×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Veelzijdig Mexico

Mayatempels, Spaanse kathedralen en jungle

Reisverslag: Geja Rijsman
Foto's: Geja Rijsman

Naast de befaamde Mayatempels heeft Mexico nog veel meer te bieden, zoals Spaanse koloniale kathedralen en paleizen, vulkanen en een dichte jungle met prachtige watervallen, indianendorpen en bonte lokale markten. En aan de Golf van Mexico liggen zandstranden waar je kunt snorkelen, al is het er wel erg druk.

Als we na aankomst in Mexico City gaan wandelen komen we uit op de Zócalo. Het is er vrij druk en overal staan kraampjes, waar diverse producten verkocht worden.

We kunnen nog net de kathedraal van binnen bekijken. Er is veel stutwerk nodig om te voorkomen dat de boel instort. Vervolgens lopen we langs de Templo Mayor en besluiten dat we dit complex geen bezoek waard vinden.

De volgende morgen gaan we met de bus naar Chapultepec. Omdat het nog koel is lopen we vanaf de bushalte eerst over de voetgangersbrug naar het Castillo de Chapultepec. Na een bijna volledig rondje om het kasteel vinden we eindelijk een trap omhoog. Diverse Mexicanen zijn er fanatiek aan het joggen.

Het kasteel valt tegen, het ziet er erg modern uit. De vertrekken van Maximilianus, het mooiste gedeelte, blijken gesloten wegens renovatiewerkzaamheden. We bekijken alle andere vertrekken en volgen daarna de route naar het antropologisch museum, een gigantisch gebouw. We krijgen een aardige indruk van wat ons nog in Mexico te wachten staat.

Hidalgo

Mensen bivakkeren onder over de weg gespannen zeiltjes

We nemen een bus richting Hidalgo en lopen naar de Zócalo (ofwel Plaza de la Constitución), waarbij we het Palacio de Belles Artes (Paleis van de Schone Kunsten) passeren en een kerk en de Casa de Los Azulejos (huis met de tegels) bekijken.

Op de Zócalo gaan we naar het Palacio National om de muurschilderingen van Diego Rivera te bekijken.

Vervolgens lopen we langs de Templo Mayor richting Iglesia de San Domingo. En dan staan we ineens in een plastic tentenkamp. Het is onduidelijk of de mensen hier permanent of tijdelijk wonen. Overal zijn zeiltjes over de weg gespannen en daaronder bivakkeren groepjes mensen.

De Iglesia de San Domingo blijkt niet zo bijzonder, het pleintje ervoor wel. Daar staan allemaal oude typemachines waarop tegen betaling voor analfabeten brieven worden uitgetypt.

Teotihuacán

Via de dodenweg naar de tempels van de zon en de maan

Vanuit Mexico City maken we ook een dagtocht naar Teotihuacán, waar we eerst de Ciudadela bekijken, waarachter beelden van Tláloc (de regengod) en de Slangengod verscholen zitten.

De beklimming van de Pirámide del Sol (tempel van de zon) is een stuk eenvoudiger dan verwacht. Boven hebben we een mooi uitzicht over de Pirámide de la Luna (tempel van de maan). Als we omhoog kijken, zien we een prachtige halo om de zon.

Het is nog een flinke wandeling over de Avenida de los Muertes (weg van de doden) naar de Pirámide de la Luna (tempel van de maan). Deze beklimming is korter, maar veel steiler. Boven genieten we van het uitzicht. Ook achter deze tempel is nog het één en ander te zien, waarbij met name de fresco’s bijzonder zijn.

Als we het gehele complex bekeken hebben, besluiten we op zoek te gaan naar een bus die ons naar Mexico City terug kan brengen. We raken onder de indruk van het openbaar vervoer in Mexico. We hebben meteen een bus terug en bij het busstation na vijf minuten ook weer een trolleybus naar ons hotel.

Puebla

Het uitzicht op vulkanen en landbouwgronden is prachtig

‘s Ochtends vroeg vertrekken we met de bus naar Puebla, waar we een kleine maar schone kamer in een mooi hotel vinden.

