×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Van Calgary naar Vancouver

Fly & drive British Colombia en Alberta II

Reisverslag: Anje M. Oosterhuis
Foto's: Arjan Bolks & Anje M. Oosterhuis

Van Calgary de Rocky Mountains in, waar een grizzlybeer opduikt. Via Banff over de Icefield Parkway langs gletsjers, rivieren en kloven. Bij Jasper vechten elks om hun territorium en rond Clearwater liggen hoge watervallen, waar je te paard heen kunt. Met een watervliegtuigje over de besneeuwde toppen rond Whistler. Voor de kust van Vancouver orka’s, grijze walvissen en zeehonden spotten.

Calgary werd in 1875 gesticht op het punt waar de Bow River en de Elbow River samenstromen. Niet lang daarna, in 1883, was de spoorlijn naar Calgary voltooid. De stad leefde tot 1914 van de rundvlees­verwerking en later werd er in de omgeving olie ontdekt.

In Calgary bezoeken we eerst het Olympisch Park van 1988, met de springschansen, de half-pipe, de rodelbaan. We bezoeken ook de Olympic Hall of Fame en de supersnelle ijsbaan op het complex van de universiteit van Calgary.

Downtown Calgary gaat de lift in de Calgary Tower naar een hoogte van 191 meter, wat prachtige vergezichten over de stad, de prairies en de Rocky Mountains geeft. We zien ook heel duidelijk het terrein van de Calgary Stampede, het middelpunt van het grootste rodeofeest van Noord-Amerika.

De reis van Calgary naar Banff is een waanzinnig mooie autorit omdat je van een vlak landschap (op hoogte) langzaam de Rockies in rijdt.

Snowy Owl, Marble Canyon & Paint Pots

Ineens staat daar een grizzlybeer op zijn achterpoten

In de Bow Valley, iets ten zuidoosten van Banff is in het plaatsje Canmore een Husky Farm genaamd Snowy Owl met 150 husky’s. Het is een dagtaak om het terrein constant schoon te houden (lees: poeprakken). Overduidelijk worden deze honden gehouden als werkhonden.

We mogen de honden allemaal aaien en knuffelen, maar we worden van tevoren wel gewaarschuwd. Deze honden zijn niet getraind op ‘zit’ en ‘af’ en ze zijn heel sterk. Ze lopen je zo omver en nemen het woord ‘doodknuffelen’ vaak iets te letterlijk.

De gids vertelt dat de zomer voor de honden de tijd is om winterreserves aan te leggen. In de zomer gaan ze wel met de honden voor de slee (op wielen) op pad, maar minder vaak dan in de winter. In de winter loopt een hond zes keer per week ongeveer 80 kilometer op een dag. En ze vinden het leuk.

Er worden hier veel verschillende soorten husky’s gehouden, waaronder een soort die eigenlijk alleen in het noorden van Canada voorkomt. Deze heeft een heel dikke vacht. Ook hebben ze een wolfshond of eigenlijk een wolf, want hij is voor 98% wolf.

Vanuit Canmore rijden we naar Marble Canyon in het Kootenay National Park. Samen met Banff, Jasper en Yoho maakt het 1406 km2 grote Kootenay National Park deel uit van de Canadian Rocky Mountain Parks, die gezamenlijk op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan.

Het gebied rond de Marble Canyon is verwoest door een grote bosbrand, die in 2003 in 40 dagen tijd 170 km2 platlegde. Een grote ramp, maar ook goed voor de natuur. Vuur is een natuurverschijnsel en met de tijd zal dit gebied er een grotere variatie aan flora en fauna aan overhouden.

We lopen door de Marble Canyon, over de bruggen die hier aangelegd zijn en over paden langs de Canyon. Werkelijk prachtige natuur die zo onwerkelijk aandoet door de kleuren: het helderblauwe water, de grijze rotsen, de groene, meest nog lage planten en de dorre stokjes die vroeger bomen waren.

Na een aantal uren rondwandelen rijden we verder naar Paint Pots. Hier krijgen we weer een compleet ander kleurenpallet te zien. De overheersende kleur is hier oker, wat erg contrasteert met de Marble Canyon, slecht 1,5 kilometer hier vandaan.

