×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Van de Grand Canyon naar San Francisco

Zuidwest USA deel II: Arizona, Utah, Nevada en Californië

Reisverslag: Lieven Geiregat
Foto's: Lieven Geiregat

Van de imposante Grand Canyon naar San Francisco, via de rotsmonumenten van Monument Valley, de oude rotstekeningen van Newspaper Rock, de stenen bogen in Arches National Park, het grote niets van de San Rafael Desert, Capitol Reef, Zion National Park, Las Vegas, de zoutvlakte en duinen in Death Valley, spookstad Bodie en de reusachtige sequoia’s in Yosemite National Park.

Williams - Page

Diep onder ons zweven Californische condors cirkels

We vertrekken vroeg van Williams naar de Grand Canyon. Net voor de zuidelijke ingang slaan we linksaf het vliegveld op, want we willen een helikoptervlucht boven de canyon maken. We hebben niets geboekt maar op de eerstvolgende vlucht is nog plaats.

Het is een sensatie, omdat we beiden nog nooit met een helikopter hebben gevlogen. Slechts 4 van de 7 passagiersplaatsen zijn bezet, zodat we beiden aan het venster kunnen zitten. Het andere koppel zit naast de piloot, de beste plaats.

De piloot vliegt eerst boven het vlakke, met dennenbomen begroeide plateau terwijl er door de koptelefoons uitleg wordt gegeven in het Nederlands, dat hebben wij gevraagd.

Het moment dat de helikopter plots boven de gapende canyon vliegt is adembenemend. De vlucht duurt ongeveer 25 minuten en je komt ogen tekort, zo kolossaal is de Grand Canyon.

Na de rondvlucht rijden we het park binnen en parkeren in The Village. We gaan een stukje wandelen op de alom gekende Bright Angel Trail.

Na een half uurtje komen we bij het eerste resthouse dat anderhalve mijl verder ligt. We dalen continu maar hebben toch de indruk dat de bodem van de canyon geen meter dichterbij komt, zo diep is deze. Toch merken we als we naar boven kijken dat we al behoorlijk zijn gedaald.

Omdat er vandaag nog veel op het programma staat keren we terug. Jammer eigenlijk, want we hadden graag tot aan het eerste plateau gestapt, maar daar doe je dus minimaal vier uur over en dan moet je nog terug.

Bergop gaat iets moeilijker maar door de constante hellingsgraad valt ook dit mee en na 40 minuten staan we terug op de South Rim.

We eten onze lunch op de rand van de Grand Canyon, benen bengelend in de diepte. Machtig, dit uitzicht. Een eekhoorn komt op schoot gekropen, bedelend om een stukje brood. Ook een reusachtige raaf zit te ‘praten’ in een boom op één meter afstand, terwijl diep onder ons enkele Californische condors cirkels zweven.

Het gratis pendelbusje brengt ons westwaarts tot het Mojave uitzichtpunt en van daar wandelen we tot Hopi punt. Bij Hopi brengt het busje ons terug naar de Village en van daar rijden we oostwaarts via de Desert View Road. We houden halt aan Grandview Point en Lipan Point, waar je heel diep beneden je de Colorado rivier kunt zien kronkelen.

Op Desert View Point stoppen we bij de stenen wachttoren en genieten van de ondergaande zon. De avond is gevallen, tijd om de Grand Canyon te verlaten. Een damhert met reusachtig gewei steekt gracieus de weg over net voorbij de oostelijke uitgang.

We vervolgen onze weg naar Page, zowat 130 mijl verder. Langs de pikdonkere I-89 vind je tussen Cameron en Page benzinepomp noch motel.

Page - Monticello

Een prachtige meander in de vorm van een hoefijzer

Na een zwaar Amerikaans ontbijt rijden we naar de Glen Canyon dam voor het uitzicht over Lake Powell en de nabije jachthaven. We keren terug en slaan de korte Scenic View Drive in die iets verder stroomafwaarts is gelegen.

