

Muren moesten Vilnius beschermen tegen de Krimtartaren

Iets verderop stoppen we aan de Aušrospoort of Poort van het Ochtendrood. Deze poort werd tussen 1503 en 1522 gebouwd op de weg naar Medininkal (daarom ook wel eens de Medininkalpoort genoemd) en was één van de vijf stadspoorten die in de 16e eeuw werden gebouwd, samen met de stadswal. Het is de enige stadspoort die overgebleven is.

Aan de zuidkant van de poort zien we de schietgaten en de Renaissance zolderverdieping met twee griffioenen die het Litouwse wapen vasthouden.

Aan de kant van de oude stad ziet de Aušrospoort er heel anders uit. In 1671 lieten de Karmelieten boven de poortboog een kleine classicistische bedevaartkapel bouwen om een Mariabeeld in onder te brengen.

Dit beeld zou vanaf de 17e eeuw wonderen hebben verricht. Er zijn altijd bedevaarders, vooral uit Oost-Europa, te vinden en in de omgeving ziet men ook regelmatig bedelaars.

Alhoewel het Mariabeeld er als een ouder icoon uitziet, is het hoogstwaarschijnlijk pas in de vroege 17e eeuw geschilderd. Later werd het schilderij bedekt met verguld zilver, alleen het gezicht en de handen bleven onbedekt. Aan de wand van de kleine kapel zijn vele votiefgeschenken van bedevaarders te zien.

De stadsmuren die tussen 1503 en 1522 werden gebouwd ter bescherming tegen de Krimtartaren werden in de 18e eeuw op last van de Russen ontmanteld. Hier en daar in de oude stad zijn nog resten zichtbaar of worden deze weer zichtbaar gemaakt.

Ook aan het 17e-eeuwse artillerie­bastion dat diende als versterking van de Subačiuspoort worden op dit moment restauratiewerken uitgevoerd. Het bouwwerk werd verwoest tijdens de oorlog tegen Moskou en lag er lang verwaarloosd bij.

Russisch-orthodoxe Heilige Geestkerk

Een reusachtige felgroene iconostase

De hele binnenstad van Vilnius staat op de Werelderfgoedlijst. We wandelen vanaf de Aušrospoort de oude stad in naar de H. Geestkerk en het bijbehorend Russisch-orthodoxe klooster uit de 16de eeuw, waar nog enkele monniken en nonnen wonen. De kerk werd een eeuw later in barokstijl gebouwd. Tijdens de heropbouw na een brand in 1749 kwam het rococo-interieur tot stand.

In de kerk is een prachtige iconostase, een wand samengesteld uit iconen. Deze reusachtige, felgroene iconostase zou van de hand zijn van Jan Krzysztof Glaubitz, die ook het grootste deel van de heropbouw van de kerk uitvoerde. De iconostase bevat barokke schilderijen over het leven van Christus maar ook traditionele iconen.

Voor de iconostase staat onder een baldakijn de crypte die het ongelooflijk goed geconserveerde gebeente van de orthodoxe heiligen Antonius, Iwan en Eustachius bevat. Ze waren dienaars van grootvorst Algirdas en werden in 1347 martelaren.

De jaarlijkse herdenkingsdag is op 26 juni. Dan worden de overblijfselen onbedekt getoond. Tijdens de kerstperiode worden de beenderen in het wit gekleed, tijdens de vastentijd in het zwart en de rest van het jaar in het rood. Je kunt duidelijk de voeten onder de lijkwaden zien.

Gotisch Ensemble

Napoleon wilde de St. Annakerk wel naar Parijs dragen

Verderop in de oude stad staat het Gotisch Ensemble, bestaande uit de kerken St. Anna en St. Bernardus. De St. Annakerk is ongetwijfeld de beroemdste kerk van Vilnius. Napoleon had deze verrukkelijke en sierlijke kerk het liefst op zijn handpalm naar Parijs willen dragen.

De Annakerk werd tussen 1495 en 1500 door Benedikt Rejt gebouwd in laatgotische stijl. Hierbij werden 33 verschillende soorten baksteen gebruikt. De losstaande klokkentoren werd pas in 1873 gebouwd.