Vanaf de parkeerplaats lopen we ongeveer een kilometer via een wandelpad. Na een hangbrug komen we bij de Ochre Beds, klei-afzettingen die deels zijn gevuld met ijzerhoudend water. Vroeger reisden Indianenstammen vanuit de bergen en de prairies naar hier om de ‘rode aarde’ te vinden.

Het gele oker werd schoongemaakt, gekneed met water en tot walnootgrote balletjes gedraaid en daarna platgemaakt als kleine cakejes. De cakejes werden gebakken in een vuur, waardoor het een poeder werd. Door de poeder met visolie of dierlijk vet te mengen, kon het gebruikt worden als verf om het lichaam, teepees, kleren en stenen mee te kleuren.

Eind 19e eeuw werd het oker handmatig gewonnen door de blanken en met paardenkarren en de trein naar de Calgary gebracht, waar het gebruikt werd als grondstof voor verf. Vrij plotseling werd dit stopgezet en het bewijs ligt er nog.

De laatste zending die al klaar was voor vertrek heeft Paint Pots nooit verlaten. Aan het einde van het pad liggen de echte Paint Pots, drie minerale bronnen.

Terug in Banff worden we tegen 19.00 uur met een busje opgehaald door de gids die ons meeneemt voor een wildtocht. Tegen de schemer is daarvoor een ideaal tijdstip, aangezien de meeste dieren dan actief worden.

De gids weet waar een bald eagle (een grote zeearend) zijn nest heeft en een plek waar vanaf we het nest kunnen zien. Onderweg daarheen zien we ineens een grizzly. Hij zit behoorlijk verscholen in de bossen, maar als er twee mountainbikers langs fietsen gaat hij rechtop staan. Ongeveer drie seconden lang zien we hem in vol ornaat. Wat een groot dier! Dan gaat hij er vandoor.

Even daarna zien we niet alleen het nest van de bald eagle, maar ook de vogel zelf. Vanaf een redelijke afstand zien we hem op een tak naast zijn nest zitten.

Onderweg komen we nog berggeiten tegen, waarvan de gids ons vertelt dat hij die zelden ziet omdat ze veel hoger in de bergen leven.

Even later zien we ook nog moeflons op de weg en een paar elks (soort edelherten).

Banff - Icefield Parkway - Jasper

Langs gletsjers, rivieren en canyons door de Rocky Mountains

We draaien Highway #93 op richting Lake Louise. Bij Lake Louise begint de Icefield Parkway (Promenade des Glaciers), een route van 230 kilometer naar Jasper langs gletsjers, rivieren en canyons in de Canadese Rocky Mountains.

We rijden langs Herbert Lake en Hector Lake, parallel aan de Bow River die we niet zien, naar Bow Lake, een heel mooi meer dat wordt omringd door kale bergentoppen met sneeuw.

Van Bow Lake rijden we naar Peyto Lake. De Peyto-gletsjer moet hier even beklommen worden. Het pad is zeer stijl maar de inspanning wordt beloond met een uitzicht over werkelijk prachtig blauw water, een delta van zand en het dal van de rivier die voert naar Mistaya Lake.

De ongewoon blauwe kleur van het water van Peyto Lake is het gevolg van kleine rotsdeeltjes die van de Peyto Glacier in het water vallen en de weerkaatsing daarop van het zonlicht.

We rijden verder over de Icefield Parkway, dit keer parallel aan de Mistaya River, naar Mistaya Canyon. Dit is een werkelijk fantastische beleving. Je hebt hier geen hekken die je beschermen tegen het natuurgeweld, wat natuurlijk erg mooi is. Toch is het ook gevaarlijk: één misstap en je leven is voorbij. Als je in dit water valt ben je door de stroming en de draaikolken compleet verloren.

Bij de Mistaya Canyon zien we de least chipmunk (kleine chipmunk). Nu hebben we, met de golden-mantled ground squirrel (goudmantelgrondeekhoorn) en de Columbian ground squirrel (Columbiaanse grondeekhoorn) die we in Kokanee National Park al zagen, alle eekhoornsoorten gezien die hier leven.

