×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Tamil Nadu

Fietsvakantie Zuid-India I

Reisverslag: Aart & Gerrie Dijkzeul
Foto's: Aart & Gerrie Dijkzeul

Langs de Golf van Bengalen van Chennai (Madras) naar de zuidelijkste punt van India, waar je de zon in Kanyakumari uit de zee ziet opkomen en hem ook weer in zee ziet ondergaan. Onderweg veel hindoetempels, rijstvelden, ploegende waterbuffels, oude forten en pelgrims op blote voeten. Om te weg te vragen moet je de beambten in de politiepost wel even wakker maken.

Alleen al voor de plaatsnamen zou je een reis naar Zuid India maken: Mamallapuram, Tirukkalikunram, Vedantangal, Tiruvannamalai. Plaatsen waar we deze dagen doorheen fietsen. Pure poëzie.

Het is altijd weer even wennen zo’n eerste dag. Het tijdverschil, de temperatuur die zo’n 30 graden hoger is, de vele nieuwe indrukken.

We doen het rustig aan in Mamallapuram, een plaatsje circa 60 km ten zuiden van Chennai (het vroegere Madras) in Tamil Nadu. Fietsen in elkaar zetten en met de vele Indiërs wat flaneren langs de stalletjes met universele rommel.

De weinige westerse toeristen bakken zich aan het strand ten noorden van de Shore Temple in zwembroek en bikini bruin aan de Golf van Bengalen. De vele Indiërs ontdoen zich, als zij zich in het water wagen, hooguit van hun slippers.

Vedanthangal

We maken de agenten wakker om de weg te vragen

Het echte fietswerk begint met een etappe naar het vogelpark Vedanthangal. Een afstand van vijftig kilometer. Wij weten er ruim negentig van te maken. We hebben een routebeschrijving waar – als het er echt op aan komt – geen meter van blijkt te kloppen. Gecombineerd met onze, voor de Tamils onbegrijpelijke, uitspraak van de naam van het vogelpark, leidt dat er toe dat we van noord naar zuid en van oost naar west worden gestuurd.

Zeiden ze nou maar dat ze het ook niet weten. Nee hoor, met grootse gebaren wordt de richting aangegeven die we moeten gaan. Het meest verwarrende daarbij zijn de hoofdbewegingen. Het houdt het midden tussen ja knikken, nee schudden en een nekdans.

Alsof we niet serieus worden genomen, tot de categorie hopeloze gevallen worden gerekend. We waren van te voren gewaarschuwd; zo geven de Indiërs in deze streek ‘ja’ aan. Maar ondanks die wetenschap blijft het een ongemakkelijk gevoel geven.

Gelukkig is daar een politiepost. De drie dienstdoende beambten slapen. Een ligt voluit op zijn bureau. De andere twee slapen op hun stoel en op een houten bank. Zonder gêne laten ze zich wakker maken en leggen ze ons uit waar we moeten zijn. Heel ergens anders in ieder geval.

Gewapend met nieuwe aanwijzigen en de naam van het vogelpark in Tamil, geschreven op een stukje oude krant, weten we het 30 hectare grote Vedanthangal Bird Sanctuary waar watervogels als aalscholvers, reigers, ooievaars en pelikanen nestelen uiteindelijk te vinden.

Het Forest Resthouse waar we de nacht doorbrengen is een oud koloniaal gebouw met kamers waar je in kunt verdwalen. De huisbewaarder is zo vriendelijk een maaltijd voor ons te maken die we opeten in de kale, immens grote conferentiezaal.

‘s Avonds maken we een wandeling. We zien vuurvliegjes en babbelen wat met een vriendelijk oude man die honderduit over zijn kinderen vertelt. Als we terugkomen is het gastenverblijf donker en dicht. Bonzen op deuren, rammelen aan de ramen; niets helpt. We lopen naar een licht in de verte waar de huisbewaarder blijkt te wonen. Opgelost.

We zetten de wekker op half zes om op tijd in het vogelpark te zijn. Dat blijkt niet nodig te zijn. Om half vijf zitten we rechtop in bed door het gezang dat vanuit de lokale hindoetempel klinkt. De moslims kunnen er wat van, maar onderschat de hindoes ook niet. Wat een takkeherrie.

De vogels doen waarvoor we betalen: met lange poten en snavels in bomen en struiken zitten en af en toe opvliegen.

