×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Treinreis naar Istanbul

2500 km door Centraal en Oost-Europa

Reisverslag: Ton Groothedde
Foto's: Ton Groothedde

In twee weken 2500 km per trein door Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Turkije. Met stops in de hoofdsteden Praag, Bratislava, Boedapest, Boekarest, Sofia en ten slotte Istanbul. Reizen door prachtige landschappen, tussen mensen van diverse pluimage, langs mooie en minder mooie steden met hun bezienswaardigheden.

Harry, Donald en ik vertrekken met vijf anderen vanuit Hengelo voor de ongeveer vijfentwintighonderd kilometer lange treinreis met als eindbestemming Istanbul. In Berlijn-Spandau moeten we overstappen.

We rijden door enorme gele koolzaadvelden en passeren plaatsen als Dresden en Bad Schandau voor we de grens met Tsjechië bereiken.

Tsjechië

We passeren enorme koolzaadvelden, heuvels en rivieren

Net over de grens met Tsjechië verandert het landschap. We rijden langs heuvels en bergen, waarbij een rivier door een dal loopt. Tegen de bergen zijn huizen gebouwd en de dorpjes zien er verzorgd uit. Na een hele dag treinen komen we aan op het station Praag-Holesovice.

Praag is een mooie stad, waarin 2300 gebouwen vanuit historisch oogpunt zijn beschermd. Er zijn elf universiteiten en het is een echte cultuurstad. We passeren het hoofdgerechtsgebouw van Praag en de oude gevangenis, waar zeer veel Tsjechen zijn gedood in de Nazi-tijd en het latere communistische tijdperk.

We rijden langs de Moldau die in noordelijke richting door Praag stroomt. Alleen in Praag al zijn er achttien bruggen over de Moldau.

Op de Gotische Karelsbrug over de Moldau slenteren we een tijdje rond. Zangers en zangeressen, poppenspelers, tekenaars en muzikanten wisselen elkaar af, terwijl onder hen bootjes rustig over de Moldau varen.

We bezoeken de Praagse burcht. Hier heeft tegenwoordig de president zijn bureau en in het aangrenzende gebouw zetelt de regering van Tsjechië.

Tijdens onze wandeling door de Altstadt komen we op een plein waar vele bouwstijlen te zien zijn, onder andere Renaissance, Barok en Rococo.

Als ik wat later de St. Vituskathedraal bezoek, is daar een enorme massa toeristen, terwijl het pas mei is. De kerk is gebouwd voor het kronen van koningen en niet voor het volk, maar als hij vol zit, kunnen er wel 10.000 mensen in.

Het glas-in-lood en de beelden zijn mooi, maar een beetje overdreven vind ik het allemaal wel. We staan nog even stil bij het graf van aartsbisschop František Tomášek, die hier is bijgezet, voor we weer naar buiten gaan.

We wandelen verder en bezoeken het Gouden Laantje waar allemaal piepkleine huisjes bij elkaar in een steegje staan. Op nr. 22 woonde Franz Kafka.

Met de bus bezoeken we de joodse wijk, waarbij we uitkijken over de oude joodse begraafplaats. Volgens de gids zijn hier 120.000 mensen begraven, waarvan de laatste in 1787.

Na de lunch slenteren we door de oude Praagse binnenstad. Nadat we een bezoek hebben gebracht aan de Bethlehemkerk, gaan we langs een brede lange straat met monumentale panden aan weerszijden omhoog richting Nationaal Museum.

De volgende middag vertrekken we per trein naar Bratislava. Er blijkt een zwerver in onze gereserveerde coupé te zitten. Na een vriendelijk verzoek om te vertrekken, vraagt hij ons om de kaartjes, zodat hij kan controleren of we wel in de goede coupé zijn. Ik laat de kaartjes zien, waarop hij ze wil pakken. Dit weiger ik en na tien minuten gemopper vertrekt de oude baas.

We installeren ons en slingeren door het mooie Tsjechische landschap. We passeren enorme koolzaadvelden, dalen, heuvels en rivieren.

Slowakije

Het uitzicht reikt tot Oostenrijk en Hongarije

Als we in Bratislava (ook wel Pressburg) aankomen, volgt een amusant schouwspel. We worden opgewacht door twee vrouwen en een man, die zich voegen bij onze gids uit Praag die mee zal reizen tot Boedapest.

