×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Wandelvakantie Zuidwest-IJsland

Wandeltochten in Landmannalaugar en Þorsmork

Reisverslag: Elise Sanders
Foto's: Elise Sanders

Op een groepsreis langs de bergen rond de Hekla en een verkorte Golden Circle (Gullfoss-waterval en de geisers Geysir en Strokkur) volgt een individuele trektocht door Landmannalaugar, waar het ryoliet al bij een beetje zon oplicht in het kleurige berglandschap. Ook Þorsmork, een groen gebied omringd door hoge bergen en gletsjers, wordt te voet verkend; wadend door een rivier, klauterend over rotspartijen en een weg zoekend over losliggende stenen en keien.

Vanuit Reykjavik reis ik naar Landmannalaugar, waar ik aan een excursie in de natuur ga deelnemen. We starten in de bergen rond de Hekla, de oudste en met 1485 meter ook de hoogste vulkaan van IJsland. Het is tevens de meest actieve vulkaan van IJsland, al is hij sinds 2000 niet meer uitgebarsten. Alleen wetenschappers met een permit mogen naar de vulkaan zelf toe.

In de bergen rond de Hekla zie ik allemaal lava, allemaal stenen, doods, grijs, zwart met groene en grijze mossen. IJsland heeft bijna geen grond, alleen lava en stenen. Uit gedeelten in de dalen borrelen de warmwaterbronnen. Er worden gaten geboord om van deze energie gebruik te maken.

Vanaf het hogere deel is een 33 kilometer lange pijpleiding aangelegd, gewoon boven de grond. Het zo’n 80 graden hete water uit de bron stroomt door deze buizen naar Reykjavik en verwarmt de hele stad en levert tevens het warme water. Ondanks de buitentemperatuur verliest het water onderweg maar enkele graden aan warmte.

Het koude water dat van de gletsjers komt wordt door de lava goed gefilterd en zakt in de bodem weg. Op 3-30 kilometer diepte wordt dit water opgepompt als drinkwater, zonder verdere filtering, zonder toevoeging. Heerlijk fris, neutraal water. Het schoonste drinkwater dat je maar bedenken kunt.

Verkorte Golden Circle

De Strokkur spuit water en stoom 40 meter de lucht in

Na 35 minuten (ja,ja, het lijkt wel een Japanse toer) gaan we verder naar de waterval Gullfoss, die onderdeel uitmaakt van de Golden Circle, een populaire 300 km lange toeristische route vanuit Reykjavik door centraal IJsland.

De Gullfoss (gouden waterval) is prachtig; het water van de Hvítá dondert in verschillende trappen zo’n 40 meter omlaag. Wat een geweld.

Hoewel het gedurende de busreis wel wat heeft geregend en we blij zijn dat het voor de rest droog is, laten we ons hier gewillig nat regenen door de druppels van de waterval. Bovenop de oever worden op een morene steenmannetjes gebouwd, niet om de weg te wijzen maar ‘for luck’.

Dan door naar de Geysir, de bekendste geiser van IJsland. De naamgever van de geisers is amper nog actief. Maar een paar meter verderop ligt de Strokkur, een andere geiser. Om de 7-10 minuten spuit de Strokkur met kracht water en stoom 30 meter hoog de lucht in. Het kratertje van zo’n 2 meter in doorsnee is dan helemaal leeg en stroomt langzaam weer vol. Het proces herhaalt zich dan.

De warmte op 20 m diepte zorgt ervoor dat het water van de Strokkur onder de grond gaat koken. De stoom vindt een uitweg via het kanaal naar boven dat langzaam ontstaan is en eindigt in een spuitende geiser.

De omgeving van de Geysir en de Strokkur heeft de meest vreemde kleuren: rood, grijs, geel, zwart.

Individuele trektocht Landmannalaugar

De kleuren van het ryoliet in de zon zijn niet te beschrijven

De volgende dag komen we om 12.00 uur aan in Landmannalaugar, een dal in het binnenland ten oosten van de Hekla. Er staat een hut van de IJslandse Wandelvereniging, die bestaat uit enkele houten gebouwtjes. Er is ook een kleine camping bij.

De hut is van binnen ingericht zoals het ‘lager’ in de hutten in Oostenrijk, een slaapzaal waarin hutjemutje matrassen liggen. In de keuken zijn een aantal kookplekken en is plaats om te zitten. Ik eet een paar crackers en trek mijn regenkleding aan. Eerst confisqueer ik nog snel de eerste matras, dan heb ik maar aan een kant iemand liggen.