Tiruvannamalai

De tempelolifant tikt ons voor een muntje op ons hoofd

Via Gingee, met zijn forten uit de 13e-17e eeuw, fietsen we naar Tiruvannamalai. Voor veel Indiërs een bedevaartsoord. Dit vanwege het indrukwekkende Annamalaiyar-tempelcomplex van circa 10 hectare waarvan een deel uit de veertiende eeuw stamt.

‘s Middag beklimmen we de Annamalai-berg, van waaraf we een goed zicht hebben op de stad en het tempelcomplex aan de voet ervan. We bezoeken de grot waar Ramana Maharashi, een beroemde goeroe, vijftig jaar in contemplatie doorbracht. Hij blijkt nog de nodige volgelingen te hebben.

Uit gaten en hoeken komen in een lendendoekje geklede yogi’s te voorschijn. Met haren die in vijftig jaar niet zijn gewassen of geknipt. Het roept het gevoel van de jaren zestig op. De Beatles die bij een maharishi in de leer gingen, vrouwen met bloemen in hun haar, de India-kleding.

Het bezoek aan de tempel is indrukwekkend. Duizenden Indiërs in prachtige kleren, de tempelolifant geeft een tikje met zijn slurf op ons hoofd nadat nadat we er een muntje in doen. Rituelen die we niet kunnen plaatsen. Er hangt een mystieke sfeer, we worden er stil van.

‘s Avonds op zoek naar wat anders te eten dan het verantwoorde vegetarische voedsel dat we de afgelopen dagen aten. En bier niet te vergeten, want dat lijkt hier ook wel op de bon te zijn. Tevergeefs.

We eindigen in de buurt van de Ashram bij een restaurant dat in hoofdzaak bevolkt wordt door westerlingen die de jaren zestig nog steeds aanhangen. En ook hier natuurlijk die heerlijke, vegetarische Indiase gerechten. Niks geen biefstuk en bier.

Kumbakonam

Waterbuffels ploegen de veldjes, vrouwen planten rijst

Via Pondicherry en Chidambaram fietsen we naar de tempelstad Kumbakonam. In en rond Kumbakonam zijn talloze tempels zien.

Het eerste deel van de route is prachtig met overal rijstvelden. Waterbuffels ploegen en egaliseren de veldjes, mannen in een lendendoek verzamelen de jonge rijstplantjes. Vrouwen in lange rokken poten ze. De rijpe rijst wordt gemaaid en gedorst. En dat in een landschap dat bezaaid is met basaltblokken. Het is genieten.

Zo rond Pondicherry wordt het drukker. Op en langs de weg is het een en al bedrijvigheid. We eindigen de dag in een luxe resort. Indiërs die knippen en buigen en ons geen kans geven onze tassen zelf te sjouwen.

Alles spic en span en niet te vergeten, er worden ook niet-vegetarische gerechten geserveerd. Zelfs bier is te verkrijgen, ook al staat het niet op de kaart. Alles prima dus.

Als we de volgende morgen uit Kumbakonam vertrekken, regent het. Daar hadden we niet op gerekend. Geen regenjas, geen paraplu. Er zit niets anders op dan te wachten tot het droog wordt.

Thanjavur

Alles wat hier een motor heeft toetert

De (korte) route die we naar Thanjavur fietsen is, als er geen ander verkeer zou zijn, fraai. Maar helaas, dat andere verkeer is er wel en dat betekent opletten. De weg is net breed genoeg voor twee bussen. Maar als er twee fietsers bij komen, dan heb je een probleem. Indiërs duiken dan, als ze zien aankomen dat zo’n situatie zich gaat voordoen, de berm in. Wij gaan, met gevaar voor eigen leven en de drang om India op te voeden, expres iets naar rechts (in India rijden ze links). Er zijn er die hun inhaalmanoeuvre uitstellen, er zijn er ook die dat niet doen.

Een andere vervelende kant van het verkeer is het lawaai. Alles wat hier een motor heeft toetert. Om te laten weten dat ze er aankomen, om te laten weten dat ze er zijn, om ons te groeten en als gewoonte. Het wordt ook gestimuleerd door de oproep op de achterkant van vele vrachtauto’s: Sound Horn.

