×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Tahiti en de Markiezen

Het eten plukken we van de bomen of vissen we uit zee

Reisverslag: Wouter Cools
Foto's: Wouter Cools

Midden in de Stille Zuidzee liggen de eilanden van Frans-Polynesië, waaronder Papeete, Nuku Hiva, Ua Pou, Hiva Oa en Moorea. De bevolking woont vooral langs de kust, het groene binnenland bestaat meestal uit een krater. Het leven is er relaxed: een short en T-shirt volstaan het hele jaar door en eten pluk je eenvoudig uit de boom of vis je uit zee.

Onze ontvangst aan de luchthaven van Papeete, de hoofdstad van Tahiti, zal kenmerkend zijn voor de rest van de trip; alles efficiënt geregeld door uiterst vriendelijke mensen die al onmiddellijk de klassieke bloemenkrans om je hals hangen. Vervolgens worden we met een busje naar ons hotel aan de haven van Papeete gebracht, klaar om wat slaap in te halen.

Op Tahiti bezoeken we de klassieke toeristische aanraders maar onze indruk is dat daar toch een aantal ‘tourist traps’ tussen zitten: zo is het Lagoonarium behoorlijk in verval, wat absoluut niet te merken is aan de toegangsprijs.

Het Lagoonarium is een lange pier in de zee met op het einde een trap naar beneden zodat je onder het waterniveau daalt en daar door vensters de vissen kunt gadeslaan. Het aantal vissen dat door een onderwateromheining dicht bij de vensters gehouden wordt, is echter zeer beperkt en het doet allemaal behoorlijk kunstmatig aan. Na een kwartiertje sta je echt wel weer buiten.

Zo zijn er nog wat bezienswaardigheden die eigenlijk niet slecht zijn maar het weinige dat er te zien valt op Tahiti wordt toch wat opgeklopt om mensen te lokken.

Voor ons komt daar nog bij dat we door het tijdverlies met de bussen (het systeem van de private ‘trucks’ lijkt zelfs voor een aantal Tahitianen te ingewikkeld) voor een bezienswaardigheid een volledige dag kwijt zijn, want de laatste bus keert om 16.30 terug naar Papeete, waardoor je dus behoorlijk vroeg terug in je hotel bent..

We hadden 5 dagen voorzien om Tahiti te verkennen. De volgende keer huren we een auto en dan spaar je wat geld uit aan hotels, want drie dagen uittrekken voor het hoofdeiland van Frans-Polynesië is dan echt wel voldoende.

Het is tenslotte niet veel meer dan een drukke, zuiderse stad maar je moet er wel passeren want hier bevindt zich de enige internationale luchthaven.

Ook ‘s avonds is er weinig vertier, terrassen sluiten behoorlijk vroeg en verder is er bitter weinig te beleven. Het eten echter is, zoals overal op de eilanden, voortreffelijk én betaalbaar. Zelfs aan de kade voor de toeristische dienst is de kwaliteit meer dan behoorlijk en het is de enige plaats waar ‘s avonds een hoop volk samenkomt. Enkele toeristen maar ook veel Tahitianen komen daar vooral van de plaatselijke, gegrilde visgerechten proeven. Je moet er geweest zijn, typischer zal je op Tahiti niet vinden.

Tahiti

De echte schoonheid van het eiland vind je in de krater

Ons hoogtepunt op Tahiti is het bezoek aan de krater van de vulkaan die aan de oorsprong ligt van het eiland. Deze krater vormt dus eigenlijk het binnenland van Tahiti. Alle wonen en werken gebeurt langs de kust, als een lus om het eiland heen. Er loopt slechts een enkele weg dwars over het eiland en dit is de weg die, de bergen in, naar de krater leidt. Je geraakt er enkel met een 4×4 en je zet er toch wel een viertal uur op om op en af naar het hart van de krater te rijden. Wij hebben met de gids onze tijd genomen en hebben er een volledige dag van gemaakt.