Tijdens de busreis hierheen trok het af en toe wat open, maar hier is het miezerig en grijs. Ik ga op weg en na enkele minuten weet ik waarom ik hier ben. De Golden Circle was veel te toeristisch, hier loop ik alleen tussen werkelijk sprookjesachtige bergen, stroompjes en stenen. Op een donkere manier letterlijk fantastisch, woest en bizar.

Ik loop op een gegeven moment om een lavaveld uit de vijftiende eeuw heen en ga dan de bocht om. Ik blijf staan van verbazing: kale bergen in veel, heel veel kleuren groen, beige, rood, zwart, geel en alles wat daar daartussen zit.

Ik dacht al veel soorten landschappen te hebben gezien, maar dit is gewoon onwerkelijk. Ik stel me zo voor dat Tolkien hier heeft gezeten om zijn verhalen te schrijven.

Na de middag verschijnt er een flets zonnetje en worden de kleuren nog mooier. De jas droogt snel in de wind, want in de hut was er naast de meer dan 60 natte jassen, regenbroeken, handdoeken en rugzakhoezen geen plaats meer.

Ik zie een bordje dat wijst naar Bláhnúkur, een topje van 945 m. Ik sta nu op ongeveer 590 m. Het weer ziet er beter uit en ik ga naar boven. Op de helling liggen paarse stenen, die had ik nog niet gezien. Ik klim in een gestaag ritme en nog geen uur later sta ik boven.

Wat een uitzicht! Het doodse, trieste van de zwarte kraters van vanmorgen is uit beeld verdwenen. Ik zie gletsjers in de verte en kleuren die variëren van geel, groen, rood naar blauwig, bruin en roze.

Aan de andere kant zie ik stomende bergen. De lavavelden zijn duidelijk te zien en ook de weg die de lavastroom is gegaan. Magnifiek. Ik ben niet de enige die geniet van het droge weer. Het is druk op de top. Er worden over en weer foto’s gemaakt.

Er steekt een stukje rots uit, dat goed bereikbaar is en zich goed leent voor een spectaculaire foto. Het lijkt alsof je op een zwevende rots zit. Ik blijf me half uur verbazen en genieten en dan loop ik weer naar beneden.

De bergen rond het dal Landmannalaugar zijn van ryoliet, een uitvloeiingsgesteente dat meer dan 68% silica bevat en maar weinig licht nodig heeft om op te lichten. De kleuren van het ryoliet in de zon zijn niet te beschrijven.

Het is echt een sprookjesachtige omgeving, in een geologisch gezien heel jong land. Rechts van me ligt de krater die gisteren in de regen alleen maar doods en zwart was. Het krijgt nu toch een andere dimensie en je kunt je het begin van alle leven voorstellen in plaats van het einde.

De volgende dag dool ik rond in het gebied rond Landmannalaugar, tot aan de gletsjers en weer terug. Het is prachtig weer en je merkt dat er meer mensen onderweg zijn dan gisteren.

Individuele trektocht Þorsmork

Rotsen, keien, stenen, as en groen wisselen elkaar af

Ik vertrek naar Þorsmork, een heuvelachtig gebied in het zuiden van IJsland. Þorsmork is een beschermd natuurpark in het groene gedeelte van IJsland. Het wordt omringd door hogere bergen die zijn bedekt met gletsjers: Tindfjallajökull, Eyjafjallajökull en Mýrdalsjökull.

Na een avontuurtje in de rivier, waar de bus zijn diensten opeens weigert, komen we aan bij de lodges. Deze zijn heel wat kleiner dan die in Landmannalaugar; beneden zijn zo’n 12 slaapplaatsen en op het zoldertje liggen nog 20 matrassen. Er zijn twee pitjes om te koken. Niet veel maar voldoende voor groepen die alleen warm water nodig hebben.

Na een gesprek met een Engelsman die hier al jaren komt, besluit ik een route te nemen die me bij de nieuwe lavavelden brengt die ontstonden door de uitbarsting van de Eyjafjallajökull-vulkaan in voorjaar 2010.

Eerst loop ik naar de andere cabins. Bij de eerste word me verteld dat de brug over de diepste delen van de bijna lege rivierbedding van de Krossá elke 3 weken wordt verplaatst naar het deel waar het water het diepste en breedste stroomt.

Het is prachtig weer. Het stuk naar de volgende lodge gaat door berkenbosjes en is helemaal groen; grassen, ringelwikke, boterbloemen enz. Wat een contrast met het gebied rond Landmannalaugar.

Na de cabin volgt een stuk langs en door de ongeveer 50 meter brede rivierbedding. En inderdaad, op het smalle stuk waar de rivier stroomt staat een brug, op wielen!