De Mistaya River gaat 2,5 km door de Mistaya Canyon en stroomt dan in de North Saskatchewan River, die door de North Saskatchewan Valley loopt.

Je kunt hier rechtsaf buigen van de Icefield Parkway richting het enorm grote Abraham Lake. Wij vervolgen echter onze route op de Icefield Parkway.

We rijden parallel aan het noordelijk deel van de North Saskatchewan River richting het Bridal Veil Falls Viewpoint. Vanaf hier begint de weg behoorlijk te stijgen en we zijn nu niet ver meer van het Columbia Icefield Centre dat op 1.984 meter hoogte ligt.

De bergen worden steeds ruiger en we zien steeds meer bergtoppen met enorm veel sneeuw.

Aangekomen bij het Columbia Icefield Centre hebben we een waanzinnig mooi uitzicht over de Athabasca Glacier en de Dome Glacier. De top van de Mount Athabasca ligt op 3.493 meter en de Snow Dome is 3.459 meter hoog. Op de Athabasca-gletsjer rijden snow mobiles, grote bussen met enorme banden.

Wij rijden verder over de Icefield Parkway naar Sunwapta Falls. Die zijn werkelijk een bezoekje waard, net als de Athabasca Falls die we even later zien. De hoogtepunten van de imposante natuur langs de Icefield Parkway volgen elkaar in hoog tempo op.

Aan het einde van de Icefield Parkway steken we de Athabasca River over en daar is het park al waar we twee chalets gehuurd hebben: Becker’s Chalets, gelegen in een mooie bosrijke omgeving zo’n tien kilometer buiten Jasper.

We eten in een van de restaurants in het dorpje Jasper en rijden daarna nog een beetje door de buitengebieden, het is inmiddels rond 21.00 uur en schemerig. De beste tijd, samen met de ochtend, om wild op te zoeken. We zien wat herten en een paar elks. Op de terugweg naar onze chalets zien we een zwarte beer. Hij maakt zich redelijk snel uit de voeten.

Miette Hotsprings

Het water moet gekoeld worden voordat je er in kunt zwemmen

We gaan met de kabelbaan naar The Whistlers, de vlakke top van de Whistlers Mountain op 2.466 m hoogte, die genoemd is naar het hoge gefluit van de harige marmot die hier leeft. Daar hebben we een mooi uitzicht over het dal van Jasper en een groot deel van Jasper National Park.

Als het helemaal helder is, kun je hier nog veel verder kijken. Als het in het dal regent, dan sneeuwt het hier op deze bergtop, wat voor verraderlijke situaties kan zorgen als je hier boven gaat wandelen.

Vanuit Jasper rijden Arjan en ik naar Miette Hotsprings, zo’n 40 kilometer buiten Jasper. We rijden langs het grote Jasper Lake en slaan dan rechtsaf en gaan via de Fiddle Valley de bergen in.

Het water dat in Miette Hotsprings uit de bergen komt en wordt gebruikt als zwemwater is nog een stukje warmer (54ºC) dan in Ainsworth Hotsprings. Het moet dan ook gekoeld worden voordat je er in kunt zwemmen.

Er zijn meerdere baden met verschillende temperaturen. Langer dan 15 minuten mag je niet in het warmste bad. Even afkoelen en dan weer in het warme bad zodat je lichaam gaat tintelen. Super relaxed.

Door Jasper loopt een spoorlijn die een belangrijke vrachtverbinding is. De treinen rijden hier af en aan. De lengte van de vrachttreinen in Canada is immens. Er rollen zo honderd wagons achter een locomotief aan en vaak ook nog met twee containers op elkaar gestapeld.

Na het avondeten starten we de auto weer en gaan op zoek naar wild. Langs de weg zien we weer een grote groep elks, daar raken we al een beetje mee verwend. Het enige wat we hier nog niet gezien hebben zijn elanden. Deze dieren laten zich ook nu niet zien. Wel zien we twee grote mannetjes elks die hun territorium verdedigen.