De St. Bernarduskerk werd in de 16e eeuw door bernardijnen­monniken gebouwd, maar door herstellingen verschenen er barokke invloeden. In de 18e eeuw werd de kerk verfraaid met laatbarokke altaren, een preekstoel en een orgelgalerij. De meeste veelkleurige gotische muur­schilderingen zijn bewaard gebleven.

Barnsteenmuseum

Vissers vangen twee keer per jaar het Baltische goud

Op wandelafstand van het Gotisch Ensemble ligt het barnsteenmuseum annex  -galerie. Hier krijgen we van een gids uitleg over het ‘Baltische goud’.

Het barnsteen vormde zich 50 miljoen jaar geleden uit de hars van naaldbomen. Na de ijstijd spoelde de barnsteen uit de grond en kwam in de Oostzee terecht. Elke lente en herfst gaan zo’n 200 vissers op pad om de versteende hars te vangen.

In de kelder van het barnsteenmuseum liggen stenen in velerlei kleuren. In sommige stenen zijn fossiele insecten te zien. De eigenaar van het museum laat elk jaar sieraden vervaardigen van het barnsteen dat door de barnsteenvissers wordt gevangen. Op de bovenverdieping worden heel wat kunstwerken tentoongesteld en te koop aangeboden.

Stanislaus- en Ladislauskathedraal

De klokkentoren heeft nog schietgaten

De kathedraal, het belangrijkste katholieke gebouw van Litouwen, staat aan het centrale plein in de oude stad van Vilnius. De kathedraal werd in 1251 op last van grootvorst Mindaugas gebouwd op de plaats van een heidense tempel.

Na de dood van de grootvorst werd het bouwwerk in 1263 teruggegeven aan de heidenen, maar in 1387 werd het weer een katholieke kerk toen het katholicisme staatsgodsdienst werd. Het huidige gebouw dateert van omstreeks 1419.

De gevel van kathedraal St. Stanislaus en St. Ladislaus heeft een zuilengang met zes Dorische zuilen. Op het dak van de kathedraal staan de beelden van de heiligen Stanislaus, Helena en Casimir. Zij staan voor Polen, Rusland en Litouwen.De beelden zijn kopieën (uit 1997) van de oorspronkelijke 18de-eeuwse beelden, die in 1950 door de Sovjets werden verwijderd en vervolgens spoorloos verdwenen.

Op het timpaan boven de Dorische zuilen wordt het Offer van Noach voorgesteld, een beeldhouwwerk van de Italiaan Tommaso Righi. Hij maakte ook de beelden van vier apostelen en van de aartsvaders Abraham en Mozes in de nissen van de voorgevel.

De 57 meter hoge klokkentoren naast de kathedraal was oorspronkelijk een onderdeel van een van de verdedigingstorens van de stad en onderging gedurende verschillende periodes wijzigingen. Hierdoor kreeg de toren zijn eigenaardige vorm.

De ronde onderste verdieping bevat enkele schietgaten en stamt uit de 14e eeuw. Omstreeks 1520 werd de toren omgebouwd tot klokkentoren door twee achthoekige verdiepingen toe te voegen. Nog een eeuw later werd een vierde verdieping toegevoegd om de klok te herbergen. In 1893 kreeg de toren zijn huidige uitzicht door de toevoeging van de kleine spits.

De toren en het plein voor en naast de kathedraal zijn favoriete rendez-vousplaatsen en op het plein zijn altijd wel wat – al dan niet skatende – jongeren te vinden.

De eerste indruk als je de kathedraal binnenkomt is er een van eenvoud en soberheid. De 11 kapellen, waaronder de hoogbarokke kapel van St. Casimir, weerleggen meteen deze indruk.

