×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Wandelen in Schotland

De West Highland Way en het eiland Skye

Reisverslag: Wim Van Aert
Foto's: Olivier Joaneaux

De West Highland Way is een 150 km lange trektocht van Glasgow naar Fort William. Onderweg maak je kennis met drie dingen die je in Schotland nooit kunt ontlopen, zelfs niet in juli: regen, kou en vliegjes. Toch is het een prachtige tocht door natuurgebieden en langs tussen bergen ingeklemde meren. Aansluitend een bezoek aan het eiland Skye.

Al op onze eerste avond in Schotland worden we lastig gevallen door enorm veel vliegjes. Het is onze eerste ontmoeting met de beruchte Schotse ‘midges’, die steken en daardoor je huid irriteren. Midges vind je vooral in de buurt van water en moerasgronden, in het gras maar zeker ook ‘s avonds als het wat begint af te koelen. Bij een bezoek aan Schotland hoef je ze echt niet te zoeken, zij vinden jou wel.

Conic Hill

We zien Loch Lomond en het omliggend gebergte liggen

Bij het dorpje Millngavie start de West Highand Way. We beginnen de wandeltocht door lichtgolvend terrein.

Het is mooi weer: wel wat wind maar een aangename temperatuur, ideaal stapweer. Eerst gaan we door weiden met de typische stenen muurtjes als afrastering. Later lopen we door bossen naar Conic Hill. Op de top worden we geplaagd door enorm harde windstoten. Hoewel het erg bewolkt is en ook wat mistig, hebben we vanaf Conic Hill een prachtig uitzicht. We zien haast het hele Loch Lomond met het omliggend gebergte liggen.

Na de middag valt er ook al wat regen. Niet koud gelukkig, het brengt zelfs verfrissing. Na de klim over Conic Hill, die trouwens behoorlijk wat van je energie vergt, komen we in Balmaha terecht.

We stellen vast dat Balmaha geen dorpje is, maar enkel bestaat uit een hotel en een telefooncel. ‘s Avonds, het weer is ondertussen weer wat gebeterd, kamperen we iets voorbij Balmaha in het wild.

Loch Lomond

Het heeft vandaag maar één keer geregend

Het heeft vandaag maar één keer geregend, dat wil zeggen: het is vanmorgen begonnen en deze avond is het nog bezig. Aanvankelijk over een verharde weg, later over een sterk golvend, modderig en glad pad lopen we steeds langs Loch Lomond.

 

Tijdens een stevige klimpartij zien we rechts een klaterende waterval en links… Loch Lomond. Na een paar dagen ben je dit meer meer dan beu. Het is bovendien ijskoud. Grote stukken van de route gaan door de bossen, wat na een tijdje wel eentonig wordt omdat er zo weinig variatie is in het landschap.

Van regen doordrenkt, drinken we ‘s avonds elk twee ‘pints of Guinness’, een heel donker bier dat getapt wordt uit vaten die niet onder druk staan. Het tappen gebeurt ofwel met een elektrische pomp ofwel nog met een echte handpomp.

We kamperen iets verderop op een plaats waar het is toegestaan om één nacht vrij te kamperen.

Fort William

Dreigende regenwolken boven ons hoofd

Een vermoeiende lange dag vandaag. Met dreigende regenwolken boven ons hoofd en met flink veel wind in onze nek, zetten we door en wandelen richting Crianlarich.

Om het wandelen iets comfortabeler te maken en iets sneller op te schieten, gaan we langs de baan lopen die parallel loopt met de West Highland Way. Rond vier uur besluiten we, door de eentonigheid van deze baan, om over te schakelen op liften. Pas om zes uur worden we opgepikt.

Twee kilometer buiten Fort William slaan we op een camping onze tenten op. ‘s Avonds gaan we in het erg toeristische stadje uit eten. We eten ‘haggiss’. Aan deze typische maaltijd is een mythe verbonden van een vreemdsoortig, erg schuw dier dat hoog in de highlands leeft en zich zeer moeilijk laat bejagen. In werkelijkheid bestaat het gerecht uit vleesresten en ingewanden van het schaap, die worden fijngehakt. Traditioneel wordt het klaargemaakt in de maag van een schaap, maar momenteel wordt meer en meer een soort plastic zak gebruikt. Het gerecht smaakt erg gekruid.