Jasper - Clearwater

Wells Gray Provincial Park heeft indrukwekkende watervallen

We verlaten Jasper redelijk vroeg, er moet vandaag meer dan 400 kilometer gereden worden, via de Highway #16 in westelijke richting. We volgen de Miette River een stuk en komen langs Yellowhead Lake.

En dan opeens zien links van de weg op een grindweg een zwarte beer met jong. We zetten de auto direct aan de kant. De beren lopen een bosje in richting de snelweg en voor we het in de gaten hebben staan ze links voor ons aan de kant van de weg, klaar om over te steken.

Er komen ons motorrijders tegemoet die de imposante dieren wellicht door de snelheid niet eens zien. Als de motorrijders voorbij zijn steken de beren huppelend over en gaan in de bosjes aan de overkant van de weg in om besjes te eten. Het babybeertje is nu nog bruin maar zal steeds donkerder worden.

In Mount Robson pauzeren we even en genieten van de mooie natuur. We rijden weer langs de Fraser River, de belangrijkste zalmrivier ter wereld. Hier komen elk najaar de zalmen, die hier ook geboren zijn, terug om zich voort te planten.

Even buiten Mount Robson Provincial Park slaan we linksaf richting Clearwater. We steken de Fraser River over en nemen de Highway #5 in zuidelijke richting en rijden dan hele stukken langs de Thompson River.

Het landschap van vandaag is overwegend bos, bos en nog eens bos. Op zich heel spectaculair, maar weinig afwisselend.

Clearwater is een klein dorpje met een recreatiemeertje. We overnachten in de Trophy Mountain Buffalo Ranch, ongeveer 15 kilometer buiten Clearwater in het Wells Gray Provincial Park. Dit is een park met enorm veel en voor een deel zeer indrukwekkende watervallen.

Het park leeft in de schaduw van de bekendere nationale parken als Jasper en Banff, maar het natuurschoon is hier verrassend mooi. De weg vanaf Clearwater loopt tot aan Clearwater Lake maar het park is veel groter, met vooral veel wandelpaden. De andere meren en watervallen zijn alleen te voet te bereiken.

Na aankomst op de ranch besluiten we direct een stuk het park in te rijden. Als eerste bezoeken we Spahats Falls, in Spahats Creek Provincial Park dat grenst aan Wells Gray. Na een korte wandeling komen we bij de waterval waar het water met veel kabaal het 122 meter diepe ravijn in dondert. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over de Clearwater River in de diepte en de roze-grijze vulkanische rotsen.

Daarna rijden we naar Dawson Falls. We worden hier bijna opgegeten door de muggen vanwege de warmte en de vochtige lucht, maar het uitzicht op de 18 meter hoge watervallen is fantastisch. De Spahats Falls zijn heel hoog en smal, daarentegen zijn de Dawson Falls veel minder hoog maar enorm breed en het geluid van het water is werkelijk oorverdovend.

We rijden verder naar Helmcken Falls. Als je de Niagara Falls bij Toronto (50 meter hoog) als vergelijkingsmateriaal neemt, is Helmcken Falls bijna drie keer zo hoog. Het water valt hier 141 meter omlaag in een diepe kom omringd door bossen.

De volgende dag maak ik onder begeleiding een paardrijdtocht van drie uur naar Moul Falls in Wells Gray Provincial Park. Een aantal dagen geleden hebben mensen op deze route een paar zwarte beren gezien. Leuk natuurlijk, maar toch hoop ik ze niet tegen te komen op het paard.

Bij de Moul Falls worden we zo ongeveer lek geprikt door de muggen. Je kunt heel dicht bij de waterval komen en er zelfs, als je een nat pak wilt halen, achterlangs lopen.

Clearwater - Whistler

Met een watervliegtuigje over de besneeuwde bergtoppen

Via een aantal bergpassen rijden we richting Pemberton, waar we de bergen verlaten. Even later zijn we in Whistler, waar we overnachten in twee houten blokhutten op Riverside Campsite.

Whistler staat bekend als ‘Bear City’ en er wordt hier overal gewaarschuwd voor beren. We mogen ‘s avonds ook niets op de veranda laten liggen dat eetbaar is en beren aan zou kunnen trekken.