De St. Casimirkapel aan de zuidzijde van de kathedraal werd tussen 1622 en 1636 door de Italiaan Constantino Tencala gebouwd om de relieken te bewaren van St. Casimir (1458-1484), de patroonheilige van Litouwen. Het werk aan het weelderige interieur, met zwart, wit en gekleurd marmer, duurde tot een eeuw na de constructie van de kapel zelf. De kunstenaar Pietro Peretti maakte de overvloedige achtergrond in stucwerk achter het zilveren relikwieënkastje.

Aan de voorkant van het relikwieënkastje is een klein portret van St. Casimir te zien. Alleen het hoofd en de drie(!) handen zijn niet bedekt door het 18e-eeuwse zilveren frame. In de acht nissen van de kapel staan beelden van Litouwse grootvorsten, toevoegingen uit de 18de eeuw. Er staat ook nog een verplaatsbare preekstoel in de vorm van een drinkbeker.

Aan de zuidzijde van de kathedraal staat sinds september 1996 het monument van Gediminas, grootvorst van 1316 tot 1341, die zichzelf ‘koning van de Litouwers en vele Russen’ noemde. Hij zou hier een droom hebben gekregen over een ijzeren wolf. Volgens een helderziende moest hij dit interpreteren als een opdracht om op deze plaats een stad te stichten, even onverwoestbaar als de ijzeren wolf. In 1323 stichtte Gediminas bij de samenloop van de Vilnia en de Neris de stad Vilnius.

Kunstenaar Vytautas Kašuba maakte de ijzeren wolf niet in metaal maar in steen. Het zwaard in de linkerhand van Gediminas verwijst naar zijn voorkeur voor diplomatie in plaats van oorlog, maar in de realiteit gebruikte hij beide om zijn doel te bereiken.

Daukantoplein

Heilig Kruiskerk en Presidentieel Paleis

De Heilig Kruiskerk op het Daukantoplein, ten zuidwesten van het Kathedraalplein, hoort bij het klooster van de Barmhartige Broeders en dateert van de tweede helft van de 17e eeuw,. De twee torens, het fronton en het portaal zijn net als het fresco Madonna met Kind toegevoegd tijdens een verbouwing in de eerste helft van de 18e eeuw. Later werd de kerk door de Sovjets omgedoopt tot een barokhal en werden er concerten gehouden; maar tegenwoordig is het terug een kerk.

Op het plein voor de kerk staat het standbeeld van Laurynas Gucevičius, de architect van de kathedraal en het stadhuis.

Het Presidentieel Paleis ligt eveneens aan het Daukantoplein. Het paleis werd al in de 14e eeuw vermeld. Van 1543 tot 1794 resideerden hier de bisschoppen van Vilnius. Na de opdeling van de Pools-Litouwse staat in 1795 was het gebouw de zetel van de Russische gouverneur-generaal. In 1812 waren in dit gebouw zowel Napoleon Bonaparte als tsaar Alexander I te gast.

In 1824 werden door architect Vassily Stasov uit St. Petersburg belangrijke verbouwingen in empirestijl uitgevoerd. Gedurende de Sovjetbezetting werd het gebouw gebruikt als Paleis der Kunsten en in 1991 werd de Franse ambassade hier ondergebracht.

Sedert 1997, na ingrijpende renovatiewerken, zetelt hier de Litouwse president. Bovenaan de gevel van het Presidentieel Paleis hangt het wapenschild van Litouwen, Vytis (de jager) genaamd.

Het nationale wapen van Litouwen beeldt een ridder in harnas uit, die schrijlings op een springende hengst zit. De ridder draagt een opgeheven zwaard en een schild met daarop een dubbel, geelgekleurd kruis op een blauwe achtergrond. Later is men dit het Vytis-kruis gaan noemen.

Universiteit

De oudste van de Baltische staten

De universiteit van Vilnius ligt vlak naast het Presidentieel Paleis. Deze oudste universiteit van de Baltische staten werd in 1579 opgericht door jezuïeten. De campus werd van de 16e tot de 18e eeuw opgebouwd rond 12 binnenplaatsen. Hierdoor zijn elementen uit verschillende stijlen en periodes zichtbaar. Het centrale gebouw dient voor de administratie en is verbonden met de bibliotheek.

