×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

West-Australië

Spectaculaire rotskusten en eindeloze stranden

Reisverslag: Sjoerd & Betty Flameling
Foto's: Sjoerd & Betty Flameling

West-Australië is vooral leeg: op een derde van het continent wonen buiten Perth slechts 200.000 mensen. Het binnenland met bergen, kloven, watervallen, eeuwenoude bomen en bovenal heel veel zand is fascinerend, de kusten zijn spectaculair met eindeloze stranden en imponerende rotspartijen.

West-Australië is wat oppervlakte betreft de reus, maar wat aantal inwoners betreft de dwerg onder de staten van Australië. Het omvat een derde van het continent maar heeft een bevolking van slechts 1.2 miljoen, van wie 1 miljoen in de hoofdstad Perth woont.

London Court in Perth is een in Tudor stijl gebouwde winkelpassage met aan de uiteinden klokken met bewegende beelden. De galerij is in 1937 aangelegd door een rijk geworden goudzoeker.

Kings Park is het schitterend aangelegde park waar mijn neef werkt, dus daar moeten we ook even kijken, maar dit moet je twee keer zien, bij licht en donker.

In Swan River zie je nog zwarte zwanen, de koekaboera (lachvogel) en andere diersoorten. Je kunt er zwemmen, vissen en surfen, of met een boot of jetski varen. Wij hebben het geluk dat onze kamer aan deze rivier ligt.

Underwater World heeft bij de ingang een bassin met speciale vissen die je mag aanraken. Als je verder gaat, kom je bij een nagemaakte zee. Je staat op een vloer die langzaam ronddraait zodat je alles ziet. Buiten was voorheen een dolfijnenshow. Helaas heeft iemand deze dieren vergiftigd en dat was het einde van de show.

Lucky Bay is een fantastisch water voor surfen, zeilen en catamaran varen. Hier leren wij de eerste beginselen van deze sporten. Dat gaat met veel inzet en lachen. Het lijkt makkelijker dan het is.

Je zou zeggen dat alles hier verbrandt door de warmte, maar niets is minder waar zo blijkt in de botanische tuinen: alom kleuren en geuren en de ene plant, bloem of struik is nog verbazingwekkender dan de andere. Overal is wel een gids aanwezig om je iets over de omgeving en de tuin te vertellen.

Albany - Whale world

De mooi gevormde rotsen leveren schitterende plaatjes op

Albany is de oudste blanke nederzetting van West-Australië. In 1826, toen de Fransen het gebied leken te willen annexeren en Amerikaanse walvisvaarders zich wat al te vaak langs de kust vertoonden, besloten de Britten in te grijpen.

Met kerstmis dat jaar kwam majoor Lockyer met zijn schip de Amity uit Sydney de uitgestrekte baai King George Sound binnen, die twee maal zo groot is als Sydney Harbour. Deze baai was al in 1791 door kapitein George Vancouver bezocht en beschreven als een geschikte uitvalsbasis om dit gebied te exploreren.

Het stadje is bezienswaardig door de ligging aan de door heuvels omringde baai en door de 19e eeuwse sfeer op straat. We vinden er het oudste postkantoor, de oudste kerk (1848) en het oudste huis, de in 1836 op Strawberry Hill gebouwde residentie van de toenmalige gezaghebber.

In het gebouw, waar tot 1978 honderd jaar lang het hoofdkwartier van de walvisvaart was gevestigd, destijds een bloeiende bedrijfstak, is nu het Residency Museum ondergebracht, waar onder andere een gerestaureerde walvisvaarder kan worden bezichtigd.

Bij binnenkomst is er een videopresentatie. Daarna kun je het hele terrein van de vroegere walvisvaarders verkennen. Albany leefde van de walvisvaart en kreeg dus ook klappen toen dit verdween. Veel mensen kwamen zonder werk te zitten en ander werk was er niet.

