×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Vesterålen & Lofoten

Eilandhoppen in Noord-Noorwegen

Reisverslag: Samantha Spijkers
Foto's: Samantha Spijkers

De eilandengroepen Vesterålen en Lofoten draaien vooral op de visvangst: overal hangt de kabeljauw aan rekken te drogen en in de fjorden wordt in ronde netten zalm gekweekt. De natuur is ruig en overal klateren beekjes en watervalletjes. Her en der houden Sami rendieren en bijna overal zijn er mooie uitzichten. Omdat Vesterålen & Lofoten boven de poolcirkel liggen is er bovendien een goede kans om boven je hoofd het mysterieuze poollicht te zien.

Daar staan we dan, zeven reizigers en twee gidsen, in het pikkedonker in de Noorse berm. Alle hoofden zijn omhoog gericht, want we worden bijna letterlijk overspoeld met noorderlicht. Alle foto’s, filmpjes en documentaires over dit fascinerende, onvoorspelbare natuurfenomeen maakten me jaloers: ik moest en zou het noorderlicht zelf zien. En meteen bij aankomst is het al raak, terwijl we nog onderweg zijn naar de eerste accommodatie van deze vakantie. Noord-Noorwegen heet ons welkom met noorderlicht.

Andøya (Vesterålen)

Tussen het groen klateren beekjes en watervalletjes

De accommodatie waar we de eerste drie nachten zullen verblijven blijkt een luxueus houten huis aan een fjord op Andøya, dat deel uitmaakt van eilandengroep Vesterålen. De buitenkant van het huis is in de voor Noorwegen zo typerende rode kleur geverfd, het dak is begroeid met isolerend gras.

De fjord wordt omringd door bergen en boven het heldere water lacht het noorderlicht ons een paar nachten toe.

Toen we hier vanaf vliegveld Harstad/Narvik Evenes naartoe reden was het windstil. Het water in de fjorden waar we langsreden was zo glad, dat de wereld er perfect in weerspiegeld werd: de bergen, met hun groene, donkerrode en okergele herfstkleuren en de steeds donkerder kleurende blauwe lucht met het handjevol wolken.

Overdag staan veel excursies op het programma maar de reden om hierheen te reizen is om het noorderlicht te zien. Daarvoor moet de hemel donker en kraakhelder zijn. Hoe noordelijker, des te groter de kans dat je onder de poollichtovaal zit die rond de magnetische pool verschijnt, waardoor de kans dat je poollicht ziet toeneemt (al kun je ook te noordelijk zitten).

Het noorderlicht ontstaat door zonnewind waarvan de geladen deeltjes bovenin de atmosfeer van de aarde hun energie overdragen op zuurstof- en stikstofatomen. Die energie komt vervolgens vrij in de vorm van licht. Doordat de zonnewinddeeltjes worden aangetrokken tot de magnetische polen vinden hier de botsingen in de atmosfeer plaats en is het poollicht dus vooral onder deze poollichtovalen goed waar te nemen.

Al de eerste avond wordt aan alle voorwaarden voldaan om het noorderlicht te zien en wat het extra bijzonder maakt is dat we ons onder de ‘kroon’ van het noorderlicht bevinden: het poollicht voegt zich boven onze hoofden samen in een soort oplichtende bal, waarna het uiteen spat en alle kanten op schiet.

Op foto’s met een lange belichtingstijd zie je het noorderlicht vaak als felgroene strepen in de lucht. Met het blote oog ervaar ik het eerder als een bewegende lichtgrijze wolk die soms wat groenig of roze lijkt op te lichten.

Bijzonder is dat ieder het noorderlicht anders ervaart: de een ziet felle kleuren, de ander een grijzige wolk of een witte waas. Voor mij ziet het eruit alsof iemand met een heel groot stuk vitrage figuren in de lucht aan het waaieren is. Af en toe trekt dit gordijn helemaal over me heen, dan weer wappert het de andere kant op of is het opeens weg om daarna tussen de bergen weer tevoorschijn te komen.

Overdag wandelen we door de prachtige natuur op Andøya. De enige loofbomen die in dit koude klimaat goed willen groeien zijn berken en die zie je dan ook bijna overal. Tussen de boomwortels en over stenen en rotsen gedrapeerd zijn overal mossen in fraaie herfstkleuren te ontdekken: felgroen, okergeel en knalrood.

Hoewel ik niet vies ben van een fikse wandeling is het in het begin even wennen, want de Noorse wandelpaden zijn op zijn zachtst gezegd iets ruiger dan die in Nederland. Uiteraard moet je ook meer klimmen en dalen. Maar er is zoveel moois te zien dat je bijna niet weet waar je moet kijken. Overal om je heen zijn bergen en tussen het groen klateren veel beekjes en watervalletjes.