Je draait van de lusweg rond het eiland de dwarsweg op en afgelopen met asfalt en bewoning. Langs de weg naar de krater enkel rotsen en de rivier die vanuit de krater naar de zee stroomt. Het is op de oevers van deze rivier dat de Tahitianen hun vertier zoeken op zondagnamiddag. Na iedere bocht zie je wel een auto staan in de struiken en iets verder joelende kinderen en volwassenen spelend in de rivier.

Hoe verder je trekt, hoe rustiger het wordt. Af en toe kom je nog een eenzame mountainbiker tegen die de rit probeert af te malen op een dag. Mocht dit echt niet lukken, geen nood, pal in het centrum van de krater heeft een Fransman een hotel opgetrokken, het enige gebouw dat je de ganse dag zult zien.

Het eiland echt dwarsen lukt ons niet omdat de weg naar de andere kant van het eiland voorbij de krater door een paar rotsen geblokkeerd is. We gaan dus tot het centrum, eten in het hotel en dan via dezelfde weg terug.

De 4×4 tocht geeft een volledige andere indruk van Tahiti dan Papeete en de buitenkant van het eiland. De echte schoonheid van het eiland vind je in de krater. Mocht je in de problemen geraken door het missen van je laatste bus, spreek uit eigen ervaring, hand omhoog en in de kortste keren stopt iemand met een pick-up en spring je er achterop.

Op zondagmorgen is de markt van Papeete echt het bezoeken waard, je moet er wel vroeg bij zijn. De markt is dagelijks geopend en je vindt er vis die je nog nooit gezien hebt, naast allerlei andere etenswaren. Op de gaanderij boven vind je de ‘tourist junk’ maar beneden komen de Tahitianen hun inkopen doen. Op zondagmorgen komen bovendien de boeren in de straten rond de markt hun producten verkopen en kun je er op de al dan niet getatoeëerde koppen lopen.

Markiezen, Nuku Hiva

Twintig jaar terug kenden ze hier nog geen schoenen

Tijd voor de volgende etappe, het vliegtuig naar de Markiezen (circa 3 uur vliegen) met als eerste eiland Nuku Hiva. Als cultuurshock kan dit tellen. Het vliegveldje ligt volledig aan de andere kant van het eiland dan de hoofdstad Taiohae en een trip van 2 uur staat ons nog te wachten alvorens het pension te bereiken.

Hier begrijp je pas waarvoor een 4×4 wordt verkozen: omdat het asfalt nog moet uitgevonden worden. Twee uur hotsebotsen door bergen modder om aan de kust aan de andere kant van het eiland ons pension te vinden waar je bij aankomst, inderdaad, een nieuwe krans om je nek krijgt, niet van bloemen echter maar gemaakt van allerlei zaden. Typisch Markiziaans zal later blijken.

Ook qua logies wordt het hier zeer anders: door de warmte voorziet men allerlei openingen tegen het plafond om binnenshuis toch maar wat ventilatie te krijgen. Via diezelfde openingen komen ook de muggen, kevers en de talrijke salamandertjes naar binnen. Best koffers dichthouden dus.

De beste manier om de eilanden te verkennen is bij je pension informeren naar de 4×4 excursies. Je gaat dan op stap met een 4 à 5-tal andere reizigers. De chauffeurs zijn echte Markiezianen en ze weten de mooiste plekjes op de eilanden te vinden en ze zijn er ook trots op om die te laten zien. Op eigen houtje de eilanden verkennen is niet echt een optie want je moet al wat met een 4×4 overweg kunnen (denk niet dat als je in België met een Jeep over het asfalt kunt rijden je dat hier zal lukken) en je zult gegarandeerd de highlights en de verhalen ‘recht van de bron’ missen.

In Frans-Polynesië in het algemeen zijn de intermenselijke contacten zeer belangrijk en dit zul je missen als je alleen het eiland verkent. Er wordt gestopt bij houtsculpteerders thuis, bij een haventje, een kerkje dat het bezoeken waard is omwille van zijn houtsculpturen en architectuur. En dat allemaal aangevuld met de commentaar van iemand die hier echt leeft.