Je ziet op deze wat lugubere plek van begin tot eind hoe men te werk ging. Alles is in de oude staat gelaten en je zou zeggen dat ze zo kunnen uitvaren. Ook alle apparatuur is nog aanwezig. Het is een complete fabriek met 18 afdelingen.

De walvissenjacht is iets onvoorstelbaars. En dan te denken dat het nog steeds gebeurt. Verbieden, zou je zeggen, maar geld is altijd belangrijker. Als je alles hebt gezien, kom je bij een oude walvisvaarder uit, die je mag bezichtigen.

In de boot wordt duidelijk hoe zwaar het werk is geweest. Er is bijna geen ruimte om te vertoeven of te slapen. Dat je met zo’n klein bootje zulke grote vissen kon vangen. De harpoen staat nog op het dek.

Aan de andere kant van Whalers Galley is een klein vliegtuigmuseum met enkele oude toestellen. Vanuit hier gaan we naar de rotspartijen langs de kust. Kilometers ongerepte natuur. De zee is kalm, dus het overspattende valt mee. Jammer, dit moet een prachtig gezicht zijn. Het water slaat bij een minder rustige zee tot over de geparkeerde auto’s heen.

De mooi gevormde rotsen leveren schitterende plaatjes op. De stranden zijn oneindig en we genieten van alle rust. Buiten de stadjes of dorpjes heerst overal rust. Weinig mensen, want het is hier dun bevolkt. Dat geldt voor heel West-Australië.

Valley of the Giants - Tree Top Walk

Op 40 meter hoogte tussen de toppen van de bomen

We rijden richting Pemberton waar de hoogste uitzichtboom ter wereld staat, de 60 meter hoge Gloucester Tree. Via een wenteltrap kun je de top bereiken.

Maar wij gaan verder naar de Valley of the Giants. Onze gids vertelt over dit enorme stuk natuur met zijn ontzettend hoge, honderden jaren oude bomen. Bomen die meest gekke vormen hebben en waar je met de auto zo doorheen kunt rijden of zelf in kunt gaan staan.

We doen de Tree Top Walk. We lopen op meer dan 40 meter hoogte tussen de toppen van de bomen. Je kunt alles overzien en hebt een fantastisch uitzicht. Je staat oog in oog met de giganten.

Wanneer we alles hebben gezien gaan we naar vrienden van mijn neef. Onderweg zien we wijngaarden, die het hier erg goed doen. De export is gigantisch.

De omgeving wordt steeds ruiger. Deze mensen wonen in een klein dorpje waar verder niet veel is. Je post moet je zelf ophalen bij het postkantoor omdat de afstanden hier gewoon te groot zijn.

We worden gastvrij ontvangen. We kennen deze mensen niet maar voelen ons meteen thuis. We verkennen de omgeving wat. Het landschap is heuvelachtig. Arthur, onze gastheer, rijdt ons naar een stuk land dat hij net heeft gekocht (4 ha). Hij bouwt hier een nieuw huis. Fantastisch uitzicht met niemand om je heen in de wijde omgeving.

Lynn, de gastvrouw, zit tussen de aardbeien en is druk bezig. Ze willen ook nog bloemen gaan kweken, maar het is eigenlijk te warm voor bloemen.

Na het eten gaan we nog even het dorpje bekijken. Het is hier erg stil. De mensen bewerken of hun eigen land of moeten ver weg voor hun werk. Hier is nog een hoop primitief. Arthur zegt tegen ons dat dit een keuze is die je maakt. De omgeving is wel erg mooi.

De volgende dag nemen we afscheid en rijden via de kust terug. Oneindige stukken natuur, rotspartijen en de blauwe zee. Onderweg zien we dolfijnen.

Carnarvon

De koraalriffen doen niet onder voor het Great Barrier Reef

Carnarvon ligt aan de westkust van Australië, ruim 900 km ten noorden van Perth. Het is de meest voor de hand liggende standplaats voor een bezoek aan het gebied dat Gascoyne genoemd wordt, waar de koraalriffen niet onderdoen voor die van het Great Barrier Reef aan de andere kant van Australië. Palmen en bananen kondigen aan dat we de tropen naderen.

