×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

West-Maleisië

Wolkenkrabbers, regenwouden en bounty-stranden

Reisverslag: Sonja Minten
Foto's: Sonja Minten

Maleisië heeft een mengeling van culturen: Chinees, boeddhistisch, islamitisch en (inheems) Oran Asli, plus resten van Brits en Nederlands kolonialisme. De natuur doet in variatie niet onder: tropische regenwouden met theeplantages en rubberbomen, bergmeren vol lotusbloemen en bounty-eilanden waar je het gevoel krijgt in een tropisch aquarium rond te zwemmen. In Oost-Maleisië kun je bijkomen aan het strand, het openlucht museum laat zien wat je dan mist…

Als we om 07.00 uur plaatselijke tijd in Kuala Lumpur landen is het al 24 graden. De vlucht duurde bijna 13 uur maar na een paar uurtjes slapen zijn we fit genoeg om op verkenning uit te gaan.

Onze eerste indruk van Kuala Lumpur is dat het een verzorgde en goed georganiseerde wereldstad is. Het indrukwekkende gebouw dat we aan het begin van onze tocht zien is de ‘Twin Tower’, twee gelijke torens van 453 meter hoog, halverwege met een loopbrug met elkaar verbonden. Het hele gebouw lijkt van roestvrij staal en schittert in de zon. Beneden is een gigantisch shopping center waar werkelijk alles te koop is.

Na een korte stadstour, met een bezoek aan een hindoetempel en de avondmarkt met namaak-artikelen, gaan we naar Seri Melayu Restoran. Tijdens onze eerste kennismaking met de Maleisische keuken worden we getrakteerd op een dansvoorstelling die een huwelijksritueel moet voorstellen. Blijkbaar is de bruid het trouwen moe, want ze zit te knikkebollen op haar stoel. Ook voor de dansers is het een verplicht nummertje, het straalt weinig enthousiasme uit.

Stadstour Kuala Lumpur

Chinese tempel, Moors station en Britse Big Ben

Tijdens een uitgebreide stadstour bezoeken we eerst de ‘handcraft’- winkels, waar ‘traditioneel’ handwerk, zoals tin, houtsnijwerk en sieraden, voor weinig traditionele prijzen wordt verkocht. Vervolgens rijden we naar de Chinese Chan See Shu Yuen-tempel. Voor de fun kijken we wat ons Chinese sterrenbeeld is; Ad blijkt een varken en ikzelf een konijn, dat geeft toch te denken.

De volgende stop is in het oude stadscentrum. Helaas is het alleen een fotostop en hebben we geen tijd om het prachtige station te bezoeken, dat helemaal in Moorse stijl is gebouwd. In het verlengde van het station ligt het Sulta Abdul Samad-gebouw, waarvan de klokkentoren de Big Ben van Maleisië wordt genoemd. Ten tijde van de koloniale overheersing zetelde hier het Britse bestuur, nu is dat de Hoge Raad. Het is waarschijnlijk het meest gefotografeerde gebouw van Kuala Lumpur.

Op naar de Telecom-toren, de op vier na de hoogte toren ter wereld. Op 276 meter hoogte biedt een panoramadek een prachtig overzicht over de stad. Er hangen ook glasgravures van de vijftien hoogste gebouwen ter wereld. Mogen we nog een beetje trots zijn ook, want onze Rotterdamse Euromast staat op de vijftiende plaats.

Na de lunch trekken we er zelf op uit en wandelen naar Chinatown om wat te shoppen. Terug in het hotel pakken we vast de koffers, want morgen reizen we verder.

Door de Cameron Highlands

De weg slingert met 243 bochten door de bergen

Tijdens de reis noordwaarts over het schiereiland Malakka bezoeken we eerst de tinfabriek Royal Selangor, waar het wereldberoemde Selangor-tin vandaan komt. Tin en rubber zijn hier de voornaamste grondstoffen en vormen de belangrijkste basis voor de industrie. Het is moeilijk te bevatten met hoeveel toewijding de mensen hier het monnikenwerk verrichten waarmee tinnen sieraden worden gemaakt.

De volgende stop zijn de Batu Caves. Eeuwenlang wist alleen de plaatselijke bevolking van het bestaan van deze grotten, tot ze in 1878 werden ‘ontdekt’ door een Amerikaanse natuuronderzoeker. De plaatselijke hindoes maakten ter gelegenheid van het Thaipusam-feest een pelgrimstocht naar de grotten en moesten de steile rotsen beklimmen om het heiligdom in de bovenste grot te bereiken. Als teken van berouw over begane zonden torsten ze diverse voorwerpen mee naar de tempel in de grot. Tegenwoordig is de grot bereikbaar via een trap met 272 treden.