Bij Votupallar staan 2 zwarte routes aangegeven. Ik volg de route omhoog, die in eerste instantie naar het plateau van de Útigönguhöfði op 805 meter gaat. Na een stuk redelijk langzaam stijgen kom ik bij een lang flink stijgend deel. Hoewel er geen afgronden zijn of zo, is het goed kijken waar je je voeten neerzet. De meeste stenen zitten los.

Het laatste stuk is klauteren over rotspartijen, maar het is de moeite waard. Het is nu 11.30 en boven op het plateau is het uitzicht fantastisch, ik blijf een half uur genieten. Er is in de omgeving veel as te zien, maar op het plateau zijn het groene mos en de korte grassen er weer doorheen gekomen.

Als je eroverheen loopt veer je een paar centimeter op het mos, erg zacht. Hier zitten wel de nodige vliegen, kleine exemplaren die op mijn zweet af komen en me plagen. Gelukkig is er op IJsland geen mug te bekennen.

Wanneer ik mijn weg wil vervolgen moet ik vrij steil omlaag over stenen en gruis. Mijn voeten vinden moeilijk houvast en als ik bij elke stap weer een stuk naar beneden glij vind ik het welletjes geweest en keer om.

Verrassend hoe een route terug weer zo anders kan zijn, je perspectief is gewisseld en de zon staat anders, wat weer een nieuwe kijk op het landschap geeft. Maar mijn omzwervingen hebben me niet bij de verse lavavelden gebracht.

De volgende dag is het eerste uur wandelen gelijk aan de dag ervoor. Ik bewonder tussen de planten een fazantenmoeder met twee jongen, niet schuw en erg fotogeniek. Het volgende stuk ga ik langs een riviertje. Prachtig, de bergen rijzen langs me op.

Ik moet mijn weg zoeken over, tussen, langs, op stenen, in en naast water, tussen grassen enz. Het is leuk lopen maar het schiet niet echt op. Rotsen, keien, stenen, as en groen wisselen elkaar af. De omgeving is weer heel anders dan vorige dagen. Met veel plezier hobbel ik verder.

Na zo’n 1,5 uur vraag ik me af of ik wel de juiste weg heb… Ik moet zo onderhand toch ook omhoog. Ik zie een helling die er wel als te beklimmen uitziet. Dat ga ik dan maar doen. Voelend aan stenen of ze vast zitten voor ik er een voet op zet en steun voor mijn handen heb, schop ik er heel wat naar beneden.

Als ik na de klimpartij boven ben, kom ik op een plateau waarvan de andere kanten allemaal supersteil naar beneden vallen. Hmm, hier kom ik niet verder. Maar weer naar beneden dus… Ik klauter weer terug, zakkend door zand, stenen en rotsen.

Eenmaal terug loop ik nog een stukje verder en kom aan het einde van de kloof, alleen berg en de waterval die de oorsprong van dit riviertje vormt. Mooi! Het stroompje blijkt de Stákagil te zijn en de groene route. Chips, ik wilde de blauwe. Ik besluit terug te keren, kan natuurlijk ook niet anders.

Op de terugweg probeer ik zoveel mogelijk in het water te blijven of er vlak langs. Soms lukt dit hele stukken, maar soms ook niet en moet ik een stukje hoger. Om een uur of 13.30 zie ik een stukje grasland dat mij uitnodigt om te komen lunchen.

Daarna neem ik dan toch de blauwe route en met vernieuwde energie kom ik tot Morinsheiđi, waarvandaan ik een fabelachtig uitzicht op de verre omgeving heb. Fabelachtig in de letterlijke zin van het woord. Ik zie de gletsjers rond de Eyjafjallajökull die zich uitstrekken tot achter de toppen waar ik nu sta. Prachtig, ik loop genietend verder.

Na een uur kom ik op het plateau, het is 15.30. Het waait hier koud en ik trek mijn vest aan. De gletsjers liggen nu dichtbij. Een andere hiker weet me te vertellen dat achter de zwarte berg de laatste vulkaanuitbarsting heeft plaatsgevonden. Als ik nu de juiste route meteen had gevolgd had ik hier nog verder kunnen gaan en kunnen voelen dat de grond nog heet is. Er is speciaal een beloopbare route aangelegd voor de hikers. Helaas zit dat er in tijd die ik nu nog heb niet meer in.

Dit weekje IJsland heeft me werkelijk weer een ander gezicht van de zo veelzijdige natuur getoond. Zeker de moeite waard om nog eens terug te komen en ook het noorden van IJsland te gaan verkennen.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win