En dan niet zo maar een toeter. Zelfs de meest lullige Tata beschikt over een toeter waar je trommelvliezen van klappen. Het doet bij tijd en wijle echt afbreuk aan het fietsplezier. Fietsen met oordoppen! Wellicht lost het probleem zich de komende dagen vanzelf op. De chauffeurs van de staatsoliecompagnie staken en veel benzinestations sluiten vanwege een tekort aan brandstof.

Thanjavur (Tanjore) is een van de oudste steden in India. In het centrum ligt het Vijayanagara-fort, waarbinnen het Koninklijk Paleis ligt. De Brihadishwara-tempel uit 1010 staat op de werelderfgoedlijst.

Dindigul

Een eindeloze stoet oranje geklede pelgrims op blote voeten

De route van Thanjavur naar Trichy, is er gelukkig een van het rustige type. We fietsen niet over doorgaande wegen. Een verademing. Het gebied is een groot netwerk van natuurlijke waterwegen (de Cauvery-delta) en irrigatiekanalen.

We doen de Basiliek van Ponty aan. Een fraaie, zeer grote kerk in the middle of nowhere. Een bedevaartplaats voor katholieke Indiërs.

Als we in Trichy aankomen blijken de hotels die we op het oog hebben vol. Het alternatief dat we kiezen ligt tegenover het busstation. Geen gelukkige keuze. Niet één bus met een toeter, maar tientallen.

Hoopvol teken zijn de rijen met honderden mensen voor het beperkte aantal nog geopende benzinestations. Allemaal met een 2-literfles in de hand, want dat is het maximum dat ze krijgen. Wellicht wordt het toch nog stil in de stad.

Tiruchirappalli, zoals Trichy voluit heet, ligt aan de Cauvery-rivier en is ook een erg oude stad: de geschiedenis gaat terug tot voor onze jaartelling. Beroemd is de Vinakaya Ganesh-tempel die op een 83 meter hoge rots ligt, bovenaan een trap met 437 treden.

De volgende plaats op de route is Dindigul. We fietsen erheen over een doorgaande weg van 90 kilometer die verbreed wordt naar vierbaans. En dat doen ze niet voor de lol. Druk en saai. Wat ons op de been houdt is dat het nog erger kan.

Vanaf kilometer 20 loopt er een eindeloze stoet van veelal oranje geklede hindoes op pelgrimstocht op blote voeten in dezelfde richting als wij fietsen. Op dat punt nog energiek en vrolijk. Bij kilometer 70, als ze een afslag nemen, is het fruitige er wel vanaf.

Dindigul is een 100.000+ stad met niets dat de Lonely Planet haalt. Daarom wel leuk. Wij zijn hier waarschijnlijk de enige westerlingen. Het oogt heel welvarend: goed onderhouden wegen, geen vuilnis in de straat. Winkels bieden alles wat er ook in Nederland te vinden is. Behalve de schaatsen dan. De staking van de transportarbeiders is voorbij.

Madurai

We passeren een dorpje met tientallen touwslagerijen

De meest logische route van Dindigul naar Madurai is van hetzelfde soort als gisteren. Daarom besluiten we de onlogische route te nemen. Dat pakt goed uit. De weg is rustig en voert door een afwisselend groen landschap met bergen op de achtergrond.

In een dorpje met tientallen touwslagerijen zien we hoe een kokosnoot wordt omgezet in touw. De vrouwelijke touwslagers raken flink afgeleid door ons bezoek.

Tot ongenoegen van de baas raakt het spinproces nog al eens van slag, met zwakke plekken in het touw tot gevolg. Als er binnenkort ladingen suikerriet van vrachtwagens vallen dan verwondert ons dat niet.

Madurai is een stad met meer dan een miljoen inwoners. Ook hier is een beroemde tempel (de Minakshitempel) en het Ghandi Museum. Welgemoed stappen we op de fiets om daar naartoe te gaan. En meteen spijt. We zitten midden in de ochtendspits. Aan alle kanten ingesloten worden we meegevoerd onder oorverdovend getoeter.

Hoewel niemand voor of achter hem iets anders kan doen dan hij doet, toetert de chauffeur van de wagen naast ons onophoudelijk. Tikken tegen het raampje en met een gepijnigd gezicht naar de oren wijzen helpt. Over een paar weken is het allemaal anders in het Indiase verkeer. Let maar eens op.