Onderweg nemen we nog een kijkje bij een mandenmakerij, waar van bamboe manden worden gemaakt voor het vervoer van groenten naar de markt. De hele familie werkt mee en verdient ongeveer 75 cent per mand.

Via een weg die met 243 bochten midden door de Cameron Highlands slingert komen we bij ons hotel. Het bord met daarop de cocktail van de maand, een Jungle-cocktail, heeft al mijn aandacht vanaf het moment dat we het hotel binnenkomen. Vraag me niet wat ik heb gedronken maar het smaakt goed en het wordt geserveerd in een ‘soepkom’.

Ipoh in de regen

Langs theeplantages en Oran Asli-stammen

Vroeg op, want we hebben een druk programma. Met kleine busjes brengen we een bezoek aan de ‘BOH’ theeplantage en de theefabriek.

Daarna bezoeken we de plaatselijke markt en wisselen bij het hotel van bus om de onze rondreis te vervolgen. De Iskader-waterval is niet erg spectaculair maar het is lekker om even de bus uit te kunnen en er wordt heerlijke gebakken banaan verkocht.

Wat verderop bezoeken we de Oran Asli’s. Deze stammen leven in de vrije natuur. De mannen jagen met blaaspijpen op wild, terwijl de vrouwen zich bezig houden met het huishouden en de kinderen. Om wat bij te verdienen verkopen ze zelfgemaakte blaaspijpen aan de toeristen. De man die ons een demonstratie met een blaaspijp geeft is voor in de vijftig, maar hij ziet eruit alsof hij ergens in de zeventig is.

Rond half twee zijn we bij ons hotel in Ipoh, waar de lunch al klaar staat. Als we om 16.00 uur willen vertrekken voor een stadsrondrit valt de regen met bakken uit de lucht. We gaan toch maar en zien wel hoever we komen. De Sam Poh Tong-tempel met de 1000 boeddha’s krijgen we niet te zien, er is geen doorkomen aan. Het water staat zo hoog dat het onder de deur van de bus doorkomt. De regentijd is nu toch echt begonnen.

Ter compensatie gaan we wat drinken in een Engelse pub, waar we ons 50 jaar terug in de tijd wanen. Terug in het hotel is het alweer droog en schijnt de zon volop.

Naar Penang

Langs de mooiste moskee van Maleisië

Weer een drukke dag voor de boeg. Vertrokken uit Ipoh brengen we eerst een bezoek aan de Perak Tong-tempel. Volgens de gids hebben we een mooi uitzicht als we de lange trap naar boven nemen. Na het beklimmen van de 385 treden valt dat tegen, het enige dat we zien is de industriestad Ipoh.

Door naar de Mosjid Ubudiah, met zijn gouden koepel de mooiste moskee van Maleisië. De bouw ervan begon eind 19e eeuw en werd, na verschillende tegenslagen, in 1919 voltooid. We mogen er niet in maar het is inderdaad een prachtige moskee om te zien.

Schuin tegenover de moskee ligt het paleis van de Sultan, het Istana Iskandariah, wat Paleis van Herinnering betekent. Ook dit is verboden voor toeristen. We mogen wel een bezoek brengen aan het voormalige paleis. Dit kleinere, maar ook veel stijlvoller, paleis is helemaal van hout en rotan gemaakt, zonder gebruik van spijkers. Dit Istana Kenangan is nu een koninklijk museum dat de geschiedenis vertelt van de familie van de Sultan van Perak.

In Taiping krijgen we een Chinese lunch. Taiping staat bekend als de stad waar het iedere dag regent. Ook wij hebben geluk dit mee te mogen maken.

Onderweg naar Penang maken we een stop om de beroemde (en beruchte) durian te proeven. Omdat wij de vrucht al kennen van een vorig bezoek aan Azië bedanken we vriendelijk en vermaken ons met het kijken naar de gezichten van onze medereizigers. De durian is de favoriete vrucht van de Maleisiërs. Een gezegde over de durian luidt: ‘It’s smells like hell and tastes like heaven.’

Via een ruim 13 kilometer lange brug (de langste van Azië) bereiken we het eiland Penang, waar we eerst een slangentempel bezoeken. Men gelooft dat de slangen in de tempel zijn bedwelmd door de geur van wierook, maar de slangen buiten in de bomen zijn net zo traag en hier is geen spoor van wierook te ruiken.