Dat is dus vier, maar buiten het station staan nog twee kruiers en een chauffeur op ons te wachten. We zijn met acht personen en de bedoeling is dat we in een microbus worden gefrommeld met onze bagage. De zeven personen die zich met ons bemoeien, overleggen een kwartier hoe ze ons en onze bagage mee moeten krijgen. Een zeer oude personenauto wordt opgetrommeld en uiteindelijk worden we in de bus geladen.

De volgende ochtend staan we bij een tramhalte in de buurt van het hotel, waar we opgepikt worden door een tram uit 1910. Het oude trammetje is een keurig voertuig en de trambestuurder is gekleed in een uniform uit die tijd.

De tram vertrekt met een enorm kabaal. Tegemoetkomende trambestuurders zwaaien enthousiast naar onze trambestuurder in zijn uniform.

Onze gids wil bij elke stop iets vertellen over Bratislava, maar na een of twee woorden trekt de tram weer op en is zij onverstaanbaar. Na een aantal pogingen geeft ze hoofdschuddend op.

‘s Middags bezoeken we de Pressburger burcht. Het is een behoorlijke wandeling naar boven. In de burcht bevindt zich een waterput die ruim 84 meter diep is en in een ver verleden door gevangenen werd gebouwd.

Vanaf de burcht heb je uitzicht over de stad, de Kleine Karpaten met hun wijnvelden, diverse kerken, de televisietoren, enzovoort. Het uitzicht reikt tot Oostenrijk en Hongarije.

Daarna wandelen we door de oude stad langs huizen die in relatie staan tot een bekende componist, zoals Beethoven, Liszt en Mozart. Uiteindelijk komen we bij de oude overdekte markt waar we wat drinken en met onze gids Peter praten over de toch wel belabberde situatie van het land.

Het communisme is nog sterk vertegenwoordigd in Slowakije volgens Peter. De communisten krijgen nog op zeer veel fronten hun zin, zo is het Parlementsgebouw, een foeilelijk modern gebouw, pal naast de oude Pressburger burcht gebouwd, dit tot grote woede van vele inwoners van Bratislava.

Vandaag slenteren we door Bratislava. Het eerste dat ons opvalt, zijn de foto’s in etalages van winkels van scholieren die zijn geslaagd voor hun eindexamen.

We lopen naar een brug waar een restaurant in de vorm van een UFO hoog boven in een van de pijlers zit. Beneden is een lift en als de deuren zich openen meldt zich een vriendelijk oud mannetje. We betalen hem en hij zet de lift in beweging. We vallen bijna om, want de lift schiet schuin omhoog. Je kunt vanuit het restaurant, dat rondom enorme ramen heeft, kilometers en kilometers ver kijken over de Donau en ook kun je heel Bratislava overzien.

Opvallend in het centrum van Bratislava zijn de levensechte beelden die her en der zijn geplaatst. Zo hangt er een beeld over een bankje aan een plein. Als er mensen op het bankje zitten, is het net alsof er een man over hen heen leunt.

Als we staan te wachten bij een tramhalte, horen we geschreeuw en zien in de verte een groep jongeren aankomen. Het geschreeuw wordt begeleid door toeters en ratels. Het zijn geslaagde scholieren, die op deze manier proberen geld in te zamelen. Ze hebben grote spandoeken bij zich.

Als je geld in een hoge hoed gooit die de jongeren bij zich hebben, gaat er een enorm gejuich op en wordt er getoeterd en gerateld. Ook wij spekken de kas en we worden getrakteerd op een luid gejuich.

Hongarije

Velden met klaprozen en uitgestrekte landbouwgebieden

Vandaag beginnen we aan het traject van Bratislava naar Boedapest. De trein voert ons door grote velden met klaprozen, uitgestrekte landbouwgebieden, heuvels en kleine dorpjes.

Na de grens met Hongarije rijden we parallel aan de Donau. Wij kronkelen met de grote brede rivier mee en op de aangrenzende bergtoppen zijn kastelen te zien. Tegen de berghellingen zijn huizen gebouwd.