Ik ben bijvoorbeeld samen met Oscar, onze chauffeur-gids, door de brousse naar een vallei gestapt en al pratende werd plots duidelijk dat ze hier nog maar een twintigtal jaar schoenen kennen. Twintig jaar, dit is dus sinds begin jaren tachtig! Daarvoor liepen zij ofwel blootsvoets ofwel met hun voeten gewikkeld in cocosbladen. Ze hebben sindsdien wel een fameuze inhaalbeweging gemaakt, overal zie je tv, DVD, computers. De nood aan schoenen was natuurlijk ook niet echt hoog: qua temperatuur is er op dat vlak geen probleem en mits wat gewoonte en eelt voel je de kleine steentjes ook niet erg veel.

Topper op Nuku Hiva is een boottochtje van circa een uur tot aan de baai Hakatea met een verlaten strandje en vandaar te voet de brousse in, een rivier volgend die zelfs een aantal keer moet overgestoken worden, en zo naar de indrukwekkende waterval van Hakaui, diep in een kloof in het binnenland. Het is hier zo vochtig dat de videocamera van een medereiziger dienst weigert. Wel lastig maar een zeer mooie apotheose.

Voor de ornithologen: hier bevindt zich de enige vallei ter wereld waar de Peruche Marquisienne nog leeft. Er zouden zich nog een zestigtal koppels bevinden maar het lijkt waarschijnlijk dat zij zullen uitsterven door inteelt.

Markiezen, Ua Pou

Qua kledij volstaat het jaar door een short en T-shirt

Volgende bestemming is Ua Pou, het kleinste bewoonde eiland van de Markiezen waar de landing met het vliegtuigje nogal spectaculair is. Er kan maar van overzee geland worden naar de bergen toe en het opstijgen gebeurt in de richting vanwaar je gekomen bent.

Doordat er vlak naast een berg moet gevlogen worden is de landing behoorlijk ‘bumpy’, iets waarvoor een aantal mensen op Nuku Hiva ons met enig leedvermaak verwittigd hadden. Een week terug is een vliegtuig naast de baan terechtgekomen en beschadigd geraakt. Bij aankomst staat het daar nog.

Bij ons vertrek blijkt ons vervangingstoestel ook panne te hebben en men zal een tweetal mekaniekers per helikopter overbrengen om van het gecrashte vliegtuig onderdelen te demonteren om daarmee het onze te repareren. Het levert ons een extra overnachting op Ua Pou op.

Het eiland Ua Pou is ruwer en onherbergzamer dan Nuku Hiva en de dorpjes liggen verspreid over het eiland aan de rotskusten. Verder is dit ook de ideale plaats om wat houtsnijwerk te kopen bij de kunstenaars thuis. Je komt bij de mensen thuis en meteen stallen ze alles uit wat ze hebben, zonder ook maar aan te dringen om iets te kopen. Kijk je enkel maar, zijn ze ook al tevreden dat je hun werk mooi vindt. Ze zijn echt trots op wat ze maken. Wens je te kopen, dan valt er over de overigens al zeer schappelijke prijs nog te praten.

Het is meestal ook hun enige bron van inkomsten want veel hebben ze niet nodig: qua kledij volstaat het jaar door een short en T-shirt, schoenen zijn in dit klimaat te warm aan de voeten, iedereen draagt teenslippers.

Verwarming of isolatie in een woning is niet nodig en pompelmoezen, papaja’s, citroenen, sinaasappels… het groeit zelfs in het wild aan de bomen. Gezondheidszorg is volledig gratis: dokter, medicijnen of overbrenging per helikopter naar Nuku Hiva naar het ziekenhuis, alles is volledig gratis (betaald door de Franse staat dus).

Markiezen, Hiva Oa

Het dagelijks leven speelt zich vanwege het klimaat buiten af

Vierde eiland in de rij: Hiva Oa., de laatste rustplaats van Jacques Brel en Paul Gauguin met elk hun museum, tevens het eiland met de grootste overblijvende Tiki, de beeltenis van hun goden.

We maken met de eigenaar van het pension een boottocht naar Tahuata waar we het dorpje met de enige aanlegsteiger van het gehele eiland bezoeken onder begeleiding van een inwoonster.

Hun levenswijze is een beetje ‘à l’africaine’: wat we vandaag nodig hebben om te eten plukken we van de bomen of vissen we uit zee. Wat morgen komt, zien we wel.