Aan de overkant van Shark Bay ligt op een schiereiland het plaatsje Den Ham. De rit om de baai is meer dan 300 km, maar het is de moeite waard.

Den Ham is het meest westelijk gelegen stadje van Australië en ligt in de nabijheid van het meer dan 100 km lange Shell Beach. Een van de twee stranden ter wereld die louter uit schelpen bestaan, in de loop van duizenden jaren door de zee aangevoerd.

We gaan Den Ham in en bij het strand langs. Verse vis wordt aan wal gebracht en direct op de boulevard schoongemaakt en naar de restaurants toegebracht. Verser kan niet.

Naar het westen ligt het Dirk Hartog Island, waar deze Hollandse zeevaarder in oktober 1616 als eerste Europeaan voet aan wal zette op het continent en ter herinnering aan die gebeurtenis een tinnen bord plaatste dat nu in het rijksmuseum in Amsterdam te bezichtigen is (een kopie is in Fremantle).

We rijden van Den Ham naar Carnarvon om vervolgens naar Munro’s Banana Plantation gaan. Carnarvon blijkt een tropische oase.

Op Munro’s Banana Plantation staan mooie bomen en planten. Overal hangen kokosnoten. Het is hier aangenaam rustig. Bananen genoeg. Men doet aan export en de verwerking is geheel in eigen hand. We mogen overal komen en alles zien. We rusten uit op een fraai ingericht caféterras en genieten van een bananenspecialiteit.

Fremantle

Scheepswrakken herinneren aan de tijd van de V.O.C.

Veertigduizend jaar geleden kwamen de voorouders van de aboriginals via de Indonesische archipel aan de noordkust Australië binnen en verspreidden zich geleidelijk over de rest van het continent.

Ook de Europese contacten met Australië begonnen bij de kusten. Van 1616, toen Dirk Hartog met zijn schip de Eendracht het naar hem genoemde eiland bij Canarvon bereikte, tot het eind van de 17e eeuw exploreerden Hollandse zeevaarders de kusten, maar ze vestigden zich er niet.

Fremantle is de zeehaven van Perth, in 1829 aangelegd aan de monding van de Swan River. De stad kreeg pas lang na de goudvondsten betekenis. De grote opleving kwam in de jaren 1983-1987, toen de puissant rijke zakenman Alan Bond de American Cup zeilraces hierheen haalde en het slaperige vissersplaatsje omtoverde tot een kosmopolitisch centrum.

Het eerste dat opvalt in Fremantle is het Round House, een twaalfhoekig gebouw dat als een fort de haven beheerst. Het is in 1831 als gevangenis gebouwd en is het oudste nog bestaande openbare gebouw van de staat.

We treffen het. We komen in contact met een Hollands sprekende gids. Vroeger geëmigreerd, weer teruggegaan naar ons kikkerlandje om vervolgens toch voor het klimaat en Fremantle te kiezen. Hij spreekt heel goed Nederlands en geeft ons tips die goed van pas komen.

Daarna gaan we naar het maritieme museum dat voor Hollandse toeristen heel interessant is omdat naast vier andere Hollandse scheepswrakken het vlaggenschip van de V.O.C. de Batavia, hier bij stukjes en beetjes weer in elkaar is gezet. Buiten het museum is een replica van de Duyfken. Deze boot is weer in de vaart en is in Nederland gedoopt door Prins Alexander en Maxima op Texel.

We bezoeken de fantastische markt van Fremantle. Deze is van 1897. Alles overdekt en geen nee te koop. Verse vis, groente, kruiden en noem maar op.

Ook zien we Wardens Quarters, in 1851 gebouwd als woonhuizen voor de bewakers van de gevangenen.

We maken een rondrit door de stad per busje. Bij de haven heb je een geweldig uitzicht. Er is een monument voor gevallen strijders en een groot kanon.