In de namiddag rijden we Boedapest binnen, waar we worden opgewacht door een uiterst vriendelijke gids. We worden naar een klein hotel in een volksbuurt van Pest gebracht.

‘s Avonds gaan we naar een ‘authentiek’ Hongaars Csardas feest. Het orkest speelt meezingers in de diverse talen van de bezoekers. Ik heb een hekel aan dit soort massatoerisme en ben er nu hopelijk voor de laatste keer ingetrapt.

Vandaag beginnen we onze wandeling op het Heldenplein. Een gedeelte van het plein, waar niet zo lang geleden nog parades werden gehouden, is omgetoverd tot parkeerplaats. Zeer opvallend is de grote zuil met bovenop de aartsengel Gabriël.

De zuil wordt aan de onderzijde omringd door een aantal beelden van ruiters en daarnaast staan in de half gebogen bouwwerken naast de zuil normaal gesproken standbeelden van koningen en vorsten. Deze worden echter gerenoveerd. Aan de zijkant van het plein staat het museum voor Schone Kunsten.

Als we verder wandelen komen we in een groot park, waar het druk is. Er worden hapjes verkocht en kinderen rijden een rondje op een paard.

Het is heerlijk weer en op ons gemak bekijken we wat gebouwen, waaronder een kasteeltje in vier bouwstijlen; Romaans, Gotisch, Renaissance en Barok.

Wat later op de dag bezoeken we de Matthiaskerk, die we niet van binnen kunnen bezichtigen, want er is een dienst gaande. Het gebouw is echter van de buitenkant ook de moeite waard. Achter de Matthiaskerk wandelen we over het Vissersbastion.

 

Het Vissersbastion ligt hoog en van hieruit heb je uitzicht over de Donau. Het is opgetrokken uit witte steen en bestaat uit trappen, torens en omgangen. Een valkenier zit rustig met zijn geblinddoekte valk te wachten op misschien wel het geschikte moment voor een voorstelling.

Op de Gellertheuvel nemen we nog een kijkje op de top bij het Vrijheidsmonument. Het Vrijheidsmonument werd na de tweede wereldoorlog door de Russen geplaatst en bestond uit een grote pilaar met daarop een vrouw met een palmtak.

Hiervoor stond een Russische soldaat met een rode vlag. De soldaat is inmiddels verwijderd, zodat voor de Hongaren een echt vrijheidsbeeld is overgebleven.

Vandaag zeer vroeg op de trein naar Boekarest. De eerste uren rijden we door het vlakke Hongaarse landschap. We passeren kleine stations zonder perron, waar de mensen gewoon langs en de tussen de rails lopen.

Roemenië

De meeste dorpjes zijn zeer armoedig en vervallen

Rond de middag komen we bij de Hongaars-Roemeense grens. Na de controle rijden we verder en passeren we de Karpaten, waarbij we af en toe door een dorpje komen.

Opvallend zijn de kerkjes, die door hun bouw en kleur en staat van onderhoud in het oog springen. Kennelijk hebben de kerken wel geld om hun gebouwen te onderhouden, terwijl de doorsnee burger dat niet heeft. De dorpjes zijn over het algemeen zeer armoedig en vervallen.

Overal staan groepjes mensen met handgereedschap te werken op het land, bijna allemaal even opkijkend en vriendelijk zwaaiend als wij passeren en hen groeten door het open raam. Een enkele keer is een auto te zien, maar paard-en-wagen hebben de overhand.

Tijdens het eten in de restauratie blijkt een mafkees iets te veel biertjes te hebben gedronken, hij slaat zijn bierglas kapot, neemt een stevige hap uit het kapotte glas en begint driftig te kauwen.

De man wordt de huid vol gescholden door de vrouwelijke bediende, maar als hij wat geld laat zien en wat brabbelt, zet ze weer een fles bier neer. Het kapotte glas wordt inmiddels rustig met grote happen opgegeten en weggespoeld met bier.

We stoppen in Braov, een grote stad. Veel flatgebouwen staan er zo slecht bij, dat ze elk moment lijken in te storten.

Nadat we hebben ingecheckt in ons hotel in Boekarest willen we wat gaan drinken, maar we mogen van de bewaker niet meer naar buiten. We zitten volgens hem in een gevaarlijke wijk. De volgende dag merken we hier echter niets van, alleen in de directe omgeving van het station wemelt het van de zwervers en wat onguur overkomende types.