Dat de uitzichten hier letterlijk schilderachtig mooi zijn, realiseer ik me als ik vanaf een open plek over het glinsterende zeewater heen uitzicht heb op een bergpartij. De voorste bergen lijken donkerblauw en de bergen die erachter opdoemden ogen lichter van kleur, precies zoals ik ooit bij tekenles leerde toen ik bergen moest aquarellen: van donker naar licht.

Tijdens de wandelingen door de bossen en de bergen komen we vaak in the middle of nowhere vakantie­woningen van Noren tegen. Zij zijn zelf namelijk ook dol op de natuur intrekken en wandelen is een van hun grote hobby’s. Er zijn overal ook veel wandelboekjes en -kaarten te koop en op sommige snoep­verpakkingen staan zelfs wandel­routes aangegeven.

Hinnøya (Vesterålen)

De rendierhoudster vertelt over het leven van de Sami

Op Hinnøya brengen we een bezoek aan de familie Inga, een Samische rendierhoudersfamilie. De vrouw des huizes, Laila, ontvangt ook groepen toeristen en vertelt hen over het traditionele leven van de Sami. Die mag je overigens nooit Lappen noemen, want dat is voor hen een scheldwoord.

Van oudsher trokken de Sami als nomaden met hun rendieren rond. Maar de plekken waar hun rendieren tegenwoordig ‘s zomers en ‘s winters grazen liggen tamelijk dicht bij elkaar. Daardoor kan de familie Inga het grootste deel van het jaar op dezelfde plek wonen terwijl hun dieren in de bergen vertoeven.

Alleen in perioden van het jaar waarin ze meerdere dagen en nachten in de nabijheid van de rendieren in de bergen moeten blijven, zoals in het voorjaar als de pasgeboren kalveren gemerkt moeten worden, trekt de familie Inga de bergen in en overnacht daar ook.

Laila ontvangt ons hartelijk in een houten lavvu, een soort tent die is nagebouwd naar het voorbeeld van de traditionele lederen lavvu’s waarin de Sami vroeger sliepen. Ze doet dit door een joik te zingen, een religieus lied van de Sami.

Tegen de wanden van de lavvu staan houten banken waarover ontelbare rendierhuiden zijn gedrapeerd. In het midden brandt een kampvuur waarvan de rook door een opening in het dak naar buiten kan trekken.

Laila, uitgedost in prachtige Samische klederdracht, laat ons rendierkaas proeven. Rendierkaas is exclusief omdat de dieren maar weinig melk produceren. De jonge kaas is wit en stevig. Je moet hem in je kopje koffie doen en pas opeten nadat je de koffie hebt opgedronken. Hierdoor wordt de kaas romiger en komt er meer smaak aan.

Sommige rendieren worden dicht bij huis gehouden en kunnen rond de vaste lavvu bekeken worden, zoals dieren die iets mankeren, kalveren die hun moeder zijn kwijtgeraakt of dieren die geslacht moeten worden. Plus enkele lievelingen van het gezin.

Alleen nu niet, want het is bronstijd en volgens Laila is het dierenmishandeling om ze dan niet hun eigen gang te laten gaan. We zullen de dieren dus op moeten zoeken. Laila weet precies in welke omgeving ze moeten rondhangen en leidt ons busje ernaartoe. Al snel zien we de eerste groep. Om de dieren niet te storen of te laten schrikken kunnen we echter niet te dichtbij komen. Maar zelfs van een kleine afstand is het bijzonder om echte rendieren te zien.

Hoewel de liefde voor haar rendieren blijkt uit alles wat Laila zegt en doet, dient hun vlees wel als voedsel en worden hun huiden gebruikt om kleding van te maken of te verkopen. Werkelijk elke centimeter van een rendier wordt benut, er wordt niets van weggegooid. Van dieren houden en ervan leven gaat bij de Sami prima samen.

Langøya (Vesterålen)

Stokvisrekken en zalmnetten bij het vissersdorpje Nyksund

We reizen verder naar Nyksund, een idyllisch vissersdorpje aan de noordkust van Langøya, een eiland dat ook deel uitmaakt van de Vesterålen. De enige route naar Nyksund is een slingerweg met aan de ene kant een prachtige bergpartij en aan de andere kant de blauwgrijze zee.

Grote ruwe, grijze rotsen steken spits af tegen de kleurrijke struiken, mosjes en het gras dat tegen de bergwand groeit. Het bruinige geel overheerst maar er zit ook veel helder groen en scharlakenrood in de blaadjes van de planten.

Zo koud als het buiten is, zo warm worden we onthaald door de eigenaresse van de tweede accommodatie. De slofjes staan al klaar, want in Noorwegen lopen ze binnenshuis altijd op sloffen of dikke sokken.