Niet alles is rozengeur en maneschijn: de muggen op de Markiezen zijn niet te onderschatten. Als je hierheen gaat moet je liters anti-muggenmelk voorzien en best is nog om ter plaatse iets te kopen, dan weet je dat het ook zal werken. De lokalen adviseren je wel.

Als je daar op voorzien bent en je volgt de raadgevingen van de inwoners op dan zal je van die beestjes niet zo’n last hebben, op tijd en stond smeren is de boodschap.

Op de stranden vind je ook nog ‘nono’s’, zandmuggetjes die niet steken maar bijten en zo pijnlijke bobbels kunnen veroorzaken. Preventief smeren dus en ingeval van pech vooral niet krabben want door de aard van hun beten gaan de wonden dan ontsteken en dan heb je pas een probleem.

Wat opvalt is dat de eilandbewoners altijd beweren dat er op hun eiland geen nono’s te vinden zijn maar wel op alle andere eilanden. Ze willen dus absoluut de reizigers niet afschrikken en een echte reiziger laat dat dan ook niet gebeuren door een paar duizend onnozele muggetjes.

Alle eilanden van de Markiezen die we bezoeken zien er wat gelijkaardig uit. Het binnenland bestaat uit gebergte, meestal restanten van een of andere vulkaan. Qua opbouw doen ze mij denken aan een zeester, hoog in het centrum en met de dorpen tussen de vingers aan de kusten en uitlopers van het vulkanisch gebergte in de oceaan. Wil je van het ene dorp naar het andere, moet je dus terug richting binnenland om dan over een vinger te klimmen om terug af te dalen naar de kust.

Je kan er dus gemakkelijk met de wagen anderhalf uur opzetten om bij je buren te geraken temeer omdat alles verloopt over onverharde wegen die nogal grillig kunnen veranderen na een hevige regenbui. Op Oa Pou bijvoorbeeld kun je niet volledig rond het eiland rijden want ergens bevindt zich een vallei waar geen doorkomen aan is. Wil je de weg heen en terug afleggen, dan haal je het waarschijnlijk zelfs niet op een dag, terwijl we over een omtrek spreken van maximaal 30 km.

Wonen doen de Markiezianen allemaal op gelijkaardige wijze: in houten huizen, proper en modern. Veel van hun dagelijks leven speelt zich vanwege het klimaat buiten af. Huizen worden uiteraard niet geïsoleerd, airco kennen ze ook niet, waarschijnlijk omdat zij de hitte gewoon zijn maar op Oa Pou bijvoorbeeld staat er een dieselgenerator voor de elektriciteitsvoorziening en deze zou het massaal gebruik van aircotoestellen ook niet aankunnen. Veel meer dan een paar lampen, tv en frigo hebben ze niet. Wat wel opvalt is de open bouwstijl; overal zijn grote openingen in de constructie voorzien, vooral tegen het dak, om wat luchtcirculatie te hebben. De beestjes moet je er dan uiteraard bij nemen.

Wat het dierenrijk op de Markiezen betreft: naast honden en paarden en een beperkt aantal vogelsoorten zul je hier niet veel vinden. Het is op dat vlak dan ook wel veilig.

Van een enkel dier moet je wel opletten, de mille pattes of cent pieds, een duizendpoot die wel een twintig centimeter lang wordt en die je dodelijk kan toetakelen. Ze houden zich vooral op onder rotsen en je zult echt wel goed moeten zoeken om er een te vinden, aldus Dudu, onze pensionhouder. ‘s Morgens ligt er een verdronken in het zwembad.

Moorea

Mensen zwaaien en groeten elkaar de godganse dag

Afscheid van de Markiezen en op voor de laatste etappe. Moorea ligt vlak voor de kust van Tahiti. Hier kun je lekker ontspannen in afwezigheid van de muggetjes en hier moet je echt een wagen huren. Onze pensionhoudster, Florence, belt de firma op en zij komen je halen. Bij het inruilen van je voertuig brengen ze je achteraf ook gewoon terug naar je pension.