De reden waarom we niet naar buiten mogen wordt echter al gauw duidelijk. We hebben dorst, de bewaker meldt zich en vraagt vriendelijk of hij drinken voor ons kan halen. We bestellen een biertje en de dames in ons gezelschap een witte wijn. We geven de bewaker geld mee. Hij loopt de deur uit en komt even later terug met de bestelling. Het zal wel een bijverdienste opleveren.

Vandaag maken we een rondrit door Boekarest. Als eerste bezoeken we de Victoriaplaats en zien onder andere het paleis waar de regering zetelt. Verder rijden we langs Victoriastraat en de boulevard, waar vroeger vooral de prominenten woonden.

Behoren tot de middelste of onderste laag van de bevolking in Roemenië was en is, in mindere mate, een catastrofe volgens de gids. In de Victoriastraat wonen kooplieden van de eerste stand, aan de Regina Elisabeth Boulevard de kooplieden van de tweede categorie.

We passeren het huis van George Enescu, een bekende Roemeense componist, die echter net als zoveel andere Roemenen geëmigreerd is naar Frankrijk.

Volgens onze gids was de Securitate (geheime dienst) nog machtiger dan de Communistische Partij. Men voelde zich, zo vertelt zij ons, altijd bekeken.

We zien na een tijdje het ‘walgelijk’ grote Huis van het Volk opduiken. Het paleis van Ceaucescu is boven de grond al enorm maar het heeft onder de grond ook nog drie verdiepingen, onder andere bedoeld om te schuilen bij atoomaanvallen. Na het Pentagon is dit het grootste gebouw ter wereld.

We passeren de Boulevard van het Socialisme waar de rijke communisten wonen, ze hebben goed voor zichzelf gezorgd.

Het verkeer is een enorme chaos, na de ‘Wende’ zoals de gids het noemt, heeft niemand nog angst om een boete te krijgen voor een verkeersovertreding, de gevangenis hoef je er niet meer voor in.

We rijden terug naar Ceaucescu’s paleis. Voordat we naar binnen mogen, worden we gefouilleerd. Binnen val ik van de ene verbazing in de andere. Zo zien we een conferentiezaal, waar alleen al in de kroonluchter 2500 kilogram kristal is verwerkt. Er moet in het pand nog een kroonluchter zijn met 5000 kilo kristal.

We lopen de ene na de andere conferentiezaal, hal of gang in. Er is veel met marmer afgewerkt en je kunt zeggen wat je wilt, maar het is een belevenis. Het wordt hier pas pijnlijk duidelijk aan wat voor grootheidswaanzin Ceaucescu moet hebben geleden.

De gids geeft een voorbeeld. Ceaucescu had de allerbeste vakmensen laten aanrukken om het paleis naar zijn smaak te bouwen. Op een gegeven moment was er tot ieders tevredenheid een fantastische marmeren trap gebouwd. Niet goed genoeg voor Ceaucescu, of waarschijnlijk vooral zijn vrouw. De mannen hebben de trap tot drie keer toe opnieuw moeten bouwen.

Het gebouw, dat nu min of meer echt van het volk is, wordt onder andere gebruikt voor conferenties. Op het grote balkon, terwijl we uitkijken over het plein waar ooit Ceaucescu over uitkeek, vertelt de gids een anekdote.

Ooit heeft Michael Jackson hier gestaan tijdens een bezoek aan Roemenië. Men vroeg hem iets te zeggen tegen de zeer vele mensen die speciaal voor hem waren gekomen. Volgens de gids heeft onze Michael zich toen onsterfelijk gemaakt met de woorden ‘I love you Boedapest’.

‘s Middags wandelen we over de grote boulevards en besluiten een ritje te maken met de metro. We hebben moeite om de ingang te vinden, maar een jonge Roemeen die we de weg vragen, loopt met ons mee naar de metro. Hij wijst ons de weg naar de goede lijn en verdwijnt dan in de massa.

Het valt op dat er in tegenstelling tot de eerdere steden die we hebben bezocht, ontzettend veel zwerfhonden zijn in Boekarest. Voor het eerst in mijn leven zijn de honden overigens banger voor mij dan ik voor de honden.