De eigenaresse heeft een vast grapje: Nyksund is niet het einde van de wereld maar juist het begin ervan. En hoewel het dorpje erg afgelegen ligt, is de omgeving werkelijk onbeschrijfelijk mooi en lijkt het alsof je een sprookje bent binnengelopen.

Aan het begin van de twintigste eeuw was Nyksund een van de grootste vissersdorpen van de Vesterålen. Maar door de komst van moderne grotere boten, die niet konden aanleggen in de kleine haven van Nyksund, raakte het dorpje in verval.

De doodsteek kwam door de Noorse politiek uit de jaren 6o van de vorige eeuw, die bewoners financieel stimuleerde zich te concentreren in een aantal gemakkelijker te bereiken kernen. In de jaren 70 was Nyksund uitgestorven maar later vestigden zich er toch weer wat mensen die de boel opknapten. ‘s Winters wonen er amper tien mensen, in de zomer komen daar enkele tientallen toeristen bij.

Vlakbij Nyksund hangen in de fjord cirkelvormige netten waarin zalm wordt gekweekt en langs de kust staan houten stokvisrekken waaraan kabeljauw wordt gedroogd. De meeste rekken zijn op dit moment leeg, alleen bij sommige huisjes hangen aan kleinere privérekken nog wat vissen.

Het is een kwestie van smaak hoe lang je ze precies laat drogen maar doorgaans hangen de vissen van februari tot mei aan de rekken, waarna ze binnen nog eens drie maanden worden nagedroogd.

Wandelend in de omgeving van Nyksund zijn er spectaculaire uitzichten op zee. De hoge golven beuken zo hard op de kleine rotsjes dat het water omhoog springt als uit een geiser. Op de berg in Nyksund is het een explosie van kleuren, geuren en geluiden, dus die is zeker het beklimmen waard.

Svolvær (Lofoten)

In de rimpelloze Trollfjord lijkt de boot door de lucht te zweven

Met de veerboot maken we een korte overtocht naar Fiskebøl, op het eiland Austvågøy, waarbij we langs prachtige bergpartijen varen en weer genieten van schitterende uitzichten. Het noorden van Austvågøy behoort nog tot de Vesterålen maar het zuidelijke deel, waar wij aan land gaan, valt onder de Lofoten.

De Lofoten zijn een grotere eilandengroep, die bestaat uit zo’n tachtig door mensen bewoonde eilanden. Ze liggen iets ten zuiden van de Vesterålen maar nog steeds boven de poolcirkel.

Onderweg naar onze accommodatie in Svolvær bezoeken we het Polarlight­center in Laukvik. Dit weten­schap­pelijke centrum is door de Neder­landers Rob Stammes en Threes van Nieuwenhoven ingericht in het voormalige dorps­huis. Deels is het Polar­light­center gericht op het (met zelf­gebouwde instrumenten) meten, vast­leggen en voor­spellen van het noorder­licht.

Voor een ander deel is het centrum gericht op het geven van voorlichting over dit natuurverschijnsel middels lezingen, instructiefilms en foto’s. Hoewel de reisleiding ook al de nodige informatie had verstrekt weten Threes en Rob daar in een heel ongedwongen sfeer nog veel aan toe te voegen.

In Svolvær overnachten we in een rorbuer. Dit zijn soms originele, soms nagebouwde typische Noorse vissershuisjes. Vaak staat een kant van het huisje op palen in het water, zodat de vissers snel aan boord konden stappen om uit te varen.

Vanuit de rorbuer heb ik over het water van de fjord uitzicht op spitse bergen en de zee. In de omgeving staan alweer lege stokvisrekken en over verschillende paden kunnen wandelingen door het dorp en langs het water worden gemaakt. Perfect om de rustgevende, prachtige omgeving te verkennen en meer natuurschoon te kunnen bewonderen.

De natuur hier vind ik nog mooier dan die op de Vesterålen en dan met name de bergen. De herfstkleuren lijken er feller vanaf te spatten en er zijn ontelbaar veel momenten waarop ik mist of wolken rond de toppen van de bergen ontdek of een enkel straaltje zonlicht een verder in schaduw gehulde bergwand zie verlichten.

We maken per traditionele vissersboot een tocht naar de Trollfjord, die een stuk noordelijker op Austvågøy ligt (en daarmee onder Vesterålen valt). Overal in Noorwegen kom je de mythische trollen uit de sprookjesboeken en legenden tegen. Op plaatjes en als figuurtjes worden ze schattig en lief afgebeeld, in de volksverhalen zijn ze echter dom en enorm erg lelijk.