Van op de parking dalen we te voet een kort pad af tot het uitzichtpunt van de dam, een muur van beton. Het mooist is het lijnenspel in de rode rotsen: verticale lagen en daaronder schuin oplopende.

We stoppen 4 mijl ten zuiden van Page op de S-89 bij de Horseshoe Bend, een prachtige meander in de vorm van een hoefijzer, door de Colorado rivier uitgesleten in de rode rotsen. Vanaf de rand probeer ik een kei in de Colorado te gooien, maar geraak er niet.

Dan gaan we de S-98 op en vervolgens de I-160 richting Monument Valley. Onderweg slaan we links de 564 in om het Navajo National Monument te zien, meer bepaald de Betatakin ruïnes, waarop je van de overkant van de canyon een mooi zicht hebt. Het zijn woningen met een skelet van boomstammen en takken en dichtgestreken met klei, mooi beschut onder een reusachtige halfronde richel van de mesa.

We slaan verderop de 163 links in en rijden naar Monument Valley, het door Navajo indianen uitgebate nationale park. Daar maken we een lange rondrit op rood-stoffige zandwegen.

John Ford’s point, Artist Point en North Window verschaffen het mooiste uitzicht op de rotsmonumenten. Als de zon daalt, wordt de belichting steeds mooier. De mooiste beelden zien we bij het terugrijden uit het park: The Mittens en Merrick Butte, die door de ondergaande zon in een oranje gloed staan.

We racen verder naar het 20 mijl noordelijker gelegen Mexican Hat dat we ook nog willen zien baden in dit rode avondlicht. We zijn net op tijd. Enkele minuten later is de zon verdwenen.

In de vallende duisternis rijden we Utah binnen en dineren in Bluff in een restaurant aan de voet van de Twin Rock. In het zwakke maanlicht zien we een schim van deze twee broederlijk naast elkaar staande reusachtige rotspilaren.

In volkomen duisternis gaat het verder naar Monticello, onze volgende slaapplaats. Op een donkere heuvel zonder strooilicht stoppen we en slaan de hoofden in de nek om de sterrenhemel te bewonderen. Ik heb nog nooit zo veel sterren gezien. Erachter zie je zelfs verscheidene nevels, geen idee wat dat zijn, want van astronomie heb ik geen kaas gegeten.

Monticello - Moab

Per kano over de Moab tussen de rotswanden

Vanmorgen is het frisjes, maar Monticello ligt dan ook op meer dan 2000 meter hoogte. We nemen afslag 211 naar de Needles om het Newspaper Rock State Park te bezoeken. Daar zijn op een rotswand tekeningen gemaakt door de Fremont en Pueblo indianen. Bizar, zeker die voeten met zes tenen.

Weer onderweg naar Moab stoppen we aan de Wilson Arch, een grote boog in de rode rotsen uitgesleten.

De volgende stop is Hole ‘n the Rock, waar een 14 kamers tellend huis onder in de rotsen is uitgehouwen door meneer en later mevrouw Hendriksen.

Er is van alles te zien: een kleine dierentuin, een oud mijnwerkerstoilet, een oude cel inclusief ketting met ijzeren bol, oud mijnwerkersgereedschap, een nagemaakte western goksaloon en zelfs het graf van wijlen mr en mrs Hendriksen.

In Moab huren we een opblaasbare, stevige tweepersoonskano, hier ‘ducki’ geheten, om op de Colorado te varen. Het water is bruin van de rode modderpartikels en er drijft ook heel wat klein natuurlijk afval: hout, bessen, dennennaalden. Je glijdt tussen de rotswanden en dikwijls kom je in stroomversnellingen terecht, één keer zelfs een ‘white water rapid,’ dat is er één waar de toppen van de golven door de kracht van het water schuimen en wit kleuren. We zijn allebei kletsnat, maar we gillen het uit van plezier.

Er rest nog tijd voor een blitsbezoek aan Arches National Park, enkele mijlen ten noorden van Moab. Wegens tijdgebrek beperken we ons tot de mooiste bogen die het best bij avondlicht te bezoeken zijn: Double Arch, North en South Window en Delicate Arch.