Het meest indrukwekkend is het Grote Binnenhof, dat omgeven is met open galerijen en de St. Johanneskerk. De kerk, waarvan de bouw begon toen Litouwen in 1387  naar het christendom overging, was oorspronkelijk gotisch. Tussen 1738 en 1748 werd de kerk in laatbarokke stijl verbouwd.

Het uitzicht van de huidige kerk is het gevolg van meerdere restauraties na branden in 1737, 1741 en 1748.

De 63 meter hoge klokkentoren staat los van de kerk. De St. Johanneskerk is bijzonder weelderig ingericht. In het koor bevinden zich tien met elkaar verbonden rijkgedecoreerde altaren. Samen vormen zij het hoofdaltaar.

De Johanneskerk bevat zes zijkapellen. De belangrijkste is de St. Annekapel met het gegraveerde altaar van Christus als de Levensboom. De kerk fungeert ook een beetje als universiteitsmuseum. In de St. Annekapel liggen enkele oude bijbels.

Het astronomische observatorium bevindt zich meteen achter de universiteitsbibliotheek. Het werd tussen 1753 en 1773 gebouwd door Thomas Zebrowski, professor in de wiskunde en de astronomie. Er is een gevel met een knap portaal met tweelingtorens en een fries met afbeeldingen van de dierenriem.

Aan de Sarbievijus-binnenplaats ligt de indrukwekkende boekwinkel Littera. Het interieur bevat kleurrijke fresco’s van de hand van Kmieliauskas. Hij schilderde in 1978-1979 deze fresco’s en liet zich inspireren door de fresco’s van Michelangelo en Raphael in het Vaticaan.

Ter ere van de 450e verjaardag van de catechismus van Martynas uit 1547, het eerste Litouwse boek, maakte beeldhouwer Jonas Meskelevicius een gedenkdeur als ingang van de universiteitsbibliotheek.

De bibliotheek bevat ongeveer 4,9 miljoen boeken en kan enkel bezocht worden door groepen die op voorhand reserveren.

Raadhuisplein

Oude Raadhuis en St. Casimirkerk

Het Oude Raadhuis met zijn Dorische portaal vinden we op het Raadhuisplein, een stukje ten zuiden van het Daukantoplein en de universiteit. Het dateert uit de 15e eeuw, maar de huidige classicistische stijl dateert van het einde van de 18e eeuw.

Van 1810 tot 1924 huisvestte het Oude Raadhuis een theater. Nadien was het een kunstmuseum en ook nu is het een kunstenaarshuis met een kunstgalerie. Er worden regelmatig tijdelijke tentoonstellingen gehouden.

De roze-witte St. Casimirkerk staat schuin tegenover het Oude Raadhuis. Deze oudste barokkerk van Vilnius werd in 1604 door jezuïeten gesticht en genoemd naar de patroonheilige van Litouwen. Liefst 700 mensen hielpen de eerste hoeksteen leggen.

De kerk heeft veel te lijden gehad van branden. Ook plunderden napoleontische troepen de kerk en maakten er in 1812 een graanschuur van. In 1868 werd de kerk in gebruik genomen als Russisch-orthodoxe kerk en tijdens WO I gebruikten Duitse troepen hem als protestantse kerk.

Na WO I kwam de kerk in handen van de katholieken en na WO II maakten de Sovjets er een museum over het atheïsme van. In 1991 namen de jezuïeten de kerk terug over. Er worden ook regelmatig concerten in gehouden.

Joodse getto's

Van de 105 synagogen overleefde maar een WO II

Het poppentheater Lėlė, dat in 1958 werd opgericht, bevindt zich in een zijstraatje achter het Oude Raadhuis en het Centrum voor Moderne Kunst. Het biedt fantasierijke voorstellingen voor ‘kinderen van alle leeftijden’.

Het gebouw staat in de zone van het Grote Getto, een van de twee Joodse getto’s die de Duitsers 1941 in de oude stad instelden. Veel kleine huizen in deze buurt werden door explosieven verwoest toen de nazi’s het getto in 1943 vernietigden. Veel Joden werden afgevoerd naar concentratiekampen, maar velen werden ook ter plekke vermoord.