Bulgarije

Zigeuners maken muziek en dansen in het gangpad

Vandaag reizen we verder naar Sofia. Bulgaarse zigeuners maken muziek en dansen in het gangpad, waarbij een man en een vrouw de ingang van een coupé gebruiken om een draai te maken. Een vrouw die een foto maakt van het zigeunerorkestje en de dansende zigeuners, wordt vriendelijk doch dringend door de zigeuners verzocht daarvoor te betalen.

Na de controle bij de Roemeense grens lopen de zigeuners af en aan met grote pakketten, waarvan de inhoud voor ons geheim zal blijven. Als we de plaats naderen waar de Bulgaarse controle zal plaatsvinden gooien de zigeuners hun handel gewoon uit de inmiddels langzaam rijdende trein. Langs de rails staan handlangers die de pakketten oprapen. Het uitvoeren uit Roemenië is blijkbaar geen probleem, het invoeren in Bulgarije wel.

Op het perron in de grensplaats Russe wordt door de zigeuners die zojuist de pakketten uit de trein hebben gegooid driftig met geld gezwaaid en worden mensen betaald. Ik denk dat de mensen langs het spoor op deze manier worden beloond voor hun hulp.

We rijden langzaam door uitgestrekte akkerbouwgebieden afgewisseld met heuvels en dalen. Bulgarije is veel beter dan Roemenië, als het gaat om behuizing en infrastructuur.

We passeren Levski en rijden door enorme grote graanvelden. We zien veel ooievaars.

Als het donker wordt, valt ons op dat in dorpjes die we passeren, weinig licht brandt en als we aan een medereiziger vragen waarom dit is, vertelt hij ons dat veel Bulgaren uit de dorpen naar de stad trekken. Veel huizen in de dorpen staan leeg.

Laat op de avond bereiken we Sofia. De volgende dag bezoeken we de Alexander Nefski Kathedraal, een witte kerk met een groen dak en vijf torenkoepels.

De kerkdiensten duren hier van twintig minuten tot vier uur. In de Grieks- en Bulgaars-orthodoxe kerken zijn in principe geen zitplaatsen, met uitzondering van enkele stoelen voor zieken en bejaarden.

We passeren een brede boulevard in communistische stijl en zien het Parlementsgebouw. Verder bezoeken we nog een kleine Russische kerk, de St. Nicolai met zijn gouden koepels.

Als we in een winkelstraat de hoek omlopen, staan we oog in oog met een grote bruine beer die op zijn achterpoten wordt getrokken door een temmer. De beer is gemuilkorfd en doet kunstjes. De temmer wil dat we foto’s maken en hem geld geven, wat gelukkig door iedereen geweigerd wordt.

We lopen langs een volkstheater en het gebouw waar de communistische partij zetelde. Het is nu het ambtsgebouw, waar de president en twaalf ministers hun onderkomen hebben gevonden.

Tot slot bezoeken we de St. Joriskerk. Deze is in de vierde eeuw na Christus gebouwd en bestaat uit een kerk en een daarbij behorend badhuis en de restanten van de handelsstraat die er langs liep.

Turkije

Elk dorp dat we passeren heeft een of meer minaretten

Ons laatste traject, naar Istanbul, is deels een nachtelijke trip. We reizen in een Turkse trein, vrij luxe, keurig schoon en comfortabel.

De rit voert over het vlakke Turkse platteland. Het barst van de ooievaars. Zeer regelmatig zie ik herders met grote kudden schapen. Elk dorp dat we passeren heeft wel een of meer minaretten.

Later dan gepland rijden we de eerste buitenwijken van Istanbul binnen. Een uur lang treinen we door de buitenwijken, langs de Zee van Marmara. Op het laatst rijden we ook langs de Bosporus.

In de middag bezoeken we onder andere de Aya Sofia en de Blauwe Moskee.

De Aya Sofia is een mooi gebouw met zijn grote koepel en omringende zuilen. Jammer is wel dat binnen in de grote hal restauratiewerkzaamheden bezig zijn. Dit neemt niet weg dat het prachtig is om naar boven te kijken en onder de indruk te komen van de ruimtelijke werking van dit gebouw.