We hebben een prachtig hotel direct aan zee. Voor het eerst zijn we in een echt toeristisch gebied; er zijn verschillende terrasjes en is er een grote avondmarkt.

Stadstour George Town

De grootste boeddhistische tempel van Zuidoost-Azië

Tijdens een stadstour door George Town, de hoofdstad van Penang, bezoeken we de botanische tuin en de Kek Lok Si-tempel. Een prachtig combinatie van boeddhisme, hindoeïsme en een Chinese tempel; 10.000 Boeddha’s en een mooie pagode. De Kek Lok Si of Tempel van het Paradijs is de grootste boeddhistische tempel van Zuidoost-Azië. In 1890 werd begonnen met de bouw van de tempel, in 1904 waren de belangrijkste gebouwen gereed en in 1930 werd de pagode voltooid. Deze 32 meter hoge toren is gewijd aan alle verschijningen van Boeddha. De pagode heeft drie bouwstijlen: Chinees, Thais en Birmaans.

Daarna naar fort Cornwallis. In 1786 werd dit van oorsprong houten fort gebouwd ter verdediging van de hoofdstad George Town. We vervolgen de stadstocht met een bezoek aan de Wat Chaiyo Mangkalaram, met een liggende Boeddha van 43 meter.

Vanavond dineren we in het bekende Eden Seafood-restaurant: verschillende visgerechten, allemaal even lekker. Het restaurant heeft een open dak maar bij regen of wind kan dit gesloten worden, het lijkt de Arena wel. Doordat het direct aan zee ligt zien we een prachtige zonsondergang. Tijdens het eten wordt weer een hele show opgevoerd. Na het eten winkelen op de avondmarkt, na veel pingelen koop ik een paar mooie tinnen bekers.

Vandaag een vrije dag, dus valt bij het opstaan de regen met bakken uit de lucht. Na het ontbijt een taxi gepakt voor een bezoek aan de batikfabriek, de vlindervallei en een fruitfarm. De taxichauffeur is tevens onze gids. Onderweg wil hij van ons weten hoe Nederland is. Omdat er nergens in Maleisië hard wordt gereden kan hij zich de files en kettingbotsingen waar we over vertellen maar moeilijk voorstellen. En als we beginnen over winters met sneeuw en ijs, weet hij helemaal niet meer hoe hij het heeft. Een tip voor mensen die naar Aziatische landen gaan: neem foto’s mee van sneeuwlandschappen en mensen op schaatsen. Ook bij een weiland met koeien kunnen ze zich absoluut niets voorstellen.

Eind van de middag brengt de bus ons naar George Town, waar de bij de ingang van Fort Cornwallis zo’n 10 trishaws (fietstaxi’s) op ons staan te wachten voor een tochtje door de stad en een bezoek aan een klein vissershaventje.

Daarna eten we op de 59e verdieping van het Kompleks Tun Abdul Razak (KOMTAR). Het uitzicht is indrukwekkend.

Terug in het hotel de koffers maar weer pakken, want morgen moeten we weer verkassen.

Door de tropische regenwouden

Een prachtige rit naar aan de oostkust

Via de brug weer naar het vaste land en door naar Kota Bharu, van west naar oost dwars door de tropische regenwouden. Het is een prachtige maar erg lange rit. Onderweg een stop bij een rubberplantage en lunchen in Bading, aan de oever van het enorme Temenggor-stuwmeer.

Ons hotel vandaag is het Perdana Resort, waar we elk ons eigen huisje met uitzicht op zee hebben. Omdat we nu in een gebied zitten met een strenge moslimcultuur is er in de omgeving niets te beleven. Gelukkig heeft elk huisje zijn eigen terras, met wat onderweg gekochte blikjes bier en koekjes kunnen we het best gezellig maken.

Op naar het volgende adres: Kuala Terengganu. De eerste stop is bij Ismail Bin Jush Rahmah, de beroemdste vliegermaker van Maleisië. Uit het blote hoofd ontwerpt de tachtigjarige de mooiste vliegers. Vliegeren is in Maleisië een serieuze wedstrijd sport. De oude vliegermaker is ook de ontwerper van het logo van Malaysia Air Lines.

We bezoeken ook de centrale markt van Kota Bharu, met groenten en fruit in overvloed. Wat opvalt is dat de oostkust van Malakka wat armer is dan de westkust. Hier voorziet men in het levensonderhoud door te vissen, groenten en fruit te verbouwen en huisarbeid. Industrie als aan de westkust ontbreekt. Ik krijg hier meer het gevoel in Azië te zijn dan in de plaatsen waar we tot nu toe geweest zijn.