In het gezellige centrum van Moab speelt alles zich af op Main Street. Brigitte koopt er een zilveren kokopelli indianenjuweel.

Moab - Tropic

Door de Capitol Gorge trokken de pioniers met hun huifkarren

Deze morgen bezoeken we het Capitol Reef National Park. Via de 191, 50 en 24 rijden we door het grote niets: de San Rafael Desert.

Langs de Fremont rivier rijden we het Capitol Reef NP binnen. We wandelen naar de Hickman Bridge, een rotsboog, hoog op de berghelling gelegen.

Aan het oude Mormonenschooltje van Fruita nuttigen we op een rots onze picknick. Als dessert eten we een superverse golden delicious appel, geplukt in één van de omliggende boomgaarden. Lekker en gratis bovendien, zolang het bij één (ofzo) per persoon blijft. Wil je meer, dan weeg je het fruit en stop je het geld in een envelop die je vervolgens in een bus deponeert.

Wat verder nemen we de zuidelijke toeristenroute. Aan de Grand Wash rijden we een onverharde weg in en laten op het einde hiervan onze auto achter. Verder te voet verkennen we de steeds nauwer wordende kloof.

Aan het eind van de toeristenroute wandelen we door de Capitol Gorge, waar de pioniers met hun huifkarren door trokken en hun namen in de rotswand kerfden. Wat verder in de kloof gaat het links omhoog de bergflank op tot aan twee natuurlijke putten in de rotsbodem waarin regenwater is verzameld dat voor drinkwater zorgt voor de flora in dit dorre gebied.

Pas terug bij de auto merken we dat het laat is. We moeten nog 120 mijl rijden langs één van de mooiste toeristische routes van de VS. Dat wordt dus een panoramische tocht over berg en dal in het duister.

Bij het bezoekerscentrum zien we drie herten de straat oversteken, ook zij zijn op zoek naar appelbomen om van het rijpe fruit te smullen. Vandaar dat er overal omheiningen rond de boomgaarden staan en er geschreven staat om het hek dicht te laten.

Tussen Torrey en Boulder racen we hoog door de bergen en zien in het schijnsel van de koplampen dat er op deze hoogte berken groeien. Ook scheren we langs een jong hert dat aan de kant van de weg staat te grazen en in het licht van mijn koplampen – gelukkig – als verstijfd blijft staan. We overnachten in Tropic.

Tropic - Las Vegas

We kijken verwonderd naar de honderden gokmachines

Enkele mijlen buiten Tropic stoppen we bij de rode bergen, typisch voor deze streek. Een korte wandeling langs het Tropic Ditch bergriviertje tot aan de grot en waterval doet deugd.

We rijden 80 mijl naar Zion National Park. Onderweg stoppen we voor een pittige korte wandeling langs één van de flanken van de Red Rocks. Van op de kam zien we in de verte een rookpluim. Een bosbrand?

Onderweg doorsnijden we verschillende leuke Mormonendorpjes en genieten van het groen en de kristalheldere bergriviertjes rondom ons. De herfst doet zijn intrede en zorgt voor een schitterend kleurenpalet.

Het is al na de middag als we de oostelijke ingang van Zion National Park binnenrijden. Na twee tunnels begint de steile afdaling tot in de vallei. Daar ben je verplicht je wagen achter te laten aan het bezoekerscentrum en kun je een shuttle bus nemen tot het einde van de vallei.

Onderweg zijn er haltes waar je kunt op- en afstappen. De river walk helemaal op het einde is wat teleurstellend voor ons: het is er druk en het pad is van beton. Waar het pad stopt kun je door het ijskoude water naar de overkant waden en zo de vallei verder verkennen. We willen echter onze bergschoenen niet onderdompelen en keren rechtsom.

Op de terugweg zien we plots tussen het struikgewas een kudde herten. Ze zijn de mensen duidelijk gewoon want de tientallen fotografen deren hen absoluut niet.