In de Gaono gatvé stond de poort van het Kleine Getto, dat in september 1941 door de Duitsers werd afgebakend. Meer dan 10.000 Joden werden hier bijeengedreven en de meeste werden al vrij snel omgebracht.

De gedenkplaat aan een van de huizen toont de indeling van het getto. Een monument in het Kleine Getto herdenkt Eliyyahu ben Shelomoh Zalman (1720-1797), ook bekend als Gaon van Vilnius. Hij is een van de beroemdste Talmoedgeleerden van na de middeleeuwen.

Op een binnenplaats staat een klein evangelisch Luthers kerkje uit 1555 dat bereikbaar is via de Duitse Straat (Vokiečių 20). Het was de eerste protestantse kerk in Vilnius maar werd al vaak verbouwd. De klokkentoren werd pas toegevoegd in 1872.

Binnen moet een mooi 18e-eeuws rococoaltaar te zien zijn, maar we slagen er niet in om de kerk binnen te komen.

Er is nog maar een synagoge over van de 105 synagogen die Vilnius voor de nazibezetting rijk was. De stad werd zelfs het Jeruzalem van het noorden genoemd. De synagoge werd in 1903 in Moorse stijl door architect D. Rosenhaus gebouwd en is tegenwoordig het gebedshuis van een kleine joodse gemeente.

Het gebouw lijkt op een kubus met daar bovenop een koepel. Twee stenen op het dak stellen de 10 geboden voor.

De stad met de vele kerken

Maria Troostkerk, Hemelvaartskerk, H. Hartkerk en St. Niklaaskerk

De meeste reisgidsen kondigen Vilnius aan als de stad met de vele kerken. En inderdaad staat op elke straathoek wel een of andere kerk. Alleen al in de wirwar van straatjes in de historische binnenstad op de linkeroever van de Neris zijn het er tientallen.

Tijdens onze stadswandelingen bezichtigen we een hele serie. De barokke Maria Troostkerk maakte deel uit van het Augustijnenklooster en werd gebouwd tussen 1746 en 1768. De kerk met slechts een smalle, steeds spitser wordende toren is een zeldzaamheid in de barokarchitectuur.

De Hemelvaartskerk hoorde bij een missieklooster waar tegenwoordig een ziekenhuis in ondergebracht is. De kerk werd gebouwd omstreeks 1700, maar werd tussen 1750 en 1754 al aangepast door architect Jan Krzysztof Glaubitz.

Binnen zouden indrukwekkende fresco’s te zien zijn, maar de kerk is niet alleen gesloten maar lijkt ons ook bouwvallig en onveilig.

De Heilig Hartkerk uit het midden van de 18e eeuw heeft een achthoekige koepel en is de enige barokkerk van Vilnius die gebouwd is op de fundamenten van een Grieks kruis. De kerk werd door de Sovjets in gebruik genomen als gevangenis en voorzien van een wachttoren. De grote, verroeste metalen toegangspoort en het desolate karakter van de omgeving nodigt niet meteen uit om een kijkje te gaan nemen.

We bezoeken ook nog het Russisch Orthodoxe St. Niklaaskerkje. Volgens een legende werd de eerste kerk hier gebouwd door Juliena, echtgenote van grootvorst Algirdas. Het gebouw brandde af en werd in 1514 herbouwd als gotische kerk met byzantijnse elementen. Tussen 1609 en 1827 bleef de kerk in handen van de Uniates (leden van de Grieks-orthodoxe kerk).

Omstreeks 1860 werden heel wat renovaties gedaan; zo kwamen de byzantijnse gevel en de klokkentoren tot stand.

Europatoren

Het nieuwe zakencentrum steekt 150 m boven de stad uit

Onderweg naar het Europa Centras, de Europatoren, steken we de 103 meter lange metalen Groene Brug over de Neris over. Op de vier hoeken staan beeldengroepen, overblijfselen van het Sovjettijdperk. Zij stellen landbouw, industrie en bouw, jeugd en tot slot vrede voor.