We zien een nog grotere gevangenis waar vroeger veel Engelsen werden heengebracht, Australië was een Britse strafkolonie. De gevangenis is niet meer in gebruik maar zoals de gids erover vertelt, beleef je het echt mee. Waarvoor werd je bij voorbeeld veroordeeld? Het stelen van een brood. Er werden hier ook mensen opgehangen. Er wordt een vrijwilliger gevraagd, alleen daar is niet veel animo voor. Als het luik opent, zie je een matras liggen. Dat was voor een zachte landing van het lijk. Luguber maar waar.

In Fremantle is ook een krokodillenfarm. Hier liggen twintig heel uiteenlopende krokodillen te wachten op toeristen. Elk heeft zijn eigen verhaal. Er is een witte krokodil die verstoten is door zijn groep en dus opvang nodig had. We zien een knaap van een krokodil die enigszins agressief overkomt. Het blijkt dat hij in de wildernis zijn eigen soortgenoten aanviel en opat.

Monkey Mia

Je voelt dat de dolfijnen langs je heen zwemmen

Monkey Mia is de enige plek ter wereld waar dolfijnen uit eigen beweging contact kunnen zoeken met pootjebadende mensen en zich laten voeden en strelen. Het is een klein badplaatsje waar je alleen voor de dolfijnen en de zee naar toe gaat.

We komen net uit Den Ham waar we het voeren van de pelikanen hebben gezien. Iedere morgen komen ze naar die ene voederplaats.

Als we in Monkey Mia aankomen, staat er een vrouw met een microfoon. We worden er op geattendeerd dat we schoenen en sokken alvast kunnen uitdoen. We moeten tot de knieën in zee gaan en vooral rustig blijven. Het is een kwestie van afwachten of de dolfijnen zullen komen.

Inmiddels heeft zich een groep gevormd van 30 à 40 mensen. Allemaal op een rij, in afwachting van de dolfijnen. En ze komen, eerst drie, later vijf. Ze worden met geluidjes en vis naar ons toe gelokt. Je voelt dat ze langs je heen zwemmen en in een schim zie je ze ook.

Ze komen steeds terug en slaan niemand over. Dan gaan de rangers spelletjes met ze doen met vis, ze doen dit gewillig en hebben er zichtbaar lol in. Ook nu wordt het publiek erbij betrokken. Je krijgt een visje en mag dit aan de dolfijnen geven. De dolfijnen komen rustig op je aankoersen en pakken het visje.

Nambung National Park - The Pinnacles

Wonderlijk gevormde verkalkte spitsen in een leeg land

The Pinnacles is een verzameling wonderlijk gevormde verkalkte spitsen, geheimzinnige standbeelden in een volmaakt leeg land. Hollandse zeevaarders die ze vanaf hun schepen ontwaarden dachten dat het ruïnes van een lang verlaten stad waren. In werkelijkheid zijn het de versteende wortels van de planten die hier 30.000 jaar geleden op de duinen groeiden. De duinen verplaatsten zich en gaven de wortels prijs aan weer en wind.

Tegen zonsondergang, als lange schaduwen de verwrongen vormen extra mooi doen uitkomen, is het ‘t geschiktste moment om het natuurfenomeen te bekijken. Geel zand en duizenden stenen pilaren in een park van 17491 ha.

De wegen zijn gravelachtig en erg droog, als je vanuit de auto achterom kijkt zie je stof, je laat als het ware een spoor na. We rijden niet al te hard om ook nog iets van de natuur te zien: mooie bomen, struiken, bloemen en wild.

Op de wegen waar geen eind aan lijkt te komen kom je vrijwel niemand tegen. Soms wat vrachtverkeer, de zogenaamde roadtrains: vrachtwagencombinaties met 3 tot 4 opleggers. De snelheid doet er niet toe, als het maar hard gaat.

In deze streek is het soms zo lang droog dat het water schaars wordt en de regering zich ermee gaat bemoeien, bij voorbeeld door te verbieden het gazon te sproeien. Er wordt zelfs vee afgemaakt om te bezuinigen op water.