We lopen via de Reforma naar de Zócalo waar we de Cathedral in Herreresque bekijken, die vooral bekend is om zijn klokken. Via de winkelstraatjes vervolgens naar de Templo de Santa Domingo. Terug richting Zócalo, daarna naar de oude bibliotheek en vervolgens naar het museum Amparo, maar dat is helaas dicht.

We gaan de volgende ochtend met de bus richting Loreto en vervolgens naar Cerro de Guadelupe. Het eerste fort is niet veel bijzonders, dus we lopen er alleen omheen. Dan lopen we terug naar de grote weg en zien de bergtoppen weer liggen.

Helaas is het niet zo helder. Wel hebben we een mooi uitzicht over de stad. We lopen terug, zodat we de winkels met speciale Puebla goederen kunnen bekijken.

We lopen naar de plek waar de bus ons op moet pikken voor San Miguel en Nativitos. Na een lange rit worden we gedropt onderaan Cacatla.

We lopen omhoog met een prachtig uitzicht op de vulkanen. Als ik het zat ben, nemen we een bus voor het laatste stuk. Michael hoeft niet te betalen en na 100 meter moeten we er dan ook al weer uit omdat we er zijn. Het museum is klein, maar bevat wel een paar mooie replica’s van de fresco’s die hier gevonden zijn. Over een wankel trappetje bereiken we de tempel. Het geheel is overdekt om de fresco’s te beschermen.

Omdat we vanuit deze tempel de tempel van Xochitécatl al op de volgende heuvel zien liggen, gaan we lopen. Het is een leuke klim en het is er erg rustig, we komen slechts twee mensen tegen.

Het uitzicht op zowel de vulkanen als de landbouwgronden is prachtig. We beklimmen ook de vrij lage tempel nog even en lopen dan terug naar San Miguel, waar we de bus terug naar Puebla nemen.

Oaxaca

Trap op trap af door het grote ruïnecomplex Monte Albán

We staan vroeg op, omdat we op tijd in Oaxaca (WA-HA-ka) willen zijn. De teleurstelling is groot als op het interlokale busstation blijkt dat er pas om kwart voor elf een bus gaat.

Om kwart voor vier komen we aan in Oaxaca. We vinden snel een stadsbus en stappen een paar straten voor de wijk met hotels uit. De bus heeft een bijzonder uiterlijk, je kunt niet naar binnen kijken en in de bus worden allerlei verzamelingen uitgestald. We eten enchiladas bij El Meson, waarbij we ook de Mexcales de Oaxaca proberen. In plaats van een gerecht blijkt het een borrel te zijn. De enchiladas met chili zijn bijzonder heet en Michael haalt dan ook bij de laatste twee de pepers eruit.

Het is een flinke klim naar Monte Albán, maar de bus redt het toch in een half uurtje. We bekijken er eerst het museum en lopen dan naar de ruïnes. Het is een groot complex, we lopen heel wat trappen op en af. Helaas is het nogal heiig, dus echt van het uitzicht genieten is er niet bij. Om één uur komt de bus ons weer ophalen.

Op onze laatste dag in Oaxaca droppen we de bagage op het busstation en gaan lopend de stad in. We gaan even in een parkje op een bankje zitten en gaan dan naar de Templo de Santo Domingo. Die blijkt echter tot vijf uur gesloten, dus we gaan naar het zuiden van de stad, naar de ambachtsmarkt. Die blijkt op zondag niet helemaal opgebouwd, maar we zien nog een leuk T-shirt en een typisch Oaxaca klein beschilderd houten poppetje (duivel-monstertje).

Na de lunch opnieuw naar het noorden van de stad. In een handwerkwinkeltje kopen we een prachtige gekleurde zon en maan voor aan de muur. Vervolgens gaan we naar het museum naast de Templo de Santa Domingo waar ze een prachtig gouden masker in een vitrine hebben liggen. Op het plein voor de Templo de Sante Domingo lezen we wat in afwachting van het opengaan van de kerk. Deze kerk is van binnen de mooiste die we tot dusver gezien hebben. Overal goud en schilderingen.