Whistler is een lieflijk, mondain stadje met een leuk maar toeristisch centrum. Het is een beetje te vergelijken met bijvoorbeeld Zermatt in Zwitserland. Overal zijn voorbereidingen gaande voor de Olympische Winterspelen van Vancouver in 2010, zoals het bouwen van accommodaties en de aanleg en het verbreden van wegen.

De laatste ochtend in Whistler gaan we 30 minuten boven Whistler en de het Garibaldi Provincial Park vliegen in een watervliegtuig. Vanaf de haven taxiën we eerst met het vliegtuig naar het breedste gedeelte van Green Lake. Dan geeft de piloot gas en stijgen we op.

Het vliegtuigje beweegt en schudt veel. Als er eenmaal wat hoogte gewonnen is gaat het beter. We hebben allemaal een koptelefoon op en de piloot vertelt wat er allemaal te zien is. De uitzichten op de besneeuwde bergtoppen en de bergmeren zijn geweldig.

Whistler - Vancouver

Varen langs orka's, grijze walvissen en zeehonden

We beginnen aan de laatste autorit, terug naar Vancouver waar deze reis twee weken terug begon. We rijden vanaf Whistler over Highway #99 naar Squamish en vervolgens langs de fjordachtige kust van Howe Sound naar Vancouver Noord-West. Highway #99 wordt ook wel de Sea to Sky-Highway genoemd.

Over de Lions Gate Bridge bereiken we downtown Vancouver. We bezoeken het aquarium in Stanley Park, waar beluga’s, otters, haaien en zeeschildpadden, maar ook reptielen en vissen te zien zijn. Ook is er een dolfijnenshow.

De volgende morgen rijden we naar Granville Island in Vancouver en melden ons bij het kantoor van Wild Whales Vancouver voor een boottocht van 6 à 7 uur die we al vanuit Nederland geboekt hebben.

De boot is geschikt voor maximaal 25 personen en heeft alleen een toilet aan boord. Het is een omgebouwde vissersboot met een krachtige motor die ons voor de kust van Vancouver naar het zuiden brengt.

We steken de grens met de Verenigde Staten over. Na een uur of twee varen zien we orka’s. Voor de kust van Vancouver leven er drie grote scholen. Van één school is de leider een vrouwtje van ruim 90 jaar.

Zo gauw de kapitein een school gevonden heeft, mag hij daar met zijn boot maximaal één uur verblijven en moet daarna weer vertrekken. We zien orka’s wat ver weg, maar ook van redelijk dichtbij. Kleine maar ook heel grote mannelijke orka’s. Soms komen ze alleen boven water, soms wel met z’n drieën. Ze spelen wat, doen een ‘slap-tail’, en duiken weer onder water om zich dan weer een hele poos niet te laten zien.

Als we terugvaren zien we onderweg nog Amerikaanse zeearenden, grijze walvissen, zeehonden en een rivierotter. Tegen 18.00 uur varen we de haven van Vancouver weer in.

Voordat we naar huis vliegen hebben we nog een hele dag om Vancouver te bekijken. Eerst gaan we naar de Capilano Suspension Bridge bij het Capilano River Regional Park.

De originele brug over het dal van de Capilano, in 1889 gebouwd door George Grant Mackay, was een hangbrug van hout en touwen. Tegenwoordig zijn die touwen vervangen door stalen kabels die twee volledig geladen Boeing 747’s kunnen dragen.

De Capilano Suspension Bridge is met 140 meter ‘s werelds langste voetgangershangbrug. De brug hangt zo’n 70 meter boven de rivier die door het dal stroomt en schommelt behoorlijk. Aan de overkant kun je een mooie wandeling maken over houten vlonders langs ceders en douglassparren.

We rijden via de Lions Gate Bridge naar downtown Vancouver en direct verder naar Richmond, om de nieuwe ijsbaan voor de komende Olympische Spelen te bekijken. Daarna nog een keer goed lunchen voor we de auto inleveren op de luchthaven en in het vliegtuig stappen dat rechtstreeks naar Amsterdam vliegt.

Het eerste deel van deze ging van Vancouver naar Calgary.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win