We zien een opslag van water die helemaal droog ligt. Voordat die weer vol is, moet er heel wat gebeuren.

Op de terugweg naar Perth-Ashfield zien we Pink Lake. Door zoutafzettingen kleurt dit meer helemaal roze-paarsig. Een mooi gezicht en al van veraf te zien. Je mag er niet bij komen. Alles is afgezet. Dit roept vragen op. Mijn neef heeft het over verontreiniging door een (nucleaire?) fabriek die we tegenkomen. Onderweg zien we een vrij grote groep emoes; als ze ons in de gaten krijgen, maken ze zich snel uit de voeten.

Er liggen veel dode kangoeroes langs de kant van de weg. Dit komt door het vrachtverkeer dat hier met grote snelheid langs zoeft. Er zijn langs de weg al hele stukken afgezet maar deze dieren kunnen nu eenmaal hoog springen dus houd je ze niet zo makkelijk tegen.

In Australië worden tegenwoordig veel van deze dieren afgeschoten, er moet ruimte komen voor huizen. Er wordt hevig tegen geprotesteerd. Het gaat dan over gebieden waar deze dieren al jaren leven.

We rijden Perth binnen en het is al avond. Alle gebouwen zijn verlicht, dat is een mooi gezicht en geeft een aangename sfeer.

Rottnest Island

Vroeger een strafgevangenis, nu een een recreatieoord

Vanaf Ashfield gaan we vroeg met de trein naar Fremantle haven. Hier liggen boten klaar voor de overtocht naar Rottnest Island. Het is ook mogelijk met de boot vanuit Perth te gaan.

Het eilandje meet 11 bij 4,5 km en ligt 20 km uit de kust. Het werd vroeger gebruikt als strafgevangenis, later als buitenverblijf voor de gouverneur (de pub Quokka Arms was zijn huis), maar nu is het een recreatieoord.

Je kunt er zwemmen, surfen, tennissen, golfen en fietsen. Er zijn 5 zoutmeertjes, die zeven keer zo zout zijn als de omringende oceaan. Het eiland is autovrij, er rijdt alleen een bus.

Natuurliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen aan de rijke flora en fauna, zowel in zee als op het land. Uniek zijn de quokka’s, een soort dwergwallabies, die de Hollandse zeevaarder Willem de Vlamingh voor ratten aanzag: vandaar de naam die hij aan het eiland gaf.

In de buurt liggen niet minder dan twaalf oude scheepswrakken. De Underwater Explorer vaart er dagelijks met toeristen heen. Je ziet alles door het mooie heldere water.

Van de westelijke punt, Cape Vlamingh, kijken we uit over de Indische Oceaan, waar geen land meer is tot Madagascar, 6500 km verder.

Als je met de eilandtour meegaat, wat zeker aan te bevelen is, ontmoet je vrijwel zeker de quokka. Een heel vriendelijk diertje dat wel even bij je wil komen als je het rustig benadert en water geeft. Tijdens de tour zien we de mooiste plekjes, zo ook het adelaarsnest waar je uitzicht hebt op gigantische rotspartijen en natuurlijk de zee.

Ook gaan we een speciaal aangelegde steiger op zodat je vanuit zee de vergezichten nog beter ziet en natuurlijk Rottnest Island zelf. We besluiten deze tour met een wandeling over het strand waar we nog enige herinneringen zien aan de V.O.C. tijd.

Het eiland is niet overmatig door toeristen bevolkt. Er staan wel vakantiehuisjes maar niet veel. Er is geen hotel. Het houdt op met een paar eethuisjes. De bevolking wil het ook zo houden.

De dag vliegt voorbij en we moeten haast maken voor de boot die ons weer in de haven van Fremantle moet brengen.

Een leuke tocht, je ziet Fremantle al van ver liggen. In Fremantle aangekomen gaan we het stadje nog even in om vervolgens naar het station te gaan waar de trein al klaar staat die ons weer naar onze familie in Ashfield brengt.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win