Vlak bij de Mont Ventoux, in de Vaucluse/Provènce, ligt Vaison-La -Romaine, een oud stadje met romeinse resten, fonteinen en renaissancehuizen in een landschap van bergen, valleien en kloven, rivieren, wijngaarden en lavendelvelden. Het ook al authentieke dorpje Crestet ligt om de hoek.
Als liefhebbers van Italië (met Toscane als absolute nummer één) hebben we nu eens geen zin om wéér dezelfde rit over de Duitse autobahn te moeten maken. Ook willen we dit jaar eens niet zo ver weg. Vakanties worden door ons altijd vrij goed voorbereid, de nodige reisgidsen worden steevast ingepakt en geraadpleegd. Door omstandigheden dit jaar niet, een nieuwe omgeving en totaal onvoorbereid. Zo vertrekken we naar het ons niet zo bekende Frankrijk, onder protest van onze kinderen (11 en 14 jaar) die veel liever naar Italië willen.
Is het toeval of heeft het zo moeten zijn… De Vaucluse blijkt een bijna exacte kopie van Italië. Cipressen, wijngaarden, olijfbomen, lavendelvelden, de natuur, de vergezichten, de zon en de wijn.
Is het toeval dat we belanden in ‘Vaison-La-Romaine’, waar de nauwe straatjes in het oude gedeelte niet onderdoen voor die van San Gimignano (o.k. de vele torens ontbreken). Is het toeval dat deze stad gekenmerkt wordt door Romeinse invloeden en lang geleden het achtervoegsel ‘La-Romaine’ heeft gekregen?
Vaison-La-Romaine is een oude stad, er zijn zeldzame resten van zwaarden, armbanden en keramiek gevonden die stammen uit 5000-2000 jaar voor Chr. Ook werd er in die tijd vermoedelijk al wijn geproduceerd. Meer is er bekend over de periode vanaf de tweede eeuw voor Christus, toen de Romeinen Gallië veroverden en Vaison de oorspronkelijk naam Vasio Vocontiorum gaven. De inwoners, de ‘Vocontii’, steunden Caesar tijdens de Gallische oorlog en gingen zich probleemloos als Romeinen gedragen. Momenteel is Vaison de grootste archeologische vindplaats van Frankrijk, de opgravingen begonnen in 1907 en duren nog steeds voort. Ik heb mij laten vertellen dat de huidige stad gebouwd is op de Gallo-Romeinse stadskern waardoor er vermoedelijk nog veel meer ondergronds te vinden is, maar daarvoor zou men de hele huidige stad open moeten leggen.
Midden in de stad bevinden zich de twee grootste opgravingen: Puymin en La Vilasse, met een oppervlakte van vijftien hectare. Opvallend is dat het toentertijd een rijke stad was met tuinen, vijvers en fonteinen.
De huizen zijn groter en luxueuzer dan die van Pompeii en waren allen voorzien van riolering en watertoevoer. De vele badinrichtingen bezaten wel vijftien verschillende soorten marmer.
Puymin heeft een Romeins theater, daterend uit de eerste eeuw na Christus. Met zijn 6000 zitplaatsen en de Mont Ventoux als achtergrond is het een fractie kleiner dan het theater van Orange. Vandaag de dag worden er nog steeds muziekfestivals gehouden.
Over de rivier de Ouvèze werd een onverwoestbare Gallo-Romeinse brug aangelegd, bestaande uit een boog van zeventien meter. Alleen de borstwering is vernieuwd, verder verkeert deze nog in originele staat en verbindt het Romeinse deel met de later ontstane Haut Ville.
Niemand heeft kunnen voorzien dat dit zacht kabbelende riviertje op 22 september 1992 na een wolkbreuk acuut in een kolkende massa veranderde waarbij 37 mensen om het leven kwamen. Het water steeg tot een meter boven de brug, Vaison stroomde onder, 150 huizen werden verwoest…
Door de toenemende onveiligheid in de 13e en 14e eeuw werden de bewoners ‘de rots’ opgedrongen, de Haut Ville, gebouwd met stenen van Romeinse ruïnes. In de twaalfde eeuw werd het kasteel van de graven van Toulouse gebouwd, boven op de rots en vanuit alle richtingen goed zichtbaar.