San Cristóbal de las Casas

Per boot door een kloof en te paard naar een indianendorpje

Na een onplezierige nacht in een bus arriveren we om half acht ‘s ochtends in San Cristóbal de las Casas. Omdat we morgen een excursie willen maken en paardrijden, gaan we boekingskantoren af en bezoeken in de tussentijd de kathedraal van San Cristóbal de las Casas.

Bij het meest betrouwbaar ogende boekingskantoor boeken we voor morgen een trip naar de Cañón del Sumidero en een rit te paard naar een indianendorp.

Aan het eind van de middag beklimmen we via een enorme reeks trappen de heuvel van San Cristóbal, waar we wat rondneuzen. Uitzicht heb je nauwelijks door de enorme struiken aan alle kanten. Helemaal op mijn gemak voel ik me hier niet.

De volgende ochtend blijken we maar met z’n vieren te zijn en dus gaan we met een taxi i.p.v. een bus. De chauffeur zet de radio aan, waar meer ruis dan muziek uitkomt.

Na anderhalf uur zijn we bij het vertrekpunt van de boot. We moeten nog even wachten, maar dan gaan we echt de Cañón del Sumidero in. De boot gaat hard en wij hebben het beste plaatsje bemachtigd, helemaal voorin. Gelukkig geen buiswater, dus we worden niet nat. Sterker nog, als de boot voor het eerst stilligt bij een vogelbroedplaats, krijgen we het al aardig warm.

De tweede stop is midden op het water bij een groepje takken. We fotograferen eerst de vogels en zien dan ineens een krokodil(letje). We gaan verder door de Cañón, het uitzicht is spectaculair. Iets heel bijzonders is de ‘kerstboom’ van mos, die zich op een steile rots heeft gevormd.

Na ongeveer een uur komen we bij een dam, waar we pauzeren. Na een colaatje gaan we weer terug, deze keer zonder stops en met een flinke gang. In totaal hebben we zo’n twee uur in de Cañón doorgebracht.

De taxi brengt ons vervolgens naar het dorpje Chiapa de Corzo. Hier kunnen we een uurtje rondkijken. Na tien minuten zijn we uitgekeken op de souvenirstallen langs het dorpspleintje, dus we gaan op een bankje zitten.

Eindelijk is het uur om en brengt de taxi ons terug naar San Cristóbal. Onderweg komen we langs een dorpje dat in de krater van een vulkaan is gebouwd.

In San Cristóbal gaan we naar de lokale markt. Als we echter bij de Zócalo zijn, begint het hard te regenen. We schuilen onder de galerij voor een bank. De Zócalo is binnen de kortste keren een grote plas water.

Vandaag gaan we paardrijden. We blijken met z’n drieën te zijn. Daniël uit Zwitserland is ons reisgezelschap. Michael krijgt het grootste paard, Daniël het kleinste en ik het middelste. De paarden hebben houten zadels en een stuk touw als teugel.

We lopen langs de berm van een drukke weg door het afval. Niet een denderende omgeving, maar als we de weg oversteken wordt het beter. Door een dorpje en dan de rimboe in. Af en toe afgravingen, dan weer bos met stroompjes water of gewoon vlaktes.

Michael klaagt al snel over z’n achterwerk, maar ik heb nog geen last. We wisselen draven, galopperen en stapvoets lopen af. Na anderhalf uur komen we bij San Juan Chamula. Als ik afstap heb ik toch een vreemd gevoel in m’n achterwerk en bovenbenen.

We drinken wat op een terras en vergeten af te rekenen als we weggaan, nadat we een stenen beeldje en dingen voor in mijn haar gekocht hebben van een lief meisje. We moeten entree betalen voor de kerk. We krijgen een speciaal certificaat, waarop staat dat fotograferen in de kerk niet is toegestaan en dat overtreders worden gestraft.

De kerk is inderdaad bijzonder. Overal kaarsjes en langs de kant allerlei beelden in een glazen hokje. De vloer moet voor een groot deel bedekt zijn met kaarsvet, zoveel kaarsen worden er aangestoken. We gaan nog maar even bij de kraampjes langs en ik koop na heftig afdingen een Mexicaanse sjaal.