We slapen uit op de grote camping nabij Fort William en verfrissen ons in een deugddoende douche alvorens te ontbijten. ‘s Namiddags gaan we inkopen doen in Fort William.

Ondertussen hebben we besloten om de bus terug te nemen naar Crianlarich en van daaruit het tweede deel van de West Highland Way af te werken. De regendagen schijnen namelijk achter de rug te zijn.

In Crianlarich kamperen we in de bossen net buiten het dorp, op een helling die ons een erg mooi uitzicht geeft over de omgeving.

De Military Road

De vliegjes wachten ons alweer op

Dezelfde vliegjes die ons gisteravond de tent injoegen, staan ons ook vanmorgen alweer op te wachten. Aan het eentonige en moeilijke wandelen langs Loch Lomond is ondertussen een einde gekomen, omdat we vanaf nu echt de highlands zullen intrekken.

We werpen een laatste blik op het meer, voordat we aan het tweede grote deel van de West Highland Way beginnen: de Military Road.

We wandelen eerst naar Tyndrum, waar we na ons middageten ook inkopen doen. Al wandelend door de uitgestrekte valleien komen we ‘s namiddags een Schot tegen die ons verteld over het weer hier: ‘In Scotland, you can have four seasons in one day…’. Het is trouwens uitstekend wandelweer vandaag: wel bewolkt, maar een goed zicht zonder regen of tegenwind. We zien dus veel bergen vandaag en ook de temperatuur is aangenaam.

Terwijl we verder wandelen over de rustige oude Millitary Road, die dwars door velden en natuurreservaten gaat, zien we een herder aan het werk die samen met zijn drie Border Collies een honderdtal schapen van de berghelling naar beneden drijft.

We staan er vlakbij en op een bepaald ogenblik zelfs er middenin. We zien vandaag ook onze eerste Highlander-koeien; erg statige beesten met enorme horens en een ruwe langharige bruine vacht.

Na 25 kilometer stappen vieren we ‘s avonds met een ‘pint of Guinness’ en een whisky onze 100ste kilometer van de West Highland Way in de kleine gezellige pub van een hotelletje in Inverornan. Even verder is een terrein waar backpackers voor één nacht hun tentje kunnen opslaan. Door de nabijheid van een loch en door de koelte die de avond brengt, hebben we ook vandaag bij het opzetten van de tent met vliegjes af te rekenen.

De Devils Staircase

Mooie landschappen en vergezichten

Vandaag zullen we, met hetzelfde uitstekende wandelweer als gisteren, van Inverornan naar Kinlochleven stappen, dat wil zeggen dat we onze rugzak opnieuw dertig kilometer verder zullen dragen.

Mooie landschappen en vergezichten sieren opnieuw de tocht en maken er een aangename wandeling van. Vooral de machtige bergen, de heel wijdse valleien en de Military Road tot aan Kingshouse zullen ons bijblijven.

Aan het grondstation van een stoeltjeslift naar één van de bergtoppen, ontdekken we ‘s middags een restaurantje. We zullen even van de route afwijken en hier een soepje tot ons nemen.

‘s Avonds staat als laatste beproeving de Devils Staircase nog op ons te wachten: een stevige klim en een echte kuitenbijter. De afdaling naar Kinlochleven – met de nodige insecten – is veel langer dan de klim, er lijkt geen einde aan te komen. Het is dan ook de afdaling die voor mij het vermoeiendste stuk is van de Devils Staircase.

De steak met ‘chips’, hele dikke handgesneden frieten, smaken heerlijk eens we in het stadje zijn aangekomen. Als we op de enige camping in Kinlochleven onze tent opslaan worden we voor de verandering weer eens belaagd door vliegjes. Na deze vermoeiende dag duurt het niet lang om in slaap te vallen.