Het Ghandi Museum is een eenvoudig maar zeer informatief museum over de onafhankelijkheids­strijd van de Indiërs sinds halverwege de negentiende eeuw. Indrukwekkend is het verhaal van Ghandi die met zijn leer van geweldloosheid zo’n stempel op de geschiedenis van dit grote land heeft gezet.

Kanyakumari

De meest zuidelijke stad van India

Via Sivakasi en Tirunelvelli gaat de rit in twee dagen naar Kanyakumari. We fietsen op wegen die niet op de kaart staan. Elke keer maar hopen dat de weg niet ophoudt of de verkeerde kant op gaat. En dat gebeurt wel een paar keer, waardoor de tocht langer wordt dan gedacht. De GPS biedt gelukkig houvast.

Er is van alles te zien onderweg; pauwen met en zonder lange staart, een meters lange vuistdikke slang, apen en dorpen waar schamele hutten worden afgewisseld met fel gekleurde huizen. Villa’s soms.

Veel Indiërs lopen op blote voeten. De vrouwen dragen een topje en een lange rok en alles wat daartussen zit wordt met meters stof omhuld.

Veel mannen dragen een longi, een wikkelrok tot aan de enkels. Omdat zo’n lengte de bewegingen nog al belemmert wordt de onderkant om de middel vastgemaakt waardoor er een werkbare (knie)lengte ontstaat.

Het is Pongal, het oogstfeest van de Tamils. Bij veel huizen is op de grond voor de deur een kleurrijke versiering aangebracht met de tekst Happy Pongal. Bijna overal zijn festiviteiten. Het lijkt wel Koninginnedag.

De eerste keer dat we willen stoppen om te kijken gaat het fout. Alle aanwezigen komen naar ons toe en de spreekstalmeester is de aandacht kwijt. We fietsen maar snel door.

De tweede keer dat we stoppen, komt er meteen iemand van de organisatie naar ons toe gerend. Kom mee, kom kijken. De plaatselijke bejaarden worden van hun plek gejaagd om ruimte te maken voor twee stoelen voor de fietsende gasten. Uit het Tamil (de lokale taal) dat uit de luidsprekers klinkt, pikken we regelmatig het woord cyclist op.

We zijn getuige van een lokale variant van de stoelendans; de stenendans. In een volgende plaats herhaalt het tafereel zich. Daar wordt het edele spel koekhappen bedreven. Zaklopen zien we niet, wel nog een tikspelletjes voor de meisjes waarvan de clou ons ontgaat.

De laatste etappe naar Kanyakumari gaat bijna vanzelf. We hebben een straffe noordenwind in de rug. Het waait hier waarschijnlijk altijd zo hard, want we fietsen door een woud van windmolens. Tientallen kilometers lang duizenden en nog eens duizenden windmolens.

De zon in de zee zien ondergaan en de zon uit de zee zien opkomen. Niets bijzonders, behalve als het vanuit een en hetzelfde punt is. Wij staan op dat punt in Kanyakumarim, de meest zuidelijke stad van India.

Samen met tienduizenden in het zwart geklede donker behaarde pelgrims die hier een van de vele duizenden hindoegoden (Devi) komen aanbidden. Ze combineren dat met een bezoek aan de jaarmarkt. Waar ze slapen? Geen idee. In ieder geval zijn er – gelukkig voor ons – nog kamers vrij.

‘s Avonds bezoeken we het Ghandi Memorial. Net als bij de tempels moet iedereen hier blootsvoets het terrein betreden. Het is een fraai gebouw dat op het meest zuidelijke plekje van India ligt. We wachten tot de zon in de zee is verdwenen en halen dan de schoenen op uit het stalletje waar we ze in bewaring hebben gegeven.

Er zijn meer mensen die dat doen. Wij hadden gedacht dat de Britse invloed nog wel merkbaar zou zijn maar dat is niet zo. Staan we het ene moment op de tweede rij voor de schoenenkraam, het volgende moment staan we op de vierde. Beleefd duidelijk maken dat ze niet mogen voordringen werkt niet.

Pas als we dezelfde vuige trucs toepassen als die de Indiërs in huis hebben (o.a. met de ellebogen werken) lukt het ons tot de eerste rij door te dringen. En daar hebben we het voordeel dat onze armen langer zijn dan die van onze collega schoenenophalers. Vanuit Kanyakumari gaat de tocht verder in noordwestelijke richting.
Van Tamil Nadu komen we in Kerala: Fietsvakantie Kerala en Karnataka

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win