Trollen zijn onder meer allergisch voor zonlicht en als ze nog buiten zijn als de zon opkomt veranderen ze in steen. Vandaar al die bergen in Noorwegen. Vanuit dit oogpunt is het een sport om de contouren van gezichten (trollen) in een berg te ontdekken.

Ik ben blij dat de Noren bij dit soort uitstapjes met boten vaak speciale thermopakken aanbieden, want het is ijskoud. De zon schijnt wel maar de wind is snijdend. Lekker dik ingepakt kan ik de hele reis aan dek blijven om te genieten van de prachtige uitzichten links en rechts van mij.

Het water is helder blauw maar de lucht is nog blauwer. Omdat we redelijk vroeg vertrekken, zien we in de verte de zon door de wolken breken en prachtige lichtbundels werpen op de bergen waar we langs varen. De zonnestralen zijn bijna te tellen, zo duidelijk lichten ze op. De bergen zijn ook hier bekleed met flora in alle mogelijke herfstkleuren en hun toppen liggen verstopt onder de wolken, waardoor het geheel iets mysterieus krijgt.

De monding van de 2 km lange Trollfjord is maar 100 m breed. Nadat de boot door de twee bergwanden die de ingang tot de fjord vormen is gevaren worden de motoren uitgezet.

Niemand spreekt een woord. Het enige hoorbare is de natuur: het geklater van de vele watervalletjes tussen de grijze rotsen rond de fjord, het ruisen van de wind hoog in de bergen en hier en daar een enkel vogel&shygeluidje. Verder is er niets dan stilte.

Het water in de fjord is rimpelloos. Alles wordt er zo scherp in weerspiegeld dat ik het gevoel krijg alsof we met onze boot door de lucht zweven. Wat een prachtige plek!

Op de heenweg zagen we van veraf zeearenden zwevend in de lucht hangen maar op de terugweg is het de bedoeling om ze van dichtbij te bekijken. Het zijn namelijk de grootste arenden van Europa, met een spanwijdte van twee tot soms wel tweeënhalve meter. De volwassen arenden zijn helemaal bruin met enkele witte veren aan de staart.

Zeearenden laten zich gracieus meedrijven met de wind en scheppen heel berekenend hun prooi met hun vlijmscherpe klauwen uit het water of uit de lucht. Maar ze lijken geen zin te hebben in de vissen die als aas worden gebruikt om ze naar onze boot te lokken.

Sterker nog, de zeearenden laten zo lang op zich wachten dat de kapitein en de gids de moed langzamerhand verliezen. Maar dan scheert er een over onze hoofden en plukt het toegegooide aas moeiteloos uit de lucht Tot twee keer toe.

Wanneer ze zo laag overvliegen en zich zo zelfverzekerd bewegen, alles in de gaten houdend met hun donkere ogen, dan voel je je als toeschouwer piepklein.

We hebben tijdens deze reis niet alleen de mooiste dingen gezien, gehoord en gevoeld maar ook geproefd. Voor onze reisgroep wordt elke avond een echt Noors maal gekookt door onze eigen reisleiding. In essentie wijkt dit niet zoveel af van de typisch Hollandse maaltijd van aardappelen, groente en vlees of vis.

De groente wordt doorgaans wel anders bereid (veel varianten op groentepuree of -stamppot) en er worden veel groenten en fruit gebruikt die in dit klimaat kunnen groeien, zoals wortelen, uien en kool. En omdat Noorwegen een echt vissersland is kun je hier veel soorten vis krijgen, van zalm tot stokvis en zelfs kabeljauwtongetjes.

Noorse desserts zijn wel heel anders dan wij in Nederland gewend zijn. Niet alleen eten Noren toetjes standaard met een kop koffie of thee erbij, ze zijn ook dol op (slag)room en dit gebruiken ze veelvuldig in en bij de toetjes. Als echte zoetekauw krijg ik er maar geen genoeg van! Net als van al die heerlijke zelfgemaakte cakes die we onderweg tijdens de koffiepauzes eten.

Op de laatste avond genieten we bij de stokvisrekken nabij onze rorbuer in Svolvær nog even van het noorderlicht. De weersverwachting is ongunstig en de prachtige flarden poollicht worden inderdaad al snel van alle kanten ingesloten door wolken. Camera’s worden ingepakt en met diepe zuchten draaien we de neuzen richting onze vissershuisjes.

Maar dan doet het noorderlicht iets wat niemand verwacht: het schijnt dwars door de wolken heen en licht de hele hemel op. De gids snapt er niets van, want ‘dat hoort het noorderlicht niet te doen!’ Het is een magische afsluiting van een geweldige reis: Noorwegen heette ons welkom met het noorderlicht en zwaait ons er ook mee uit.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!