De laatste dag

De Ben Nevis Pub is het officieuze eindpunt

De laatste dag van de West Highland Way, maar zeker ook de zwaarste en meeste vermoeiende, staat voor de deur. Onmiddellijk krijgen we een stevige klim van driehonderd meter voorgeschoteld.

Als we door een golvende, hoger gelegen vallei lopen staat de zon hoog aan de stralend blauwe hemel. Niet één wolkje te bespeuren We stellen vast dat we op deze erg warme dag nogal weinig water bij ons hebben, slechts twee liter. Al brengt het koele water uit de bergriviertjes wel wat verfrissing, het is eigenlijk te heet om te stappen. Bovendien begin ik ook meer en meer te verbranden…

Een attractie onderweg! Herders zijn druk bezig een enorme kudde schapen te scheren. Te midden van al dit gemekker blijven we zeker drie kwartier staan kijken, Olivier raapt ondertussen een ‘verloren’ hoorn op als souvenir.

Wat verderop brengen de bossen ons wat verfrissing. Hier ontmoeten we Peter, een Engelsman die lang in Schotland heeft gewoond. Hij zal de West Highland Way vandaag samen met ons beëindigen na dagen alleen trekken. ‘s Avonds vieren we met hem in de Ben Nevis Pub onze aankomst. Al geeft een bord het officiële einde van de West Highland Way aan, deze pub in Fort William staat bekend als het echte einde. In het restaurant boven kunnen we om tien uur aan tafel gaan om te genieten van een ‘Mixed Grill’.

We hebben ondertussen een hele groep Nederlanders ontmoet die ons met hun bus meenemen tot aan de camping, 2,5 km. buiten het stadje. Deze camping blijkt rond middernacht vol te zijn en de wachters raden ons aan een eindje verder wild te kamperen.

Ben Nevis

Schotland's hoogste berg

Na twee rustdagen in Fort William gaan we de Ben Nevis beklimmen, Schotland’s hoogste berg. Om 05.00 uur loopt onze wekker af. Tent opbreken, ontbijten en om 06.15 uur kunnen we vertrekken. Om 07.05 uur staan we aan de voet van de berg.

We zullen de makkelijke route volgen. De moeilijke – en een stuk gevaarlijker – route vertrekt aan de andere zijde van de berg. Die zijde is in tegenstelling tot de geleidelijke helling die wij nemen erg stijl, rotsachtig en vereist ervaring met alpinisme.

Tijdens de negen kilometer lange klim overwinnen we een hoogteverschil van 1344 meter. Het bord bij het visitor centre geeft een gemiddelde klimtijd naar de top aan van 3 à 3½ uur. Ik ben blij dat ik na 2¼ uur al boven ben.

Ik geniet van een zeer uitzonderlijk uitzicht: zeer open en mooi weer met nauwelijks een wolkje. Het is uniek om kilometers in de omtrek te kunnen kijken naar de pracht van de highlands, de verschillende ‘lochs’ en de statige ‘munros’ (bergen boven de 3000 feet, zo’n 900 meter) die de Ben Nevis gezelschap houden. Hier voel je je werkelijk ‘on top of the world’.

Na een tijdje komen er echter wolken opzetten en al snel zitten we volledig in de mist: zicht nul. Ik doe mijn trui en jas aan. Op deze platte, met rotsstenen bezaaide top heerst normaal een arctisch klimaat en er ligt vaak tot een heel eind in juni sneeuw. Elk jaar eist deze berg gemiddeld acht mensenlevens op. Op de gedenksteen lees ik dat nog vorige maand een moeder hier de dood vond.

Zo’n twee uur wacht ik op Olivier. Hij heeft er duidelijk, en heel verstandig, zijn eigen tempo op nagehouden. Ondertussen begint het op de top terug een klein beetje op te klaren, af en toe kan je weer door de wolken heen kijken. ‘s Avonds zal Olivier vertellen dat hij eigenlijk blij was dat het zo mistig was toen hij aankwam, want dan kon hij de diepte niet zien. Akkoord, een nogal bizarre redenering voor iemand die naar de top klimt.