Helaas is het kasteel zodanig vervallen dat het uit veiligheidsoverwegingen niet bezichtigd mag worden. Je kunt er wel naartoe lopen (klauteren), waarna je beloond wordt met een prachtig uitzicht op de Mont Ventoux. Nauwe steegjes met huizen in renaissancestijl, fonteinen en fraaie vergezichten maken de Haut Ville tot een schilderachtig gedeelte, mede doordat het autovrij is.
Op zondagochtend is er een kleine markt. Tegenwoordig zijn er veel kunstenaars gevestigd die hier hun ateliers hebben. Het is de moeite waard om wandelend via de Haut Ville naar het kasteel te gaan.
Uit de 12e-13e eeuw stamt de Cathedraal Notre-Dame-de-Nazareth. Het ernaast gelegen klooster is sober, puur en met een harmonieuze maatverhouding. Een deel hiervan is in de 19e eeuw herbouwd. De vier vleugels zijn opgebouwd uit grote bogen en de galerijen zijn versierd met bladeren, figuren en vlechtwerk.
Er worden verschillende voorwerpen tentoongesteld welke ooit zijn opgegraven (altaren, sarcofagen en decoraties). Bij het Syndicat d’iniative zijn gecombineerde toegangskaarten te koop voor de opgravingen, het archeologisch museum en het klooster, deze hoeven niet allemaal op dezelfde dag bezocht te worden.
De hedendaagse stad dateert uit de 18 en 19e eeuw en wordt gekenmerkt door zijn gezellige winkelstraten en pleinen met de vele terrasjes (o.a. Place de Montfort en Place du 11-novembre).
Op dinsdag wordt de grootste Provençaalse markt van de streek gehouden, wat uiteraard een toeristische trekpleister is. Er is voldoende parkeergelegenheid. En eerlijk is eerlijk, ook in Frankrijk smaken de pizza’s voortreffelijk. En ook al is er geen Italiaanse Chianti, er is een zeer ruime keuze in wijnen. Vaison wordt namelijk omringd door wijngaarden. De vele wijnbottelaars nodigen overal in de streek uit tot een bezoek aan hun wijnkelders om te proeven (en te kopen). 30 kilometer westwaarts bevindt zich rond de Rhône het Tricastin wijngebied waar de ‘Côte du Rhône’ vandaan komt.
Dominant aanwezig in dit fraaie landschap is de Mont Ventoux, 1912 meter hoog. Het hoogste punt in de Provènce, heel wat lager dan de Alpen, maar goed zichtbaar omdat de omringende bergen veel lager zijn.
Bij helder weer zie je op de top een radar van de luchtmacht, een televisiemast en een meteorologisch observatorium. Opvallend aan deze berg is dat de laatste driehonderd meter bestaat uit lichtgekleurde puinhellingen. Lager bevindt zich een uitgebreide vegetatie. In 1860 zijn nieuwe bomen aangeplant nadat in de 16e eeuw massaal de bomen zijn gerooid ten behoeve van de scheepsbouw.
Vanaf de top heb je een weids uitzicht. De Middellandse zee en de Alpen, met duidelijk herkenbaar de Mont Blanc, zijn bij helder weer goed zichtbaar. Helaas kan het er vaak erg nevelig zijn, met name ‘s zomers. Echte fanatiekelingen zorgen ervoor met zonsopgang op de top te zijn voor het mooiste uitzicht.
De 1912 meter hoge berg is vooral bekend en geliefd bij de wielrenners. Vaak is de Mont Ventoux in de Tour de France opgenomen. Een plaquette markeert het punt vlak onder de top waar in de jaren zeventig de Tour de France-renner Tom Simpson vlak om het leven kwam.
Het klimaat en de kalkbodem van de Provènce zijn prima geschikt voor de lavendelplant. Ruim 10.000 hectare is beplant met lavendel en de kwalitatief iets mindere variant lavandin.
De omgeving van Sault is het epicentrum van de lavendelplantages. Hier zien we velden met kaarsrechte rijen vol lavendel, een heerlijke geur hangt in de lucht en overal staan stalletjes waar men bosjes kan kopen. Vanuit Sault weer terug naar Vaison gaan we via de Gorges du Nesque, een kloof van circa veertig kilometer lengte met loodrechte wanden van zo’n 800 meter hoog.