Met de shuttle rijden we tot aan Weeping Rock om daar het korte betonpad omhoog te wandelen tot aan een overhangende rots waar continu fris bergwater langs drupt.

We vertrekken op tijd uit het park. De weg naar Las Vegas is in Utah en vooral Arizona mooi, maar eens in Nevada is het enkel vlak woestijnlandschap.

Net als de zon achter de bergen verdwijnt, zien we in de vallei Las Vegas liggen met als herkenningspunt Stratosphere Tower die er als een naald uitsteekt. Toch is het nog 18 miles vooraleer we de Las Vegas Blvd, alias The Strip, oprijden.

Het ideale moment, want het schemert in combinatie met een overvloed aan neonlicht. We laten ons meeglijden met het drukke verkeer en slaan af op Tropicana Avenue op zoek naar een betaalbaar motel.

We verkennen vervolgens de Strip. We lopen de grote speelhal in van Aladdin en staan verwonderd te kijken naar de honderden gokmachines. Een oudere dame loopt met een klein emmertje vol quarters rond en glimlacht ons toe dat ze deze avond geluk heeft.

We gaan naast Aladdin bij Paris onder de Eiffeltoren door en steken de strip over naar Bellagio waar een gigantische sound & vision installatie de watershow met fonteinen begeleidt.

Via een voetgangersbrug komen we in Caesars Palace. Onderweg zien we een getrouwe kopie van de Trevi fontein in Rome, inclusief muntstukken. Je hebt bijna een plattegrond nodig om in Caesars Palace je weg terug te vinden. Er moet hier een gigantische omzet worden gemaakt, want de gokkers gooien hier grote bankbiljetten op de roulettetafel.

Las Vegas - Death Valley

De zon brandt op de zoutvlakte en we drinken veel water

‘s Ochtends rijden we nog even de Strip op en bewonderen Luxor, een casino-hotel in de vorm van een piramide, ik schat bijna even groot als die van Gizeh. Ook de sfinx ervoor is indrukwekkend. Wat verderop zien we Excalibur, een sprookjeskasteel met fel gekleurde kegelvormige daken en New York New York, inclusief het vrijheidsbeeld.

Via Blue Diamond Road (160) verlaten we deze decadente plaats richting Death Valley, na eerst in Vegas vol te hebben getankt, want de benzine in Death Valley is 20% duurder.

Kort na de middag rijden we uit het oosten Death Valley National Park in, we zijn dan terug in Californië.

Bij de afslag naar Dante’s View is de weg afgesloten. Na een stop bij Zabriskie Point rijden we door tot het bezoekerscentrum waar we vernemen dat ook de Artists Drive is afgesloten. Reden: een zware storm vorig jaar, gevolgd door hevige overstromingen, heeft veel schade aangericht aan de wegen.

Rest ons een trip door de zoutvlakte naar Badwater, het laagste punt op het westelijk halfrond, ongeveer 85 meter onder de zeespiegel. De zon brandt en we drinken veel water. De blauwe lucht ruimt langzaam plaats voor steeds grijzer wolken en op het moment dat we Stovepipe Wells naderen, breekt net ter hoogte van de Sand Dunes een zandstorm uit.

Eénsklaps zijn de hoge duinen niet meer zichtbaar en het zand snijdt op de huid. Snel de auto in naar het iets verder gelegen motel.

Death Valley - Lee Vining

Vanaf de zandduinen zien we de zon opkomen

Deze morgen staan we voor dag en dauw op om de zon te zien opkomen vanaf de zandduinen bij Stovepipe Wells. Het stevige zand is nog vochtig door de regen van afgelopen nacht als we op een duinkam wachten tot de zon opkomt.

Op dit uur is het muisstil en de temperatuur is zalig. Als de zon gaat klimmen, wandelen we terug. Plots merkt Brigitte een jonge coyote op die ligt te slapen bij zijn hol. Ook hij heeft ons in de gaten en vlucht één van de gangen onder een rots in. Daar zit vermoedelijk hun nest.