Na een uurtje vertrekken we weer. Al snel begint mijn achterwerk pijn te doen en tot overmaat van ramp heb ik op mijn duim een enorme open blaar. Ik heb niet meer zo’n zin om te draven of galopperen, want dat doet te veel pijn. M’n paard heeft er trouwens ook geen zin in, want hij kan het galopperen niet bijhouden.

Zodra ik van m’n paard stap, word ik duizelig, dus ik ga maar even zitten. In de taxibus naar het Zócalo ga ik met m’n hoofd op de knieën liggen want ik voel me belabberd. Ik weet zeker dat ik m’n ogen open heb, maar ik zie niets.

Palenque

Watervallen in een alles overwoekerende bananenjungle

‘s Ochtends vroeg zitten we in de bus naar Palenque. De omgeving van groene weilanden, dennenbos en maïsakkertjes verandert in een zeer groene alles overwoekerende bananenjungle. Er wordt hier zo te zien regelmatig bos plat gebrand.

Dan zien we een lokale bus op z’n kant in de berm liggen met militairen die het verkeer er om heen regelen. Even later is er ook controle en komt een militair de bus checken. Veel later dan verwacht, pas om half twee, komen we aan in Palenque.

Het regent vrijwel de hele nacht door en we worden al vroeg gewekt door de hanen. Het busje dat ons ophaalt om naar Agua Azul te gaan, is vrij modern en tot onze schrik moeten er in totaal 15 personen in (13 volwassenen en 2 kinderen). Flink overbeladen dus.

We stoppen eerst bij Misol-Ha, een 35 meter hoge waterval, ongeveer 20 kilometer ten zuiden van Palenque.

Na nog een uurtje zijn we bij Agua Azul. Wat is het water hier bruin. De lust om te zwemmen is meteen vergaan. Er staan kruisjes langs het water ter herinnering aan verongelukte mensen.

We lopen langs de watervallen tot we iemand tegenkomen die vertelt dat hij een waarschuwing heeft gehad niet verder te gaan. Er zouden ‘banditos’ in de jungle zitten. Wij gaan dus ook maar terug.

We lopen de andere kant op tot we een waarschuwingsbord zien dat we niet begrijpen, we gaan dus maar weer terug. Juist als we naar een terras willen gaan, komt één van de meisjes uit de bus aanhollen.

Haar Spaans begrijpen we niet, dus laten we het in het Engels herhalen. Iedereen blijkt al in de bus te zitten en het wachten is op ons.

Eindelijk naar Palenque, naar de ruïnes. Onderaan worden we gedropt bij ‘t museum en dan nog verder omhoog voor de ingang.

Palenque is mooi en groot en de jungle is er ook prachtig. Kortom: hoewel de tempel met de inscripties dicht is en in de steigers staat, maken we veel te veel foto’s.

Het wordt al gauw zwetend heet maar toch rent Michael gefascineerd alle tempels op en af, terwijl ik lekker ergens in de schaduw zit.

Tegen twaalven dalen we weer af naar het museum, onderweg denken we nog apen te horen, maar het blijken helaas vogels te zijn. Het museum zelf is klein maar wel met mooie grote maskers en duidelijke uitleg.

Mérida

De Puuc-route langs El Arco, Xlapak, Kabaf en Uxmal

Om acht uur al met de bus richting Mérida. Onderweg wordt het landschap droger en platter en zien we de Golf van Mexico. Om vijf uur zijn we in Mérida en vanuit de koude airco bus lijkt het of je een oven instapt. Het is hier zeer warm en er waait een harde hete wind. Blijkbaar is het hier niet zo vochtig, want we zweten nauwelijks.

De volgende ochtend vroeg zijn we ruim op tijd bij busstation del Sur waar we kaartjes kopen voor de Puuc-route. De eerste archeologische site die we gaan bekijken is Labná.

Het eerste wat we zien, zijn twee enorme leguanen. El Arco is mooi en ook het palacio is aardig. Het beeld uit de Lonely Planet (slang met mensenhoofd) kunnen we echter nergens vinden.

We gaan verder naar Xlapak. De site is niet echt bijzonder, wel de steekvliegen waarvan één me bijzonder gemeen in m’n been steekt. Na Xlapak is Sayil de volgende stop. Het palacio is aardig, maar het mag slechts tot halverwege beklommen worden en daar komen we niet eens aan toe. El Mirador stelt weinig voor en de stèle met een reliëf van een fallische god is eigenlijk een lachertje.