Ons hotel is weer een resort vlak aan zee. Ook hier zitten we in de middle of nowhere en moeten we ons in het hotelcomplex zien te vermaken. Vanavond is het diner op het terras, waar we weer worden getrakteerd op een dansvoorstelling.

Bounty-eilanden

Of we in een tropisch aquarium rondzwemmen

Om half 10 vertrekken we per boot naar het eilandje Palau Redang. Na anderhalf uur varen – waarbij ik af en toe denk: ‘haalt de boot het wel’ – komen we aan op een klein bounty-eiland, waar we voor het eerst in ons leven snorkelen.

Rond de koraalriffen zijn de mooiste vissen te zien. Het lijkt alsof we in een tropisch aquarium rondzwemmen.

We varen naar het volgende eiland, waar we eerst picknicken en daarna weer snorkelen. Ook hier zien we weer de mooiste vissen: van kleine, bijna doorzichtige visjes tot baby-haaitjes. Ad vindt het wat minder leuk, omdat hij door een vis in zijn been wordt gebeten. Voor hem hoeft het water even niet meer. Omdat hier veel meer koralen zijn (ook de bodem is er mee bedekt) is het wel aan te bevelen om een paar waterschoenen aan te doen.

Terug bij het hotel even een duik in het zwembad om het zout van ons af te spoelen en vanavond maar weer eens genieten van een tropische regenbui.

Langs de Chinese zee rijden we zuidwaarts naar Kuantan. De eerste stop is in Rantau Abang, waar we een apenschool bezoeken. Jonge apen leren hier hoe ze rijpe kokosnoten uit de palmbomen moeten plukken. De volgende stop is in een vissersdorpje. Het stinkt er en ziet er verre van hygiënisch uit. Bij de plaatselijke visafslag is men een heuse haai aan het slachten. Uiteindelijk komen we aan bij het Hyatt hotel in Kuantan.

Lake Chini

Bedekt met een tapijt van lotusbloemen

Op weg naar Lake Chini, in het binnenland, maken we een tussenstop bij een Jakun-stam, ook dit is een Oran Asli-stam. De mannen jagen met blaaspijpen op apen en ander wild in de jungle. Ook wij mogen op de pijp blazen en dat valt nog niet mee.

Volgens een legende waren mannen in het oerwoud een open plek aan het maken, toen een oud vrouwtje kwam vertellen dat dit haar gebied was. Ze stak haar stok in de grond en verdween. Toen de mannen op het geluid van een blaffende hond afgingen vonden ze een zwarte boomstam. Nadat een van de mannen zijn speer in de stam had gestoken spoot er bloed uit. De lucht werd donker en het begon hevig te onweren. Toen de mannen op de vlucht sloegen trapte een van hen de stok om die de oude vrouw in de grond had gestoken. Uit het gat begon water te stromen en zo ontstond Lake Chini.

Na wat startproblemen met het bootje maken we een tocht over Lake Chini, dat bestaat uit 12 meren die met elkaar in verbinding staan. Het water is van juni tot september bedekt met een tapijt van roze en witte lotusbloemen.

Malakka

Vroeger een ontmoetingsplaats voor zeevaarders

We vertrekken voor een tocht van bijna 300 km naar de stad Malakka, waar we weer terug aan de westkust zijn. De regen valt met bakken uit de lucht. Terwijl niemand denkt dat het ooit nog droog zal worden klaart de lucht op en wordt het een zonnige dag.

Onderweg een stoppen we bij een Chinees kerkhof, waarvan de karakteristieke graven tegen een berg op liggen. De graven zijn halfrond, volgens het Chinese geloof versnelt het in de vorm van de baarmoeder begraven worden de terugkeer in een volgend leven. Ook kan men in de ronde vorm het schild van een schildpad zien. De schildpad staat voor een lang en gelukkig leven, en dus ook voor een gelukkig volgend leven.

Aangekomen in Malakka lunchen we in een typisch Chinees restaurant en gaan daarna te voet op verkenning uit. We brengen eerst een bezoek aan het museum van de Baba’s en Nonya’s en daarna aan het Stadthuys, de voormalige residentie van de gouverneur en de kerk die door de Nederlanders zijn gebouwd.

In het Stadthuys is nu het staatsmuseum van Malakka gevestigd. Omdat Malakka gunstig ligt ten opzichte van de vaarwateren is het lang de belangrijkste ontmoetingsplaats geweest voor verschillende zeevaarders. Hieraan heeft Malakka zijn unieke en gevarieerde cultuur te danken.