Met elke meter die we dalen voelen we de temperatuur stijgen. Geregeld houden we een pauze en genieten van een sappig stukje vers fruit en verlekkeren daarbij natuurlijk met opzet de stroom toeristen die ondertussen op gang is gekomen in hun lijdensweg naar de top.

In de vallei waarschuwen grote borden voor dehydratatie en roepen op tot het meenemen van warme waterdichte kledij en het dragen van stevige schoenen.

Meermaals staan we er versteld van hoe mensen, zich van geen enkel gevaar bewust, naar boven gaan: kleine kinderen met zich meenemend, weinig drinken soms zelfs alleen een busje frisdrank, slecht schoeisel o.a. sandalen en zelfs mocassins, mensen die heel laat de beklimming starten… Deze mensen beseffen echt niet hoe zij het lot tarten.

Eenmaal beneden gaan we naar de bushalte in Fort William, want wij vertrekken vandaag nog naar Skye. Terwijl de zon langzaam ondergaat en de hemel in vuur en vlam zet, genieten wij van de prachtige rit door de highlands. Als de zon helemaal onder is rijden wij al over de brug bij Kyle of Lochasl, die Schotland verbindt met het eiland Skye dat slechts een paar honderd meter uit de kust ligt.

Skye

Een mekkerend schaap wekt ons

In Portree bezoeken we ‘The Aros Experience’, een museum over de geschiedenis van Skye sinds de 18 de eeuw, over de Kelten en over hun moedertaal het ‘Gaelic’. Een draadloze hooftelefoon geeft ons uitleg in het Nederlands.

We liften verder naar Broadford, een mooi haventje met knappe baai. En door naar Elbor, een heel klein gezellig haventje in ‘the middle of nowhere’ in het zuiden van Skye. Hier kamperen we tussen de schapen op een helling vlakbij de zee, met zicht op de ruige Cuillin Hills. Dit is ongetwijfeld de knapste campingplaats van onze reis.

Terwijl de zon langzaam ondergaat, worden de bergen inktzwarte silhouetten en kleurt het gras op onze heuvel geelgroen in fel contrast met het diepblauw van de oceaan voor ons.

De hemel krijgt ondertussen alle kleurvariaties gaande van fel geel tot donker rood en purper te verwerken. Terwijl dit kleurenspel verder gaat zakt de zon achter de bergen. Ook het warmtefront zakt in en doet de wolken weer over de bergtoppen zakken. Na het prachtige, warme weer van deze namiddag en avond koelt nu de lucht weer af. Het is zelfs behoorlijk fris. Gelukkig heeft een zachte bries deze avond de vliegjes verjaagd, zodat we rustig buiten de zonsondergang kunnen bewonderen.

Door het hoge gras en de heideplantjes waar onze tent op staat, hoeven we vandaag ons slaapmatje niet op te blazen om zacht te slapen.

Een mekkerend schaap naast onze tent wekt ons. Het is prachtig warm zomerweer en zo zal het heel de dag ook blijven. Na het opruimen van de tent en na het ontbijt, beginnen we onze geplande tocht in noordelijke richting door de valleien van de Cuillin Hills.

Het pad dat slechts 40 centimeter breed is, begint plots heel erg dicht langs de klippen te lopen. Links van ons gaat het wel heel erg stijl zo’n 20 meter naar beneden. Bovendien is het pad door een fikse regenbui van vannacht behoorlijk modderig. Dit zien we dus al snel niet meer zitten, met onze zware rugzakken verder wandelen is te gevaarlijk.

We draaien dus terug… In het kleine Elgol bezoeken we een tearoom. We lezen dat er bij wet geen toegang is voor ‘female of doubtfull reputation’ en dat eveneens bij wet ‘prizes are subject to change according the customers attitude’.

Even later trekken we naar het rotsstrand aan de kleine haven. Aanvankelijk zoeken we een mooi plekje om te zitten, Olivier probeert te pootje baden, ik bestudeer enkele schelpdieren en kleine zeeannemoontjes… En dan plots duikt vlak voor ons, op een 10-tal meter afstand, een zeehondje op. Kort daarna zien we er nog meer.