De beelden die aan de Sovjettijd herinneren zijn voer voor discussie in Vilnius. Veel inwoners vinden dat ze moeten verdwijnen. De introductiegids ‘Vilnius in your pocket’ merkt terecht op dat deze beelden als er niets gedaan wordt vanzelf wegroesten.

Op de oever aan de ene kant van de Neris staat ‘Aš tave myliu’ (Ik hou van jou) op de dijk. Op de andere oever staat ‘Ir aš tave’ (Ik ook van jou). Zo drukken beide stadsdelen hun verbondenheid uit.

Aan de overkant van de Neris, net naast de Groene Brug, staat de St. Raphaelkerk die omstreeks 1700 werd gebouwd door jezuïeten.

Lange tijd was Hotel Lietuva Reval met zijn 22 verdiepingen het hoogste gebouw van Vilnius, maar nu gaat die eer naar de torenflats van het Europa Centras, het nieuwste zakencentrum van Vilnius. In het gebouw zijn een 80-tal winkels en restaurants gevestigd.

Burchtberg

De Gediminastoren biedt mooie panoramas

Het is begin november en de sneeuw die vannacht is gevallen geeft Vilnius nog een extra dimensie. Vanaf het plein voor de kathedraal zien we de Gediminastoren op de 48 meter hoge burchtberg. Het is even klimmen en schuiven in de sneeuw. De burcht is overigens ook bereikbaar met een kabelbaantje.

De rode, achthoekige Gediminastoren werd voor het eerst vermeld in 1323. Na een grote brand in 1419 werd hij herbouwd. In 1610 werd het gebouw gebruikt als gevangenis. Gedurende de Russische bezetting (1655-1661) werden de torens en verdedigingsmuren van Vilnius grotendeels verwoest. Behalve deze toren, een stukje van de vestingmuur en het vorstenpaleis is er niet veel van overgebleven.

De burcht is tegenwoordig het symbool van Vilnius. Na de Tweede Wereldoorlog werd de beste toren gerestaureerd. Die huisvest nu een uitkijkplatform en een klein museum.

Het uitkijkplatform op de burchttoren biedt mooie panoramische zichten op de omgeving. Onder andere op de nabijgelegen Kruisberg.

In het museum staan maquettes van het kasteel zoals dat er in de 14e en 18e eeuw uitzag en ook wat wapens en harnassen. Ook staat hier een bronzen IJzeren Wolf, die verwijst naar de legende van grootvorst Gediminas.

De drie kruizen op de Kruisberg in het Kalnaipark zijn vanaf veel plaatsen in Vilnius te zien. Volgens een 14e-eeuwse legende werden hier zeven franciscanenmonniken gekruisigd. Ter nagedachtenis aan hen werd een kapelletje gebouwd, dat men later van drie houten kruizen voorzag.

In 1916 werden de kruizen vervangen en in 1951 werden ze door de Sovjets verwijderd. Na de onafhankelijkheid van Litouwen werd het monument herbouwd.

Nieuwe Arsenaal

Het Nationaal Museum illustreert de Litouwse geschiedenis

Vanaf de burchttoren dalen we voorzichtig over de gladde kasseien naar de kathedraal en wandelen van daar naar het Nationaal Museum in het Nieuwe Arsenaal.

Het museum herbergt een grote etnografische verzameling die de geschiedenis van Litouwen illustreert vanaf de 13e eeuw tot heden. Ook zeer oude Litouwse munten, die gevonden werden bij het lager gelegen deel van het kasteel, zijn hier te bezichtigen.

Het gebouw zelf is ook interessant omdat het verschillende tijdperken en stijlen combineert. De hoofdgevel is 130 meter lang en volgt de lijn van de 14e-eeuwse stadswal. In de 18e eeuw werden delen van het gebouw gebruikt als arsenaal. Op het plein voor het museum staat het in 2003 opgerichte monument van Koning Mindaugas, de stichter van de Litouwse staat, gebeeldhouwd door R. Midvikis.