In tegenstelling tot de Gorges d’Ardèche is de rivier de Nesque nauwelijks zichtbaar door de dichte vegetatie. Het is hier bovendien ook lang niet zo druk.
De belvédère bevindt zich op 734 meter hoogte. Vanaf dit uitzichtspunt kun je naar beide kanten de kloof inkijken. Schuin tegenover de belvédère is de Rocher du Cire (872 meter), het meest steile gedeelte. De Gorges eindigen bij het ravijn van Coste Chaude, waarna de Mont Ventoux steeds duidelijker in zicht komt.
Dat het in de Provènce warm kan zijn hebben we gemerkt. Op een kwartiertje rijden van Vaison ligt de Toulourenc-vallei, een lekkere plek om een dag te relaxen en af te koelen.
De actievelingen onder ons kunnen deze vallei doorwaden, al klauterend stroomopwaarts door watervalletjes en stroomversnellingen. Voor de kleinere kinderen is het hier heerlijk dammetjes bouwen.
Overal in de omgeving tref je wijngaarden aan. Naast wijngaarden zijn er de al eerder genoemde lavendelvelden, maar ook olijfboomgaarden en zonnebloemvelden. Een kleurrijk geheel.
Een verzoeknummer van onze kinderen is een bezoek aan de ‘krokodillenboerderij’ in Pierrelatte aan de Rhône. Twee broers hebben hier hun jeugddroom gerealiseerd door een tropische kas van 4000 m² aan te leggen en daar een leefplaats te maken voor 330 krokodillen. Nederlandstalige gidsen geven op een prettige manier uitleg over dit gebeuren.
Zondag en woensdag zijn de voederdagen (15.30 u), dit is ook gelijk het drukst bezochte tijdstip en staan er rijen voor de kassa. Wij vonden het een wat bizar, onnatuurlijk geheel: deze tropische kas werd verwarmd met het koelwater van de ernaast gelegen kerncentrale!
De enige dag dat we slecht weer hebben wordt beloond met een prachtige, boven de Ardèche ondergaande zon.
De Dentelles de Montmirail is een uitloper van de Mont Ventoux in de richting van de Rhône. De naam Dentelles, vertaald ‘gekarteld’, doet zijn naam eer aan. De toppen zijn bijzonder scherp van vorm, ontstaan doordat de bovenste lagen van Jurakalk door plooiingen in de aardkorst rechtop zijn komen te staan.
Daarna is erosie opgetreden en zijn de smalle kammen en spitse toppen ontstaan. Met zijn hoogte van 734 meter is het een paradijs voor rotsklimmers. Er kan prima gewandeld worden, met nauwelijks enig hoogteverschil rondom de Dentelles. Met een verrekijker zie je de bewegende stipjes worstelen op de top.
Wat is Frankrijk zonder gekanood te hebben… Zie je op de Ardèche niets anders dan kano’s, in de Vaucluse is dat toch een ander verhaal. De meeste beken en rivieren hebben ‘s zomers een te lage waterstand om te kunnen kanoën.
Na enige zoeken kunnen we terecht in Fontaine de Vaucluse. Over de rivier La Sorgue is een tocht van 8 kilometer mogelijk met als eindpunt Isle-sur-la-Sorgue, waarbij diverse barrages worden gepasseerd.
Op vijf kilometer van Vaison ligt Crestet tegen een heuvel aangeplakt. Het is een piepklein maar zeer karakteristiek dorpje met nauwe steegjes waar je lopend doorheen zult moeten. De auto kan geparkeerd worden aan de voet van het dorp of hoger op de top naast het kasteel.
Smalle straatjes met huizen in renaissancestijl slingeren omhoog naar de top van de heuvel, waar het twaalfde eeuws kasteel ligt. De klauteraars onder ons kunnen de smalle steegjes omzeilen en direct tegen de rots waarop het kasteel staat aan klauteren. Het kasteel is tegenwoordig privébezit en kan niet bezichtigd worden.
Crestet heeft een kleine kerk uit de 14e eeuw met fontein (gewild bij trouwlustigen) en een pleintje met bogengalerij. Vlak naast het kasteel bevindt zich een restaurant waar de koffie overheerlijk smaakt, mede door het prachtige uitzicht over het dal met daarachter natuurlijk weer de Mont Ventoux.