Dit is het enige eiland waar je de Amerikaanse toeristen tegenkomt die vanuit hun resorts met airco het eiland bezoeken. Elders kom je die absoluut niet tegen, te veel muggen zeker.

Te bezoeken vallen de ananasfabriek waar de kwekers hun vruchten in flessen zien verdwijnen, een paar mooie ‘points de vue’ op de kusten en diverse valleien.

Leuk is een wandeling door de aangelegde tuinen van het ‘lycée agricole’, de plaatselijke landbouwschool, waar je door de ananasstruiken loopt, papaja’s worden hier gekweekt, vanille, enz. Je vraagt aan de ingang een gids en je loopt de uitgestippelde route af. In de gids vind je dan allerlei informatie aangaande de vruchten, de bomen en de planten. En je krijgt er nog wat beweging bovenop want het is een stevig wandelingetje, bergje op, bergje af.

Ook hier op Moorea qua landschap een beetje hetzelfde verhaal als op de andere eilanden: alle bewoning aan de kusten en in het binnenland de bergen. De bebouwing hier is echter westers, alles steen en modern, een beetje het vakantie-eiland voor de Tahitianen die het stinkende en drukke Papeete even willen ontvluchten.

Ook hier geen airco’s, enkel de natuurlijke luchtverversing door openingen in het plafond en het dak. Als je hier naartoe komt, moet je dus wel tegen de warmte en de vochtigheid kunnen. Vluchten naar een gekoelde ruimte kan niet, zweten zul je.

Tiki Village is een ‘tourist trap’ van formaat. Het werd opgericht door een Fransman die eruit ziet als een goeroe en het is een dorp, afgescheiden door een omheining van de rest, waar een zestigtal mensen nog leven volgens de aloude tradities. Je kunt ze er hun traditionele dingen zien doen en tegen een stevige prijs kun je er ook eten en daarna de traditionele dansen bekijken. Door tijdsgebrek hebben wij de volledige avond gedaan, t.t.z. rondleiding in het dorp, traditioneel eten en daarna de dansen. Je kunt echter ook later op de avond toekomen en alleen voor de dansen betalen. Deze lonen echt de moeite maar de rest is fake, entertainment zoals in de grote hotels aan de Spaanse kust en dit voor een meer dan stevige prijs.

Bij onze aankomst op Tahiti hadden wij na een paar dagen het gevoel: ‘this is it?’. De Markiezen echter hebben alles goed gemaakt. Ze zitten te veraf om veel toeristen te ontvangen, wie er komen zijn eerder reizigers dan toeristen. Je wordt er van alle kanten geholpen waardoor je je soms, met je westerse mentaliteit, ongemakkelijk begint te voelen.

Als je iemand kruist die aan de andere kant van de weg loopt word je al gegroet. Mensen zwaaien naar elkaar en groeten elkaar de godganse dag wat toch wel resulteert in een zeer relaxte sfeer. Zelfs de gevangenen op Nuku Hiva brengen de dag op de stoep door. Een dame vertelde dat ze een rondleiding gekregen had door de directeur zelf (de gevangenis is wel maar een klein huisje met 5 kamertjes), later bleek dit eigenlijk een gevangene te zijn die zich overdag wat bezighoudt met gras maaien, de bloemetjes rond de gevangenis verzorgen, enz. ‘s Avonds gaan de gevangenen binnen slapen. Ver zullen ze toch niet geraken op dit eiland mochten ze willen ontsnappen.

Het illustreert een beetje de manier van leven op de eilanden: ontspannen, vriendelijk, veilig. Autosleutels worden enkel van het contact genomen om te verhinderen dat spelende kinderen ermee vandoor gaan. Waar moet je op een eiland waar iedereen iedereen kent ook heen met een gestolen auto.

Op de eilanden leven de mensen nog samen, wat logisch is want ooit heb je iemand anders nodig en op een eiland moet je verder met de mensen rondom je. Dus de ene heeft een pensionnetje, de andere doet de 4×4 uitstapjes met de gasten, nog een andere heeft een boot en gaat met de gasten vissen of maakt een wandeling door de brousse. Leven en vooral ook laten leven. Wat een verschil met ons westers leventje.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win