Het is vanavond de laatste avond waarop we met het hele gezelschap dineren. Na het Chinese diner van 8 gangen drinken we met zijn allen nog wat in de lobby en nemen alvast afscheid van onze gids en chauffeur.

Sarawak

Een week bijkomen in Oost-Maleisië

Na het afscheid van onze reisgenoten, die vanmiddag naar Amsterdam vliegen, nemen we een taxi naar het vliegveld. Nou ja, taxi; er komt een echte limousine voorrijden. Gaaf, maar tegelijkertijd moet ik mijn beeld van de passagier in een limousine drastisch bijstellen.

We vliegen naar Kuching, de hoofdstad van de Sarawak in Oost-Maleisië. In Kuching is het koloniale verleden duidelijk te zien: statige gebouwen, oude paleizen en een heus fort. In het Sarawak-museum is de hele geschiedenis in beeld gebracht. Het centrum van Kuching wordt overheerst door grote hotels en shopping centra.

Onze bestemming is Damai Beach, een mooi resort direct aan zee maar wel buiten de stad. Een mooie locatie om bij te komen van alle indrukken van de afgelopen 14 dagen. Op loopafstand van het hotel ligt Sarawak Village, een soort openlucht museum.

Het dorp is zo’n 6 hectare groot en ligt aan de voet van Mount Santubong. Er worden demonstraties gegeven van traditionele ambachten en kunsten van de verschillende stammen die op Sarawak leven. Omdat we hier maar een paar dagen zijn en niet alles kunnen gaan bekijken krijgen we zo toch een beetje een indruk van dit deel van het land.

Bij de touroperator in het hotel bespreken we een excursie voor morgen. We willen naar het Oeran Oetang-opvangcentrum en daarna naar de grotten.

Klokslag half 8 staat de gids ons op te wachten. We vertrekken zo vroeg omdat het ruim een uur rijden is naar het Oeran Oetang-centrum bij Semmongok. In dit centrum wordt apen die gered zijn van gevangenschap geleerd hoe ze moeten overleven in de vrije natuur. Ze leren zelf eten te zoeken en zich met de middelen die de natuur biedt in leven te houden. Om ze nog wat te helpen als ze in het oerwoud zijn teruggezet, wordt dagelijks op een vast punt wat fruit neergelegd. De apen die geen eten hebben kunnen vinden of geen zin hebben om zelf iets te zoeken kunnen hier wat komen halen.

Rond half 9 krijgen de apen eten en hebben we de meeste kans dat we ze te zien krijgen. De gids kan ons echter niets beloven, want als de apen geen zin hebben om het bos uit te komen is alle moeite voor niets geweest. De twee voorgaande dagen is er geen aap te zien geweest. Wij hebben geluk en krijgen een moeder met jong van heel dichtbij te zien.

Het blijkt maar weer dat apen slimme wezens zijn. Aan de kooi waarin nog herstellende apen zitten hangen een soort kokers waarin fruit wordt gestopt. De aap kan hier zelf, met enige moeite, zijn eten uit peuteren. De apen die inmiddels vrij zijn weten dit en komen hier dus ook op af. Ze pakken wat ze het lekkerst vinden en wat ze niet lusten gooien ze in de kooi voor hun soortgenoten.

Na weer een uurtje rijden en een vroege lunch komen we bij de eerst grot. Hier is het trappen klimmen maar na deze klauterpartij staan we in een gigantische grot met een prachtig uitzicht. In de verte zijn de bergen zichtbaar die de grens met Indonesië vormen.

De volgende grot die we bezoeken ligt helemaal in de bergen. Het is hier hartstikke donker en het stinkt naar de uitwerpselen van de duizenden vleermuizen die in de grot hangen. Het is een aparte ervaring om op de tast te moeten lopen.

Terug in het hotel nog even een verfrissende duik genomen en vanavond nog maar een paar foto’s gemaakt van de laatste zonsondergang die we hier zien.

Vanavond om kwart over zes komt de taxi pas om ons naar het vliegveld te brengen. Ik heb me voorgenomen om dus vandaag nog lekker te genieten van de zon en helemaal niets te doen. Het lijkt wel of de duvel er mee speelt, ook vandaag valt de regen weer met bakken uit de lucht.

Tussen de buien door gaan we maar wat wandelen, want het is echt geen weer om aan het zwembad te liggen. Volgens de strandwacht is het regenseizoen nu echt begonnen. Het waait en zal voorlopig wel blijven regenen. Geen betere dag dus om onze koffers te pakken en naar huis te gaan.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win