Terwijl het alweer warm wordt, verlaten we Death Valley westwaarts. Gedurende meer dan 20 mijl stijgt de weg constant, van nul tot 5000 voet. Onderweg maken borden je erop attent om de airco uit te schakelen om zo de motor niet te oververhitten. Mocht dit toch gebeuren dan staan er langs de weg watertanks met koelwater voor de radiator.

Het landschap is dor maar wel mooi, de wegen snijden er kris kras doorheen. Het wordt steeds groener en reeds van ver zien we de besneeuwde toppen van Mount Whitney opduiken. De toeristen hier zijn vooral bergwandelaars en vliegvissers en dat is te zien in de vele sportwinkels in Bishop.

We rijden verder tot Lee Vining aan de oever van het mooie, vreemde Mono Lake. Onze lodge iets ten noorden van het dorp langs de rustige highway is makkelijk gevonden en we droppen er de bagage.

We rijden door naar Bodie, een ghost town op bijna 3000 meter hoogte. In onze T-shirts en shorts staren we verwonderd naar de ranger aan de ingang: ze draagt een wollen muts en handschoenen.

Als we boven uitstappen, blijkt waarom: er staat een strakke, koude wind. Net nu we op stap zijn zonder bagage. Een trui en regenvest op de achterbank bieden enig soelaas, maar toch hebben we het berekoud.

Het ronddwalen door deze ghost town is een vreemde ervaring. Enkele huizen zijn open voor het publiek maar de sfeer voel je pas buiten. Twee uur lang slenteren we door de straten en het gidsboekje komt goed van pas. Hiermee leg je een bepaald parcours af en van praktisch alle gebouwen krijg je een bondige uitleg.

Bijna onderkoeld kruipen we terug de auto in voor de rit terug naar Lee Vining. Aan de noordzijde van Mono Lake lopen we de korte boardwalk af om de vreemde pilaren te bewonderen die uit het water bovensteken.

De zon is inmiddels ondergegaan en we keren terug naar ons knusse witte huisje. Het is heel romantisch, met een losstaand retro-bad op leeuwenpoten en gouden kranen.

De bejaarde, vriendelijke uitbaatster van de lodge vertelt ons dat het de dag ervoor sneeuwde op de Tioga pas, maar gelukkig voor ons blijft de pas open. Anders hadden we een omweg van honderden kilometers moeten maken om Yosemite te bereiken.

Ook heeft ze voor een verrassing gezorgd voor onze twintigste huwelijksverjaardag: een bos prachtige rode rozen voor Brigitte, die totaal verbijsterd is, en een doos heerlijke in witte en bruine chocolade gedompelde reuzenaardbeien.

Lee Vining - Midpines

De weg naar Yosemite National Park stijgt tot 10.000 voet

Voor één keer nemen we ‘s ochtends vroeg een bad i.p.v. een douche want het zou zonde zijn niet in deze antieke wastobbe te gaan liggen.

Na een heerlijk ontbijt zijn we klaar om de Tioga pas aan te vallen. Deze enige oostelijke toegangsweg van het Yosemite National Park stijgt tot 10.000 voet.

Ter hoogte van de Lembert Dome maken we een flinke ochtendwandeling. Het pad naar Dog Lake stijgt gestaag, de lucht is puur en onze longen vullen zich met frisse zuurstof. Het oppervlak van het meer weerkaatst mooi de omliggende besneeuwde bergtoppen.

We rijden verder de Tioga Road af tot aan Tuolumne Grove waar een nieuwe wandeling ons tot aan de reusachtige sequoia’s leidt.

Dan rijden we verder tot in Yosemite Valley, lopen even tot aan de Bridal Veil waterval en laten dan de auto achter in het ‘dorp.’

Ook hier, net als in Zion en Grand Canyon, zorgt een prima gratis shuttle-systeem ervoor dat alle hoekjes van de vallei makkelijk bereikbaar zijn.

De volgende wandeling is een kuitenbijter tot aan de Vernal waterval. Er stroomt veel water door de Merced rivier waardoor de waterval indrukwekkend is, temeer daar de avondzon in de mist van het opspattende water een regenboog te voorschijn tovert.