Lukiškiųplein

Genocidemuseum in het voormalige KGB-hoofdkwartier

Aan het begin van de Gedimino prospektas, de lange hoofdstraat van Vilnius die aan de kathedraal vertrekt en in westelijke richting loopt tot aan het parlementsgebouw, bevindt zich het Litouws Nationaal Dramatheater.

De toegang tot het theater wordt bewaakt door de drie muzen. De beeldengroep is van beeldhouwer S. Kuzma. In het theater vinden zowel klassieke als moderne opvoeringen plaats.

Begeleid door sneeuwvlokken wandelen we de Gedimino prospektas af. Aan deze straat ligt het Lukiškiųplein, het grootste plein van de stad. Tegenover dit plein is het Genocidemuseum gevestigd in het voormalige hoofdkwartier van de KGB.

In de kelders waren 50 cellen waar (vermeende) vrijheidsstrijders gemarteld en gedood werden of wachtten op hun deportatie naar Siberië.

Het museum wil vooral de pijnlijke herinnering bewaren aan de ontelbare misdaden van Stalin en zijn opvolgers in de periode van 1940 tot 1991. De gids die ons begeleidde tijdens de stadsrondrit gaf als advies: ‘Eet niet vooraleer je dit museum met al zijn gruwelen bezoekt. En achteraf heb je al helemaal geen honger meer.’

De barokkerk St. Jacobus- en Philippus staat aan de noordkant van het Lukiškiųplein. Met de bouw werd in 1690 begonnen, maar het zou duren tot 1748 vooraleer ze klaar was en de beide torens hun huidige hoogte kregen. De kerk werd gesticht door dominicanen en het opvallendste kenmerk is dat het schip even lang als hoog is.

Parlementsgebouw

Barricades hielden de Russische tanks tegen

Op het einde van de Gedimino prospektas staat het parlementsgebouw dat in 1982 werd gebouwd voor de opperste sovjet. Het sovjettijdperk duurde hier tot maart 1990, toen de onafhankelijke republiek Litouwen werd uitgeroepen. Dat was het Kremlin een doorn in het oog. Op 13 januari 1991 omsingelden Russische tanks de televisietoren van Vilnius, waarbij 14 ongewapende burgers om het leven kwamen. Er werd gedreigd dat het leger het parlementsgebouw, waar 150.000 mensen de wacht hielden, zou bestormen; maar de burgers weken niet.

Ten westen van het parlementsgebouw staan resten van de opgeworpen barricades, die dienden om de Russische tanks tegen te houden. De grote blokken staan achter glas en bevatten nog de oorspronkelijke graffiti. In een kleine ruimte worden de doden herdacht.

Het parlementsgebouw is te bezichtigen, maar een rondleiding moet twee weken op voorhand aangevraagd worden. De mooiste kamer is de Grote Hal waar de bijeenkomsten van de Seimas (het parlement) werden gehouden en waar de onafhankelijkheid van Litouwen werd afgekondigd. Sinds 2007 is er een nieuw parlementsgebouw en dient dit gebouw alleen nog voor representatieve doeleinden.

Bij het parlementsgebouw steken we de brug over naar de wijk Žvėrynas. Hier staat de kenesa, het gebedshuis van de karaïten (ook wel karaim). Deze kleine joodse stroming gelooft alleen in de Tenach (de geschreven leer) en kent geen waarde toe aan de Talmoed (de mondelinge leer). Van deze gemeenschap die zich in de 14e eeuw in Litouwen vestigde leven nog ongeveer 150 nazaten.

Tijdens onze laatste dag in Vilnius bezoeken we ook nog de Schilderijengalerij met vooral Litouwse schilderkunst van de 16e tot de eerste helft van de 20e eeuw. Helaas is er geen informatie in het Engels aanwezig.

We hebben geen spijt van onze citytrip, maar wie naar Vilnius gaat moet wel weten dat het geen Parijs van het noorden is of op een andere West-Europese hoofdstad lijkt.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win