Over Broadford liften we naar Sligachan. De douches op de camping zijn spijtig genoeg stuk. De tent is vrij goed van vliegjes gespaard gebleven, al heb ik er nog wel 130 kunnen doodduwen met mijn vinger. Dan moet Olivier net voor het slapen gaan nog even naar het toilet; een paar honderd midges stormen de tent binnen. Het wordt me eventjes teveel. Ik begin trouwens meer en meer rode plekjes te krijgen op armen en benen.

De Talisker-whiskystokerij

De zeelucht bepaalt mee het aroma

Vandaag met de bus naar Carbost om er de Talisker-whiskystokerij te bezoeken. We worden met een glaasje single malt whisky ontvangen vooraleer de rondleiding start. Het bronwater uit de highlands wordt rechtstreeks naar de stokerij geleid en door verschillende lagen turf gefilterd. Dit bruinkleurige water wordt vermengd met granen en gist, zodat in zeer grote vaten de mout ontstaat en suikers kunnen omgezet worden in alcohol. In grote koperen vaten begint dan na opwarming van de mout het eigenlijke distilleerproces. Grote eiken vaten geven de whisky uiteindelijk zijn typische kleur en smaak. Ook de omringde zeelucht zal gedurende de jaren dat de whisky rust mee het aroma bepalen.

Na de middag bezoeken we Dunvegan Castle, het thuisfront van de MacLeod-clan. Tijdens de rondgang in dit mooie kasteeltje kunnen we in de verschillende kamers de uitleg in ‘t Nederlands lezen. De knappe meubels zijn deels in de 14de eeuw uit Londen en Ierland overgebracht. Verder is er een prachtig versierde drinkhoorn van ‘almost a gallon’ (1 gallon = 4 ½ liter). Het clanhoofd moest de hoorn zonder stoppen of omvallen in één keer kunnen ledigen, wat in 1957 nog door een clanhoofd binnen de 2 minuten werd gedaan.

De volgende dag liften we naar Staffin. Onderweg bewonderen we vanuit de auto de rechtopstaande rotsformatie met de naam ‘the old man of Storr’, naar de legende van de oude man die waakt over de gelijknamige baai. Alvorens we in Staffin uitstappen, zullen we ook nog voor de tweede maal schapen hebben zien scheren.

We besluiten op het strand van Staffin wild te kamperen tussen de highlandkoeien, de schapen en nog een aantal andere kampeerders. We hebben een prachtig zicht op de zee, met het geluid van golven en meeuwen op de achtergrond.

De volgende ochtend nemen we de bus terug naar Portree en vervolgens naar Armadale. Je hoeft in Schotland niet op zoek te gaan naar een bushalte; je hand opsteken volstaat om de bus te doen stoppen. Onderweg passeren we de nodige ‘lochs’ en plaatsen waar turf wordt gestoken. Ook zien we opvallend veel purperen heideplantjes. Eveneens kenmerkend voor Skye zijn de lange ‘single track roads’, waar auto’s opzij van de weg moeten gaan staan om tegenliggers door te laten.

Vanuit Armadale brengt een ferry ons naar Malaig, terug op het Schotse vasteland. In Malaig nemen we de ‘Jacobite Steam Train’ naar Fort William. We rijden dwars door de pracht van de highlands. Geregeld ademen we bij het doorrijden van een tunnel de rook van de trein in. We krijgen dus waar voor ons geld.

Vanuit Fort William gaan we met de bus naar Glasgow, vanwaar we via Londen terug naar huis reizen. Onderweg volgen we een groot stuk van de West Higdland Way langs Loch Lomond, maar dan aan de overzijde van de wandelroute. Ik herinner me iets dat ik daar onderweg las: ‘Leave nothing but footprints, Take nothing but pictures’.

Ondertussen volg ik de geanimeerde conversatie tussen een moeder en haar dochter, die nog volop bezig is een kater van de vorige avond te verwerken. Bij elke bocht die de bus maakt (en dat zijn er echt veel) lijkt het wel of haar laatste uur heeft geslagen. De moeder vindt dit wel grappig en gaat ondertussen met haar dochter een conversatie aan over het drinken van ‘spirits’.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!