De weg terug bergaf is makkelijk en langs het pad lopen veel eekhoorns, zo tam dat ze uit je hand zouden eten, iets dat niet mag: ‘Let wild life stay wild’ is een veel gelezen slogan. Zelfs de blauwe gaai met zwarte kuif is tam en schuwt de mens niet.

We laten ons door de shuttlebus afzetten aan het Ahwahnee hotel, in hout en graniet opgetrokken in 1927. Vooral de eetzaal en het salon met grote open haard zijn een streling voor het oog.

Een volgende shuttlebus brengt ons naar de parking en als de zon achter de bergen is verdwenen rijden we via de Arch Rock toegangspoort het park uit op de highway 140 tot in Midpines, vanuit de vallei een klein uurtje rijden.

In het pikdonker komen we aan in het Yosemite Bug Resort, verscholen op een bergflank langs de Merced rivier. Het is even zoeken want via een zandweg moet je een brugje over en dan bergop verder.

Onze kamer is heel mooi, netjes en met antieke meubelen gedecoreerd. Er staat een oude Remington typemachine op het bureau.

Midpines - San Francisco

Een machtig uitzicht over de vallei en omstreken

We rijden vanuit Midpines via een omweg door Mariposa en Oakhurst naar de zuidingang van Yosemite om er de sequoia’s, deze keer in Mariposa Grove, te bekijken.

Onderweg bij een afdaling naar Mariposa let ik niet op mijn snelheid en pas te laat merk ik aan de overkant in de schaduw van de bomen een politiewagen op. Op het moment dat we hem kruisen zet de agent de flikkerlichten aan en draait de weg op achter ons aan. Shit, ik wist direct dat ik te snel reed en onmiddellijk zet ik me aan de kant, gevolgd door de agent.

Aan de passagierszijde benadert hij ons en zegt streng dat ik 72 mph reed waar een snelheidsbeperking van 55 mph geldt. Hij vraagt mijn rijbewijs, maar herkent het document niet. Ik zeg dat ik Belg ben en daarop citeert hij de wet en verklaart droogjes dat hij het recht heeft mij op te sluiten.

Binnensmonds vloek ik terwijl Brigitte bijna de slappe lach krijgt, ze vindt het namelijk ‘net als in de film.’ Gelukkig is hij in een goede bui ofwel heeft hij geen zin in al het papierwerk en geeft me mijn rijbewijs terug met ‘Have a nice trip.’ Ik bedank hem beleefd en we kunnen doorrijden.

Vanuit Midpines is het een behoorlijk eind rijden naar de zuidingang van het park en bijna anderhalf uur later wandelen we het pad omhoog naar de Grizzly Giant en de ernaast staande sequoia’s waarin een gat is uitgehouwen, groot genoeg om een postkoets door te laten rijden. En ze zeggen dat die boom nog steeds groeit.

Dan vervolgen we de weg naar Glacier Point, vanwaar een machtig uitzicht over de vallei en omstreken valt te bewonderen.

Helaas moeten we Yosemite verlaten om de huurwagen op tijd terug te brengen in San Francisco. Dus weer de ganse weg bergaf tot net voor de vallei.

Via de 120 verlaten we het park aan de noordwest zijde. Opnieuw is het lang rijden en tot in Groveland slingert de weg zich op en neer door het Stanislaus-gebergte, dus echt opschieten doen we niet.

Na nog een vervelend stuk via Oakdale kunnen we in Manteca eindelijk de snelweg op. Nu gaat het vlot tot aan Livermore waar het avondspitsverkeer merkbaar wordt. Het is dan ook rond vijf uur in de namiddag.

Nadat we de auto hebben ingeleverd, nemen we de sneltram naar een hotel, maar daar blijkt dat het de verkeerde vestiging is. We nemen een taxi naar het goede hotel. Morgen weer naar huis.

Deel I van deze reis door Zuidwest USA: Californië en Arizona.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!