De Blauwe Moskee is net zo indrukwekkend. We moeten onze schoenen uittrekken en krijgen hiervoor weggooi-sloffen in de plaats. De schoenen doen we in een plastic tas, die we ook krijgen.

Binnen wordt je overvallen door de mooie blauwe kleur van de duizenden tegeltjes. Ondanks het feit dat er veel toeristen zijn, heerst er een serene rust in het gebouw.

In de buurt van het hotel slenteren we over een gezellige markt. Het is druk en werkelijk alles op het gebied van voedsel is te koop. De meest aparte kaassoorten, vlees, vis, levende dieren, groenten enzovoort worden onder luide aanprijzingen aangeboden.

‘s Avonds worden we opgehaald door twee Turkse vrienden van Donald, waarmee we zullen gaan eten. We rijden naar een buurt die er niet bepaald aanlokkelijk uitziet. De Turkse mannen wijzen ons een gebouw aan, dat het restaurant moet zijn. Het ziet er niet uit.

Nu weet ik uit ervaring dat je in het buitenland vaak het lekkerst kunt eten in gelegenheden, waarvan je op het eerste gezicht denkt, nou nee. Zo ook nu weer. Als we met een krakkemikkige lift naar het dakterras zijn gegaan blijken we een fantastisch uitzicht over een gedeelte van Istanbul te hebben.

Als we een tijdje met elkaar gesproken hebben, komen obers in smetteloos wit en met handschoenen aan onze tafel vol zetten met de meest heerlijke vlees- en groentegerechten.

Als we lekker aan het eten zijn, komt een kok naar onze tafel. De vrienden van Donald wisselen een paar woorden met de man, waarna deze weer vertrekt.

Een tijdje later verschijnt de man weer en haalt uit een schaal die hij bij zich heeft kleine stukjes vlees, die hij lijkt te tellen en een voor een op een schaal op tafel gooit. We moeten een blaadje sla nemen en daar een stukje vlees in rollen. Het blijkt een heerlijk pittig tot scherp vleesgerecht te zijn. Een van de vrienden van Donald vertelt dat het rauw lamsvlees is, dat als het ware “gaar” gerold of gewreven is.

Het is een gerecht dat al honderden jaren oud is en ontstaan is in oorlogen. Het was uit den boze om tijdens een oorlog, als de vechtende partijen niet al te ver van elkaar zaten, vlees te braden, want dan kon de vijand de rook zien of ruiken. Door lamsvlees langdurig te rollen of te wrijven werd het toch gaar gemaakt.

Op onze laatste dag bezoeken we de Grote Bazaar. Dit enorme overdekte complex herbergt honderden en met de omgeving erbij wel duizenden winkeltjes en stalletjes. We pakken een ingang waar aan het plafond vlaggen hangen van Turkse voetbalclubs. Dit moet als herkenning dienen als we de uitgang zoeken.

Op de Bazaar blijkt authentieke Turkse handel zwaar vermengd met toeristenhandel. We passeren kramen met tapijten, leren jassen, T-shirts, fruit, kruiden enzovoort. Na inkopen te hebben gedaan proberen we de ingang terug te vinden. Dat de Grote Bazaar groot is blijkt wel uit het feit dat het ons drie kwartier kost om de goede ingang en dus uitgang te vinden.

De vrienden van Donald nemen ons later mee voor een rondrit. Allereerst rijden we over een brug naar het Aziatische deel van Istanbul en na een korte rondrit zoeken we een plaats op aan de oevers van de Bosporus, waar we wat drinken.

Vervolgens bezoeken we het Topkapi Paleis. Het Topkapi Paleis was een wooncomplex voor sultans, maar is nu een museum. Er zijn wapens, porseleinen voorwerpen en sieraden te zien.

Tot slot bezoeken we het Yerebatan Sarayi, een groot ondergronds waterreservoir uit de zesde eeuw. Het is er erg vochtig en betrekkelijk donker. Opvallend zijn de liggende Medusa hoofden.

Het moet een heidens karwei zijn geweest om dit onderaardse gewelf te bouwen en dan ook nog eens de enorm grote hoofden er in te verwerken. We drinken bij een klein café ondergronds een kop koffie terwijl de druppels water om ons heen vallen.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win