De volgende stop is Kabaf. Dit is een mooie site en we komen er slechts toe om aan één kant van de weg te kijken. Het paleis van de maskers is erg mooi en behoorlijk groot, met steile treden aan de voorkant.

Na dertig minuten gaan we op weg naar Uxmal, dat rond 600 na Chr. werd gesticht en na circa 3 eeuwen weer verlaten. Voor het einde van deze beschaving worden verschillende verklaringen gegeven. Enerzijds kan het te maken hebben met het gebrek aan water in dit gebied, anderzijds kan de opkomst van Chichen Itza van invloed zijn geweest.

Het begint goed als we de 39 meter hoge piramide del Adivino niet mogen beklimmen. Vervolgens gaan we naar El Cuadrangulo de las Monjas dat erg mooi is.

Michael beklimt in zijn eentje de Gran Pirámide, want ik heb geen zin meer. Boven blijkt het lekker te waaien. Vervolgens bekijken we de rest van de site en gaan weer richting uitgang. Wat bijzonder is aan de Puuc-route is de enorme hoeveelheid witte en gele vlinders en in de ruïnes zijn allemaal vogeltjes.

Chichén Itzá

In de 10e eeuw de belangrijkste stad van Yucatan

‘s Ochtends nemen we de bus naar Chichén Itzá. ‘t Is er heet maar toch lopen we de 1,5 km naar het dorpje Piste voor de hotels. De volgende ochtend staan we vroeg op en lopen naar Chichén Itzá. Chichen Itza is rond 550 na Chr. gesticht en was in de 10e eeuw de belangrijkste stad van Yucatan.

We beklimmen meteen de grote piramide (El Castillo) met van daaruit het uitzicht over de hele site. Als ik weer naar beneden klim, neemt Michael een foto om de hoogte te laten zien. Het valt ‘m op hoe hol mijn voetstappen klinken. Dat blijkt te kloppen want onder deze trap zit de ingang van een onder de grote piramide gelegen piramide.

We lopen richting de Grupo de las Mil Columnas, van waaruit we foto’s van de grote priramide (El Castillo) maken. Vervolgens richting Juego de Pelota Principal (balspel) waar beide ringen nog intact zijn.

Verder naar El Osario, Casa de los Metates en ten slotte Edifico de las Monjas. Prachtige gekleurde vogels zitten hier en legio leguanen. Via de Xtoloc Cenote gaan we opnieuw naar de Grupo de las Mil Columnas om die nu echt te bekijken.

Nog even naar de Sacrid Cenote waar waardevolle spullen en skeletten gevonden zijn. Vervolgens de geheime tempel onder El Castillo. Het is mij te nat en glibberig dus ik ga niet mee naar boven.

Playa del Carmen

Snorkelen tussen grote vissen

‘s Middags nemen we de bus naar Playa del Carmen, een reis van drie en een half uur. Playa del Carmen is een badplaats in de provincie Yucatan.

We slapen uit vandaag. Pas tegen de middag gaan we naar het strand. Het water is niet koud, terwijl het zand niet warm is. Wel plakt het zand overal en kun je het niet meer van je afvegen. De laatste dag maar niet naar het strand, want dan voel je het zand in het vliegtuig nog.

Op de een na laatste dag nemen we de boot naar Cozomul. Op het eiland nemen we een taxi naar ‘t snorkelstrand. Het park is wel aardig, mooie lagune, dolfijnen zelfs, lekker zandstrand met palmhutjes en ligstoelen. ‘t Snorkelen is perfect: enorm veel (grote) vissen, alleen iets te druk (allemaal Amerikanen ineens). Helaas krijg ik een loopneus van al dat zoute water dus gaan we om vier uur terug.

De laatste dag reizen we van Playa del Carmen naar Cancun. We lopen wat rond, ontbijten, zitten in een park, lopen nog wat over de mercado waar je gek wordt van de mannetjes die je naar binnen willen praten. Cancun is niets bijzonders. Tegen half vier nemen we een taxi naar het vliegveld.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!